NL1002691C2 - Pers voor het omhullen van electronische componenten en werkwijzen voor het gebruik van de pers. - Google Patents
Pers voor het omhullen van electronische componenten en werkwijzen voor het gebruik van de pers. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1002691C2 NL1002691C2 NL1002691A NL1002691A NL1002691C2 NL 1002691 C2 NL1002691 C2 NL 1002691C2 NL 1002691 A NL1002691 A NL 1002691A NL 1002691 A NL1002691 A NL 1002691A NL 1002691 C2 NL1002691 C2 NL 1002691C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mold
- mold halves
- encapsulating
- counter plate
- eccentric
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 13
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 16
- 210000003127 knee Anatomy 0.000 claims description 8
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 claims description 8
- 238000003825 pressing Methods 0.000 claims description 8
- 238000000465 moulding Methods 0.000 claims description 2
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 14
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 11
- 229910000760 Hardened steel Inorganic materials 0.000 description 2
- 239000003638 chemical reducing agent Substances 0.000 description 2
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 2
- 210000002414 leg Anatomy 0.000 description 2
- 238000012423 maintenance Methods 0.000 description 2
- 230000009471 action Effects 0.000 description 1
- 230000003321 amplification Effects 0.000 description 1
- 230000006835 compression Effects 0.000 description 1
- 238000007906 compression Methods 0.000 description 1
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 1
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 1
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 1
- 230000001627 detrimental effect Effects 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 238000005538 encapsulation Methods 0.000 description 1
- 238000005265 energy consumption Methods 0.000 description 1
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 1
- 230000007257 malfunction Effects 0.000 description 1
- 238000003199 nucleic acid amplification method Methods 0.000 description 1
- 239000008188 pellet Substances 0.000 description 1
- 230000008569 process Effects 0.000 description 1
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01L—SEMICONDUCTOR DEVICES NOT COVERED BY CLASS H10
- H01L21/00—Processes or apparatus adapted for the manufacture or treatment of semiconductor or solid state devices or of parts thereof
- H01L21/67—Apparatus specially adapted for handling semiconductor or electric solid state devices during manufacture or treatment thereof; Apparatus specially adapted for handling wafers during manufacture or treatment of semiconductor or electric solid state devices or components ; Apparatus not specifically provided for elsewhere
- H01L21/67005—Apparatus not specifically provided for elsewhere
- H01L21/67011—Apparatus for manufacture or treatment
- H01L21/67126—Apparatus for sealing, encapsulating, glassing, decapsulating or the like
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C33/00—Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
- B29C33/20—Opening, closing or clamping
- B29C33/22—Opening, closing or clamping by rectilinear movement
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/02—Transfer moulding, i.e. transferring the required volume of moulding material by a plunger from a "shot" cavity into a mould cavity
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/02—Transfer moulding, i.e. transferring the required volume of moulding material by a plunger from a "shot" cavity into a mould cavity
- B29C45/021—Plunger drives; Pressure equalizing means for a plurality of transfer plungers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/17—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C45/64—Mould opening, closing or clamping devices
- B29C45/66—Mould opening, closing or clamping devices mechanical
- B29C45/661—Mould opening, closing or clamping devices mechanical using a toggle mechanism for mould clamping
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01L—SEMICONDUCTOR DEVICES NOT COVERED BY CLASS H10
- H01L21/00—Processes or apparatus adapted for the manufacture or treatment of semiconductor or solid state devices or of parts thereof
- H01L21/02—Manufacture or treatment of semiconductor devices or of parts thereof
- H01L21/04—Manufacture or treatment of semiconductor devices or of parts thereof the devices having potential barriers, e.g. a PN junction, depletion layer or carrier concentration layer
- H01L21/50—Assembly of semiconductor devices using processes or apparatus not provided for in a single one of the subgroups H01L21/06 - H01L21/326, e.g. sealing of a cap to a base of a container
- H01L21/56—Encapsulations, e.g. encapsulation layers, coatings
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Computer Hardware Design (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Condensed Matter Physics & Semiconductors (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
- Encapsulation Of And Coatings For Semiconductor Or Solid State Devices (AREA)
- Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
- Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
PERS VOOR HET OMHULLEN VAN ELECTRONISCHE COMPONENTEN EN WERKWIJZEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE PERS
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften, omhullen van electronische componenten, bevestigd op 5 zogeheten leadframes, omvattende: - middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften, en - middelen voor het uitoefenen van druk op in holten van de vorm plaatsbaar omhulmateriaal.
10 De uitvinding heeft tevens betrekking op werkwijzen voor het bedienen van een dergelijke inrichting.
Bestaande persen voor het in aanhef genoemde type werken met beperkte snelheden en zijn onderhouds- en storingsgevoelig.
15 De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde inrichting en verbeterde werkwijzen voor het bedienen van een dergelijke inrichting waarmee met hogere snelheid met minder kans op storing electronische componenten omhuld kunnen worden.
20 De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in aanhef genoemde type waarbij de middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften worden gevormd door een roteerbare excenter die onder tussenkomst van ten minste een verbindingsstang koppelbaar is met één van 25 de vormhelften. Bij voorkeur zijn de dimensies van de excenter zodanig dat de stand van de excenter in een volledig geopende positie van de vormhelften minder dan 180° verdraaid is ten opzichte van de positie van de excenter waarin de vormhelften op elkaar aansluiten. Een 30 roteerbare excenter heeft voor het doen bewegen en 1002691 2 sluiten van de vormhelften als eerste voordeel dat de beweging relatief snel kan plaatsvinden. Een verdraaiing van de excenter van maximaal 180° kan zeer snel plaatsvinden, terwijl een alternatief zoals bijvoorbeeld 5 een aandrijving van een vormhelft met een schroefspindel minder snel is. Een tweede belangrijk voordeel van de roteerbare excenter is de zeer gunstige bewegingskarakteristiek die hiervan afgeleid kan worden. Bij het bereiken van de twee uiterste standen van de aan 10 te drijven vormhelft zal de positie van de excenter, bij een slag van bijna 180° van de excenter, geredeneerd vanuit de uitgedreven vormhelft, nagenoeg volledig achter respectievelijk nagenoeg volledig voor de rotatie-as van de excenter zijn gelegen. De bewegingssnelheid van de 15 aangedreven vormhelft zal bij constante rotatiesnelheid van de excenter, overeengekomen met halve sinusoïden, waarbij de snelheden nabij de eindposities 0 meter per seconde benaderen. Weliswaar wordt deze ideale situatie slechts bereikt bij een verdraaiing van de excenter over 20 180°, terwijl deze in de praktijk iets kleiner zal dienen te zijn dan 180°. Een zeer belangrijk deel van de halve sinusoïden zal echter herkenbaar zijn in de bewegingskarakteristiek van de aangedreven vormhelft.
