BE897394A - Werkwijze en inrichting voor het identificeren van vellen door middel van microgolven - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het identificeren van vellen door middel van microgolven Download PDF

Info

Publication number
BE897394A
BE897394A BE1/10840A BE1010840A BE897394A BE 897394 A BE897394 A BE 897394A BE 1/10840 A BE1/10840 A BE 1/10840A BE 1010840 A BE1010840 A BE 1010840A BE 897394 A BE897394 A BE 897394A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
transmitter
waves
screen
detector
holder
Prior art date
Application number
BE1/10840A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bekaert Sa Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bekaert Sa Nv filed Critical Bekaert Sa Nv
Publication of BE897394A publication Critical patent/BE897394A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N22/00Investigating or analysing materials by the use of microwaves or radio waves, i.e. electromagnetic waves with a wavelength of one millimetre or more
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K19/00Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings
    • G06K19/06Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the kind of the digital marking, e.g. shape, nature, code
    • G06K19/067Record carriers with conductive marks, printed circuits or semiconductor circuit elements, e.g. credit or identity cards also with resonating or responding marks without active components
    • G06K19/0672Record carriers with conductive marks, printed circuits or semiconductor circuit elements, e.g. credit or identity cards also with resonating or responding marks without active components with resonating marks
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D7/00Testing specially adapted to determine the identity or genuineness of valuable papers or for segregating those which are unacceptable, e.g. banknotes that are alien to a currency
    • G07D7/06Testing specially adapted to determine the identity or genuineness of valuable papers or for segregating those which are unacceptable, e.g. banknotes that are alien to a currency using wave or particle radiation
    • G07D7/10Microwaves

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Geophysics And Detection Of Objects (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het identificeren door middel van microgolven van bladvormige voorwerpen waarin elektrisch geleidende vezels zijn ingebed. De inrichting omvat tenminste twee zenders van microgolven, een houder voor het te detecteren voorwerp en tenminste een reflecterend scherm alsmede detectoren voor weerkaatste golven. Ook zijn middelen voorzien en maatregelen beschreven om de respektievelijke afstanden tussen zender, voorwerp en scherm te regelen teneinde de detectiegevoeligheid te optimaliseren.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Beschrijving ingediend tot het bekomen van een   uitvindingsoctrooi   op naam van te Zwevegem voor WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET IDENTIFICEREN VAN VELLEN DOOR MIDDEL VAN MICROGOLVEN 
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het identificeren door middel van microgolven van voorwerpen in de vorm van een vel of een plaat samengesteld uit een elektrisch niet-geleidend materiaal, waarbij het voorwerp gemerkt is voor identificatiedoeleinden door het opnemen erin van elektrisch-geleidende vezelmaterialen. 



   Het is bekend bladvormige voorwerpen te merken, bijvoorbeeld papierbladen die kleine hoeveelheden zeer fijne, verspreide metaalvezels bevatten die in staat zijn zekere gedeelten van de energie van een microgolfstraling die ze ontvangen te absorberen en te weerkaatsen. Men overweegt momenteel de toepassing van deze eigenschap onder andere voor bepaalde soorten veiligheidspapier, zoals bankbiljetten, paspoorten en certifikaten die   geïdentificeerd   kunnen worden of waarvan de authenticiteit kan worden nagegaan. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Hiertoe voert men ze in een houder v66r een golfzender en wordt het gedeelte van de energie, dat wordt weerkaatst en geabsorbeerd door de elektrisch geleidende vezels die in de bladen zijn ingewerkt, gedetecteerd en gemeten. De hoeveelheid geleidende vezels moet gering blijven om het uitzicht of de eigenschappen van de bladen of platen niet te veel te veranderen. Bovendien beschrijft men in de octrooiaanvraag FR 80.09095 op naam van aanvraagster dat vezels met een vrij glad oppervlak die een geleidbaarheid hebben van minder dan 10 % van die van standaardkoper, een diameter kleiner dan 50   (im   en een lengte van minder dan 10 mm, een uitstekend signaal voor identificering door microgolven voortbrengen bij een hoeveelheid van bijvoorbeeld 0,5 gew.-% in het voorwerp.

   Tenslotte geven deze vezels een specifieke responsie die slechts moeilijk door andere materialen kan worden nagebootst, zodat namaak van het merken vermeden wordt. Overigens is het over het algemeen wenselijk dat de detectie-inrichting door middel van microgolven zeer gevoelig is en dat ze in staat is snelle responsie te geven om reproduceerbare identificeringen van eenzelfde voorwerp mogelijk te maken. 



   De uitvinding verschaft een eenvoudig en kompakt toestel, dat het mogelijk maakt de hierboven beschreven voorwerpen te identificeren door detectie van de door het voorwerp gereflekteerde golven wanneer het wordt geraakt door microgolven die voortkomen van tenminste één zender die   v & ór   het voorwerp is geplaatst. Volgens een belangrijk kenmerk van de uitvinding omvat de zender een circulator of een directionele koppeling waarin een deel van de weerkaatste golven naar de detector wordt afgeleid. Behalve de zender bevat het toestel een reflektiescherm geplaatst tegenover één van deze zenders op een afstand die groter is dan de afstand tussen deze zender en de houder voor het voorwerp.

   Om de gevoeligheid van het identificatiesignaal te verhogen (of tenminste te optimaliseren), is het nodig volgens de uitvinding de respektieve afstanden te regelen tussen de zender en het scherm enerzijds, en tussen de zender en de houder anderzijds, dit wil zeggen het scherm 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 en de houder te positioneren ten opzichte van deze zender. Het toestel bevat dus bovendien middelen voor het regelen van deze respektievelijke afstanden, dit wil zeggen voor het positioneren van de samenstellende elementen. Een ander voorwerp van de uitvinding bestaat er precies in regelingsmethodes voor het toestel te verschaffen met name voor het positioneren van de elementen. 



   Volgens de voorkeursuitvoeringsvormen kan het toestel verscheidene opeenvolgende zenders met verschillende polarisatie bevatten   waarvó & r   het op een houder geplaatste voorwerp voorbijkomt. 



   De uitvinding zal nu beschreven worden in het licht van de bijgevoegde tekeningen die op geschikte uitvoeringsvormen betrekking hebben. Tegelijk zullen de bijzondere kenmerken en voordelen van de uitvinding meer in detail worden besproken. 



  Figuur 1 geeft schematisch een schikking van de basiselementen van het toestel weer. 



  Figuur 2 is een voorstelling van een continu detectiesysteem bevat- tende twee zenders met verschillende polarisatie. 



  Figuur 3 is een andere voorkeursuitvoering waarin het scherm wordt vervangen door een ontvanger van de golven doorgelaten door het voorwerp. 



