BE1028757B1 - Venstertabletsamenstel - Google Patents

Abstract

Venstertabletsamenstel bevattende een frame (26) en een venstertablet (6), waarbij het samenstel voorzien is om zich over een buitenmuur (2) en minstens een gedeelte van een spouw (3) uit te strekken, waarbij het frame minstens een achtersegment (23) en twee zijsegmenten (7) bevat die voorzien zijn om het venstertablet te positioneren ter plaatse van zijn achterkant en ter plaatse van zijn zijkanten, respectievelijk, waarbij het frame verder een voorste profiel (24) bevat voor het positioneren van een voorkant van het venstertablet en waarbij het venstertablet ter plaatse van de voorkant voorzien is van een neus, waarbij het frame verder minstens één steunelement (30) heeft dat voorzien is om, op een afstand van de zijsegmenten, met het achtersegment en met het voorste profiel verbonden te zijn, waarbij het steunelement een bovenoppervlak (31) heeft dat voorzien is om het venstertablet te ondersteunen ter plaatse van een middenzone.

Description

Venstertabletsamenstel De uitvinding heeft betrekking op een venstertabletsamenstel bevattende een frame en een venstertablet.

Een venstertablet wordt typisch voorzien ter plaatse van een onderzijde van het raam om de opening in de muur, waarin het raam geplaatst 1s, af te werken ter plaatse van de onderzijde. Daarbij wateren venstertabletten typisch af richtmg een buitenzijde van de buitenmuur zodat water niet in de raamopening blijft staan. Venstertabletten worden traditioneel typisch vervaardigd uit steen, bijvoorbeeld blauwe hardsteen. Meer recent worden venstertabletten ook uit andere materialen gemaakt, bijvoorbeeld uit kunststof, aluminium of andere materialen. Daarbij is de verbinding tussen het raam enerzijds en de buitenmuren anderzijds belangrijk om correcte werking van het venstertablet te garanderen. Een van de hoofddoelen van een venstertablet, naast het esthetisch afwerken van de raamopening, is het verhinderen dat vocht en vuil via de raamopening kan indringen in het gebouw of in de muur.

EP3584397 beschrijft een venstertabletsamenstel bevattende een frame en een venstertablet, waarbij het samenstel voorzien is om zich over een buitenmuur en minstens een gedeelte van een spouw uit te strekken, waarbij het frame minstens een achtersegment en twee zijsegmenten bevat die elk compatibel zijn met het venstertablet. Toepassen van het bekende venstertabletsamenstel biedt veel voordelen, waaronder flexibiliteit, waterdichtheid, esthetica, productie- een prijsvoordelen.

Een nadeel van het bekende venstertabletsamenstel 1s dat de perceptie van stevigheid ontbreekt ofwel dat de dikte van het venstertablet een productie- en prijsnadeel heeft. Verder ontstaat een nadeel bij grotere afmetingen ten gevolge van uitzetting. In de praktijk blijkt een venstertablet noemenswaardig meer uit te zetten dan een muur en/of raam waarbij dit venstertablet geplaatst is, hetgeen barsten, kieren en/of scheuren geeft aan muur, raam en/of venstertabletsamenstel. Een verder nadeel heeft betrekking op esthetica, meer bepaald het zichtbaar zijn van schroeven of gelijkaardige bevestigmmgsmiddelen in bekende venstertabletsamenstellen. Ten behoeve van esthetica zijn schroeven en andere gelijksoortige bevestigingsmiddelen afwezig, minstens in het zichtbare gedeelte.

Het is een doel van de uitvinding om één of meerdere van bovengenoemde nadelen minstens gedeeltelijk op te lossen.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een venstertabletsamenstel bevattende een frame en een venstertablet, waarbij het samenstel voorzien is om zich over een buitenmuur en minstens een gedeelte van een spouw uit te strekken, waarbij het frame minstens een achtersegment en twee zijsegmenten bevat die voorzien zijn om het venstertablet te positioneren ter plaatse van zijn achterkant en ter plaatse van zijn zijkanten, respectievelijk, waarbij het frame verder een voorste profiel bevat voor het positioneren van een voorkant van het venstertablet en waarbij het venstertablet ter plaatse van de voorkant voorzien is van een neus, waarbij het frame verder minstens één steunelement heeft dat voorzien is om, op een afstand van de zijsegmenten, met het achtersegment en met het voorste profiel verbonden te zijn, waarbij het steunelement een bovenoppervlak heeft dat voorzien is om het venstertablet te ondersteunen ter plaatse van een middenzone.

