BE1002323A3 - Inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines. - Google Patents

Abstract

Inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van minstens één wentelbare set draadvoorraden (1); per set draadvoorraden (1) één samen met deze laatste set draadvoorraden (1) wentelbare set draadvoorbereidingsinrichtingen (2), waarvan de draadvoorbereidingsinrichtingen (5) met de respektievelijke draadvoorraden (4) samenwerken; en insertiemiddelen (3).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij   weefmachines.   



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines, in het bijzonder bij schietspoelloze weefmachines, zoals bijvoorbeeld grijperweefmachines of luchtweefmachines. 



  Zoals bekend bestaan inrichtingen voor het toevoeren van inslagdraden in het algemeen hoofdzakelijk uit draadvoorraden gevormd door voorraadspoelen of    bobijnen; draadvoorber eidings-   inrichtingen zoals voorafwikkelaars, voor het afwikkelen van de voorraadspoelen en het op een trommel in gereedheid houden van een bepaalde hoeveelheid inslagdraad ; en insertiemiddelen 
 EMI1.1 
 Om een na één weibepaalde lengten inslagdraad aan de respektievelijke draadvoorbereidingsinrichtingen te ontnemen en in de gaap te brengen. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  De voorraadspoelen zijn doorgaans op een bobijnstand aangebracht. Om de voorraadspoelen gemakkelijk te kunnen bereiken, is het bekend om de bobijnstand roteerbaar uit te voeren. Zoals bekend uit het Amerikaans oktrooi nr.   3. 526. 253   worden de inslagdraden hierbij naar de draaias van de bobijnstand geleid en via een aantal draadgeleidingen en ombuigpunten naar de respektievelijke draadvoorbereidingsinrichtingen gebracht. Dergelijke bobijnstanden hebben het nadeel 1 dat de inslagdraden een relatief lange weg beschrijven alvorens zij de draadvoorbereidingsinrichtingen bereiken, waarbij zij langs verschillende geleidingen passeren, waardoor de kans op draadbreuken sterk vergroot.

   Een ander belangrijk nadeel bestaat erin dat de verschillende inslagdraden bij het verdraaien van zulke bobijnstand, ten einde een voorraadspoel te vervangen of een herstelling uit te voeren, reeds bij een geringe hoekverplaatsing in elkaar verstrengelen. 



  De huidige uitvinding heeft een inrichting voor het toevoeren van   inslagdraden tot doel die de voornoemde nadelen niet   vertoont. Hiertoe worden de inslagdraden langs een minimum aantal ombuigpunten geleid. 



  Volgens de uitvinding kan de bobijnstand over een zulkdanig grote hoek verdraaid worden dat alle erop aanwezige voorraadspoelen op een zelfde plaats kunnen gepresenteerd 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 worden, waar bijvoorbeeld een hersteleenheid staat opgesteld, zonder dat de inslagdraden in elkaar verstrengelen. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van minstens 
 EMI3.1 
 een wentelbare set draadvoorraden per set draadvoorraden één samen met deze   la'etste   set draadvoorraden wentelbare set draadvoorbereidingsinrichtingen, waarvan de draadvoorbereidingsinr ichtingen met de respektievelijke draadvoorraden samenwerken ; en insertiemiddelen. Het feit dat zowel de draadvoorbereidingsinrichtingen als de draadvoorraden wentelbaar zijn opgesteld laat een bijzonder kompakte konstruktie toe. Het verdraaien van de draadvoorraden en de draadvoorbereidingsinrichtingen kan volgens verschillende varianten zowel manueel als automatisch geschieden. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen 
 EMI3.2 
 .'.. '. beschreven, met verwijzingen naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een zieht weergeeft volgens pijl F2 in figuur l ; figuur 3 een variante van de inrichting volgens de uit- 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 vinding weergeeft ; figuur 4 nog een variante van de uitvinding weergeeft ; figuur 5 een zieht weergeeft volgens pijl F5 in figuur 4. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat de inrichting volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit minstens   een   wentelbare set draadvoorraden   l,   minstens   een   samen met de set draadvoorraden 1 wentelbare set draadvoorbereidingsinrichtingen 2 en insertiemiddelen 3. 



  De draadvoorraden bestaan hierbij uit voorraadspoelen 4. De draadvoorbereidingsinrichtingen 5 van de voornoemde set 2 bestaan uit klassieke voorafwikkelaars die op bekende wijze gevormd zijn uit vaste wikkeltrommels 6   en roterende   wikkelarmen 7, waarmee de inslagdraden 8 aan de voorraadspoelen 4 kunnen ontnomen worden en op de wikkeltrommels 6 kunnen worden gewikkeld. 