  Figuur 4 toont de gedetecteerde signalen van een voorbeeld van blad dat metaalvezels bevat. 



   Het toestel volgens Figuur 1 omvat hoofdzakelijk een zender 1 van microgolven. Deze zender bestaat uit een generator 2 van microgolven verbonden met een circulator 3 (waaraan een antenne 4 kan worden gekoppeld). 



   De generator 2 kan een Gun-oscillator zijn met een Gunn-diode gemonteerd in een trilholte om microgolven te produceren met een frequentie hoger dan 1 GHz, bijvoorbeeld van 25 GHz 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 (golflengte : 12 mm). De oscillatoren van dit type zijn in de handel verkrijgbaar. De uitgang van de trilholte wordt in verbinding gebracht met bijvoorbeeld een ferrietcirculator 3 die gewoonlijk wordt gebruikt in zenders-ontvangers van microgolven voor bedieningstoestellen met microgolfweerkaatsing. Dergelijke circulator 3 is niet ideaal in de zin dat een deel 5 van de binnenkomende golven wordt afgeleid naar de detector 6 die met de circulator verbonden is.

   Een bundel 7 van lineair gepolariseerde microgolven wordt aan de poort 8 van de circulator uitgezonden en tegen het blad-of plaatvormig voorwerp geprojecteerd, waarvan het oppervlak loodrecht op de richting van de bundel 7 staat. Een deel van de golven die het voorwerp raken wordt erdoor weerkaatst door de aanwezigheid van elektrisch-geleidende vezelmaterialen in het voorwerp en komt binnen in de tegenovergestelde richting via de poort 8. Deze weerkaatste golven 10 worden vervolgens doorgelaten via de poort 11 van de circulator naar de detector 6 van de weerkaatste golven. De detector 6 kan een Schottky-diode zijn die op zichzelf is bekend. Een ander deel van de golven die het voorwerp raken wordt doorgelaten en geprojecteerd tegen het scherm 12 dat bestaat uit een materiaal dat microgolven weerkaatst, zoals een metaalplaat.

   De weerkaatste golven 13 worden gedeeltelijk doorgelaten door het voorwerp en dit doorgelaten deel wordt gevoegd bij de golven 10 die rechtstreeks weerkaatst worden en die binnenkomen via de poort 8 om aldus te worden opgevangen door de detector 6. De elementen 2,3 en 4 vormen de zender en element 6 vormt de detector ; het voorwerp 9 en het scherm 12 worden gesteund door de raamwerken respektievelijk 14,15 en 16 die glijdend zijn gemonteerd op staven 19 in het gestel   17.   



   In een aantal gevallen, bijvoorbeeld in moderne controlesystemen en in toestellen voor automatische bankbiljetsortering bestond er een behoefte aan vrij kompakte microgolfdetectietoestellen. Volgens de uitvinding is het nu mogelijk geworden een dergelijk eenvoudig en kompakt systeem te ontwerpen door het elimineren van de hoornantennes en de detectoren van de golven die 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 rechtstreeks door het voorwerp worden doorgelaten zoals gesuggereerd in de franse octrooiaanvrage nr. 80. 09095 van aanvraagster. 



  De detector van deze doorgelaten golven wordt volgens de uitvinding, vervangen door een reflectiescherm 12. Dit scherm biedt het verdere voordeel dat het het systeem afschermt tegen (soms variabele) golfweerkaatsingen door andere voorwerpen in de buurt van het systeem doordat kleine afstanden tussen dit scherm en de detector worden toegepast, bijvoorbeeld in het nabije-veld-golfgebied. 



  Het gebruik van hoog-frequente golven (bijvoorbeeld 25 GHz) stimuleert de gevoeligheid van de   deteotie.   



   Het gebruik van een niet ideale circulator 3 zoals hierboven beschreven laat ook toe staande golven in de detectorholte te doen ontstaan. Deze golven zijn het resultaat van een superpositie van afgebogen golven 5 en weerkaatste golven 10 en het feit van deze staande golven te creëren maakt het mogelijk een uniek detectiesignaal voort te brengen waarvan de gevoeligheid volgens noodzaak kan geregeld worden. De regelingsmethoden voor het toestel en het verhogen van de gevoeligheid van het identifikatiesignaal door middel van de weerkaatsing van golven door het voorwerp steunt op het verschijnsel van deze staande golven. 



   Het toestel wordt als volgt geregeld : eerst wordt de afstand A tussen het microgolftoestel 1 en het scherm 12 geregeld in afwezigheid van het voorwerp om een voorafbepaald reflectiesignaalniveau in de detector 6 te bekomen en het scherm wordt in deze positie bevestigd door het positioneren (glijden) van zijn houder 16 op de staven 19. Het veranderen van de stand A zal namelijk een faseverschuiving van de weerkaatste golven 13 die via poort 8 van de circulator binnenkomen, teweegbrengen ten opzichte van de fase van de uitgestraalde golven. De superpositie van deze verschoven golven 13 en de golven 5 zal een staande golfpatroon creëren in funktie van de afstand A. Daarom is het voor het afstellen van de afstand A mogelijk het niveau van het gedetecteerde reflectiesignaal vast te leggen (kiezen) en het daarna 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 te gebruiken als referentieniveau.

   Wanneer men een minimum reflectiesignaalniveau wenst kan men het scherm plaatsen zodanig dat registratie door de detector plaatsvindt in een knoop van de staande golf. Anderzijds is het mogelijk een plaats voor het scherm te kiezen waar het een maximum reflectiesignaalniveau produceert dat samenvalt met de piek van de staande golf. 



   Wanneer de afstand A is bepaald en het scherm bevestigd, wordt de afstand B geregeld tussen de zender 1 en de houder 15 die het voorwerp 9 (geplaatst tussen de zender en het scherm) draagt zodat een reflectiesignaalniveau in de detector geproduceerd wordt dat substantieel verschilt van het vooraf geproduceerde (bij het regelen van de afstand A) ; de houder 15 wordt in deze positie bevestigd. Het tussenplaatsen van het voorwerp dat elektrisch geleidende vezelmaterialen bevat veroorzaakt een nog complexer signaal dat het resultaat is van de direkte weerkaatsingen en de herhaalde weerkaatsingen zowel van het voorwerp als van het scherm (zoals hierboven in het algemeen beschreven).

   Een gedeelte van de invallende energie wordt direkt weerkaatst door de elektrisch geleidende vezels die zich in het voorwerp bevinden ; een ander deel wordt doorgelaten doorheen het voorwerp en tegen het scherm geprojecteerd dat dit gedeelte weerkaatst. 