Door het voorzien van een voorste profiel wordt een voorkant van het venstertablet gepositioneerd. Door verder een steunelement te voorzien, verbonden met het achtersegment en het voorste profiel, kan ook een middenzone van het venstertablet door het frame worden ondersteund. Hierdoor is de noodzaak weg om het venstertablet zelf van een hoge sterkte te voorzien. Aldus kan het venstertablet noemenswaardig goedkoper vervaardigd worden zonder in te boeten aan stevigheid.

Ter plaatse van de achterzijde en ter plaatse van de zijkanten wordt het venstertablet gepositioneerd door het achtersegment en de zijsegmenten, respectievelijk. Dit positioneren impliceert dat het venstertablet in minstens één richting wordt vastgehouden, anders gezegd dat een beweging van het venstertablet in minstens één richting wordt verhinderd. Wanneer het zijsegment en/of achtersegment een neerwaartse beweging verhindert, wordt het venstertablet aldus ondersteund. Met name wanneer meerdere steunelementen voorzien worden voor het ondersteunen van het venstertablet, is het niet noodzakelijk dat het achtersegment en/of de zijsegmenten een ondersteunende functie hebben. Deze ondersteunende functie kan gedeeltelijk of volledig door de steunelementen vervuld worden. Alternatief is het steunelement een additionele steun voor het venstertablet, en zal ook minstens één van het achtersegment en de zijsegmenten het venstertablet ondersteunen. De flexibiliteit die de steunelementen in dit kader bieden is een additioneel voordeel van de uitvinding.

Bij voorkeur heeft het steunelement een nagenoeg vlak plaatvormig bovenoppervlak dat onderaan minstens één verstevigingsstructuur heeft om de weerstand tegen doorbuigen van het plaatvormig bovenoppervlak te verhogen. Door het plaatvormig bovenoppervlak kan het steunelement het venstertablet, dat eveneens plaatvormig is, over nagenoeg de volledige afstand tussen het achtersegment en het voorste profiel ondersteunen. Door onder het plaatvormig bovenoppervlak een verstevigingsstructuur te voorzien, kan de weerstand tegen doorbuigen van het steunelement sterk verbeterd worden zonder dat het plaatvormige bovenoppervlak op zichzelf sterker en dus dikker moet zijn. Het plaatvormige bovenoppervlak kan vervaardigd zijn uit een plaat die geplooid is om een L-doorsnede of U-doorsnede te vertonen, waarbij één been van de L-vorm of de twee benen van de U-vorm de verstevigingsstructuur vormt. Alternatief kan minstens één rib onder het plaatvormig bovenoppervlak voorzien worden.

Bij voorkeur bevat het venstertablet twee aparte venstertabletdelen die voorzien zijn om naast elkaar te liggen op het frame, en waarbij het steunelement voorzien is ter plaatse van de grens tussen de twee venstertabletdelen zodat het steunelement de twee venstertabletdelen ondersteunt. Door een venstertablet met twee aparte venstertabletdelen te voorzien die naast elkaar liggen, kan uitzetting van het venstertablet eenvoudig opgevangen worden tussen de twee venstertabletdelen. Meer bepaald kan het venstertablet ter plaatse van zijn perifere zijkanten rechtstreeks of onrechtstreeks vast verbonden worden met de muur, en kunnen de twee venstertabletdelen waaruit het venstertablet voorzien is, uitzetting en krimp opvangen ter plaatse van waar de venstertabletdelen naast elkaar liggen. Omdat de venstertabletdelen naast elkaar liggen op een steunelement, zorgt het steunelement dat elk van de venstertabletdelen ter plaatse van zijn zijde die grenst aan het ander venstertabletdeel ondersteund is.

Bij voorkeur vertonen de twee venstertabletdelen en het bovenoppervlak van het steunelement eenzelfde voorafbepaalde oppervlakteafwerkmg. Bi voorkeur zijn de twee venstertabletdelen en het bovenoppervlak van het steunelement uit eenzelfde materiaal vervaardigd. Wanneer het venstertablet krimpt, ontstaat een spleet tussen de twee venstertabletdelen. Deze venstertabletdelen liggen ter plaatse van hun grens op het steunelement. Door het steunelement visueel hetzelfde te fabriceren als het venstertablet, dit wil zeggen met dezelfde oppervlakteafwerking, zal de visuele impact van de spleet minimaal zijn.

Bij voorkeur is het minstens één steunelement ter plaatse van een voorzijde gelijkvormig aan minstens cen bovenste segment van de neus van het venstertablet zodanig dat het steunelement voorzien is om nauw aan te liggen tegen een binnenzijde van minstens een gedeelte van de neus van het venstertablet. Het effect hiervan heeft twee aspecten. Het eerste aspect heeft betrekking op stevigheid, namelijk door de voorzijde van het steunelement te voorzien van een nagenoeg gelijke vorm als de neus van het venstertablet, zal de neus volledig ondersteund kunnen worden door het steunelement. Het tweede aspect is gerelateerd aan de visuele impact die hierboven is beschreven. Wanneer twee venstertabletdelen naast elkaar liggen ter plaatse van een steunelement, zal de visuele impact minimaal zijn als het steunelement dezelfde vorm heeft als het venstertablet ter plaatse van de neus. Dit effect 1s met name belangrijk als de venstertabletdelen door krimp een spleet vertonen.

