BE848264A - Inrichting voor het verbinden van de knooppunten van betonstaal, - Google Patents

Inrichting voor het verbinden van de knooppunten van betonstaal,

Info

Publication number
BE848264A
BE848264A BE172290A BE172290A BE848264A BE 848264 A BE848264 A BE 848264A BE 172290 A BE172290 A BE 172290A BE 172290 A BE172290 A BE 172290A BE 848264 A BE848264 A BE 848264A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
emi
recesses
protrusions
annular member
teeth
Prior art date
Application number
BE172290A
Other languages
English (en)
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed filed Critical
Publication of BE848264A publication Critical patent/BE848264A/nl
Priority claimed from AT867677A external-priority patent/AT359507B/de

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/16Auxiliary parts for reinforcements, e.g. connectors, spacers, stirrups
    • E04C5/162Connectors or means for connecting parts for reinforcements
    • E04C5/166Connectors or means for connecting parts for reinforcements the reinforcements running in different directions

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Reinforcement Elements For Buildings (AREA)

Description


  "INRICHTING VOOR HET VERBINDEN VAN DE KNOOPPUNTEN

VAN BETONSTAAL". 

  
Aanvrager: Stakub, Stahl - Kunststoff - Beton AC, Zug, Zwitseriana

  
Korte aanduiding: Inrichting voor het verbinden van de knooppunten van

  
betonstaal.

  
De uitvinding heeft betrekking op ben inrichting voor het verbinden van de knooppunten respectievelijk kruisingspunten van betonstaafstaal of staalbetonmatten. Bij het vervaardigen van staalbeton wordt als wapening betonstaal toegepast. Betonstaal wordt hetzij in de vorm van staafmateriaal of in de vorm van staalmatten toegepast.

  
Het betonstaafstaal en de betonstaalmatten worden volgens tekening afgeknipt en eventueel gebogen. Ter plaatse van de toepassing bij voorbeeld op de bouwplaats worden de kruisingspunten van de stalen met draad verknoopt.

  
Bij betonstaalmatten worden de kruisingspunten door puntlassen aan elkaar verbonden. Deze betonstaalmatten worden in afzonderlijke bedrijven, gewoonlijk op enige afstand van de plaats van toepassing,bij voorbeeld

  
de bouwplaats,vervaardigd en dan getrsnsporteerd naar de plaats van toepassing.

  
 <EMI ID=1.1> 

  
De uitvinding voorziet in een inrichting voor het verbinden van de knooppunten bij betonstaafstaal of betonstaalmatten en wel. ter vervanging

  
 <EMI ID=2.1> 

  
respectievelijk van het puntlassen van de kruisingspunten bij betonstaalmatten.

  
 <EMI ID=3.1> 

  
uit twee helften (11,12), die de gekruiste staven omvatten en vast met elkaar verbinden. Bij voorkeur bestaan de twee helften uit twee schaalvormige organen. 

  
De schaalvormige organen zijn bij voorkeur uit kunststof vervaardigd en kunnen bij voorkeur in elkaar rusten. Verder kunnen de schaalvormige -

  
 <EMI ID=4.1> 

  
afstandshoudorgaan kunnen functioneren.

  
Uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn bij wijze van voorbeeld in de tekeningen schematisch weergegeven:
Figuur 1: een doorsnede van een inrichting volgens de uitvinding; Figuur 2a, 2b: een aanzicht van opzetbare afstandhoudorganen; <EMI ID=5.1>  2a en 2b; Figuur 3a: een stuk tneetlint met langwerpige gaten; Figuur 4: een bovenaanzicht van de inrichting volgens figuur 1; <EMI ID=6.1>  een uiteengetrokken weergave; Figuur 6: een aanzicht van de bovenste helft van onderen af; Figuur 7: een aanzicht van de onderste helft van boven af; Figuur 8: een aanzicht in doorsnede langs lijn VIII-VIII in figuur 6 en Figuur 9: een aanzicht in doorsnede langs lijn IX-IX in figuur 7.

