BE901969A - Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad. - Google Patents

Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad. Download PDF

Info

Publication number
BE901969A
BE901969A BE2/60647A BE2060647A BE901969A BE 901969 A BE901969 A BE 901969A BE 2/60647 A BE2/60647 A BE 2/60647A BE 2060647 A BE2060647 A BE 2060647A BE 901969 A BE901969 A BE 901969A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weft
weaving machine
machine according
components
yarn
Prior art date
Application number
BE2/60647A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2/60647A priority Critical patent/BE901969A/nl
Publication of BE901969A publication Critical patent/BE901969A/nl
Priority to DE8686200276T priority patent/DE3662600D1/de
Priority to EP19860200276 priority patent/EP0195469B2/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/34Handling the weft between bulk storage and weft-inserting means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad, met het kenmerk dat de voeding hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van minstens twee komponenten 81-2; 11-12:25-26); minstens één detektor om het verloop van de inslagdraad (5,6) in de voeding te kontroleren; een stuureenheid (7) die bij detektie van een fout door voornoemde detektor één van voornoemde komponenten (1-2; 11-12; 25-26) uitschakelt en minstens een andere komponent van de voeding in de plaats ervan inschakelt en een inslagmechanisme (3).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING neergelegd tot staving van een aanvraag voor
BELGISCH OCTROOI geformuleerd door
N. V. WEEFAUTOMATEN PICANOL voor 
 EMI1.1 
 "Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad" als UITVINDINGSOCTROOI 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 "Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad". 



  Deze uitvinding betreft een weefmachine met een verbeterde voeding voor de inslagdraad. Meer speciaal betreft het een voeding voor het inslaggaren waarmee, dank zij haar werking, een machinestop kan vermeden worden als er zich,   vóór   het bereiken van de gaap, een breuk in het inslaggaren voordoet. 



  Het is bekend dat de voeding van het inslaggaren van een weefmachine hoofdzakelijk bestaat uit een aantal komponenten, zoals garenbobijnen, garenaftrekinrichtingen en/of voorafwikkelaars of andere vooropslageenheden, waarbij de inslagdraad vanaf de garenbobijn een bepaald draadpad volgt ten einde aan een inslagmechanisme gepresenteerd te worden, waardoor uiteindelijk het garen in de gaap gebracht wordt. De hierbij gebruikte bobijnen zijn meestal elk voorzien van een reservebobijn, waarbij het begin van de daarop gewikkelde draad verbonden wordt aan het draadeinde van de aktieve bobijn, waardoor verkregen wordt dat als de aktieve bobijn leeg is, automatisch wordt overgegaan op de reservebobijn. 



  Men kent ook voedingen waarbij meerdere voorafwikkelaars gebruikt worden die telkens om beurten werken, ten einde een bepaald effekt te realizeren. Meestal handelt het hier om een weefwijze waarbij men gebruik maakt van meerdere garens van verschillende soort of kleur. 



  Tevens is het algemeen bekend dat het verwisselen van het in de gaap in te brengen inslaggaren kan gebeuren door af- 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 wisselend de verschillende garens aan een inslaginbrengorgaan te presenteren of toe te voeren, waarbij zulk inslaginbrengorgaan kan gevormd worden door, bijvoorbeeld, een grijper, hoofdblazer, projektief of dergelijke. 



  Een nadeel van al deze bekende voedingen voor het inslaggaren bestaat erin dat een breuk van de draad steeds een machinestop vereist wanneer zulke breuk zich voordoet buiten de gaap, onder andere onafhankelijk of de breuk zich tussen een bobijn en het inslagmechanisme of inslaginbrengorgaan, voordoet, of tussen een bobijn en een voorafwikkelaar, of aan het oppervlak van de voorafwikkelaar, of tussen de voorafwikkelaar en het inslagmechanisme of tussen de twee aaneengeknoopte bobijnen. 



  Het is duidelijk dat dergelijke machinestops een merkelijke daling van het gebruiksrendement van een weefmachine tot gevolg heeft. 