   Nog een ander gedeelte wordt door de vezels geabsorbeerd. 



  Het gedeelte van de energie dat door het scherm wordt weerkaatst valt op zijn beurt in op het voorwerp in de tegenovergestelde richting (golven 13) en wordt nogmaals opgesplitst in een gedeelte dat wordt geabsorbeerd door de geleidende vezels, een gedeelte dat wordt doorgelaten naar de detector toe en een gedeelte in de vorm van herhaalde weerkaatsingen naar het scherm toe, enzovoort. De resulterende golf 10 komt binnen langs poort 8 van de circulator en wordt gevoegd bij golf 5. Nochtans zal de resulterende golf een andere vorm hebben en gedefaseerd zijn ten opzichte van die voortgebracht in afwezigheid van het voorwerp tussen de zender en het scherm. 



  Daarbij zal een verandering van de afstand B leiden tot een bijkomende 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 verschuiving van de fase van de resulterende golf. Daardoor zal het mogelijk zijn de afstand B op dergelijke manier te regelen dat een signaalniveau zal geregistreerd worden dat een maximum verschil vertoont met het niveau waargenomen in afwezigheid van het voorwerp. 



   Het toestel dat getoond wordt in fig. 2 betreft een voorbeeld van een toestel dat middelen bevat voor het bewegen van het voorwerp in zijn houder. In het algemeen is dit het type van element dat gebruikt wordt voor het automatisch continu sorteren van dokumenten zoals bankbiljetten. Een raamwerk 20 bevat twee evenwijdige schijven 21,22 die gemonteerd zijn op een bepaalde afstand van elkaar op eenzelfde as. Deze tussenliggende ruimte bevat, enerzijds, het drijfwiel dat de schijven in beweging brengt en die zelf in beweging wordt gebracht door een riem 23, en, anderzijds metalen platen 24,25 die als reflectieschermen dienst doen. 



  De metalen platen 24,25 zijn bevestigd aan één van hun uiteinden in positioneringselementen 26,27 die de vorm hebben van, bijvoorbeeld, micrometers gemonteerd op het gestel 20. 



   Tegenover een deel van de omtrek van de schijven 21, respektievelijk 22, bevinden zich vaste elementen 28 en 29, waarvan het oppervlak concentrisch ten opzichte van deze omtrek gebogen is. 



  De schijven en deze elementen vormen een doorgang 30 voor de te kontroleren dokumenten 31. Deze dokumenten   31,   die elektrisch geleidende vezels bevatten, worden ingebracht in deze doorgang tussen de schijven 21 en 22 en een rol 32, en achtereenvolgens   v6r   de microgolfzenders   33,   respektievelijk 34, voorbijgevoerd. Elke 
 EMI7.1 
 zender bevat een oscillator 35, een circulator 36 en een detector 37, respektievelijk 43. 



  Nochtans is het polarisatievlak van de golven uitgezonden door één van de zenders 33 en 34 bij voorkeur hoofdzakelijk evenwijdig met de voortschrijdingsrichting van het dokument 31, terwijl het polarisatievlak van de andere zender hoofdzakelijk loodrecht op deze richting staat. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  VOORBEELD Een prototype van papieren bankbiljetten 31 is vervaardigd volgens een procédé beschreven in de franse octrooiaanvrage FR 78. 14617. Over het gehele oppervlak van het papier dispergeerde men 4   gew.-%   roestvaste   staal vezels Bekinox   vervaardigd door de aanvraagster, met een diameter gelijk aan 12 micrometer en een lengte van 5   mm. Tijdens   continue fabrikage van het papier in een industriële inrichting, worden de geleidende vezels lichtjes georiënteerd in de voortschrijdingsrichting van de verse laag papier doorheen de fabrikagemachine. Dit verschijnsel schijnt kenmerkend te zijn voor de industriële fabrikage van het papier en het is haast niet na te maken door een manuele of half-industriële fabrikage.

   Het papier is in rechthoekige biljetten gesneden met een lengte van de rechthoek evenwijdig met de voortschrijdingsrichting van het papier tijdens de fabrikage. 



  Het biljet mat   18, 6   cm bij 7,5 cm. Het biljet werd ingebracht in de doorgang 30 rond een trommel met schijven 21,22 van een machine met automatische sortering van het type Crossfield en een snelheid van 10 m/sec en de twee detectiesignalen werden geregistreerd achtereenvolgens door de detectoren 37 en 43 en met elkaar vergeleken. De oscillatoren 35 waren van het type MA 86790 (Microwave Associates) en de circulatoren 36 waren van het type MA 8K 221, terwijl de ontvangers 37 en 43 Schottky dioden van het type MA 86561 bevatten. De rechthoekige poorten 8 van de circulatoren waren 4,1 mm lang en 2 mm breed. Het polarisatievlak van de uitgezonden golven stond loodrecht op de lengte van de rechthoekige poort. De uitgezonden microgolven hadden een frequentie van 25 GHz (golflengte 12 mm). 



   De afstand A tussen de circulatoren 36 en de platen 24 en 25 was bepaald in afwezigheid van het bankbiljet door middel van de positioneringsmicrometers 26 en 27, om aldus een minimum referentiesignaal te produceren dat overeenkomt met de knoop in de staande golf geproduceerd bij de detectorpoorten. Van zodra de afstand A bekend was heeft men het te controleren biljet in zijn 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 doorgang 30 geplaatst, recht tegenover de zenders 33 en 34 en men heeft de afstand B bepaald zodanig dat men een maximaal signaal bekomt in de detectoren 37 en 43. Met in achtneming van de voorafbepaalde afstand A werden de platen 24,25 en de zenders   34,   respektievelijk 33, samen verplaatst volgens een richting loodrecht op die van de doorgang 30 tot in de gewenste positie voor het bekomen van een maximum signaal.

   Deze positie kwam overeen met de gewenste afstand B. In het voorbeeld was de afstand A 25, 5 mm en de afstand B 10,5   mm.   



   Het polarisatievlak van de golven uitgezonden door de zender 33 was evenwijdig met de richting van de bankbiljetten in de doorgang 30 (en bijgevolg evenwijdig aan de dominante   origan-   tatie van de elektrisch geleidende vezels), terwijl het polarisatievlak van de golven uitgezonden door de zender 34 loodrecht stond op deze voorwaartse richting. 