Bij voorkeur bevat het frame verder minstens één klikelement dat met het voorste profiel verbonden is om het venstertablet in een montagepositie vast te klikken. Bij voorkeur zijn het klikelement en het venstertablet complementair zodanig dat het klikelement vastgrijpt in de neus van het venstertablet. Door het venstertablet vast te klikken op het frame, zijn schroeven overbodig en is de esthetiek van het venstertablet maximaal behouden.

Bij voorkeur 1s het venstertablet gevormd uit een plaat die ter plaatse van de neus neerwaarts omgeplooid is om een langwerpige kamer te vormen. Bij voorkeur heeft de langwerpige kamer een open zijde naar achter, en waarbij de langwerpige kamer met zijn open zijde over het voorste profiel schuifbaar is tot in een montagepositie. Bij voorkeur bevat het klikelement een neerwaarts uitstekende verende nok die ingedrukt wordt wanneer het venstertablet met zijn open zijde over de nok schuift en die zich minstens gedeeltelijk terug uitstrekt in de langwerpige kamer om zo de neus vast te grijpen. Dit blijkt een economische opbouw waarbij het venstertablet efficiënt vervaardigd kan worden en mooi en stevig kan verbonden worden met een venstertablet frame.

Bij voorkeur is het klikelement minstens gedeeltelijk uit verenstaal of kunststof vervaardigd. Verenstaal of kunststof blijkt geschikt om de klikfunctie te realiseren.

Bij voorkeur is het steunelement vast verbonden met het klikelement. Door het steunelement en het klikelement vast te verbinden, wordt het monteren van het venstertablet op een werf vereenvoudigd. Namelijk het aantal verschillende onderdelen en handelingen wordt gereduceerd omdat het steunelement en het klikelement met elkaar zijn verbonden.

Bij voorkeur bevat het minstens één steunelement minstens twee steunelementen die op een afstand van elkaar geplaatst zijn. Door minstens twee steunelementen op een afstand van elkaar te voorzien kan het venstertablet stabiel en met een zekere continuïteit en/of symmetrie ondersteund worden. Door meerdere steunelementen te voorzien, kunnen verder de zijsegmenten en optioneel ook het achtersegment anders gevormd worden om het venstertablet niet noodzakelijk te ondersteunen.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoermgsvoorbeelden.

In de tekeningen laat : figuur 1 een muur van een gebouw zien waarin de uitvinding geplaatst kan worden; figuur 2 een schematische opbouw zien van een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 3 cen schematische doorsnede zien van cen uitvoermgsvorm van de uitvinding; figuur 4 een eerste perspectief aanzicht van een steunelement zien volgens een uitvoermgsvorm; figuur 5 een tweede perspectief aanzicht van een steunelement zien volgens een uitvoeringsvorm; figuur 6 meerdere uitvoeringsvormen in doorsnede zien; en figuur 7 een perspectief aanzicht zien van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding. In de tekening is aan cenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.

5 Figuur 1 toont een buitenschil van een gebouw. De buitenschil is typisch opgebouwd uit een binnenmuur 1 en een buitenmuur 2 die op een afstand van elkaar opgetrokken worden. Deze afstand wordt de spouw 3 genoemd. De spouw 3 kan een luchtlaag zijn, kan door isolatiemateriaal gevormd worden, of een combinatie daarvan. De binnenmuur 1 en de buitenmuur 2 kunnen elk uit verschillende soorten materiaal vervaardigd worden. Zo kunnen binnenmuur en buitenmuur 1, 2 uit steen gemaakt worden, waarbij voor de buitenmuur typisch voor een gevelsteen gekozen wordt terwijl voor een binnenmuur typisch voor een goedkope steen gekozen wordt. Alternatief kan de binnenmuur uit hout opgebouwd worden. Ook de buitenmuur kan uit hout opgebouwd worden, waarbij het hout dan typisch bekleed wordt of behandeld wordt zodat het tegen verschillende weersomstandigheden bestand is. Verder alternatief kan de buitenmuur 2 gevormd zijn door een pleisterlaag. De vakman zal begrijpen dat verschillende mogelijkheden en combinaties mogelijk zijn. De voorbeelden die hierboven gegeven zijn, zijn daarom niet beperkend voor de uitvinding en dienen slechts ter illustratie daarvan.