  Ten einde aan voornoemd nadeel een oplossing te bieden, voorziet de uitvinding dan ook in een voeding voor de inslagdraad van een weefmachine waarbij de breuk van de draad voor de gaap geen machinestop tot gevolg heeft. Zulks wordt, volgens de uitvinding, bereikt door elke draadsoort en de daarbij horende voedingen te ontdubbelen, en verder in het voorzien van een stuureenheid zodanig dat, vanaf het moment dat een breuk gekonstateerd wordt in een bepaald gedeelte van de voeding, automatisch op een ander voedingsgedeelte overgeschakeld wordt, met het voordeel dat de weefmachine ononderbroken kan blijven verderwerken. 



  Volgens een eerste mogelijkheid van de uitvinding bestaat de ontdubbelde voeding uit een aktief gedeelte, vanaf waaruit de inslagdraad in de gaap voorzien wordt, en een passief gedeelte dat slechts enkel ingeschakeld wordt van zodra het aktief gedeelte omwille van een draadbreuk of dergelijke dient uitgeschakeld te worden. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Volgens een tweede mogelijkheid voorziet de uitvinding in een ontdubbelde voeding, waarbij afwisselend beide gedeelten werkzaam zijn en, in het geval dat er zich een draadbreuk voordoet, één van de gedeelten uitgeschakeld wordt, terwijl het tweede gedeelte met een dubbele werkingssnelheid ingeschakeld wordt ten einde de volledige voeding van de weefmachine via dit tweede gedeelte te laten geschieden. 



  De verbeterde voeding voor de inslagdraad bestaat hoofdzakelijk in de kombinatie van minstens twee komponenten ; minstens één detektor om het verloop van de inslagdraad in de voeding te kontroleren ; een stuureenheid die bij detektie van een fout door voornoemde detektor één van voornoemde komponenten uitschakelt en minstens een andere komponent van de voeding in de plaats ervan inschakelt en een inslagmechanisme. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, een aantal voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waar-   in :    figuur 1 schematisch een voeding voor de inslagdraad volgens de uitvinding weergeeft, waarbij hoofdzakelijk bobijnen en een inslagmechanisme deel uitmaken van het garenpad van de voeding ; figuur 2 een variante weergeeft van de uitvoeringsvorm volgens figuur   1,   waarbij gebruik gemaakt wordt van twee sets van telkens twee bobijnen ; figuur 3 een variante weergeeft van figuur 1 ; figuur 4 een variante weergeeft van figuur 2 ; figuur 5 een verbeterde voeding voor de inslagdraad volgens de uitvinding weergeeft, waarbij tevens twee voorafwikkelaars in de voeding opgenomen zijn. 



  De meest eenvoudige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt weergegeven in figuur   1,   waarbij de voeding voor de inslag- 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 draad hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van twee komponenten 1 en 2 die elk gevormd worden door één garenbobijn ; een inslagmechanisme 3 ; minstens één detektor 4 die langs het garenpad van één van de inslagdraden 5 of 6, die gevormd worden door het afwikkelen van de bobijnen 1 en 2, voorzien is ; en een stuureenheid 7 waarop de detektor 4 is aangesloten, en van waar een stuurlijn 8 naar het inslagmechanisme 3 vertrekt. Verder wordt in figuur 1 nog schematisch door middel van een streep-puntlijn de gaap 9 van de weefmachine weergegeven. 



  Het inslagmechanisme 3 is in dit geval een dubbelwerkend mechanisme dat ofwel, enerzijds, de inslagdraad 5 ofwel, anderzijds, de inslagdraad 6, afhankelijk van het signaal op de stuurlijn 8, in de gaap 9 kan brengen. Bij een luchtweefgetouw kan zulk inslagmechanisme 3 bij voorbeeld bestaan uit twee hoofdblazers om, respektievelijk, één van de inslagdraden 5 of 6 in de gaap 9 te brengen, waarbij afhankelijk van het signaal dat door de stuureenheid 7 aan het inslagmechanisme 3 wordt afgeleverd, ofwel de eerste, ofwel de tweede, met perslucht bekrachtigd wordt. 



  Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt er slechts gebruik gemaakt van één hoofdblazer, waarbij een mechanisme of middel erin voorziet dat automatisch de gewenste inslagdraad 5 of 6 aan de ingang van de hoofdblazer gebracht wordt. 



  Bij grijperweefmachines zal het inslagmekanisme 3 hoofdzakelijk bestaan uit een op zichzelf bekende draadpresentator, die volgens deze uitvinding dan afhankelijk van het signaal afgeleverd door de stuureenheid 7, één van de inslagdraden 5 en 6 aan de grijper zal presenteren. 



  De werking van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 is als volgt. 



  Gedurende het normale weefproces wordt de gaap 9 van de nodige inslagdraden voorzien door een inslagdraad 5 van de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 komponent of bobijn 1 te trekken. Van zodra er zich een breuk in de draad 5 voordoet wordt dit gedetekteerd door detektor 4, waarna het gedetekteerd signaal geïnterpreteerd wordt door de stuureenheid 7, met het gevolg dat, door middel van een signaal langs de stuurlijn 8, het inslagmechanisme 3 automatisch wordt omgeschakeld, zodanig dat vanaf dat moment verder geweven wordt met de inslagdraad 6 die afkomstig is van de tweede komponent of bobijn 2. 



  Ondertussen kan bijvoorbeeld het nodige gedaan worden om de draadbreuk te herstellen, zodanig dat er terug kan overgegaan worden op de eerste bobijn 1. 



  Uiteraard biedt de uitvinding ook een oplossing voor het automatisch overgaan op een tweede bobijn 2 van zodra de eerste bobijn 1 leeg is. 



  Volgens een variante kan er nog in een tweede detektor 10 voorzien worden die langs het draadpad van de inslagdraad 6 van de voornoemde tweede komponent of bobijn 2 voorzien wordt. 



  De alzo verkregen voeding volgens de uitvinding kan op verschillende wijzen aangewend worden. 



  Volgens een eerste werkingswijze wordt er voorzien in een sturing die analoog is aan de voorgaande. Van zodra er zich een draadbreuk in de inslagdraad 5 voordoet, of als de bobijn 1 leeg is, wordt er automatisch overgeschakeld op de tweede bobijn 2 en de inslagdraad 6. Ondertussen wordt dan het defekt in de inslagdraad 5 hersteld ofwel de lege bobijn 1 vervangen door een volle. Zodra er zich een draadbreuk voordoet in de inslagdraad 6, ofwel de tweede bobijn 2 leeg geraakt, ofwel de wever een signaal geeft, wordt er op een analoge wijze terug overgeschakeld naar de bobijn 1. 



  Het is duidelijk dat de beide signalen 4 en 10 tegelijk een draadbreuk of lege bobijn detekteren de machine stopt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Een tweede mogelijkheid om dergelijke inrichting aan te wenden bestaat erin dat gedurende het normale weefproces gebruik gemaakt wordt van beide bobijnen 1 en 2, door afwisselend de inslagdraden 5 en 6 door een wisselwerking van het inslagmechanisme 3 aan de gaap 9 te presenteren. Als één van de detektoren 4 of 10, enerzijds, een draadbreuk vaststelt, of, anderzijds, het aflopen van één der garenbobijnen detekteert, zorgt de stuureenheid 7 ervoor dat de weefcyclus volledig vanaf slechts één der komponenten 1 of 2 gebeurt, en wel zodanig dat het gedeelte waar de fout of het einde van de bobijn gedetekteerd werd, uitgeschakeld wordt. 