   De signalen ontvangen door de oscilloscoop worden getoond in fig. 4. De abscis van deze curve geeft de tijd weer en de ordinaat een maat die proportioneel is met de weerkaatste energie. De lijn 44 toont het reflectiesignaal geregistreerd door de detector 37 en lijn 46 duidt het reflectiesignaal aan geregistreerd door de detector 43. Men kan onmiddellijk bemerken dat de amplitude of de hoogte van de piek 45 groter is dan die van de piek 47 hetgeen erop wijst dat er een   voorkeursoriëntatie   is voor de roestvaste staalvezels in het papier in de   voortschrijdings-   richting van het biljet 31 rond de schijven 21 en 22. De piek 47 staat omgekeerd in de tekening. 



   Het is duidelijk dat de elektrisch geleidende vezels georiënteerd in de voortschrijdingsrichting van het papier samenvallen met het polarisatievlak van de golven uitgezonden door de eerste zender 37 en aldus een hoog reflectieniveau teweegbrengen of er tenminste toe bijdragen (vandaar een belangrijk signaal of piek 45) in de detector 37. Integendeel, wanneer de vezels voor- 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 bijkomen voor de zender 34 zullen ze heel weinig van de energie die op hen is gericht weerkaatsen omdat het polarisatievlak van de golven uitgezonden door de zenders 34 loodrecht staat op de richting van de vezels. Een signaal of piek 47 zal daarom veel zwakker, zelfs verwaarloosbaar zijn voor deze vezels. Niettemin, in de praktijk is de oriëntatie van de vezels min of meer willekeurig.

   Daarom moet men zich altijd verwachten aan een niet verwaarloosbaar signaal 47 tenzij de vezels een geschikte richting worden opgedrongen gedurende de fabrikage van het voorwerp, bijvoorbeeld, door middel van magneten, wanneer de vezels magnetiseerbaar zijn. 



   De breedte 48 van de pieken komt overeen met een tijdsinterval van ongeveer 20 milliseconden, hetgeen wijst op de buitengewone geschiktheid van het toestel om detectie uit te voeren aan zeer hoge snelheid. 



   De uitvinding heeft betrekking op een uitvoeringsvorm geillustreerd in Fig. 3 die de zeer voordelige praktische kombinatie van tenminste twee zenders 33 en 34 aantoont, die geplaatst zijn naast elkaar in een toestel dat ook een scherm 25 bevat geplaatst   vóór   een eerste zender en een golfdetector 38 geplaatst   vóór   een tweede zender. De houders van het voorwerp 21,22, 28 en 29 zijn geplaatst   vóór   de zenders en tussen de zenders 33 en 34, het scherm 25 en de ontvanger 38. Het toestel omvat ook middelen voor het afstellen van de respektievelijke afstanden tussen de verschillende elementen : d. i. de afstand tussen om het even welke tweede zender en ontvanger 38, om het even welke eerste zender en het scherm 25, en om het even welke eerste, resp. tweede zender en de houder.

   De afstelling is aangeduid door de pijlen 39, 40,41 en 42. 



   Om duidelijke signalen voort te brengen die een betere identifikatie van de aard, de afmetingen en oriëntatie van de elektrisch geleidende vezels in de voorwerpen toelaten, is het voordelig 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 de richting van het polarisatievlak van de golven uitgezonden door tenminste één van de eerste zenders zo te kiezen dat zij verschillend is van de richting van het polarisatievlak van een tweede zender. Bijvoorbeeld het polarisatievlak van de golven van de eerste zender kan evenwijdig zijn met de bewegingsrichting van het voorwerp, terwijl het polarisatievlak van de andere zender loodrecht op deze richting kan staan. 



   Een andere mogelijkheid is de richting van het vlak van de golven ontvangen door tenminste één van de detectoren 38 zo te kiezen dat ze verschilt van die van het polarisatievlak van de golven uitgezonden door een tweede zender 34 geplaatst vor deze detectoren. Anderzijds kan het in sommige gevallen beter zijn, dat beide richtingen evenwijdig verlopen. Indien de richting van het polarisatievlak van de golven ontvangen door een ontvanger verschillend is van het polarisatievlak van de golven van een tweede zender geplaatst   voor   deze ontvanger, dan kruisen de vlakken zich bij voorkeur in een hoek van   900 om   aldus maximum signaalcontrasten in de respektievelijke detectoren te bereiken tussen de weerkaatste golven en de golven doorgelaten naar de ontvanger.

   Elk van deze vlakken kan hoofdzakelijk evenwijdig georiënteerd zijn met de bewegingsrichting van het voorwerp, terwijl het andere vlak dan loodrecht daarop gericht is. 



   Indien, anderzijds, de richting van het vlak van de ontvangen golven samenvalt met die van het polarisatievlak van de golven uitgezonden naar deze detector 38, dan kunnen beide vlakken georiënteerd worden ofwel evenwijdig met de bewegingsrichting van het voorwerp, ofwel loodrecht op deze richting. 



   Een praktische uitvoering bevat bijvoorbeeld een eerste zender 33 die golven uitzendt gepolariseerd in een vlak evenwijdig met de bewegingsrichting of voortschrijdingsrichting van het voorwerp 31, en metalen scherm 25   voor   deze zender. De golven uitgezonden door een tweede zender 34 zullen dan een polarisatievlak 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 hebben loodrecht op de voortschrijdingsrichting van het voorwerp. 



  De ontvanger 38   vOor   deze zender 34 zal dan gericht zijn om het totale aandeel van de energie doorgelaten in de vlak loodrecht op de voortschrijdingsrichting van het voorwerp te ontvangen. 



   In een andere praktische uitvoeringsvorm wordt een eerste zender 33 geplaatst tegenover het scherm 25 en zendt golven uit gepolariseerd in een vlak loodrecht op de voortschrijdende richting van het voorwerp. Anderzijds zal de ontvanger 38, geplaatst v66r de zender 34, zo georiënteerd worden dat hij alleen het gedeelte van de energie doorgelaten in een vlak evenwijdig met de voortschrijdingsrichting van het voorwerp zal ontvangen, terwijl het polarisatievlak van de golven uitgezonden door de zender 34 ook evenwijdig zal zijn met deze voortbewegingsrichting. 



   Om de   respektievelijke   gewenste oriëntaties van het polarisatievlakken van de golven uitgezonden door de verschillende zenders te regelen, evenals deze van de golven doorgelaten naar de ontvangers, zal het toestel in het algemeen conventionele en nietgeillustreerde middelen bevatten voor het afstellen van de hoekrotatiepositie van de zenders en/of ontvangers rond een as evenwijdig met de voortschrijdingsrichting van de uitgezonden golven. 