  
Volgens figuur 1 bestaat de inrichting volgens de uitvinding uit een bovenste schaal 1 en een onderste schaal 2 die de gekruiste staven 3,4 omvatten. Daartoe zijn de randen van de bovenste respectievelijk onderste schaal voorzien van een uitsparing..zoals in figuur 1 met een stippellijn is aangegeven.

  
 <EMI ID=7.1> 

  
lijk 6 volgens de figure 2a, 2b en 3 met verschillende lengte worden gezet

  
of gestoken. Deze passen met haakvormige gedeelten 7 door openingen 8 in

  
de schalen 1,2 en steunen op de schalen 1,2 met een steunvlak 9. De afstandhoudorganen 5 en 6 worden slechts bij behoefte toegepast en worden vervaardigd en uitgekozen in overeenstemming met de gewenste lengte a of b.

  
De inrichting volgens de uitvinding kan als massaproduct economisch worden vervaardigd in overeenstemming met alle vereisten die worden gesteld in verband met de toepassing. Voor de toepassing bij betonstaafstaal heeft

  
de inrichting volgens de uitvinding het voordeel dat het samenbinden met draad op de kruisingspunten van de staven komt te vervallen. Afgezien daarvan kan men met de inrichting volgens de uitvinding een veel grotere sterkte van de kruisingsplaatsen verkrijgen dan zelfs met zeer hoogwaardige draad mogelijk is.

  
 <EMI ID=8.1> 

  
vinding variabele verbindingsmogelijkheden bij alle betonstaafstaaldiameters.

  
Verder ontstaat bij toepassing van de inrichting volgens de uitvinding

  
de mogelijkheid de kruisingspunten niet alleen op de bouwplaat? maar ook op

  
een afstand daarvan vast met elkaar te verbinden. Daarom kunnen met de inrichting volgens de uitvinding ook betonstaalmatten worden voorgefabriceerd. Dit geldt

  
 <EMI ID=9.1>  

  
die dan later op de plaats van toepassing tot een eenheid worden samengesteld.

  
Met betrekking tot de arbeidskosten verkrijgt men door de toepassing van de inrichting volgens de uitvinding ook voordelen in het bijzonder met betrekking tot personeelsinzet bij het leggen van staalwapening en ook

  
omdat men gelijkmatig kan doorwerken tijdens de gehele periode van de bouw zodat daardoor een betere continuiteit van de personeelsinzet wordt verkregen.

  
 <EMI ID=10.1> 

  
om een inrichting 10 die in wezen uit twee stevig met elkaar verbindbare helften 11 en 12 bestaat. Ieder van deze helften 11 en 12 bezit een ringvormig orgaan 13 respectievelijk 14 dat van de ene rand 15 respectievelijk

  
16 uitgaande uitsparingen 17-20 respectievelijk 21-24 bezit.

  
De uitsparingen 17-24 verlopen vanaf de randen 15 en 16 verschillend ver in de ringvormige organen 13 respectievelijk 14. De beide tegenover elkaar liggende uitsparingen 17 en 18 respectievelijk 21 en 22 nemen bijna de totale breedte van de ringvormige organen 13 respectievelijk 14 in terwijl de even-

  
 <EMI ID=11.1> 

  
slechts half cirkelvormig vanaf de randen 15 respectievelijk 16 af in de ringvormige organen 13 en 14 doorlopen waarbij het middelpunt van de cirkel-

  
 <EMI ID=12.1> 

  
vormige orgaan 13 respectievelijk 14 ongeveer op de in de figuren 3 en 9 aangegeven plaatsen 25 respectievelijk 26 ligt.