  In de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 bestaat de voeding voor de inslagdraad volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit twee komponenten 11 en 12, die mekaars ontdubbeling vormen, een inslagmekanisme 3, een stuureenheid 7, en minstens één van voornoemde detektoren 4 of 10 die langs het pad van de inslagdraden 5 of 6 geplaatst zijn. De komponenten 11 en 12 bestaan hier elk uit een set van twee bobijnen, respektievelijk 13-14 en 15-16. De uiteinden 17-18 van elke eerste bobijn, respektievelijk 14 en 15, van elk der komponenten 11 en 12 is hierbij verbonden met het begin 19-20 van de draad van de daarbij horende tweede bobijn, respektievelijk 13 en 16. 



  De werking hierbij is analoog aan die van de uitvoering volgens figuur   l,   waarbij tevens alle voornoemde varianten mogelijk zijn. In het geval dat er gedurende het normale weefproces slechts vanaf één der komponenten 11 of 12 draad ontnomen wordt, terwijl de andere komponent hierbij louter als reserve dienst doet voor het geval er zich een draadbreuk voordoet, kan de komponent, hetzij 11 of 12, die als reserve dienst doet, slechts met één bobijn uitgevoerd worden. 



  In de uitvoeringsvorm van figuur 3 wordt een variante weer- 
 EMI7.1 
 gegeven van figuur 1. De gebruikte referenties stemmen dan QO overeen. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Het enige verschil bestaat er hierin dat aan de komponenten 1 en 2, die gevormd worden door garenbobijnen, ook detektoren 21-22 voorzien zijn. De werking van deze uitvoeringsvorm van de voeding is nagenoeg analoog aan deze van de hiervoor beschreven vormen. De detektoren 21-22 bieden het voordeel dat vlugger het einde van een bobijn vastgesteld wordt, dan dat dit kan gebeuren door de detektoren 4 en 10, met het gevolg dat er in dit geval nog vlugger kan ingegrepen worden, of met andere woorden nog sneller kan voorzien worden in het omschakelen van het inslagmechanisme 3. 



  In figuur 4 wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven die hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van de uitvoeringsvormen volgens figuren 1 tot 3. Naast de voornoemde detektoren 21-22 die in dit geval aan de eerste bobijnen 14-15 van elk der komponenten 11 en 12 voorzien zijn, zijn er tevens aan de bobijnen 13 en 16 nog detektoren, respektievelijk 23 en 24, aangebracht. 



  De werking is als volgt. 



  Stel dat bijvoorbeeld gedurende het normale weefproces alleen vanaf de komponent 11 een inslagdraad wordt afgenomen en dat de komponent 12 louter en alleen dient als een reservegedeelte van de voeding. Als de inslagdraad 5 breekt, dan stuurt de detektor 4 een signaal naar de stuureenheid 7, dewelke bijgevolg, via de stuurlijn 8, het inslagmechanisme 3 omschakelt, één en ander zodanig dat vanaf dat moment de komponent 11 uitgeschakeld wordt en de komponent 12 de levering van de inslagdraad in de gaap 9 verzorgt. 



  Voor wat betreft het volledig afwikkelen van de bobijnen 13 en 14, dient opgemerkt te worden dat er slechts en alleen in een omschakeling van komponent 11 naar 12 voorzien wordt als beide detektoren 23 en 21 van de bobijnen 13 en 14 een lege bobijn detekteren. Analoog gebeurt een omschakeling van 12 naar 11 als beide detektoren 22 en 24 van   d   bobijnen 15 en 16 een lege bobijn detekteren. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Uiteraard zijn alle andere voornoemde sturingen en automatische regelingen ook toepasselijk op de uitvoeringsvorm van figuur 4. 



  In figuur 5 wordt tenslotte schematisch een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven, waarbij naast voornoemde komponenten 11 en 12 die zoals vermeld bestaan uit sets met twee bobijnen, ook nog komponenten 25 en 26 aanwezig zijn. 



  Deze komponenten 25 en 26 worden hier gevormd door voorafwikkelaars die mee opgenomen zijn in het garenpad, van, enerzijds, de inslagdraad 5 en, anderzijds, de inslagdraad 6. 