  Met elk der draadvoorraden werkt   een   draadvoorbereidingsinrichting samen. 



  De set draadvoorraden 1 en de set draadvoorbereidingsinrichtingen 2 zijn bij voorkeur rond   een gemeenschappelijke   draaias 
 EMI4.1 
 ......... 9 wentelbaar en zijn hiertoe op eenzelfde wentelbaar freem 10 bevestigd. Elke draadvoorraad, respektievelijk draadvoorraadspoel 4, is in het verlengde van zijn   bijhorend   

 <Desc/Clms Page number 5> 

 draadvoorbereidingsinrichting 5 opgesteld. De voorraadspoelen 4 en de draadvoorbereidingsinrichtingen 5 zijn op verschillende plaatsen rond de draaias 9 aangebracht en zijn   koncentrisch   hierrond geplaatst,   een   en ander zodanig dat zij zieh volgens het manteloppervlak van een kegel uitstrekken waarvan de tophoek naar de insertiemiddelen 3 toe is gericht. 



  In   z   het geval dat slechts   een   voorraadspoel 4 per draadvoorbereidingsinrichting 5 wordt voorzien, gebeurt de opstelling van de verschillende onderdelen bij voorkeur zodanig dat de respektievelijke aslijnen doorheen elke voorraadspoel 4 en de bijhorende draadvoorbereidingsinrichting 5 de   beschrijvende   van een kegelmantel 11 vormen,   een   en ander zoals weergegeven in figuur   2.   



  De voornoemde insertiemiddelen 3 kunnen zoals bekend, 
 EMI5.1 
 .......... afhankelijk van het type weefmachine, van verschillende aard zijn. Figuur 1 geeft het geval van een grijperweefmachine weer waarbij de insertiemiddelen 3 hoofdzakelijk bestaan uit, 
 EMI5.2 
 ...,. enerzijds, draadpresentatiemiddelen 12 en, anderzijds, de ....... -... -. grijpers 13 waarmee een gepresenteerde inslagdraad 8 in de ... ..... gaap 14 kan worden gebracht, waarna deze op bekende wijze door ..... -..,.... "'" middel van het riet 15 tegen de doeklijn 16 van het weefsel 17 '. wordt aangeslagen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  Het is duidelijk dat in het geval van een luchtweefmachine met de insertiemiddelen 3 de hulphoofdblazers en de hoofdblazers bedoeld worden. 



  De inrichting volgens de uitvinding biedt het voordeel dat bij de verdraaiing van de set voorraadspoelen 1 de set draadvoorbereidingsinrichtingen 2 mee draait, waardoor geen verstrengeling van inslagdraden tussen de voorraadspoelen 4 en de draadvoorbereidingsinrichtingen 5 kan optreden. De simultane verdraaiing laat ook toe dat de voorraadspoelen 4 en de draadvoorbereidingsinrichtingen 5, door een gepaste hoekverdraaiing van het geraamte 10, tot op éénzelfde plaats Pl kunnen gebracht worden. Dit biedt het voordeel dat zoals weergegeven in figuur 1 op deze plaats in een hersteleenheid 18 of dergelijke kan worden voorzien om een gebroken 
 EMI6.1 
 e inslagdraad 8 te herstellen en/of om de betreffende draadvoorbereidingsinrichting 5 te   herberaden.   



  Het is duidelijk dat de verdraaiing van de set voorraadspoelen 1 en de set draadvoorbereidingsinrichtingen 2 zowel manueel als d. m. v. aandrijfmiddelen, zoals een motor 19, kan geschieden. De motor 19 kan bijvoorbeeld ingeschakeld worden 
 EMI6.2 
 ... .. d. een drukknopbediening 20 of dergelijke en/of d. een -.. -. m. v.automatische stuureenheid 21. In het laatste geval kan deze stuureenheid 21 gekoppeld zijn met een aantal detektiemiddelen, zoals detektors 22 die aan de ingangen van 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 de draadvoorbereidingsinrichtingen 5 zijn geplaatst, dewelke storingen, o. m. breuken, in het verloop van de inslagdraad 8 kunnen waarnemen.