Recente trends en evoluties in het kader van isolatie en luchtdicht bouwen maken het voordelig om ramen en deuren te plaatsen op de binnenmuur. Plaatsen op de binnenmuur is gedefinieerd als de belangrijkste verbinding tussen het raam en/of deur en de muur zich bevindt tussen laatstgenoemde en de binnenmuur. Hierdoor wordt het raam en/of de deur bevestigd met, en gedragen door de bmnenmuur. Het rechtstreekse gevolg hiervan is dat de opening 4 die voorzien wordt in de binnenmuur 1 maatgevend is voor het raam. Een verder gevolg is dat de opening in de buitenmuur 2 moet vervaardigd worden in functie van de opening in de binnenmuur 1, en in functie van het raam dat daarin geplaatst wordt. Dit wordt hieronder verder toegelicht. Wanneer het raam of de deur op de binnenmuur 1geplaatst is, is aansluiten van een luchtdichte folie die deel uitmaakt van de binnenmuur 1 eenvoudiger. Ook blijkt de isolatie beter.

In de verdere beschrijving zal de uitvinding uitgelegd worden met betrekking tot een raam. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvindmg op volledig analoge wijze toepasbaar is in cen bredere context. Voor het plaatsen van cen raam wordt een opening gemaakt in de buitenmuur en in de binnenmuur. In een dergelijke opening wordt een afwerking geplaatst, bijvoorbeeld een raam, deur, poort, luik, esthetisch frame of element of een combinatie daarvan. Voor het afwerken van een onderzijde van de opening in de muur, is de uitvmding toepasbaar. De uitvinding is daarbij, hoewel in het bijzonder ontwikkeld voor een raam en meest frequent toegepast bij een raam, niet beperkt tot een raam.

Wanneer het raam op de binnenmuur 1 geplaatst wordt, wordt typisch eerst de binnenmuur 1 opgetrokken met de opening 4 daarm voorzien. Deze opening 4 wordt opgemeten, waama een raam gefabriceerd wordt op maat van de opening 4. Dit wordt bedoeld in deze beschrijving wanneer gezegd wordt dat de opening in de binnenmuur maatgevend is voor het raam. Het raam 4 wordt geplaatst, waarna de exacte afmetingen en positie van het buitenste venstertablet kunnen bepaald worden. Om goede afwatering te garanderen, wordt het buitenste venstertablet typisch licht hellend gevormd, waarbij het venstertablet afwatert in een richting weg van het raam. Deze hellingshoek is vooraf bepaald. Hierdoor kan water en vuil via het venstertablet afgevoerd worden naar een buitenzijde van de buitenmuur 2. De opening die m de buitenmuur 2 moet voorzien worden, moeten rekening houden met enerzijds de definitieve breedte van het venstertablet, alsook met de optimale hellingshoek van het venstertablet. In de praktijk is het moeilijk voor bouwlieden om correct op voorhand in te schatten wat de grootte en positie van de opening in de buitenmuur 2 is. Daarom wordt in de praktijk vaak het venstertablet geplaatst, waarna de buitenmuur 2 verder opgetrokken wordt rondom het venstertablet zodat de opening in de buitenmuur 2 optimaal gevormd wordt. Het voordeel hiervan is dat de opening in de buitenmuur 2 correct gevormd wordt. Echter het nadeel is dat het venstertablet kan beschadigd geraken door werkmannen die de buitenmuur 2 verder optrekken. Ook het plaatsen van het venstertablet is moeilijk omdat de buitenmuur nog niet gevormd 1stot op de gewenst hoogte bij plaatsing.

Figuur 2 toont een binnenmuur 1 en een buitenmuur 2 die op een afstand van elkaar voorzien zijn, welke afstand de spouw 3 vormt. Verder toont Figuur 2 een raam 5 dat gevormd is om in een opening (niet weergegeven in figuur 5) van de binnenmuur 1 geplaatst te worden. Aan de buitenzijde van het raam 5, ter plaatse van de onderzijde van het raam 5, wordt een frame voorzien met een achtersegment 23, twee zijsegmenten 7 en een voorste profiel 24. Dit frame wordt voorzien van een folie 27. De folie wordt met elk van het achtersegment 23, de zijsegmenten 7 en het voorste profiel 24 verbonden. De folie 27 zorgt ervoor dat water naar de buitenzijde van de buitenmuur wordt afgeleid. De folie 27 wordt bij voorkeur uit één stuk voorzien en verbonden met het achtersegment 23, de zijsegmenten 7 en het voorste segment 24. Daarmee strekt de folie 27 zich uit over een oppervlakte die groter is dan de oppervlakte van het venstertablet 6. Het gevolg is dat wanneer water achter het venstertablet en/of onder het venstertablet zou terecht komen, dit alsnog door de folie 27 opgevangen wordt en naar de buitenzijde van de buitenmuur 2 afgevoerd wordt. De folie 27 vormt daarmee een tweede fysieke barrière voor water, vocht en vuil. Het venstertablet zelf vormt de eerste barrière. De tweede barrière is gepositioneerd, de werking van het venstertabletsamenstel beschouwend, na het venstertablet dat de eerste barrière vormt.