  Deze komponenten kunnen eveneens andere vormen aannemen of beperken zich niet tot voorafwikkelaars. Deze andere vormen zijn meestal een voorafwinder of draadaftrekinrichting al dan niet gekombineerd met een draadopslagapparaat. De voornoemde detektoren 4 en 10 bevinden zich langs de inslagdraden 5 en 6 in het gedeelte dat zich tussen de bobijnen 14-15 en de komponenten of draadafwikkelaars 25-26 uitstrekt. 



  Om een draadbreuk tussen de voorafwikkelaars 25-26 en het inslagmechanisme 3 te kunnen vaststellen, zijn ook hier detektoren, namelijk 27 en 28, voorzien. Verder zijn bijkomende detektoren 29-30 aan de voorafwikkelaars 25 en 26 voorzien, die een signaal afgeven van zodra het aantal opgewikkelde wikkelingen onder een bepaald minimum treedt. 



  In deze uitvoeringsvorm voorziet de stuureenheid 7 ook in het in-en uitschakelen van de komponenten of voorafwikkelaars 25 of 26, door middel van stuurlijnen 31 en 32 langswaar hun aandrijving bevolen wordt. 



  Het is duidelijk dat er vele sturingen van een voeding met dergelijk aantal detektoren mogelijk zijn. Zo kunnen bijvoorbeeld volgens een eerste mogelijkheid de komponenten 11 en 25 gedurende het normale weefproces de gaap 9 van inslagdraad 5 voorzien, terwijl de komponenten 12 en 26 normalerwijze niet aktief hierin deelnemen, doch steeds paraat gehouden worden als reserve-onderdeel waarbij, indien dit   nodig   is, een automatische omschakeling kan   plaatsvinden   zo- 
 EMI9.1 
 danig dat inslagdraad 6 toegevoerd wordt aan de gaap 9. 



  1 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 Als in dit geval de detektor 4 een draadbreuk vaststelt, wordt via de stuureenheid 7 voorzien in het automatisch uitschakelen van de werkende voorafwikkelaar 25, het starten van de voorafwikkelaar 26 en het omschakelen van het inslagmechanisme 3 van inslagdraad 5 naar inslagdraad 6. 



  Indien, in een ander geval, om een willekeurige reden door de detektor 29 op de voorafwikkelaar 25 te weinig wikkelingen gedetekteerd worden, dan zorgt de stuureenheid 7 voor een automatische omschakeling naar een draadtoevoer vanaf de set bobijnen 12. 



  Indien, volgens nog een ander geval dat zich kan voordoen, de detektor 27 een draadbreuk vaststelt, dan volgt er onmiddellijk een omschakeling van het inslagmechanisme 3 en wordt de inslagdraad 6 van de voorafwikkelaar 26 getrokken, waarvan de aandrijving gelijktijdig hiermee door de stuureenheid 7 aan gang wordt gebracht. 



  In het geval er met een voeding gewerkt wordt waarbij afwisselend vanaf de voorafwikkelaars 25 en 26 een draad ontnomen wordt, dan zal bij een foutdetektie of dergelijke één voorafwikkelaar uitgeschakeld worden, terwijl de andere voorafwikkelaar op een verdubbeld toerental wordt ingezet. 



  Het is duidelijk dat er per draadsoort met meer dan twee voedingssystemen kan gewerkt worden. In het geval van drie kunnen deze laatste bij wijze van voorbeeld op een derde van de capaciteit, waarop ze zouden werken indien ze alleen werkten, werken. Bij breuk van een draad valt er één voedingssysteem uit en werken de andere op halve capaciteit. 



  Bij een volgende breuk werkt er één op volle capaciteit. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding volgens veel varianten kan uitgevoerd worden, zoals bijvoorbeeld kombinaties met meer dan drie   voedingssystemen.   



  Zo kan in de voornoemde uitvoeringsvormen gewerkt worden met 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 alle weergegeven detektoren, evenals met slechts enkele ervan. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding zich niet beperkt tot het gebruik van de hier opgesomde detektoren. Meerdere detektoren kunnen gebruikt worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 



  De voeding volgens de uitvinding wordt in veelvoud uitgevoerd in het geval er met meer dan één soort of kleur inslaggaren gewerkt wordt. 