  
De radius van de ongeveer halfcirkelvormige uitsparingen 19, 20 en-
23,24 is aangepast aan de diameter respectievelijk de dikte van de op te nemen staven 27 respectievelijk 28. Uit de dikte van deze staven volgt dan verder ook de afstand X van de halfcirkelvormige uitsparingen 19, 20 en 23,24 van het bij voorkeur eveneens halfcirkelvormige inwendige uiteinde 29-3?

  
van de lange uitsparingen 17,18 en 21,22.

  
In principe is het voldoende wanneer de twee helften 11 en 12 van

  
de inrichting 10 volgens de uitvinding ringvormig zijn. Bij het in de figuren 4-9 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn ze schaalvormig op grond van de de ringvormige organen 13 en 14 aan de ene kant bedekkende kappen 33 respectievelijk 34. Deze kappen 33 en 34 zijn iets konisch van vorm en bezitten

  
 <EMI ID=13.1> 

  
inwendige van de met elkaar verbonden schaalvormige helften 11 en 12 kan konen. 

  
In hun midden bezitten de kappen 33 en 34 bovendien als extra ieder

  
nog een bij voorkeur konisch gevormd uitsteeksel 37 respectievelijk 38 met

  
een naar binnen gerichte cylindrische uitsparing 39 respectievelijk 40.

  
De uitsteeksels 37 en 38 zijn van belang bij de toepassing als afstandhoudorgaan.

  
De ringvormige organen 13 en 14 bezitten tussen de uitsparingen 17-24 voor het verbinden van de twee h elften 11 en 12 dienende uitsteeksels. Bij deze

  
 <EMI ID=14.1> 

  
vier rijen 43-46 respectievelijk 47-50 evenwijdig aan de as van het ringvormig orgaan 13 en 14 zijn aangebracht. De tanden 41 bevinden zich daarbij aan de

  
 <EMI ID=15.1> 

  
het ringvormige orgaan 14 zijn aangebracht en praktisch over de gehele axiale lengte of breedte daarvan verlopen. De diameter van het ringvormige  orgaan 14 is groter dan van het ringvormige orgaan 13 daar het eerste orgaan het tweede in zich op kan nemen respectievelijk daarop of over geschoven kan worden.

  
De rijen tanden 43-46 steken boven de rand 15 van het ringvormige orgaan 13 uit zoals uit figuur 8 blijkt en kunnen daardoor inpassen in ringvormig orgaan 14 en een verbinding met de tanden 42 van ringvormig orgaan
14 vormen zonder dat de randen 15 en 16 noodzakelijkerwijs tegen elkaar aan komen te liggen. De hoogte Y van het boven de rand 15 uitstekende gedeelte
51 van de tandenrij 43-46 volgt uit de diameter van de uitsparingen 19 en 20 respectievelijk 23 en 24 respectievelijk de dikte van de met inrichting volgens de uitvinding met elkaar te verbinden betonstaalstaven 27 en 28.

  
De uitstekende gedeelten 51 van de rijen tanden 43-46 maken het mogelijk staven 27 en 28 met verschillende diameter aan elkaar te bevestigen. Daartoe moet alleen als eis worden gesteld dat de gedeelten 51 ver genoeg

  
 <EMI ID=16.1> 

  
schaal kunnen grijpen om ook een staaf met een grotere diameter te kunnen vasthouden,

  
Wanneer men naar de figuren 6 en 7 kijkt kan men zi&#65533;n dat de ringvormige organen 13 en 14 op verschillende plaatsen een verschillende wanddikte bezitten. Direct naast de uitsparingen 17-24 is de wanddikte 52 respectievelijk 53 gering zodat de randgebieden naast de uitsparingen in zekere mate elastisch zijn en iets kunnen buigen. Daardoor.kunnen ook staven 27 respec-

  
 <EMI ID=17.1>  

  
tievelijk 28 worden ingelegd waarvan de diameter iets groter is dan de breedte van de uitsparingen.

  
Ter plaatse van de rijen tanden 43-50 is de wanddikte 54 respectievelijk 55 van de ringvormige organen 13 en 14 het grootst aangezien daar de grootste

  
 <EMI ID=18.1> 

  
en 42 vereiste materiaal ter beschikking moet staan.