   Hierna volgt een beschrijving van een werkwijze voor het regelen van toestellen die een kombinatie bevatten van tenminste twee naast elkaar geplaatste   golfzenders 33, respektievelijk 34,   een scherm 25 geplaatst   voor   één van de eerste zenders 33 en een   golfdetector   38 geplaatst v66r één van de tweede zenders 34, in een houder 21,22 en 29 voor het voorwerp 31 geplaatst tussen deze elementen. Deze afstelling, dit is de positionering van deze elementen, heeft tot doel de gevoeligheid van het identifikatiesignaal te verhogen. 



   In het algemeen begint men met de afstelling van de afstand A tussen een eerste zender 33 en het scherm 25 in afwezigheid 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 van het voorwerp 31 om aldus in de detector 37 een vooraf bepaald niveau van het reflectiesignaal te verkrijgen, en men bevestigt het scherm 25 in deze positie. Vervolgens regelt men de afstand B tussen een eerste zender 33 en de houder 21,22 en 29 van het voorwerp terwijl deze houder die het voorwerp 31 draagt zich tussen deze zender en het scherm bevindt, hetwelk vooraf is gepositioneerd, om aldus in de detector 37 een reflectiesignaalniveau te bereiken dat gevoelig verschilt van dat verkregen in afwezigheid van het voorwerp en de detector 37 en de houder wordt in deze positie bevestigd. 



   Dan regelt men de afstand C tussen een tweede zender 34 en de ontvanger 38 in afwezigheid van het voorwerp, om in de ontvanger 38 een voorafbepaald doorlatingssignaalniveau te bekomen ; dan herregelt men deze afstand C in afwezigheid van het voorwerp door middel van een minimale verschuiving, om aldus in een tweede detector 43 een voorafbepaald reflectiesignaalniveau te bekomen. 



  De ontvanger 38 en de zender 34 worden op deze afstand van elkaar geplaatst. Uiteindelijk, nadat men het voorwerp 31 in de doorgang 30 van-de houder tussen de detector 38 en de zender 34 heeft geplaatst, regelt men de afstand D tussen de zender 34 en de houder die het artikel 31 draagt om in de detector 43 een reflectiesignaalniveau te bereiken dat substantieel verschilt van dat bekomen in afwezigheid van het voorwerp en de houder wordt in deze positie bevestigd. 



   De afstand A kan zodanig geregeld worden en het scherm 25 zodanig geplaatst dat, naar wens, men ofwel een minimum signaal of een maximum signaal in de detector 37 ontvangt. In ieder geval zal het voordelig zijn om het voorwerp 31 zo te positioneren in de houder dat men in de detector 39 een reflectiesignaalniveau bekomt dat een maximum verschil vertoont met het niveau geregistreerd in afwezigheid van het voorwerp. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



   Voor het regelen van de afstand C houdt men rekening met het feit dat de aanwezigheid van de metalen ontvanger 38 tot gevolg heeft dat een gedeelte van de golven uitgezonden door de zender 34 weerkaatst worden door de metalen delen van de ontvanger. 



   De. superpositie van uitgezonden en weerkaatste golven (met verschillende fases) produceert een staande golf. Door het veranderen van de afstand C kan men het niveau van het geregistreerde doorlatingssignaal in de ontvanger 38 kiezen. Bij voorkeur zal men de afstand C zo nemen dat men een maximum niveau voor het doorlatingssignaal bekomt. Bij het herregelen van de afstand C zal de ontvanger 38 (of de zender 34) bij voorkeur verschoven worden over een minimum afstand zodat men een minimum reflectiesignaalniveau in de detector 43 bekomt. Dit reflectiesignaal wordt hierna beschouwd als referentiereflectiesignaal. Een bijkomend effekt van de herregeling is dat het voorafbepaalde maximum doorlatingsniveau (bij afstand C) lichtjes verminderd is.

   Het niveau van   heb geregistreerde   doorlatingssignaal in de detector 49 bij deze herregelde afstand wordt beschouwd als referentiedoorlatingssignaal. 



   Uiteindelijk plaatst men het voorwerp 31 in de houder 21, 22, 29 tussen de ontvanger 38 en de zender 34 en bij voorkeur wordt de afstand D tussen de zender 34 en het voorwerp geregeld (waarbij men de herregelde afstand C tussen de zender 34 en de ontvanger 38 in acht neemt) om aldus in de detector 43 een maximum reflectiesignaalniveau te bekomen. Het plaatsen van het voorwerp 31 tussen de zender 34 en de ontvanger 38 schept, in analogie met wat hierboven is beschreven, een superpositiefenomeen dat een complex omvat van direkte golven, gereflecteerde golven en doorgelaten golven bij verschillende fases. Het resultaat van deze superpositie leidt tot een staande golf die toelaat het reflectiesignaalniveau vast te leggen in functie van de afstand D. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



   Hoewel de uitvinding is beschreven met betrekking tot de toestellen getoond in de figuren, dient men wel te verstaan dat ze niet beperkt is tot deze uitvoeringsvormen. De frequentie van de microgolven kan van de ene zender tot de andere verschillen. Een eerste zender kan bijvoorbeeld werken bij 25 GHz en een tweede bijvoorbeeld bij 10 GHz. Een hogere frequentie houdt met name een meer preciese en delikate positionering in aangezien de golflengte van de staande golven de helft is van die van de uitgezonden golven.

   In plaats van het voorwerp achtereenvolgens voor een eerste en een tweede golfzender te doen voorbijkomen, kan men zich bijvoorbeeld indenken, het tweemaal voor dezelfde zender te doen voorbijkomen waarbij tussen de twee doorgangen ofwel de oriëntering van het voorwerp, ofwel de oriëntering van het polarisatievlak van de zender, ofwel die van de tegenover de zender geplaatste golfontvanger te veranderen. 



   Het is ook vanzelfsprekend dat de detectiesignalen een bevel kunnen doen ontstaan door tussenkomst van een relais of een ander element om in een continue reeks van onderzochte voorwerpen die te doen uitschakelen, welke niet aan vooraf gestelde normen beantwoorden. In de praktijk van het automatisch sorteren van bankbiljetten bijvoorbeeld, maakt deze maatregel het mogelijk, vervalste biljetten automatisch te verwijderen. 



   De blad-of plaatvormige voorwerpen kunnen hetzij vezelachtige strukturen zijn zoals papier, niet-geweven voorwerpen, weefsels, netten, of niet-vezelachtige strukturen, bijvoorbeeld op basis van kunststoffen of keramiek, hetzij gelaagde kombinaties van deze strukturen. Bij de fabrikage kunnen ze gemerkt worden als gevolg van plaatselijke inwerking van vezelachtige materialen die geleidend zijn voor elektriciteit. 