Deze bewegingskarakteristiek vergroot de 25 aandrijvingssnelheid van de excenter nog verder daar immers in de kritieke posities, dat wil zeggen bij het benaderen van de eindposities van de aangedreven vormhelft, de snelheid van de aangedreven vormhelft kleiner zal zijn dan de snelheid van de aangedreven 30 vormhelft wanneer deze zich tussen de twee eindposities bevindt. Een ander voordeel van deze bewegingskarakteristiek is dat de belasting van de machine-onderdelen, alsmede het energiegebruik beperkt zal zijn ten opzichte van de bestaande omhulinrichtingen. 35 Nog een ander voordeel is dat een omhulinrichting met een roteerbare excenter relatief weinig onderhoud behoeft.
In een voorkeursuitvoering waarbij de inrichting is voorzien van een krachtopnemer, voor het registreren van 10 0 2 6 9 1 3 de kracht waarmee de vormhelften sluiten, welke krachtopnemer is verbonden met de aandrijving van de excenter, voor het bij het bereiken van een gewenste sluitkracht toevoeren van een signaal aan de aandrijving 5 van de excenter. Door deze maatregel fungeert de excenter niet alleen voor het doen verplaatsen van de aangedreven vormhelft maar kan met behulp van de excenter tevens de gewenste sluitkracht worden geleverd.
De verbindingsstang voor koppeling van de roteerbare 10 excenter met één van de vormhelften is bij voorkeur gekromd respectievelijk gehoekt. Deze vorm maakt het mogelijk een doorlopende rotatie-as voor de excenter toe te passen. De gekromde respectievelijk gehoekte verbindingsstang maakt het immers mogelijk de excenter 15 naar een positie te draaien waarin deze aan de van de vormhelft afgekeerde zijde van de rotatie-as ligt. Aangezien de excenter geen volledige cirkelbeweging doorloopt kan een krukasconstructie met onderbroken rotatie-as voorkomen worden. Dit vergroot de stevigheid 20 van de inrichting.
In een voorkeursuitvoering van de uitvinding is de roteerbare excenter onder tussenkomst van de stangenmechanismen koppelbaar met één van de vormhelften, welk stangenmechanismen voor het verkrijgen van een 25 hefboom ten minste een door de verbindingsstang lineair beweegbaar aandrijforgaan omvat, welk aandrijforgaan met ten minste twee zwenkbare armen gekoppeld is met ten minste twee kniehefbomen, welke kniehefbomen aan één zijde aangrijpen op vaste posities en aan de 30 tegenoverliggende zijde aangrijpen op een bevestigingsdeel voor een vormhelft. Door middel van deze constructie wordt een nauwkeurige lineaire translatie van het bevestigingsdeel verkregen. Tevens vindt er door middel van de kniehefbomen grote krachtversterking plaats 35 op het einde van de slag van de omhulinrichting. Hierdoor kan met behulp van een relatief eenvoudige aandrijving toch voldoende sluitkracht worden verkregen voor het omhullen van electronische componenten.
1 Λ Λ 0 c η λ 4
De uitvinding omvat tevens een werkwijze voor het aandrijven van een inrichting zoals in de aanhef beschreven, waarbij door het doen roteren van een excenter een met de excenter gekoppelde vormhelft wordt 5 bewogen. De voordelen van het met een excenter bewegen van een vormhelft is bovenstaand reeds verduidelijkt.
De uitvinding omvat tevens een inrichting van het in aanhef genoemde type waarbij een ene vormhelft verbindbaar is met de middelen voor het doen bewegen en 10 sluiten van de vormhelften en de tweede vormhelft verbindbaar is met een contraplaat die deel uitmaakt van de inrichting, welke contraplaat een naar de ene vormhelft gerichte kracht uitoefent en welke contraplaat zodanig tussen twee eindposities verplaatsbaar is dat 15 deze wanneer de vormhelften elkaar raken over afstand door de aangedreven ene vormhelft kan worden meegevoerd. Door deze constructie is het mogelijk met relatief grote snelheid de vormhelften tegen elkaar te bewegen zonder dat dit direct een grote sluitkracht ten gevolge heeft.
20 De sluitkracht tussen de vormhelften wordt, wanneer de contraplaat zich bevindt tussen de twee eindposities, bepaald door de kracht die de contraplaat uitoefent in de richting van de ene vormhelft. Op deze wijze kan een vaste sluitkracht worden gerealiseerd waarbij 25 gedetecteerd kan worden of de vormhelften goed elkaar sluiten. Het voordeel hiervan is dat beschadiging van maldelen voorkomen, of althans beperkt, kan worden door het niet verder opvoeren van de sluitkracht wanneer de vormhelften niet juist op elkaar aansluiten. Dit kan 30 bijvoorbeeld het geval zijn bij een niet juist in een vormhelft geplaatst leadframe of een onjuist gepositioneerde pellet omhulmateriaal. Weer een ander voordeel is dat de veiligheid van een dergelijke omhulinrichting groter is. Indien immers een lichaamsdeel 35 tussen de vormhelften bekneld raakt kan hierop worden gereageerd wanneer de sluitkracht nog beperkt is, dat wil zeggen wanneer de contraplaat zich tussen de twee eindposities bevindt.
1002691 5
De omhulinrichting met de beweegbare contraplaat omvat bij voorkeur een geleiding waarlangs de contraplaat verplaatsbaar is en de eindposities worden bij voorkeur bepaald door aanslagen. Deze maatregelen verschaffen de 5 gewenste bewegingsvrijheid aan de contraplaat en maken het tevens mogelijk in één eindpositie de sluitkracht te verhogen tot de bij het omhullen benodigde sluitkracht.
De contraplaat is bij voorkeur in hoofdzaak verticaal verplaatsbaar en de naar de ene vormhelft 10 gerichte kracht bestaat dan bij voorkeur ten minste uit de gravitatiekracht op de contraplaat. De in hoofdzaak verticaal verplaatsbare contraplaat verschaft zonder extra maatregelen, de gravitatiekracht op de contraplaat is immers toch al aanwezig in naar de ene vormhelft 15 gerichte kracht. Indien deze kracht niet voldoende groot is, is het mogelijk het gewicht van de contraplaat aan te passen. Een andere mogelijkheid voor het corrigeren van een te grote respectievelijk een te kleine kracht is het aanbrengen van veren tussen een gestel van de 20 omhulinrichting en de contraplaat. Deze veren kunnen zowel trek- als drukveren zijn afhankelijk van de positie waar zij aangrijpen op het gestel. Een extra kracht kan bijvoorbeeld benodigd zijn wanneer de leadframes door het sluiten van de vormhelften gericht dienen te worden.