  
Ter vergroting van de sterkte en stijfheid van de beide helften 11 en 12 zijn elkaar kruisende ribben 56-63 in de kapvormende gedeelten en inwendig evenwijdig aan de as van de ringvormige organen 13 en 14 aangebracht. De afstand tussen de ribben 60 en 61 respectievelijk 61 en 63 wordt daarbij zo gekozen

  
dat de gedeelten 51 van de rijen tanden 43-46 daartussen kunnen komen. De ribben 56-59 in de kleinere schaalvormige helft 12 liggen direct achter de rijen tanden 43-46 terwijl de ribben 60-63 van de andere helft 11 naast de rijen tanden 47-50 zijn aangebracht.

  
Aan de helften of schalen van de verbindingselementen zijn naar buiten uitstekend,ten slotte nokken of uitsteeksels 64 met een enigszins langwerpige

  
 <EMI ID=19.1> 

  
aangebracht. Met dit meetlint 66 kunnen de afstanden tussen de schalen bij het aanbrengen van de staven en matten gemakkelijk worden bepaald en bovendien

  
 <EMI ID=20.1> 

  
andere schaalhelften een zekere houvast op. De afstanden van de langwerpige

  
gaten 67 in het bandlint 66 komen overeen met de gebruikelijk afstanden van

  
de te verbinden staven respectievelijk een geheeltallig veelvoud daarvan. - 

  
Een voordeel van het verbindingelement volgens de uitvinding bestaat

  
ook daaruit dat de helften 11 of 12 bij betonstaalmatten waarvan de kruisingspunten door middel van puntlassen met elkaar verbonden zijn, alleen als afstandshoudorgaan kan worden toegepast.

  
De uitvinding is niet beperkt tot het in de figuren weergegeven voorbeeld van een uitvoeringsvorm. Men kan ook veranderingen aanbrengen zonder

  
dat daardoor van de uitvindingsgedachte wordt afgeweken. De kern van de uitvinding respectievelijk een essentieel kenmerk van de uitvinding bestaat

  
daaruit dat rijen tanden boven de rand van een schaal uitsteken en dusdanig

  
met rijen tanden van de andere schaal kunnen worden vastgehaakt dat staven

  
met verschillende diameter zonder verdere hulpmiddelen of gereedschappen stevig aan elkaar bevestigd kunnen worden. De verschillende wanddiktes op de verschillende

  
 <EMI ID=21.1>  

  
plaatsen van de ringvormige organen 13 en 14 verbeteren dan dit gebruiksdoel.

  
De schaalvormige helften zijn in de weergegeven uitvoeringsvorm in dwarsdoorsnede cirkelvormig. Ze kunnen echter ook zonder meer vierhoekig

  
of meerhoeking zijn. Het zelfde geldt voor de openingen 35 en 36 die bij voorkeur vierhoekig zijn en evenwijdig aan de ribben respectievelijk de elkaar kruisende staven verlopen. De grootte van de openingen 35 en 36 wordt door de korrelgrootte van het beton bepaald en is in verband met de stevigheid van het verbindingselement bij een vierhoekige vorm gunstiger dan bij een cikelvormige doorsnede.

  
 <EMI ID=22.1> 

  
haakvormige gedeelten 7 bezitten hetgeen afhangt van het gebruiksdoel. Wanneer twee tweeschalige verbindingselementen met behulp van een afstandhouder 5 aan elkaar bevestigd worden dan zijn de haakvormige gedeelten aan beide uiteinden aangebracht. Deze haakvormige gedeelten 7 grijpen over de uitsteeksels 37 en 38 van de schaalvormige helften 11 en 12 heen tot het vrije uiteinde van de uitsteeksels 37 en 38 tegen het steunvlak 9 van het

  
 <EMI ID=23.1> 

  
baar zodat zij in de openingen 8 tegen de uitsteeksels 37 en 38 ingezet kunnen worden.