   Het gebruik van vezelachtige materialen andere dan de vezels van roestvast staal   BEKINOX   van de aanvraagster, is mogelijk. 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 



  Nochtans is de elektrische geleidbaarheid van deze   BEKINOX-   vezels nagenoeg ideaal voor het identificeringssysteem volgens de uitvinding daar hun absorptie-en terugkaatsingsvermogen van dezelfde orde van grootte is. Bijgevolg kunnen deze waarden door eenzelfde type van detectoren worden gedetecteerd. Bovendien maakt de geringe diameter van de vezels een maximaal absorptievermogen mogelijk in de omstandigheden van detectie die volgens de uitvinding zijn toegepast, dit wil zeggen door het kiezen van een goede kombinatie van geometrie en van (lage) concentraties van de vezels afhankelijk van de frequentie van de zenders. De kleine diameter van de vezels begunstigt bovendien het uitzicht van het voorwerp, bijvoorbeeld van veiligheidspapier. Een regelmatig vezeloppervlak vermijdt op zijn beurt variaties in het detectiesignaal. 



   Bij het gebruik van vezels met een tamelijk hoge geleidbaarheid en rekening houdend met de afmetingen van de vezels (diameter minder dan 25 micron, lengte minder dan 10 mm) alsook de orde van grootte van de concentratie van de vezels in het produkt (minder dan 5   gew.-%)   vertonen de produkten te lage absorptiewaarden en te hoge terugkaatsingswaarden zodat men ze niet meer kan onderscheiden van platen of lagen van metallieke bedekking met het systeem volgens de uitvinding. 



   Indien men, daarentegen vezels gebruikt met een zeer zwakke geleidbaarheid (lager dan die van de   BEKINOX-vezels),   zal het nodig zijn dikkere vezels in te werken (om niet te verwaarlozen absorptieniveau te bereiken), hetgeen het uitzicht van het produkt schaadt. 



   Als het oppervlak van de voorwerpen tamelijk groot is en het merken bijvoorbeeld beperkt tot bepaalde plaatsen op het oppervlak, spreekt het vanzelf dat verscheidene kombinaties van zenders en ontvangers naast elkaar in het toestel kunnen worden gemonteerd, om een behoorlijk onderzoek van het volledige oppervlak mogelijk te maken.

Claims (28)