25 De omhulinrichting is bij voorkeur voorzien van sensoren voor het bepalen van ten minste één eindpositie van de contraplaat. De omhulinrichting is tevens bij voorkeur voorzien van sensoren voor het bepalen van de afstand tussen de vormhelften. Door middel van de 30 sensoren is het mogelijk de aansturing en controle van de werking van de omhulinrichting te automatiseren.
De uitvinding omvat daarnaast een werkwij ze voor het sluiten van een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften 35 voor het omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, waarbij bij het sluiten van de vorm achtereenvolgens de volgende stappen doorlopen worden: 10 0 2 6 9 1 6 a) het met elkaar in contact brengen van de vormhelften door het doen bewegen van een ene vormhelft naar een tweede vormhelft, b) het over bepaalde afstand door de eerste vormhelft 5 meevoeren van de tweede vormhelft, waarbij op de tweede vormhelft een naar de eerste vormhelft gerichte kracht wordt uitgevoerd, c) het na het bereiken van een vaste positie van de tweede vormhelft opbouwen van een sluitkracht tussen de 10 twee vormhelften.
Daarbij wordt bij voorkeur tijdens stap b de afstand tussen de maldelen gemeten en wordt slechts overgegaan tot stap c bij aansluiting van de maldelen. De voordelen zoals reeds beschreven bij de inrichting met de 15 beweegbare contraplaat komen tevens naar voren bij het aanvoeren van deze werkwijze. Ook bij deze werkwijze is het dus mogelijk met grotere snelheid te produceren, met minder kans op beschadiging van maldelen, een vergrote veiligheid en een beter te bewaken kwaliteit van het 20 omhulde produkt.
Een ander aspect van de in aanhef genoemde omhulinrichting omvat een contraplaat waarmee ten minste één van de vormhelften verbindbaar is, welke contraplaat omvat: een aantal gestapelde in hoofdzaak plaatvormige 25 delen tussen welke delen ten minste één as is geplaatst. Bij voorkeur omvat deze contraplaat twee plaatvormige delen waartussen ten minste twee evenwijdige assen zijn geplaatst. Daarbij zijn in de plaatvormige delen bij voorkeur uitsparingen opgenomen voor samenwerking met de 30 assen. Een belangrijk nadeel van de bestaande uit één geheel gevormde contraplaten kan door een contraplaat uit meerdere plaatvormige delen vervaardigd waartussen ten minste één as is geplaatst worden voorkomen. Een bestaande contraplaat heeft namelijk de neiging om bij 35 het opbouwen van een grote sluitkracht enigszins te vervormen. Bij het opbouwen van een grote sluitkracht dient de contraplaat ondersteund te worden. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door één of meerdere aanslagen 1002691 7 waartegen de contraplaat dan steunt. Op de posities waar de contraplaat niet wordt ondersteund heeft deze vervolgens de neiging enigszins te wijken. Bij een relatief dikke contraplaat zal deze vervorming weliswaar 5 klein zijn maar kan deze nog steeds zeer storende gevolgen hebben voor het omhulproces daar de sluitkracht niet gelijkmatig over de vormhelften wordt verdeeld. Bij een zijdelingse ondersteuning van een contraplaat is het bijvoorbeeld mogelijk dat de sluitkracht in het midden 10 van een vormhelft aanzienlijk kleiner is dan aan de randen van die vormhelft. Dit is nadelig voor het beheersen van de kwaliteit van de omhulde produkten.
Door nu ten minste één contraplaat in lagen op te delen waartussen ten minste één as wordt geplaatst zal de 15 contraplaat niet meer, of nagenoeg niet meer, vervormen. Dit leidt tot een beter beheersbaar omhulresultaat terwijl ook de slijtage van de vormhelften gelijkmatig zal plaatsvinden.
Een eenvoudiger constructie van de contraplaat 20 waarmee ten minste een deel van het bovengaand beschreven effect kan worden verkregen kan bestaan door het opdelen van de contraplaat in twee in hoofdzaak plaatvormige delen, waarbij ten minste één van de twee platen aan de contactzijde naar de andere plaat is voorzien van 25 uitspringende delen in de vorm van bijvoorbeeld nokken of richels. De werking van de bovengaand beschreven assen wordt dan overgenomen door deze uitspringende delen. Alhoewel deze constructie ten aanzien van de vervorming van de totale contraplaat waarschijnlijk minder goede 30 eigenschappen heeft dan de contraplaat waarin tussen twee plaatvormige delen assen zijn opgenomen verdient deze constructie nog steeds de voorkeur boven één solide contraplaat. Een voordeel van deze vereenvoudigde constructie is dat de bouwhoogte van de contraplaat met 35 twee plaatvormige delen waarvan ten minste één is voorzien van uitkragende delen beperkt kan worden ten opzichte van de bouwhoogte waarbij tussen de plaatvormige delen assen opgenomen dienen te worden.
1002691 δ
Ook omvat de uitvinding een inrichting van het in aanhef genoemde type, waarbij de middelen voor het uitoefenen van druk op het omhulmateriaal ten minste twee schroefspillen omvatten, welke schroefspillen door een 5 centrale aandrijving worden aangedreven en die door een rotatie van de schroefspillen een verplaatsbaar bevestigingspunt ondersteunen voor ten minste één plunjer. De schroefspillen worden bij voorkeur onder tussenkomst van riemen door een centrale motor 10 aangedreven. Tevens ondersteunen steeds twee schroefspillen bij voorkeur een door rotatie van de schroefspillen verplaatsbare balk waarop ten minste één plunjer bevestigbaar is. In plaats van het gebruik van een transferplaat waarop de plunjers, doorgaans onder 15 tussenkomst van een plunjerblok, aangrijpen heeft een plunjerverplaatsing met behulp van schroefspillen volgens deze uitvinding het voordeel dat het ruimtebeslag ervan zeer beperkt is. Een ander voordeel van de centraal aangedreven schroefspillen is dat dit tot een nauwkeurig 20 gelijke plaatsing van de plunjers leidt, hetgeen wederom tot een verbeterde kwaliteit van de omhulde produkten leidt.