  
 <EMI ID=24.1> 

  
snede cirkelvormig zoals 'uit figuur 3 blijkt maar vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt tot een dergelijke uitvoeringsvorm.

  
In de kap 34 van de schaalvormige helft 11 met grotere diameter kunnen

  
in plaats van de openingen 36 respectievelijk behalve deze openingen: 

  
openingen 70 zijn aangebracht die direct naast de rijen tanden 47-59 liggen

  
en met de rijen tanden 43-46 van de andere schaalvormige helft 12 in een lijn liggen. De openingen 70 dienen ertoe om de doorgang van de vrije uiteinden

  
van de rijen tanden 43-46 door de kap 34 mogelijk te maken wanneer de beide helften 11 en 12 buitengewoon sterk moeten worden samengeschoven.

  
Naast de rijen tanden 43-46 zijn aan de as evenwijdig verlopende gleu-

  
 <EMI ID=25.1> 

  
aan de as evenwijdig verlopende tongen 72 als drager voor de tandenrijen
43-46. Deze tongen zijn iets veerkrachtig-elastisch aangezien ze door de gleuven 71 uit de samenhang van het ringvormige orgaan zijn losgemaakt. 

  
 <EMI ID=26.1> 

  
waarvan de sterkte door de gleuven 71 op dezelfde wijze verzwakt is als de sterkte van de tongen 72, kunnen door verstevigingsribben 74 weer een grotere sterkte verkrijgen zoals weergegeven in figuur 6.

- CONCLUSIES -

  


Claims (1)

  1. - CONCLUSIES -
    1. Inrichting voor het verbinden van de kn ooppunten respectievelijk kruisingspunten van betonstaafstaal of staalbetonmatten, met het kenmerk,
    dat deze bestaat uit twee helften (11,12) die de gekruiste staven omvatten en vast met elkaar verbinden.
    2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de helften (11,12) schaalvormig zijn.
    3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de helften uit kunststof zijn vervaardigd.
    4. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de achaal- <EMI ID=27.1>
    5. InrichtinR \oigens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat iedere helft (11,12) een cylindrisch ringvormig orgaan (13,14) met van de ene rand (15,16) uitgaande uitsparingen (17-24) bezit.
    6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat steeds twee tegenover elkaar liggende uitsparingen even diep zijn..
    7. Inrichting volgens conclusies 5-6, met het kenmerk, dat de ringvormige organen (13,14) tussen de uitsparingen (17-24) aangebrachte voor het verbinden respectievelijk elkaar vastgrijpen dienende uitsteeksels bezitten.
    8. Inrichting volgens conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de wanddikte
    van de ringvormige organen (13,14) ter plaatse van de uitsteeksels groter
    <EMI ID=28.1>
    9. Inrichting volgens conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de uitsteeksels
    de vorm van tanden (41,42) bezitten die in de vorm van rijen (43-50) zijn aangebracht.
    10. Inrichting volgens conclusies 5-9, met het kenmerk, dat de tanden
    (41,42) aan het ene ringvormige orgaan (14) respectievelijk aan de ene schaal
    aan de binnenomtrek en aan de aan het andere ringvormige orgaan (13) respectievelijk aan de andere schaal aan de buitenomtrek zijn aangebracht.
    11. Inrichting volgens conclusies 5-10, met het kenmerk, dat de rijen tanden (43-46) in axiale richting boven het ringvormige orgaan (13) uitsteken.
    12, Inrichting volgens conclusies 5-11, met het kenmerk, dat twee van de tegenover elkaar liggende uitsparingen (17,18) respectievelijk (21,22) dieper
    <EMI ID=29.1>
    respectievelijk 21,22). 13. Inrichting volgens conclusies 5-12, met het kenmerk, dat twee van de tegenover elkaar liggende uitsparingen (19,20)respectievelijk(23,24) minder diep respectievelijk korter zijn dan de breedte van deze twee uitsparingen (19,20 respectievelijk 23,24).
    14. Inrichting volgens conclusies 1-13, met het kenmerk, dat het ringvormige orgaan (13,14) aan zijn van de uitsparingen (17-24) afgekeerde kant een kap (33,34) bezit.
    15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat in de kap (33,34) openingen (35,36) zijn aangebracht.
    16. Inrichting volgens conclusies 14-15, met het kenmerk, dat de kap (33,34) konisch van vorm is en in het midden voorzien is van een verder uitsteeksel (37,38)
    17. Inrichting volgens conclusies 1-16, met het kenmerk, dat deze in voorzien van verstevigingsribben (56-63).
    18. Inrichting volgens conclusies 1-17, met het kenmerk, dat daarop een exrra afstandhoudorgaan (5,6) met verschillende lengte kan worden aangebracht.
    19. Inrichting volgens conclusies 17-18, met het kenmerk, dat uitsteeksels respectievelijk nokken met een langwerpige omtrek naar buiten uitstekend op
    de schalen zijn aangebracht.
    20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat deze een extra
    <EMI ID=30.1>
BE172290A 1977-12-05 1976-11-12 Inrichting voor het verbinden van de knooppunten van betonstaal, BE848264A (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT867677A AT359507B (de) 1976-12-15 1977-12-05 Verfahren zur herstellung von neuen piperazin- derivaten und deren salzen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE848264A true BE848264A (nl) 1977-03-01