De zijsegmenten 7 uit Figuur 2 kunnen vaste zijsegmenten zijn, of kunnen zijsegmenten zijn met een aanpasbare lengte zoals beschreven en getoond in BE1026389. Door het voorzien van zijsegmenten 7 met een aanpasbare lengte, zijn de hierin beschreven voordelen en mogelijkheden combineerbaar met het voordeel van deze uitvinding. Verder is de manier waarop de folie 27 verbonden is met de zijsegmenten beschreven en getoond in BE1026389.

Figuur 3 toont een doorsnede van de binnenmuur 1 en het raam 5 om een voorkeursverbindmg van de folie 27 met het achtersegment 23 te illustreren. Het achtersegment 23 strekt zich bij voorkeur minstens gedeeltelijk uit onder het raam 5, en de folie 27 wordt bij voorkeur over de volledige breedte van het raam 5 tussen het achtersegment 23 en het raam 5 geklemd. Hierdoor zal water dat aan een buitenzijde tegen het raam slaat en langs het raam naar beneden stroomt, en voorbij het venstertablet zou sijpelen, altijd op de folie 27 terechtkomen, omdat de folie geklemd zit tussen het raam 5 en het achtersegment 23. Hierdoor wordt een gegarandeerde correcte afwatering ter plaatse van het raam bekomen. Deze gegarandeerde correcte afwatering staat los van hoe het venstertablet aansluit tegen het raam. Een goede aansluiting van het venstertablet 6 tegen het raam 5 en/of tegen het achtersegment 23 zal ervoor zorgen dat wenig of geen water op de folie 27 terechtkomt. Deze aansluiting vormt samen met het venstertablet zelf de eerste barrière. Deze aansluiting van het venstertablet 6 met het raam 5 en/of het achtersegment 23 is echter niet meer kritiek om water uit de spouw 3 te houden. Dit blijkt m de praktijk een groot voordeel.

Figuur 3 toont verder hoe het venstertablet 6 ter plaatse van het raam 5 via cen hulpprofiel 23 gepositioneerd kan worden. Figuur 3 toont ook hoe een steunplaat 22 voorzien wordt om de folie 27 te ondersteunen. Deze steunplaat 22 strekt zich uit tussen het achtersegment 23 en het voorste profiel 24 van het frame.

Figuur 3 toont schematisch het voorste profiel 24 en toont verder een steunelement dat enerzijds verbonden is met het voorste profiel 24 en anderzijds verbonden is met het achtersegment 23. Het achtersegment 23 heeft een gleuf voor het opnemen van het venstertablet 6. Het steunelement 30 is bij voorkeur in dezelfde gleuf geplaatst om verbonden te zijn met het achtersegment 23. Ter plaatse van het voorste profiel, rust het steunelement 30 bij voorkeur op het 30 voorste profiel. Daarbij kan het steunelement met het voorste profiel verbonden worden door middel van een schroef of bout. Het venstertablet 6 kan over het steunelement 30 geschoven worden, zoals geïllustreerd is met de stippellijnen tussen de getoonde niet gemonteerde positie en een in figuur 3 niet getoonde, gemonteerde positie. De gemonteerde positie is getoond in figuu 6. In de gemonteerde positie grijpt de achterste rand van het venstertablet 6 in de gleuf van het achtersegment 23. De neus van het venstertablet 6 heeft een langwerpige kamer 9 met een open zijde 10 naar achter. Via de open zijde 10 kan het venstertablet over de voorkant van het steunelement 30 en minstens gedeeltelijk over het voorste profiel 24 gedrukt worden. Bij deze beweging zal het klikelement 33, hieronder verder besproken, gedeeltelijk ingedrukt worden om minstens gedeeltelijk terug uit te klikken in de neus van het venstertablet 6. Op die manier grijpt het klikelement 33 in de langwerpige kamer 9 in de gemonteerde positie van het venstertablet 6, zodanig dat het venstertablet 6 vastgehouden wordt. Figuur 4 toont een detailaanzicht van een steunelement 30 en een klikelement 33. In de getoonde figuur is het steunelement 30 vast verbonden met het klikelement 33. De vakman begrijpt dat het steunelement en het klikelement ook als aparte onderdelen kunnen voorzien worden om op verschillende plaatsen en m verschillende aantallen gemonteerd te worden in het venstertabletsamenstel. Het steunelement 30 heeft een bovenoppervlak 31 dat voorzien is van een verstevigmgsstructuur 32. Het bovenoppervlak is bij voorkeur vlak om toe te laten dat een venstertablet 6 m gemonteerde toestand nagenoeg het gehele bovenoppervlak 31 raakt. De verstevigmesstructuur 32 is aan een onderzijde van het steunelement 30, tegenover het bovenoppervlak 31 voorzien. In figuur 4 is de verstevigingsstructuur 32 gevormd door het neerwaarts plooien van cen gedeelte van het steunelement 30. Daarmee vormen het bovenoppervlak en de verstevigmgsstructuur één geheel, en kunnen ze eenvoudig gevormd worden uit een plaatmateriaal. Alternatief kan een bovenoppervlak gevormd zijn met centraal onder het bovenoppervlak een verstevigmgsrib die gelijmd of gelast of anders verbonden is met het bovenoppervlak van het steunelement 30. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4 en 5 is het steunelement U-vormig geplooid, waarbij de twee benen van U de verstevigingsstructuur 32 vormen, terwijl het centrale gedeelte het bovenoppervlak 31 vormt. De vakman begrijpt dat ook een L-vorm gebruikt kan worden.