De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren 25 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont:
Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspektivisch aanzicht op een omhulinrichting volgens de uitvinding,
Fig. 2 een perspektivisch aanzicht op de 30 aandrijfmiddelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften, die deel uitmaken van de omhulinrichting uit fig. 1,
Fig. 3 een dwarsdoorsnede door de aandrijfmiddelen uit fig. 2, 35 Fig. 4 een dwarsdoorsnede door de aandrijfmiddelen uit fig. 2 loodrecht op de dwarsdoorsnede van fig. 3, 1002691 9
Fig. 5 een schematische dwarsdoorsnede door een omhulinrichting met beweegbare contraplaat met geopende vormhelften,
Fig. 6 de schematische dwarsdoorsnede uit fig. 5 met 5 sluitende vormhelften in een tussenstand,
Fig. 7 een schematische dwarsdoorsnede uit de fig. 5 en 6 met gesloten vormhelften in een eindpositie, en
Fig. 8 een perspektivisch aanzicht op middelen voor het uitoefenen van druk op omhulmateriaal met vier 10 schroefspillen.
Fig. 1 toont een omhulinrichting 1 weergegeven in een persstand. In de omhulinrichting 1 zijn twee vormhelften 2,3 bevestigd waarin de daadwerkelijke omhulbewerking plaatsvindt. De bovenste vormhelft 2 is 15 gedeeltelijk weggebroken zodat een beter zicht ontstaat op de onderste vormhelft 3. In de onderste vormhelft 3 zijn uitsparingen 4 zichtbaar waarin omhulmateriaal kan worden geplaatst. Door middel van in deze figuur niet zichtbare plunjers kan dan het in de uitsparingen 4 20 geplaatste omhulmateriaal onder druk worden gebracht zodat het naar vormholten wordt gedrongen die eveneens niet zichtbaar zijn in deze figuur. De onderste vormhelft 3 is verticaal verplaatsbaar in een gestel 5 van de omhulinrichting 1 voor het openen en sluiten van de 25 vormhelften 2,3. Dit openen is noodzakelijk voor het plaatsen van te omhullen electronische componenten, het aanbrengen van omhulmateriaal en het na de omhulbewerking verwijderen van de omhulde produkten. In het gestel 5 van de omhulinrichting 1 is een motor 6 met reduktor 30 opgenomen voor het verticaal doen bewegen van de onderste vormhelft 3. De verticale verplaatsing van de onderste vormhelft 3 zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de figuren 2-4.
De in fig. 2 getoonde aandrijfmiddelen 7 vormen een 35 onderdeel van de omhulinrichting 1. Een motor 6 met reduktor drijft een horizontale as 8 aan waarop een excenter 9 is bevestigd. Deze excenter is duidelijker zichtbaar in de dwarsdoorsnede getoond in de figuren 3 en 1002691 10 4. De excenter zoals getoond in deze figuren is zodanig op de horizontale as 8 aangebracht dat deze niet onderbroken hoeven te worden. Dit vergroot de stevigheid van de aandrijfmiddelen 7. De excenter 9 omvat een 5 excentrische as 10 waarmee een verbindingsstang 11 roteerbaar verbonden is. Deze verbindingsstang 11 heeft een gehoekte constructie zoals duidelijk zichtbaar is in de figuren 2 en 4. Door het roteren van de horizontale as 8 zal de positie van de excentrische as 10 zich 10 verplaatsen langs een cirkelsegmentvormige baan 12. De horizontale as 8 roteert daarbij maximaal over 180°; dit maakt het mogelijk de horizontale as 8 doorlopend te construeren. De gekromde vorm van de verbindingsstang 11 is benodigd om de excentrische as 10 in een positie te 15 kunnen plaatsen zoals weergegeven in fig. 4 door middel van de met de onderbroken lijn weergegeven excentrische as 101.
De verbindingsstang 11 grijpt op zijn van de excentrische as 10 afgekeerde zijde zwenkbaar aan op een 20 as 13 die verbonden met een zogeheten kruishoofd 14. Dit kruishoofd 14 is verticaal geleidbaar opgenomen in het gestel 5. Daartoe is het kruishoofd 14 voorzien van geleidingsblokken 55,56 die aangrijpen op verticale profielranden bevestigd aan het gestel 5. Voor een 25 vergrote stabiliteit van het kruishoofd 14 zijn de zijden van het kruishoofd 14 voorzien van gehard stalen strippen 57,58. Op deze gehard stalen strippen 57,58 grijpen geleidingselementen 60,61 aan die bijvoorbeeld van een rol kunnen zijn voorzien zoals in deze figuur 30 weergegeven. Het zeer voordelige van de gekozen geleidingsconstructie is dat de geleidingsstabiliteit die erdoor verkregen wordt het grootst is in gesloten stand van de maldelen 2,3 en dit is tevens de stand waarin de kracht uitgeoefend op de maldelen 2,3 het grootst is. Het 35 kruishoofd 14 is door middel van de evenwijdige assen 15,16 zwenkbaar gekoppeld met respectievelijk armen 40,41. Deze is gespiegeld ten opzichte van het midden van het kruishoofd 14 aangebrachte armen 40,41 grijpen aan 1002691 11 hun van het kruishoofd 14 afgekeerde zijde zwenkbaar aan op respectievelijke kniehefboommechanismen 42,43. De kniehefboommechanismen 42,43 zijn aan de onderzijde zwenkbaar verbonden met het gestel 5, zijn daar waar de 5 respectievelijke stangen 44,45 en 46,47 met elkaar verbonden zijn door kniehefboomassen tevens zwenkbaar verbonden met respectievelijk armen 40,41. De bovenzijde van de kniehefboommechanismen 42,43 zijn door middel van de evenwijdige assen 50,51 met een verticaal in het 10 gestel geleidbaar bevestigingsdeel 52 gekoppeld. Door het doen bewegen van de excenter 9 zal de verbindingsstang 11 zorgdragen voor een verticale beweging van het kruishoofd 14. De verticale beweging van het kruishoofd 14 heeft tot gevolg dat door middel van de armen 40,41 de 15 kniehefboommechanismen 42,43 worden aangedreven. Een dergelijke constructie heeft in het bijzonder op het einde van de slag van de omhulinrichting 1 een grote krachtversterking ten gevolge en draagt tevens zorg voor een gelijkmatige verticale translatie van het 20 bevestigingsdeel 52; schranken van het bevestigingsdeel 52 zal niet voorkomen. Het gestel 5 steunt door middel van poten 17-20 af op een ondergrond.