Family

ID=3607622

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE172290A BE848264A (nl) 1977-12-05 1976-11-12 Inrichting voor het verbinden van de knooppunten van betonstaal,

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE848264A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101942842B1 (ko) 장스팬용 데크플레이트
KR101741218B1 (ko) 내다이아프램이 설치된 박스형 cft기둥구조체 및 그의 제작방법
DE1790019C2 (de) Stationär verlegbarer Kabel- oder Leitungsträger
GB2229212A (en) Reinforced drainage channel
EP1997401A2 (de) Flaschenregal
AU2017336229B2 (en) Concrete ceiling, kit for producing a concrete ceiling, and method for producing a concrete ceiling
BE848264A (nl) Inrichting voor het verbinden van de knooppunten van betonstaal,
EP1252403B9 (de) Hohlkörperbetondecke in wabenform
DE3829084A1 (de) Einbetonierbarer abstandhalter
JP5866038B1 (ja) デッキプレート、床スラブ、デッキプレートの製法、および床スラブ構築方法
DE2645285A1 (de) Stuetzstruktur fuer tunnelwandungen
DE202012100723U1 (de) Bausatz mit einem Bewehrungskorb
DE2228868A1 (de) Abstandhalter fuer in betonbauteile einzubettende bewehrungen
EP1860251B1 (fr) Planche en béton du type à bacs collaborants comprenant une trémie et kit pour la réalisation de la trémie
IT201800010147A1 (it) Elemento distanziatore per costruzioni in cemento armato e metodo di realizzazione di tale elemento distanziatore
NL1036319C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een membraanhouder en zo gevormde membraanhouder.
DE3636078A1 (de) Verstaerkungskern aus metallrohren fuer einen aussen abgesetzten oder konischen kunststoffmast und mit einem solchen kern versehener mast
EP3051037A1 (de) Bewehrungsanordnung und damit versehene betondecke
NL2013806B1 (nl) Samenstel van staafvormige elementen, alsmede een gebruik van een dergelijk samenstel.
JP7370784B2 (ja) 型枠構造およびかぶり確保スペーサ
BE1008506A3 (nl) Hekwerk.
JP2562021Y2 (ja) 建築用コンクリート打継仕切材
US20220403656A1 (en) Reinforcement positioner with clip
KR100745126B1 (ko) 철근망 유니트 및 이 철근망 유니트를 포함하는현장타설말뚝
AT500886B1 (de) Vorrichtung zum herstellen eines schachtbodens aus beton