  1. Al deze varianten alsook andere in het bereik van de vakman maken deel uit van de uitvinding en worden beschouwd als zijnde beschermd door de volgende conclusies.
    CONCLUSIES : 1. Inrichting voor het identificeren van een blad-of plaatvormig voorwerp samengesteld uit een elektrisch niet-geleidende stof, waarbij het voorwerp gemerkt is voor het identificeren door het daarin opnemen van elektrisch geleidende vezelachtige materialen, met het kenmerk dat genoemde inrichting een onder- stel (17) omvat waarin tenminste twee zenders van microgolven naast elkaar zijn gemonteerd, alsook een houder voor het voor- werp die geplaatst is vóór deze zenders, en tenminste twee detectoren (6) voor de golven weerkaatst door het voorwerp wanneer het vóór deze zenders wordt gebracht, waarbij de zenders een circulator of een directionele koppeling (3) omvatten waarin een deel (5) van de binnenkomende golven wordt afgeleid naar een detector (6) en dat het toestel bovendien een reflec- tiescherm (12)
    omvat voor de golven en geplaatst is voor ten- minste een van de zenders (1) op een afstand die groter is dan dqlafstand tussen de zenders en de houder, evenals middelen voor het regelen (19) van de respektievelijke afstanden tussen deze zender (1) en het scherm (12) enerzijds, en deze zender (1) en de houder (15) anderzijds.
  2. 2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het boven- dien de middelen (21,22, 23, 32) bevat voor de doorgang van het voorwerp (31) met de houder (21,22, 28, 29).
  3. 3. Inrichting volgens een van de conclusies 1 en 2, met het ken- merk dat het polarisatievlak van de golven uitgezonden door <Desc/Clms Page number 18> tenminste één zender verschilt van het polarisatievlak van de golven uitgezonden door de andere zender.
  4. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het polarisatievlak van de golven uitgezonden door één van de zenders hoofdzakelijk evenwijdig is met de doorgangsrichting van het voorwerp (31), terwijl het polarisatievlak van de andere zender hoofdzakelijk loodrecht staat op deze richting.
  5. 5. Inrichting volgens één van de conclusies 1 en 2, met het kenmerk dat het tenminste twee naast elkaar geplaatste golf- zenders (33 resp. 34) bevat, een scherm (25) geplaatst voor tenminste een eerste zender (33) en een golfontvanger geplaatst voor tenminste een tweede zender (34) op een afstand die groter is dan die tussen genoemde tweede zender (34) en de houder (21,22, 29) van het voorwerp, evenals middelen voor het rege- len van de respektievelijke afstanden, enerzijds tussen deze eerste zender (33) en het scherm (25) en tussen de tweede zender (34) en de ontvanger (38), en anderzijds tussen de houder en de eerste, respektievelijk tweede zenders (34, resp. 33).
  6. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het pola- risatievlak van de golven uitgezonden door tenminste een van de eerste zenders (33) een richting heeft die verschilt van die van het polarisatievlak van een tweede zender (34).
  7. 7. Inrichting volgens één van de conclusies 5 en 6, met het ken- merk dat de richting van het vlak van de golven ontvangen door tenminste een van de ontvangers (38) verschilt van die van het polarisatievlak van de golven uitgezonden door een tweede zender (34) geplaatst voor deze ontvanger.
  8. 8. Inrichting volgens een van de conclusies 5 en 6, met het kenmerk dat het vlak van de golven ontvangen door tenminste één van de ontvangers (38) evenwijdig is met het polarisatievlak van de <Desc/Clms Page number 19> golven uitgezonden door een tweede zender (34) geplaatst voor deze ontvanger.
  9. 9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het pola- risatievlak van de golven uitgezonden door tenminste één van de eerste zenders (33) hoofdzakelijk evenwijdig is met de doorgangsrichting van het voorwerp (31), terwijl het polarisatie- vlak van tenminste een tweede zender (34) hoofdzakelijk loodrecht op deze richting staat.
  10. 10. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het vlak van de ontvangen golven hoofdzakelijk evenwijdig is met de doorgangsrichting van het voorwerp, terwijl het polarisatievlak van de golven uitgezonden door een tweede zender (34) geplaatst voor deze ontvanger hoofdzakelijk loodrecht staat op de door- gangsrichting.
  11. 11. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het pola- risatievlak van de golven uitgezonden door een tweede zender (34) hoofdzakelijk evenwijdig is met de doorgangsrichting van het voorwerp, terwijl het vlak van de ontvangen golven hoofdzake- lijk loodrecht staat op deze richting.
  12. 12. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de richting van het vlak van de ontvangen golven hoofdzakelijk evenwijdig is met de doorgangsrichting van het voorwerp.
  13. 13. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de richting van het vlak van de ontvangen golven hoofdzakelijk loodrecht staat op de doorgangsrichting van het voorwerp. EMI19.1
  14. 14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het polarisatievlak van de golven uitgezonden door een eerste zender (33), die geplaatst is voor het reflectiescherm (25), evenwijdig is met de doorgangsrichting van het voorwerp. <Desc/Clms Page number 20>
  15. 15. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het polarisatievlak van de golven uitgezonden door een eerste zender (33) geplaatst voor het reflectiescherm (25) loodrecht staat op de doorgangsrichting van het voorwerp.
  16. 16. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bovendien middelen bevat voor het regelen van de rotatiehoekpositie van de zenders en/of ontvangers rond een as evenwijdig met de voortschrijdingsrichting van de uitgezonden golven.
  17. 17. Inrichting volgens één of andere van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bovendien besturingsmiddelen bevat die een responsie geven op de identificatiesignalen geproduceerd door de eerste en tweede detectoren (37)'resp. (43) en de ontvanger (38) om aldus voorwerpen te elimineren die niet gestandaardiseerd zijn in een continue serie van onderzochte voorwerpen.
  18. 18. Werkwijze voor het regelen van de identificeringsinrichting volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het doel de gevoelig- heid van het identificatiesignaal te verhogen, met het kenmerk dat a) men de afstand A tussen de zender (1) en het scherm (12) regelt in afwezigheid van het voorwerp zodat er in de detector (6) een voorafbepaald niveau van doorlatingssignaal wordt voortgebracht en men het scherm vastzet in deze positie. b) men vervolgens de afstand B tussen de zender (1) en de houder voor het artikel regelt terwijl deze houder (15) die het voor- werp (9) draagt zich tussen de zender en het onder a) geposi- tioneerde scherm bevindt om aldus in de detector (6) een re- flectiesignaalniveau te bereiken dat gevoelig verschilt van dat verkregen onder a) en men de houder (15) in deze positie bevestigt. <Desc/Clms Page number 21>
  19. 19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk dat het scherm bevestigd wordt in een positie die een minimaal signaal in de detector teweegbrengt.
  20. 20. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk dat het scherm bevestigd wordt in een positie die een maximum signaal in de detector teweegbrengt.
  21. 21. Werkwijze volgens een van de conclusies 18 tot 20, met het kenmerk dat de houder (15) voor het voorwerp bevestigd wordt in een positie die in de detector een signaalniveau teweeg- brengt dat een maximaal verschil vertoont ten opzichte van het niveau gedetecteerd in afwezigheid van het voorwerp.
  22. 22. Werkwijze voor het regelen van het identificatieapparaat volgens een van de conclusies 5 tot 16 met het oog op het verhogen van de gevoeligheid van het identificatiesignaal, met het kenmerk dat : a) men de afstand A tussen een eerste zender (33) en een scherm (25) regelt in afwezigheid van het voorwerp met het doel in een eerste detector (37) van de weerkaatste golven een voor- afbepaald niveau voor het reflectiesignaal te bekomen, en men het scherm (25) in deze positie bevestigt ; b) men de afstand B tussen deze zender (33) en de houder voor het voorwerp (21,22 en 29) regelt terwijl deze houder die het voorwerp (31) draagt zich bevindt tussen deze zender en het scherm geplaatst zoals onder a), met het doel in de detector (37) een reflectiesignaalniveau te bereiken dat gevoelig verschilt van dat bekomen onder a), en men de houder in deze positie bevestigt ;
    c) men de afstand C tussen een tweede zender (34) en een ont- vanger (38) van de doorgelaten golven regelt in afwezigheid van het voorwerp, om aldus in deze ontvanger een voorafbe- paald doorlatingssignaalniveau te bereiken ; <Desc/Clms Page number 22> d) men deze afstand C herregelt in afwezigheid van het voor- werp om aldus in een tweede detector (43) van de gereflec- teerde golven een voorafbepaald reflectiesignaalniveau te bekomen en men de ontvanger (38) en de zender (34) op deze afstand tussen beide bevestigt ;
    e) men het voorwerp (31) in zijn houder (21,22, 29) plaatst tussen de ontvanger en de zender, en f) men de afstand D tussen de tweede zender (34) en de houder, die het voorwerp draagt, regelt om aldus in deze tweede detector (43) van de weerkaatste golven een reflectiesignaal- niveau te bereiken dat gevoelig verschilt van dat bekomen onder d), en men de houder in deze positie bevestigt.
  23. 23. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk dat men het scherm (25) bevestigt in een positie die een minimum signaal teweegbrengt in een eerste detector (37).
  24. 24. Werkwijze volgens conclusie 22, met het kenmerk dat men het scherm bevestigt in een positie die een maximum signaal teweeg- brengt in de detector (37).
  25. 25. Werkwijze volgens één van de conclusies 22 tot 24, met het kenmerk dat de houder van het voorwerp bevestigd wordt in een positie die in deze eerste deteotor (37) een reflectieniveau- signaal teweegbrengt dat een maximaal verschil vertoont met het niveau gedetecteerd in afwezigheid van het voorwerp.
  26. 26. Werkwijze volgens één van de conclusies 22 tot 25, met het kenmerk dat men de afstand C zo regelt dat men in de ontvanger (38) van de doorgelaten golven een maximum niveau voor het transmissiesignaal bekomt.
  27. 27. Werkwijze volgens één van de conclusies 22 tot 26, met het kenmerk dat men de afstand C herregelt om aldus een minimum reflectiesignaal te bekomen in de tweede detector (43). <Desc/Clms Page number 23> EMI23.1
  28. 28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk dat men de afstand D regelt om in deze tweede detector (43) een maximaal niveau van het reflectiesignaal te bekomen.
BE1/10840A 1982-07-29 1983-07-28 Werkwijze en inrichting voor het identificeren van vellen door middel van microgolven BE897394A (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
LU84307A LU84307A1 (fr) 1982-07-29 1982-07-29 Systeme pour l'identification d'articles en feuilles par micro-ondes

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE897394A true BE897394A (nl) 1984-01-30

Family

ID=19729929

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE1/10840A BE897394A (nl) 1982-07-29 1983-07-28 Werkwijze en inrichting voor het identificeren van vellen door middel van microgolven