De bovenste vormhelft 2 is gekoppeld met een verticaal beweegbare contraplaat 21. Dit is schematisch 25 weergegeven in de figuren 5-7. In geopende stand van de vormhelften 2,3 zoals weergegeven in fig. 5 ligt de contraplaat 21 aan op onderste aanslagen 22. Door het vervolgens naar boven bewegen van de onderste vormhelft 3 nadat deze aansluit op bovenste vormhelft 2 wordt de 30 contraplaat 21 van de onderste aanslagen 22 gelicht. De gravitatiekracht zal daarbij een kracht F uitoefenen op de contraplaat, door welke kracht F {vermeerderd met de zwaartekracht op de bovenste vormhelft 2) de vormhelften 2,3 tegen elkaar worden gedrongen. Door middel van deze 35 constructie is de sluitkracht van de vormhelften 2,3 in de positie zoals weergegeven in fig. 6 nauwkeurig te beheersen.
1002691 12
In fig. 7 wordt vervolgens de positie weergegeven waarin de onderste vormhelft 2 ten opzichte van de situatie zoals die weergegeven is in fig. 6, verder naar boven is verplaatst. De contraplaat 21 komt daarbij aan 5 te liggen tegen bovenste aanslag 23 waardoor een vergrote sluitkracht kan worden opgebouwd. De bovenste aanslag 23 wordt in deze figuur gevormd door een scharnierconstructie, welke een paralleliteitsinrichting vormt voor het opheffen dan wel opvangen van een 10 eventuele scheefstand van de contraplaat 21. In de bovenste aanslag 23 is tevens een drukgevoelige sensor 24 opgenomen voor het meten van de sluitkracht van de vormhelften 2,3. Tevens zijn in de figuren 5-7 contactsensoren 25 weergegeven in de onderste aanslagen 15 22 waarmee waargenomen kan worden dat de contraplaat 21 van de onderste aanslagen 22 wordt gelicht. Tevens zijn in de onderste vormhelft 3 afstandsensoren 26 opgenomen voor het bepalen van de afstand tussen de vormhelften 2,3. Door middel van contactsensoren 25 is het mogelijk 20 te bepalen wanneer de contraplaat 21 zich in een positie bevindt zoals weergegeven in fig. 6. Tevens is in die positie de sluitkracht F van de vormhelften 2,3 bekend. Ter controle is het nu mogelijk de afstand tussen de vormhelften 2,3 te meten. Wanneer geconstateerd wordt dat 25 de vormhelften 2,3 niet volledig op elkaar sluiten kan de onderste vormhelft 3 worden terugbewogen naar de uitgangspositie zoals weergegeven in fig. 5. Het is dan immers zeer waarschijnlijk dat een electronisch component of omhulmateriaal niet juist in de onderste vormhelft 3 30 is geplaatst. Door middel van de inrichting en werkwijze zoals beschreven in deze uitvinding is het mogelijk een dergelijke verkeerde plaatsing van een voorwerp te constateren voordat de sluitkracht wordt opgebouwd met de omhulinrichting wanneer deze verkeert in de toestand 35 zoals weergegeven in fig. 7.
In fig. 1 is tevens zichtbaar dat de contraplaat 21 wordt gevormd door twee plaatvormige delen 27, 28 waartussen twee horizontale assen 29, 30 zijn geplaatst.
1002691 13
Een dergelijk geconstrueerde contraplaat 21 zal ondanks een slechts op bepaalde punten aan de bovenzijde afsteunend plaatvormig deel 27 relatief weinig vervormen. Dat wil zeggen dat de onderzijde van het plaatvormig deel 5 28 nagenoeg vlak blijft. Dit heeft een zeer goede aansluiting van de vormhelften 2,3 ten gevolge bij het opbouwen van een grote sluitkracht, benodigd tijdens het omhullen van electronische componenten.
Fig. 8 tenslotte toont de middelen 31 voor het 10 uitoefenen van druk op in de uitsparingen 4 geplaatst omhulmateriaal. Deze middelen zijn ook herkenbaar in de omhulinrichting 1 zoals weergegeven in fig. 1. De middelen 31 voor het uitoefenen van druk omvatten vier verticale schroefspillen 32-35 die door middel van riemen 15 36 aangedreven worden door een centrale motor 37. Door middel van het roteren van de schroefspillen 32-35 zijn horizontale balken 38,39 synchroon verticaal verplaatsbaar. Op deze horizontale balken 38,39 kunnen vervolgens, eventueel onder tussenkomst van andere 20 elementen zoals plunjerblokken, hier niet weergegeven plunjers aangrijpen die aan de onderzijde van de onderste vormhelft 3 in de uitsparingen 4 vallen. Door het roteren van de schroefspillen 32-35 zal aldus het in de uitsparingen 4 geplaatst omhulmateriaal onder druk gezet 25 kunnen worden. De middelen 31 voor het uitoefenen van druk op het omhulmateriaal zijn zodanig geconstrueerd dat zij relatief weinig ruimte in de omhulinrichting 1 innemen.
***** 16 0 2 69 1
Claims (19)
1. Inrichting voor het in een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften, omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten 5 leadframes, omvattende: - middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften, en - middelen voor het uitoefenen van druk op in holten van de vorm plaatsbaar omhulmateriaal, 10 waarbij de middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften worden gevormd door een roteerbare excenter die onder tussenkomst van ten minste een verbindingsstang koppelbaar is met één van de vormhelften.
2. Omhulinrichting volgens conclusie 1, waarbij de dimensies van de excenter zodanig zijn dat de stand van de excenter in een volledig geopende positie van de vormhelften minder dan 180° graden verdraaid is ten opzichte van de positie van de excenter waarin de 20 vormhelften op elkaar aansluiten.
3. Omhulinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de inrichting is voorzien van een krachtopnemer voor het registreren van de kracht waarmee de vormhelften sluiten, welke krachtopnemer is verbonden met de aandrijving van 25 de excenter, voor het bij het bereiken van een gewenste sluitkracht toevoeren van een signaal aan de aandrijving van de excenter.
4. Omhulinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de verbindingsstang gekromd 30 respectievelijk gehoekt is. ^002691
5. Omhulinrichting volgens één der conclusies 1-4, waarbij de roteerbare excenter onder tussenkomst van een stangenmechanisme koppelbaar is met één van de vormhelften, welk stangenmechanisme voor het verkrijgen 5 van een hefboom ten minste een door de verbindingsstang lineair beweegbaar aandrijforgaan omvat, welk aandrijforgaan met ten minste twee zwenkbare armen gekoppeld is met ten minste twee kniehefbomen, welke kniehefbomen aan één zijde zwenkbaar aangrijpen op vaste 10 posities en aan de tegenoverliggende zijde aangrijpen op een bevestigingsdeel voor een vormhelft.
6. Werkwijze voor het aandrijven van een inrichting voor het in een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften, 15 omhullen van electronische componenten, bevestigt op zogeheten leadframes, omvattende: - middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften, en - middelen voor het uitoefenen van druk op in holten van 20 de vorm plaatsbaar omhulmateriaal, waarbij door het doen roteren van een excenter een met de excenter gekoppelde vormhelft wordt bewogen.
7. Inrichting voor het in een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar 25 sluitbare vormhelften, omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, omvattende: - middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften, en 30. middelen voor het uitoefenen van druk op in holten van de vorm plaatsbaar omhulmateriaal, waarbij een ene vormhelft verbindbaar is met de middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften en de tweede vormhelft verbindbaar is met een contraplaat die deel 35 uitmaakt van de inrichting, op welke contraplaat een naar de ene vormhelft gerichte kracht wordt uitoefent en welke contraplaat zodanig tussen twee eindposities verplaatsbaar is dat deze wanneer de vormhelften elkaar 1002691 raken over een afstand door de aangedreven ene vormhelft kan worden meegevoerd.
8. Omhulinrichting volgens conclusie 7, waarbij de contraplaat langs een geleiding verplaatsbaar is en de 5 eindposities worden bepaald door aanslagen.
9. Omhulinrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de contraplaat in hoofdzaak verticaal verplaatsbaar is en de naar de ene vormhelft gerichte kracht ten minste bestaat uit de gravitatiekracht op de contraplaat.
10. Omhulinrichting volgens één der conclusies 7-9, waarbij de omhulinrichting is voorzien van sensoren voor het bepalen van ten minste één eindpositie van de contraplaat.
11. Omhulinrichting volgens één der conclusies 15 7-10, waarbij de omhulinrichting is voorzien van sensoren voor het bepalen van de afstand tussen de vormhelften.
12. Werkwijze voor het sluiten van een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar sluitbare vormhelften voor het omhullen van 20 electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, waarbij bij het sluiten van de vorm achtereenvolgens de volgende stappen doorlopen worden: a) het met elkaar in contact brengen van de vormhelften door het doen bewegen van een ene vormhelft naar een 25 tweede vormhelft, b) het over bepaalde afstand door de eerste vormhelft meevoeren van de tweede vormhelft, waarbij op de tweede vormhelft een naar de eerste vormhelft gerichte kracht wordt uitgevoerd, 30 c) het na het bereiken van een vaste positie van de tweede vormhelft opbouwen van een sluitkracht tussen de twee vormhelften.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij tijdens stap b de afstand tussen de maldelen wordt gemeten en 35 slechts bij aansluiting van de maldelen wordt overgegaan tot stap c.
14. Inrichting voor het in een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar 1002691 sluitbare vormhelften, omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, omvattende : - middelen voor het doen bewegen en sluiten van de 5 vormhelften, en - middelen voor het uitoefenen van druk op in holten van de vorm plaatsbaar omhulmateriaal, waarbij ten minste één van de vormhelften verbindbaar is met een in de omhulinrichting opgenomen contraplaat, welke contraplaat 10 omvat: een aantal gestapelde in hoofdzaak plaatvormige delen tussen welke delen ten minste één as is geplaatst.
15. Omhulinrichting volgens conclusie 14, waarbij de contraplaat twee plaatvormige delen omvat waartussen ten minste twee evenwijdige assen zijn geplaatst.
16. Omhulinrichting volgens conclusie 14 of 15, waarbij in de plaatvormige delen uitsparingen zijn opgenomen voor samenwerking met de assen.
17. Inrichting voor het in een vorm, samengesteld uit twee ten opzichte van elkaar beweegbare en op elkaar 20 sluitbare vormhelften, omhullen van electronische componenten, bevestigd op zogeheten leadframes, omvattende: - middelen voor het doen bewegen en sluiten van de vormhelften, en 25. middelen voor het uitoefenen van druk op in holten van de vorm plaatsbaar omhulmateriaal, waarbij de middelen voor het uitoefenen van druk op het omhulmateriaal ten minste twee schroefspillen omvatten, welke schroefspillen door een centrale aandrijving worden 30 aangedreven en die een door rotatie van de schroefspillen een verplaatsbaar bevestigingspunt ondersteunen voor ten minste één plunjer.
18. Omhulinrichting volgens conclusie 17, waarbij de schroefspillen onder tussenkomst van riemen door een 35 centrale motor worden aangedreven.