   In het geval dat een draadbreuk wordt waargenomen, wordt een passend signaal aan de stuureenheid 21 afgeleverd waardoor bijvoorbeeld de presentatiemiddelen 12 zodanig bevolen worden dat de gebroken inslagdraad niet verder wordt ingebracht en waardoor de motor 19 wordt ingeschakeld tot de voorraadspoel 4 en de draadvoorbereidingsinrichting 5 waarin zieh de storing heeft voorgedaan automatisch tot voor de hersteleenheid 18 is geplaatst. Vervolgens kan een automatische herstelling plaats vinden, waarna de inrichting 
 EMI7.1 
 terug in haar oorspronkelijke stand wordt f Tijdens de automatische verplaatsing van de voorraadspoelen 4 en de draadvoorbereidingsinrichtingen 5 en het herstellen van de gebroken inslagdraad 8, kan   d. m. v.   de stuureenheid 21 een signalisatie 23 worden ingeschakeld. 



  Opdat kontinu zou kunnen verder geweven worden met de niet gebroken inslagdraden 8 terwijl de voornoemde herstelling of 
 EMI7.2 
 . -. dergelijke uitgevoerd, is de inrichting volgens de .'... uitvinding bij voorkeur voorzien van tussen de . 4.,..'-.. wordtdraadvoorbereidingsinrichtingen 5 en de insertiemiddelen 3 geplaatste draadgeleidingsmiddelen 24 en 25 die de verdraaiing van de set draadvoorbereidingsinrichtingen 2 toelaten over    een -   
 EMI7.3 
 ".. -.. hoek van minstens 180 graden, zonder dat verstrengeling van de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 inslagdraden 8 optreedt.

   Zoals weergegeven in figuur 1 bestaan de draadgeleidingsmiddelen 24 uit een reeks naast elkaar opgestelde draadogen 26, die bij voorkeur tevens als detektors funktioneren,   terwijl   de draadgeleidingsmiddelen 25 bestaan uit onmiddellijk na de draadvoorbereidingsinrichtingen 5 hoofdzakelijk ringvormig opgestelde draadgeleidingsgleuven 27, waarbij   een   gleuf per inslagdraad 8 is voorzien. 



  Zoals weergegeven in figuur 3 kan elk der voornoemde draadvoorraden uiteraard ook bestaan uit twee voorraadspoelen 4A en 4B, waarbij het uiteinde van de inslagdraad 8 van de in gebruik zijnde voorraadspoel 4A verbonden is met de aanvang van de inslagdraad van de tweede voorraadspoel 4B. Van zodra een voorraadspoel 4A is afgelopen, wordt automatisch overgegaan op de voorraadspoel 4B.

   De huidige uitvinding laat 
 EMI8.1 
 nu toe dat zonder gevaar van enige verstrengeling van de draden de set voorraadspoelen 1, en dus ook de set draadvoorbereidingsinrichtingen 2, zodanig verdraaid worden dat de plaats waar de afgelopen bobijn zieh bevindt naar een vaste plaats P2 wordt bewogen, waar bijvoorbeeld een automatisch apparaat 28 is voorzien voor het verwisselen van de lege huls door een volle voorraadspoel, die dan weer aangeknoopt wordt met de voornoemde voorraadspoel 4B, één en 
 EMI8.2 
 r ander zodanig dat de kontinue toevoer van inslagdraad   8'   verzekerd blijft. Het weefproces dient hierbij niet- 
 EMI8.3 
 .....,... onderbroken te worden. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  In figuren 4 en 5 wordt een variante weergegeven waarbij de inrichting bestaat uit een dubbele uitvoering van het geheel dat in figuur 1 is weergegeven, en waarbij de respektievelijke sets voorraadspoelen 1 en sets draadvoorbereidingsinrichtingen 2 naast elkaar staan opgesteld. De vorm van de voornoemde kegel 11 wordt hierin twee maal toegepast. De kegels 11 staan bij voorkeur   t. o. v. elkaar zodanig opgesteld   dat de beschrijvende lijnen V en W die zieh het dichtste bij de tussen de kegels 11 geplaatste hersteleenheid 18 bevinden, evenwijdig zijn aan elkaar. Dit laat toe dat deze hersteleenheid 18 zonder meer kan aangewend worden zowel voor het ene gedeelte 29 als voor het andere gedeelte 30 van de inrichting. 



  Het is duidelijk dat in de figuur 5 de hersteleenheid 18 ook zou kunnen vervangen zijn door een ander apparaat, bijvoorbeeld een apparaat voor het vervangen van lege voorraadspoelen 4. 