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4566122A (nl)
JP (1) JPS5990036A (nl)
BE (1) BE897394A (nl)
BR (1) BR8304003A (nl)
DE (1) DE3327450A1 (nl)
FR (1) FR2531248B1 (nl)
GB (1) GB2126398B (nl)
IT (1) IT1173748B (nl)
LU (1) LU84307A1 (nl)
NL (1) NL8302713A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6183946A (ja) * 1984-10-01 1986-04-28 Kanzaki Paper Mfg Co Ltd シ−ト状物質の配向測定方法
NL8502567A (nl) * 1985-09-19 1987-04-16 Bekaert Sa Nv Werkwijze en inrichting voor het op echtheid controleren van voorwerpen en voorwerp geschikt voor het toepassen van deze werkwijze.
US5279403A (en) * 1992-07-23 1994-01-18 Crane & Company, Inc. Microwave security thread detector
US5672859A (en) * 1994-03-04 1997-09-30 N.V. Bekaert S.A. Reproduction apparatus with microwave detection
EP1372104A3 (en) * 1996-11-28 2005-12-28 Gordian Holding Corporation Radio frequency reading system
DE102013203758B4 (de) * 2013-03-05 2019-05-16 Bundesdruckerei Gmbh Sicherheitsdokument mit mittels Mikrowellen verifizierbarem Sicherheitselement
US9761077B2 (en) * 2014-07-02 2017-09-12 Toshiba International Corporation Bank note processing system having a combined florescence and phosphorescence detection system
CN105374116B (zh) * 2015-08-17 2018-10-16 昆山古鳌电子机械有限公司 一种自动抚平纸币折角的纸币处理装置以及纸币处理方法

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1238243B (de) * 1957-03-06 1967-04-06 Beloit Iron Works Anordnung zum Feuchtemessen an festen Materialien
US3506829A (en) * 1966-02-09 1970-04-14 American Cyanamid Co Printing and readout system utilizing coding components for symbols,each component having materials which absorb resonantly different gamma rays and cause scattered reradiation,the readout system including a source of different gamma rays corresponding to each of the coding components
DE2037755C3 (de) * 1970-07-30 1979-08-30 National Rejectors Inc. Gmbh, 2150 Buxtehude Vorrichtung zum Prüfen von Wertscheinen
US3693080A (en) * 1970-12-21 1972-09-19 Sperry Rand Corp Time domain measurement of high frequency complex permittivity and permeability of transmission line enclosed material sample
GB1369214A (en) * 1971-07-16 1974-10-02 Nat Res Dev Apparatus for examining the surface of an object using electro magnetic radiation
DE2204284B2 (de) * 1972-01-29 1974-04-25 National Rejectors Inc. Gmbh, 2150 Buxtehude Vorrichtung zur lichtelektrischen Prüfung von blattförmigem Material, insbesondere von Dokumenten oder Banknoten
US4045727A (en) * 1976-03-15 1977-08-30 General Electric Company Microwave proximity detector
DE2712600C2 (de) * 1976-03-22 1986-06-19 Insinööritoimisto Innotec Oy, Espoo Vorrichtung zum Erfassen einer plötzlichen Veränderung der von Holzgut durchgelassenen oder reflektierten Energie mit Hochfrequenz
GB1585533A (en) * 1976-12-07 1981-03-04 Portals Ltd Security papers
GB1593173A (en) * 1976-12-10 1981-07-15 Hoechst Ag Apparatus for indicating the moisture content of sheetlike samples
IT1111362B (it) * 1977-11-14 1986-01-13 Bekaert Sa Nv Procedimento ed apparecchio per marcare e rivelare la posizione di un oggetto in un processo di trattamento
FR2425937A1 (fr) * 1978-05-17 1979-12-14 Arjomari Prioux Structure fibreuse contenant des fibres metalliques, son procede de preparation, et son application notamment dans l'industrie du papier
FI57490C (fi) * 1978-06-01 1980-08-11 Innotec Oy Foerfarande foer bestaemning av snedfibrigheten i virke i synnerhet i saogat virke
US4408156A (en) * 1979-05-01 1983-10-04 N. V. Bekaert S.A. Sheet articles of non-conductive material marked for identification purposes, and method and apparatus for identifying such articles
JPS5665291A (en) * 1979-10-31 1981-06-02 Tokyo Shibaura Electric Co Discriminator for printed matter
JPS5674790A (en) * 1979-11-22 1981-06-20 Tokyo Shibaura Electric Co Bill discriminator

Also Published As

Publication number Publication date
BR8304003A (pt) 1984-03-07
IT8348761A0 (it) 1983-07-27
GB8320529D0 (en) 1983-09-01
DE3327450A1 (de) 1984-02-02
JPS5990036A (ja) 1984-05-24
FR2531248B1 (fr) 1987-11-20
GB2126398A (en) 1984-03-21
FR2531248A1 (fr) 1984-02-03
NL8302713A (nl) 1984-02-16
GB2126398B (en) 1985-10-30
IT1173748B (it) 1987-06-24
LU84307A1 (fr) 1984-03-22
US4566122A (en) 1986-01-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4763927A (en) Security document
US4820912A (en) Method and apparatus for checking the authenticity of documents
US4183989A (en) Security papers
BE897394A (nl) Werkwijze en inrichting voor het identificeren van vellen door middel van microgolven
JPH08329306A (ja) 偽造防止文書の信憑性を検出する方法
NL8002536A (nl) Bladprodukt uit niet-geleidend materiaal, gemerkt voor identificatiedoeleinden alsmede werkwijze en inrichting ter identificatie van een dergelijk produkt.
US8556299B2 (en) Information recording patch, printed sheet, and authenticity discrimination method therefor
US4566121A (en) Process and apparatus for identifying articles of sheet material by means of microwaves
US5430369A (en) Device for measuring, at a plurality of points of a surface, the microwave field radiated by a source
BE897395A (nl) Werkwijze en inrichting voor het identificeren van vellen door middel van microgolven
US5672859A (en) Reproduction apparatus with microwave detection
JP2007178284A (ja) 面状物体に埋設された物体を検出する検出装置
JPH0679991A (ja) 真偽チエツク可能な書類
CZ294452B6 (cs) Způsob zkoušení pravosti dokumentů
JPH0687288A (ja) 真偽チエツク可能な書類
GB1601649A (en) Method of detecting substantially non-conductive products
JP3281062B2 (ja) 赤外線により真偽チエツク可能な磁気記録媒体
SU1097227A1 (ru) Способ распознавани и отделени клубней картофел от комков почвы и камней
BE1008923A5 (nl) Anti-radarnetten.
JPH06183191A (ja) 赤外線により真偽チエツク可能な書類
EP1034516A1 (en) Microwave method for checking the authenticity
JP2004086616A (ja) 媒体処理装置

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: N.V. BEKAERT S.A.

Effective date: 19990731