  Het is duidelijk dat dergelijke voeding ook nog andere ontdubbelde komponenten kan bezitten. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke voeding voor de inslagdraad kan in allerlei vormen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (12)

  1. Eisen. l.-Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad, met het kenmerk dat de voeding hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van minstens twee komponenten (1-2 ; 11-12 ; 25-26) ; minstens één detektor om het verloop van de inslagdraad (5,6) in de voeding te kontroleren ; een stuureenheid (7) die bij detektie van een fout door voornoemde detektor één van voornoemde komponenten (1-2 ; 11-12 ; 25-26) uitschakelt en minstens een andere komponent van de voeding in de plaats ervan inschakelt en een inslagmechanisme (3).
  2. 2.-Weefmachine volgens eis 1, met het kenmerk dat minstens de komponenten (1-2 ; 11-12 ; 25-26) van ieder paar identiek zijn.
  3. 3.-Weefmachine volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat minstens twee komponenten (1-2) bestaan uit garenbobijnen.
  4. 4.-Weefmachine volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat minstens een paar komponenten (11-12) bestaat uit sets van twee garenbobijnen (13-14 ; 15-16).
  5. 5.-Weefmachine volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat minstens een paar komponenten (25-26) bestaat uit voorafwikkelaars.
  6. 6.-Weefmachine volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat minstens een paar komponenten bestaat uit voorafwinders of draadaftrekinrichtingen.
  7. 7.-Weefmachine volgens eis 1 of 2, met het kenmerk dat minstens een paar komponenten bestaat uit draadopslagapparaten.
  8. 8.-Weefmachine volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de voornoemde detektor (4,10 ; 27,28) langs de inslagdraad (5 ; 6) voorzien is. <Desc/Clms Page number 13>
  9. 9.-Weefmachine volgens één der voorgaande eisen 1 tot 7, met het kenmerk dat minstens een detektor (21 ; 22 ; 23 ; 24 ; 29 ; 30) aan minstens een van de komponenten (1-2 ; 11-12 ; 25-26) voorzien is.
  10. 10.-Weefmachine volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de stuureenheid (7) het inslagmechanisme (3) stuurt.
  11. 11.-Weefmachine volgens eis 5 of 6, met het kenmerk dat de stuureenheid (7) de aandrijving van de voorafwikkelaar of voorafwinder stuurt.
  12. 12.-Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. p. pa van : N. V. WEpFAUTOMATEN PICANOL.
    Antwerpen, 19 maart 1985. p. pa van : Antwerps Octrooi-en Merken- bureau M. F. J. Bockstael N. V.
BE2/60647A 1985-03-19 1985-03-19 Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad. BE901969A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60647A BE901969A (nl) 1985-03-19 1985-03-19 Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad.
DE8686200276T DE3662600D1 (en) 1985-03-19 1986-02-21 Weaving machine with improved feed for the woof
EP19860200276 EP0195469B2 (en) 1985-03-19 1986-02-21 Weaving machine with improved feed for the woof

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/60647A BE901969A (nl) 1985-03-19 1985-03-19 Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad.
BE901969 1985-03-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE901969A true BE901969A (nl) 1985-09-19

Family

ID=25660826

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/60647A BE901969A (nl) 1985-03-19 1985-03-19 Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE901969A (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0306079A1 (en) * 1987-09-02 1989-03-08 Picanol N.V. Method for repairing a weft thread on weaving machines
EP0333262A1 (en) * 1988-03-16 1989-09-20 Picanol N.V. Airjet weaving machine with an improved weft thread supply
EP0333302A1 (en) * 1988-03-16 1989-09-20 Picanol N.V. Weaving machine with an improved weft thread supply
EP0346967A1 (en) * 1988-06-17 1989-12-20 Picanol N.V. Mechanism and method for supplying weft threads on weaving machines
BE1001919A3 (nl) * 1988-12-05 1990-04-10 Picanol Nv Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.