Figuur 4 toont verder hoe het klikelement 33 in een tegenovergestelde richting _ uitsteekt dan het bovenoppervlak 31. Daarmee kan het klikelement 33 neerwaarts in een neus van het venstertablet grijpen terwijl het venstertablet tegen het bovenoppervlak 31 aanleunt. Figuur 4 toont het steunelement 30, samen met het klikelement 33 in een rechte positie ofwel een oriëntatie waarin het steunelement en het klikelement ingebouwd kunnen worden. Figuur 5 toont het steunelement 30 los van het klikelement 33 en in een omgedraaide toestand, ondersteboven.

Figuur 5 toont hoe het steunelement 30 geplooid kan zijn uit een plaatvormig stuk materiaal. Daarbij toont figuur 5 hoe naast de verstevigingsstructuur 32 die het bovenoppervlak 31 in de lengterichting ondersteunen, eveneens een neus geplooid is aan het steunelement 30. Het voordeel van deze neus is hieronder verder toegelicht. In figuur 5 is het klikelement 33 apart weergegeven. Het klikelement 33 1s bij voorkeur vervaardigd uit verenstaal. Verenstaal 1s staal dat bekend is om een elastische vervorming toe te laten zonder daarbij noemenswaardig plastisch te vervormen. Een ander materiaal dan verenstaal dat gelijkaardige eigenschappen heeft, kan ook gebruikt worden. Ook kan een ander mechanisme gebruikt worden om hetzelfde doel te behalen, bijvoorbeeld een nok die schamiert en die door een bladveer of springveer of trekveer in zijn klempositie gedrukt wordt. In figuur 5 is een uitvoering getoond waarbij de voorzijde van het steunelement voorzien is van een korte neus. Een korte neus wil zeggen dat de neus slechts voorzien is om aan te liggen tegen minder dan een bovenste helft van de neus van het venstertablet. Een dergelijke uitvoering is in het bijzonder geschikt wanneer het steunelement volledig onder een venstertablet of venstertabletdeel gemonteerd wordt, en dus na montage van het venstertablet het steunelement volledig aan het zicht onttrokken is.

In de figuren is een klikelement 33 gevormd als een nok die beweegbaar is ten opzichte van het klikonderdeel 34. Het gehele klikonderdeel 34 is bij voorkeur vervaardigd uit verenstaal, waarbij de nok 33 geplooid is om te bewegen ten opzichte van het basisonderdeel 34. Het klikonderdeel 34 kan dan verbonden worden met het steunelement 30, bij voorkeur door verbinding met de verstevigmgsstructuur 32. De vakman begrijpt dat alternatieve uitvoeringen eveneens mogelijk zijn. Zo zal mogelijk zijn om het gehele steunelement 30, zoals getoond in figuren 4 en 5, te vervaardigen uit verenstaal, waarbij het klikelement 33 rechtstreeks geïntegreerd is in het steunelement 30. Het bovenoppervlak van een dergelijk steunelement kan dan door een verenstaal gevormd worden, of kan gevormd worden door het bekleden van het steunelement met een extra afwerkingslaag. Door een extra bovenoppervlak afwerkingslaag te voorzien, kan de visuele indruk mclusief de kleur, textuur, het materiaal en/of de vorm van het bovenoppervlak afgestemd worden op, bij voorkeur gelijk gekozen worden aan, het oppervlak van het venstertablet 6. Het voordeel hiervan wordt hieronder beschreven.