  Vanzelfsprekend kan   het. geraamte 10 draaibaar   aan de weefmachine zijn bevestigd. Het geniet echter de voorkeur dat het geraamte 10 deel uitmaakt van een afzonderlijk verrolbaar 
 EMI9.1 
 -.. -...... gestel hetwelke tot tegen een weefmachine kan geplaatst worden. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims (1)

1. Conclusies. EMI11.1 ----------- l.- Inrichting voor het toevoeren van inslagdraden bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk EMI11.2 bestaat in de kombinatie van minstens één wentelbare set draadvoorraden (l) per set draadvoorraden (1) een samen met deze laatste set draadvoorraden (1) wentelbare set ;draadvoorbereidingsinrichtingen (2), waarvan de draadvoorbereidingsinrichtingen (5) met de respektievelijke draadvoorraden (4) samenwerken ; en insertiemiddelen (3).

   2.-Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat elke set draadvoorraden (1) en set draadvoorbereidingsinrichtingen (2) die bij elkaar behoren een gemeenschappelijke draaias (9) vertonen.

   3.-Inrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat elke draadvoorraad (4) en de erbij horende draadvoorbereidingsinrichting (5) zieh hoofdzakelijk in elkaars verlengde bevinden.

   4.-Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de draadvoorraden (4) en de draadvoorbereidingsinrichtingen (5)" <Desc/Clms Page number 12> hoofdzakelijk in de vorm van een kegel (11) staan opgesteld, waarvan de tophoek naar de insertiemiddelen (3) is gericht.

   5.-Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de draadvoorraden bestaan uit voorraadspoelen (4) en dat de draadvoorbereidingsinrichtingen (5) bestaan uit voorafwikkelaars gevormd door wikkeltrommels (6) en wikkelarmen (7).

   6. - Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij per wentelbare set draadvoorbereidingsinrichtingen (2) draadgeleidingsmiddelen (24, 25) vertoont, die tussen de draadvoorbereidingsinrichtingen (5) en de insertiemiddelen (3) zijn geplaatst en die een verdraaiing van de draadvoorbereidingsinrichtingen (5) toelaten van minstens 180 graden zonder dat de respektievelijke inslagdraden (8) in elkaar verstrengelen.

   7. - Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde draadgeleidingsmiddelen (25) minstens bestaan uit EMI12.1 ....... onmiddellijk na de draadvoorbereidingsinrichtingen (5) ... geplaatste, onderling ringvormig opgestelde, draadgeleidingsgleuven (27).

   8. - Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, daardoor- EMI12.2 ......'... -..., "'".. gekenmerkt dat zij uit meerdere gedeelten (29, die <Desc/Clms Page number 13> elk voorzien zijn van een wentelbare set draadvoorraden (1) en een wentelbare set draadvoorbereidingsinrichtingen (2), waarbij de onderdelen van beide gedeelten in de vorm van EMI13.1 kegels (11) staan opgesteld, waarbij deze kegels (11) beschrijvende lijnen (V, vertonen die nabij één tussenliggende plaats (psi) evenwijdig zijn aan elkaar.

   W)9.-Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij aandrijfmiddelen (19) vertoont, dewelke in de verdraaiing van de voornoemde set draadvoorraden (1) en set draadvoorbereidingsinrichtingen (2) kunnen voorzien.

   10.-Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat zij is uitgerust met detektiemiddelen (22) die met de inslagdraden (8) samenwerken en een hiermee gekoppelde stuureenheid (21) die de voornoemde aandrijfmiddelen (19) EMI13.2 x @ beveelt, waarbij in het geval van de detektie van een fout de wentelbare sets (1, 2) zodanig verdraaid worden dat de EMI13.3 - "" draadvoorraad (4) en de draadvoorbereidingsinrichting (5) waarbij de storing werd gedetekteerd tot op één welbepaalde plaats (Pl, P2) worden gewenteld.

   11 Inrichting-volgens ( ? n der voorgaande conclusies, EMI13.4 ......... daardoor gekenmerkt dat naast de wentelbare set draadvoorraden (1) en de wentelbare set draadvoorbereidingsinrichtingen (2)- EMI13.5 ........ op een welbepaalde plaats (psi) een hersteleenheid (18), voor <Desc/Clms Page number 14> het herstellen van gebroken inslagdraden (8) en het herbedraden van een draadvoorbereidingsinrichting (5) is voorzien.

   12.-Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij naast de wentelbare set draadvoorraden (1) en de wentelbare set draadvoorbereidingsinrichtingen (2) is voorzien van een op een welbepaalde plaats (P2) opgesteld apparaat (28) voor het automatisch uitvoeren van een bobijnwissel, hetwelke met de voornoemde draadvoorraden (4) kan samenwerken.