19. Omhulinrichting volgens conclusie 17 of 18, waarbij steeds twee schroefspillen een door rotatie van 1002691 de schroefspillen verplaatsbare balk ondersteunen waarop ten minste één plunjer bevestigbaar is. 1002691
Priority Applications (12)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002691A NL1002691C2 (nl) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Pers voor het omhullen van electronische componenten en werkwijzen voor het gebruik van de pers. |
DE69730457T DE69730457T2 (de) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Vorrichtung zum Einkapseln von elektronischen Komponenten |
AU19471/97A AU1947197A (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Press for encapsulating electronic components and methods for use of the press |
EP97907480A EP0935520B1 (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Encapsulating device and method for closing a device for encapsulating electronic components |
PCT/NL1997/000142 WO1997035701A1 (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Press for encapsulating electronic components and methods for use of the press |
JP9534275A JP2000507175A (ja) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | 電子部品の封入装置およびこの封入装置の駆動方法並びにモールド型閉じ合わせ方法 |
DE69705533T DE69705533T2 (de) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Vorrichtung zum umhüllen von elektronischen komponenten und verfahren zum schliessen einer vorrichtung zum umhüllen von elektronischen komponenten |
KR1019980707735A KR20000005098A (ko) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | 전자소자 캡슐화 프레스 및 이러한 프레스 사용방법 |
EP00204475A EP1154465B1 (en) | 1996-03-22 | 1997-03-19 | Device for encapsulating electronic components |
US09/155,177 US6165405A (en) | 1996-03-22 | 1997-03-29 | Press for encapsulating electronic components and methods for use of the press |
HK00100943A HK1022664A1 (en) | 1996-03-22 | 2000-02-17 | Encapsulating device and method for closing a device for encapsulating electronic components |
HK02103625.5A HK1043872B (zh) | 1996-03-22 | 2002-05-14 | 封裝電子器件的裝置 |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1002691A NL1002691C2 (nl) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Pers voor het omhullen van electronische componenten en werkwijzen voor het gebruik van de pers. |
NL1002691 | 1996-03-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1002691C2 true NL1002691C2 (nl) | 1997-09-23 |
Family
ID=19762550
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1002691A NL1002691C2 (nl) | 1996-03-22 | 1996-03-22 | Pers voor het omhullen van electronische componenten en werkwijzen voor het gebruik van de pers. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6165405A (nl) |
EP (2) | EP1154465B1 (nl) |
JP (1) | JP2000507175A (nl) |
KR (1) | KR20000005098A (nl) |
AU (1) | AU1947197A (nl) |
DE (2) | DE69705533T2 (nl) |
HK (2) | HK1022664A1 (nl) |
NL (1) | NL1002691C2 (nl) |
WO (1) | WO1997035701A1 (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
SG98439A1 (en) * | 2001-01-09 | 2003-09-19 | Hongguan Technologies S Pte Lt | Apparatus for and a method used in compressing a workpiece |
SG99343A1 (en) * | 2001-02-05 | 2003-10-27 | Lobe Technologi Pte Ltd | A compact and reliable press for packaging semiconductor devices |
NL1021266C2 (nl) * | 2002-08-13 | 2004-02-17 | Otb Group Bv | Werkwijze en inrichting voor het geheel of ten dele bedekken van ten minste één elektronische component met een compound. |
NL1028904C2 (nl) * | 2005-04-29 | 2006-10-31 | Fico Bv | Pers met plaatvormige gesteldelen, en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke platenpers. |
US20080057528A1 (en) * | 2006-08-30 | 2008-03-06 | Kimberly-Clark Worldwide, Inc. | Detection of hydrogen peroxide released by enzyme-catalyzed oxidation of an analyte |
US20080179793A1 (en) * | 2007-01-26 | 2008-07-31 | Husky Injection Molding Systems Ltd. | Ejector-Plate Actuator of a Molding System |
US8469693B2 (en) * | 2010-08-24 | 2013-06-25 | Athena Automation Ltd. | Low profile stack mold carrier |
US10500765B2 (en) * | 2016-12-19 | 2019-12-10 | GM Global Technology Operations LLC | Online die face monitoring |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE976667C (de) * | 1950-10-04 | 1964-02-06 | May Pressenbau G M B H | Kniehebelpresse mit einem Kniehebelsystem, bei dem sich der Systemaufhaengepunkt demSystemfestpunkt waehrend des Arbeitshubes naehert |
DE1704064A1 (de) * | 1968-02-12 | 1971-04-22 | Erlenbach Gmbh & Co | Maschine mit voneinander trennbaren,sich ergaenzenden Formteilen fuer die Herstellung von Formstuecken,aus Kunststoff,insbesondere Schaum-Kunststoff |
JPS62248615A (ja) * | 1986-04-22 | 1987-10-29 | Toyo Mach & Metal Co Ltd | 射出成形機 |
EP0366810A1 (en) * | 1988-05-06 | 1990-05-09 | Fanuc Ltd. | Direct driven mold clamping apparatus |
EP0428792A2 (en) * | 1989-11-24 | 1991-05-29 | Fico B.V. | Single strip molding apparatus |
DE9312232U1 (de) * | 1993-08-16 | 1993-10-28 | Dorst - Maschinen- und Anlagen-Bau Otto Dorst u. Dipl. Ing. Walter Schlegel GmbH & Co, 82431 Kochel | Presse zum Druckgießen keramischer Formlinge |
US5330347A (en) * | 1991-09-24 | 1994-07-19 | Amco Holding B.V. | Moulding press for an injection moulding device |
JPH07178594A (ja) * | 1993-12-24 | 1995-07-18 | Nippon Muugu Kk | 駆動装置 |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB724103A (en) * | 1952-05-29 | 1955-02-16 | Plastic Products Ltd | Improvements in or relating to injection moulding apparatus |
US3418692A (en) * | 1965-10-06 | 1968-12-31 | Emery I. Valyi | Mold clamping apparatus |
GB1186148A (en) * | 1968-02-26 | 1970-04-02 | Continental Copper & Steel Ind | Mold to Eliminate Flash from Plastic Parts. |
US4589830A (en) * | 1983-08-01 | 1986-05-20 | Clawson Burrell E | Press control system |
JPS61246023A (ja) * | 1985-04-24 | 1986-11-01 | Matsushita Electric Works Ltd | 射出成形金型の異物検知装置 |
SE452127B (sv) * | 1985-06-05 | 1987-11-16 | Peter Andersson | Anordning for parallellstyrning av en presslid |
JPS6269521A (ja) * | 1985-09-20 | 1987-03-30 | Mitsubishi Electric Corp | 半導体樹脂封入装置のクリ−ナ−エレベ−シヨン機構 |
US4767302A (en) * | 1986-09-26 | 1988-08-30 | Yazaki Corporation | Exchangeable multiplunger transfer molding die apparatus |