Figuren 4 en 5 tonen dat de verstevigingsstructuur 32 begint op een afstand van de achterste rand van het steunelement 30. Hierdoor is de achterkant van het steunelement 30 nagenoeg volledig vlak, zodanig dat het in de gleuf van het achtersegment 23, getoond m figuur 3, kan opgenomen worden. Een verder voordeel hiervan is dat het steunelement 30 kan ingekort worden afhankelijk van de diepte van het venstertablet. Niet alle venstertabletten hebben dezelfde diepte, en door het inkorten van het steunelement 30 kan de lengte van het steunelement eenvoudig gelijk gemaakt worden aan de diepte van het venstertablet 6.

Figuur 6 toont cen doorsnede van het venstertabletsamenstel ter plaatse van een steunelement 30. Daarbij tonen figuren 6A en 6B twee verschillende vormen van venstertabletten 6. Met name de neus van de venstertabletten uit figuren 6A en 6B zijn verschillend gevormd. In figuur 6A heeft het venstertablet 6 een afgeronde neus. In figuur 6B heeft een venstertablet 6 een eerder gehoekte neus.

Figuur 6 toont hoe ter plaatse van het achtersegment 23 het venstertablet 6 en het steunelement samen in een gleuf zitten.

Ter plaatse van de neus 1s het bovenoppervlak 31 van het steunelement gelijk gevormd aan de neus van het venstertablet.

Met andere woorden heeft minstens het bovenste segment van de neus van het venstertablet 6 dezelfde vorm als de voorkant van het steunelement 30. Het gevolg hiervan is dat minstens een bovenste segment, bij voorkeur minstens de bovenste helft van de neus van het venstertablet nauw aanleunt tegen het steunelement en daardoor verstevigd wordt.

Een verder voordeel ontstaat wanneer het venstertablet 6 uit meerdere delen bestaat, zoals hieronder en in figuur 7 wordt toegelicht.

Wanneer de meerdere delen, ten gevolgde van uitzetting of ten gevolge van maaktoleranties, een spleet vertonen tussen de venstertabletdelen, zal het bovenoppervlak van het steunelement zichtbaar worden.

Wanneer dit steunelement nauw aanleunt tegen het venstertablet, en met name wanneer het bovenoppervlak een zelfde visuele indruk mclusief kleur, textuur, materiaal en/of andere visuele eigenschappen heeft, het visuele effect van de spleet geminimaliseerd zijn.

In figuur 6A heeft de voorzijde van het steunelement 30 daarom een ronde vorm.

In figuur 6B heeft de voorzijde van het steunelement een hoekvorm.

De vakman begrijpt dat verschillende vormen van venstertablet op deze manier kunnen vervaardigd en in het samenstel geïntegreerd worden.

In figuren 6A en 6B is een uitvoering getoond waarbij de voorzijde van het steunelement voorzien is van een lange neus.

Een lange neus wil zeggen dat de neus voorzien is om aan te liggen tegen meer dan een bovenste helft van de neus van het venstertablet.

Een dergelijke uitvoering is in het bijzonder geschikt wanneer het steunelement geplaatst wordt tussen twee venstertabletdelen, en dus na montage gedeeltelijk zichtbaar is via de spleet tussen de venstertabletdelen.

Daarbij zal duidelijk zijn dat de lange neus bij voorkeur niet langer is dan de grootte van de open zijde 10 zodat het venstertablet vlot over het steunelement kan geschoven worden bij plaatsing.

Het venstertablet 6 is bij voorkeur gevormd als een plaat die neerwaarts omgeplooid is, waarbij de plooi de neus van het venstertablet vormt.

Doordat de neus van het venstertablet gevormd is door een plooi ontstaat een langwerpige kamer 9 ter plaatse van de neus.

Zoals getoond in figuur 3 opent de langwerpige kamer 9 naar achter, dit is in figuur 3 aangeduid met pijl 10. De neus van het venstertablet 6 heeft bij voorkeur een afdrupzone.

Dit wil zeggen dat ter plaatse van de onderkant van het venstertablet 6, een laagste punt aanwijsbaar is, typisch op een afstand van de buitenmuur 2. In de langwerpige kamer 9 kan water opgevangen worden, bijvoorbeeld via de folie die hierboven beschreven is.

Dit water kan afdruppen ter plaatse van de neus van het venstertablet 6. Hiertoe is het venstertablet bij voorkeur voorzien van één of meerdere openingen in de langwerpige kamer om uitstroom van water toe te laten.