Cited By (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0306079A1 (en) * 1987-09-02 1989-03-08 Picanol N.V. Method for repairing a weft thread on weaving machines
BE1000898A3 (nl) * 1987-09-02 1989-05-09 Picanol Nv Werkwijze voor het herstellen van een inslagdraad bij weefmachines.
US4951718A (en) * 1987-09-02 1990-08-28 Picanol N.V. Repair of broken weft threads using plural yarn supply packages
EP0333262A1 (en) * 1988-03-16 1989-09-20 Picanol N.V. Airjet weaving machine with an improved weft thread supply
EP0333302A1 (en) * 1988-03-16 1989-09-20 Picanol N.V. Weaving machine with an improved weft thread supply
BE1001513A3 (nl) * 1988-03-16 1989-11-14 Picanol Nv Weefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
BE1001538A3 (nl) * 1988-03-16 1989-11-21 Picanol Nv Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
US4926911A (en) * 1988-03-16 1990-05-22 Picanol N.V. Detection and standby weft supply apparatus break
EP0346967A1 (en) * 1988-06-17 1989-12-20 Picanol N.V. Mechanism and method for supplying weft threads on weaving machines
BE1001819A3 (nl) * 1988-06-17 1990-03-13 Picanol Nv Inrichting en werkwijze voor de toevoer van inslagdraden bij weefmachines.
BE1001919A3 (nl) * 1988-12-05 1990-04-10 Picanol Nv Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
EP0372618A1 (en) * 1988-12-05 1990-06-13 Picanol N.V. Airjet weaving machine, with an improved supply for the weft threads

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0195469B2 (en) Weaving machine with improved feed for the woof
BE1001819A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor de toevoer van inslagdraden bij weefmachines.
US4673004A (en) Adjustable control of the weft on a weaving loom
BE1004150A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van inslaggaren aan de gaap bij een weefmachine.
US5544679A (en) Defective weft yarn insertion prevention
BE901969A (nl) Weefmachine met verbeterde voeding voor de inslagdraad.
US4924917A (en) Weft thread break monitor and movement limiting device
EP1891257B1 (en) Method for introducing weft threads and weaving machine for applying this method
EP0269140B1 (en) Method and mechanism for repairing the weft supply on weaving machines in case of an interruption between the supply package and the weft accumulator
BE1013392A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine.
BE1000898A3 (nl) Werkwijze voor het herstellen van een inslagdraad bij weefmachines.
BE1001919A3 (nl) Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
BE1001538A3 (nl) Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
US6997215B2 (en) Method for weaving low flaw cloths by means of the elimination of weft thread sections which have irregularities
BE1004346A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bevoorraden van weefmachines met voorraadspoelen in een weverij.
EP0325793B1 (en) Weft-feeler with automatic adjustment of the delay time, for weft feeders of shuttleless looms
BE1000598A4 (nl) Werkwijze voor de herstelling van een inslagdraad in een weefmachine, en weefmachine die deze werkwijze toepast.
JP2754195B2 (ja) 織機の給糸体の内外層排出方法と、それに使用する排出制御装置
JP2968799B2 (ja) 織機の給糸体の内外層排出方法と、それに使用する排出制御装置
NL8602191A (nl) Werkwijze voor het verwijderen van een foutieve inslagdraad bij een weefproces.
JPH08284045A (ja) 織機の織付け方法と装置
BE1009172A3 (nl) Grijperweefmachine met inslagdetectiemiddelen.
BE1002323A3 (nl) Inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines.
JP3060061B2 (ja) 織機における給糸体の緯糸排出方法
BE1004017A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het kontroleren van het inbrengen van inslagdraden in de gaap bij luchtweefmachines.

Legal Events

Date Code Title Description
CN Change of patent owner's name

Owner name: *PICANOL N.V.

Effective date: 19850319

RE20 Patent expired

Owner name: *PICANOL N.V.

Effective date: 20050319

RE20 Patent expired

Owner name: *PICANOL N.V.

Effective date: 20050319