US4915608A (en) * | 1987-07-20 | 1990-04-10 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | Device for resin sealing semiconductor devices |
JPH03180307A (ja) * | 1989-12-08 | 1991-08-06 | Mitsubishi Electric Corp | 多段型締プレス装置 |
DE4200224A1 (de) * | 1992-01-08 | 1993-07-15 | Hohagen Ernst Georg Dr Med | Herstellung mikroskopisch duenner schichten mittels einer mikrothermopresse durch druck und hitze |
JPH05206186A (ja) * | 1992-01-29 | 1993-08-13 | Mitsubishi Electric Corp | 樹脂封止装置および半導体装置の製造方法 |
JPH05261753A (ja) * | 1992-03-19 | 1993-10-12 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | マルチプランジャー式樹脂射出機構とその樹脂タブレット挿入ミス検出方法及び射出成形圧力制御方法 |
KR0137851B1 (ko) * | 1992-04-13 | 1998-05-01 | 쯔게 슈이찌 | 트랜스퍼 성형 방법 및 트랜스퍼 성형 기계 |
JP2839220B2 (ja) * | 1992-06-12 | 1998-12-16 | 住友重機械プラスチックマシナリー株式会社 | 電動射出成形機の型開閉装置 |
NL1002690C2 (nl) * | 1996-03-22 | 1997-09-23 | Fico Bv | Mal-samenstel en werkwijze voor gebruik van mal-samenstel. |
TW410194B (en) * | 1996-08-20 | 2000-11-01 | Apic Yamada Kk | Resin molding machine |
-
1996
- 1996-03-22 NL NL1002691A patent/NL1002691C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1997
- 1997-03-19 AU AU19471/97A patent/AU1947197A/en not_active Abandoned
- 1997-03-19 EP EP00204475A patent/EP1154465B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1997-03-19 KR KR1019980707735A patent/KR20000005098A/ko active IP Right Grant
- 1997-03-19 DE DE69705533T patent/DE69705533T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1997-03-19 JP JP9534275A patent/JP2000507175A/ja not_active Ceased
- 1997-03-19 EP EP97907480A patent/EP0935520B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1997-03-19 DE DE69730457T patent/DE69730457T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1997-03-19 WO PCT/NL1997/000142 patent/WO1997035701A1/en active IP Right Grant
- 1997-03-29 US US09/155,177 patent/US6165405A/en not_active Expired - Fee Related
-
2000
- 2000-02-17 HK HK00100943A patent/HK1022664A1/xx not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-05-14 HK HK02103625.5A patent/HK1043872B/zh not_active IP Right Cessation
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE976667C (de) * | 1950-10-04 | 1964-02-06 | May Pressenbau G M B H | Kniehebelpresse mit einem Kniehebelsystem, bei dem sich der Systemaufhaengepunkt demSystemfestpunkt waehrend des Arbeitshubes naehert |
DE1704064A1 (de) * | 1968-02-12 | 1971-04-22 | Erlenbach Gmbh & Co | Maschine mit voneinander trennbaren,sich ergaenzenden Formteilen fuer die Herstellung von Formstuecken,aus Kunststoff,insbesondere Schaum-Kunststoff |
JPS62248615A (ja) * | 1986-04-22 | 1987-10-29 | Toyo Mach & Metal Co Ltd | 射出成形機 |
EP0366810A1 (en) * | 1988-05-06 | 1990-05-09 | Fanuc Ltd. | Direct driven mold clamping apparatus |
EP0428792A2 (en) * | 1989-11-24 | 1991-05-29 | Fico B.V. | Single strip molding apparatus |
EP0633111A2 (en) * | 1989-11-24 | 1995-01-11 | Fico B.V. | Single-strip moulding apparatus with movable mould halves |
US5330347A (en) * | 1991-09-24 | 1994-07-19 | Amco Holding B.V. | Moulding press for an injection moulding device |
DE9312232U1 (de) * | 1993-08-16 | 1993-10-28 | Dorst - Maschinen- und Anlagen-Bau Otto Dorst u. Dipl. Ing. Walter Schlegel GmbH & Co, 82431 Kochel | Presse zum Druckgießen keramischer Formlinge |
JPH07178594A (ja) * | 1993-12-24 | 1995-07-18 | Nippon Muugu Kk | 駆動装置 |
Non-Patent Citations (2)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 12, no. 121 (M - 686) 15 April 1988 (1988-04-15) * |
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 95, no. 007 * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO1997035701A1 (en) | 1997-10-02 |
JP2000507175A (ja) | 2000-06-13 |
US6165405A (en) | 2000-12-26 |
EP1154465A1 (en) | 2001-11-14 |
HK1022664A1 (en) | 2000-08-18 |
EP1154465B1 (en) | 2004-08-25 |
DE69705533T2 (de) | 2002-05-23 |
KR20000005098A (ko) | 2000-01-25 |
HK1043872A1 (en) | 2002-09-27 |
DE69730457D1 (de) | 2004-09-30 |
EP0935520B1 (en) | 2001-07-04 |
DE69705533D1 (de) | 2001-08-09 |
AU1947197A (en) | 1997-10-17 |
EP1154465A3 (en) | 2002-08-07 |
EP0935520A1 (en) | 1999-08-18 |
HK1043872B (zh) | 2005-01-07 |
DE69730457T2 (de) | 2005-09-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1002691C2 (nl) | Pers voor het omhullen van electronische componenten en werkwijzen voor het gebruik van de pers. | |
US4692107A (en) | Apparatus for continuously producing at a flow rate a strip of dough of constant dimensions | |
CA1164775A (en) | Movable grid stacker for a food slicing machine | |
US4281977A (en) | Apparatus for setting a clamping load | |
SE526777C2 (sv) | Kontinuerlig press för pressning av pressgodsmattor till pressgodsskivor | |
US20100287841A1 (en) | Safety door automatic opening/closing device in injection molding machine and the like and method of controlling the same | |
NL9001999A (nl) | Stelsel van bewerkingsinrichtingen. | |
FI72059C (fi) | Saett och anordning foer sortering av emballage. | |
CA2003063A1 (en) | Pressing system for shaping bacon bellies and the like | |
JP3067789B2 (ja) | 射出成形装置 | |
NL1006560C2 (nl) | Persinrichting voor bewerking van leadframes. | |
WO1992021504A1 (fr) | Appareil et procede de moulage pour machine a moulage par injection | |
JP2972131B2 (ja) | 米飯計量成形装置 | |
JP4129239B2 (ja) | プレス装置 | |
CN116081035B (zh) | 一种尿垫包装过程中的压实装置 | |
JP2559370Y2 (ja) | 鋳物砂の圧縮強度並びに変形量測定装置 | |
NL1003916C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het buigen van een aansluitraam. | |
JP2567659B2 (ja) | 鋳物砂のコンパクタビリテイ値測定方法及びその装置 | |
NL9101558A (nl) | Inrichting voor het in een matrijsholte inbrengen van een kunststofmateriaal. | |
JP2547569Y2 (ja) | 鋳物砂の圧縮強度測定装置 | |
CA1158819A (en) | Method and apparatus for setting a clamping load | |
NL9101617A (nl) | Pers voor een transfer- of spuitgietmatrijsinrichting alsmede werkwijze voor het sturen daarvan. | |
JPH0647847U (ja) | 鋳物砂のせん断強度並びに変形量測定装置 | |
JP2504782Y2 (ja) | 板材集積装置 | |
NL9101737A (nl) | Inrichting voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer bewegend schuifbaar orgaan, een pers met een dergelijke inrichting, en een werkwijze voor het bijstellen van de instelstand van een heen en weer beweegbaar schuifbaar orgaan. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20021001 |