Een verder voordeel van de afdrupneus is dat het klikelement 33 aan de binnenkant m de afdrupneus kan grijpen om zo het venstertablet 6 vast te houden. Figuren 6A en 6B illustreren hoe dit uitgevoerd kan worden. Meer bepaald is het klikelement 33 zo gevormd en verbonden met het voorste profiel 24 dat het klikelement 33 zich voor het voorste profiel 24 minstens gedeeltelijk neerwaarts uitstrekt. Het gevolg is dat wanneer een venstertablet over het steunelement gemonteerd wordt, dit venstertablet met zijn open zijde 10 het klikelement 33 minstens gedeeltelijk mdrukt om, wanneer de neus over het klikelement 33 geplaatst 1s, het klikelement terug uit klikt om zo het venstertablet 6 vast te houden.

Figuur 7 toont cen uitvoeringsvorm waarm twee venstertabletdelen 6a en 6b ter plaatse van een raam 5 geplaatst worden. Het raam 5 is voorzien van het frame met het achtersegment 23, zijsegmenten 7, voorste profiel 24 en drie steunelementen 30. In figuur 7 is één centraal steunelement 30 voorzien dat breder is dan twee perifere steunelementen 30. Ter plaatse van het centrale steunelement, in gemonteerde toestand bij voorkeur ongeveer centraal boven het centrale steunelement, grenzen venstertablet 6a en 6b aan elkaar. Het centrale steunelement is daarom voorzien van twee klikelementen 33 voor het vasthouden van venstertablet 6a en venstertablet 6b. De perifere steunelementen zijn slechts enkel uitgevoerd, dit wil zeggen met slechts één klikelement 33.

Figuur 7 illustreert verder dat het raam voorzien kan worden van cen scherminrichting van schermgeleiders 11. In figuur 7 zijn de venstertabletdelen 6a en 6b nog niet gemonteerd op het frame. Dit laat toe om de buitenmuur af te werken, bijvoorbeeld door het opmetsen van de muur of door het pleisteren en/of verven van de muur. Het afwerken van de muur kan nooit het venstertablet 6 beschadigen omdat het venstertablet 6 nog niet gemonteerd is bij het afwerken van de muur. Pas nadat de muur afgewerkt is, worden venstertabletdelen 6a en 6b geplaatst door het schuiven over het frame met de steunelementen 30. Alternatief kan het venstertablet 6 wel reeds geplaatst worden voordat de buitenmuur finaal afgewerkt wordt.

De venstertabletdelen 6a en 6b kunnen vastgeklikt worden, zoals hierboven beschreven en geïllustreerd. Het centrale steunelement 30 zit enerzijds onder venstertabletdeel 6a en anderzijds onder venstertabletdeel 6b. Elk van de venstertabletdelen 6a en 6b kan ter plaatse van een zijsegment 7 met andere middelen dan enkel het klikelement vastgezet worden. Met andere woorden wordt de zijkant van het venstertablet 6 vastgezet ten opzichte van de muur, zodanig dat het venstertablet 6 ter plaatse van de muur niet beweegt. Bewegen van het venstertablet ten opzichte van de muur kan scheuren of barsten veroorzaken aan de muur. Dit is ongewenst. Om uitzetting van het venstertablet 6 te kunnen opvangen, wordt het venstertablet uit twee delen 6a en 6b gemaakt, die centraal ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Met andere woorden zullen venstertabletten 6a en 6b centraal tegen elkaar liggen wanneer het materiaal van het venstertablet maximaal uitgezet is. Wanneer materiaal krimpt, bijvoorbeeld ten gevolge van een koude temperatuur, zal een spleet ontstaan tussen venstertabletdeel 6a en 6b. Deze spleet manifesteert zich typisch ter plaatse van het centrale steunelement 30. Hierdoor wordt het centrale steunelement 30 minstens gedeeltelijk zichtbaar. Wanneer de oppervlakteafwerking van het bovenoppervlak van het steunelement 30 gelijk is aan de oppervlakteafwerking van het venstertablet, is de visuele impact van de spleet minimaal. Met andere woorden zal de spleet nauwelijks zichtbaar zijn. In deze situatie is het verder voordelig wanneer de voorkant van het steunelement 30 nagenoeg gelijkvormig is aan de neus van het venstertablet 6a en 6b. Dit vermmdert verder de visuele impact van de spleet tussen de venstertabletdelen 6a en 6b. De vakman begrijpt dat de perifere steunelementen 30 getoond in figuur 7 weggelaten kunnen worden. Ter plaatse van de zijsegmenten 7 zouden klikelementen kunnen voorzien worden voor het vasthouden van het venstertablet. Verder alternatief worden de venstertabletdelen 6a en 6b ter plaatse van de zijsegmenten vastgeschroefd, bijvoorbeeld aan een onderzijde, om de positie van het venstertablet ten opzichte van het zijsegment vast te zetten. Ter plaatse van het centrale steunelement 30 kan dan uitzetting en krimp opgevangen worden. Verder alternatief kan het steunelement 30 en/of het klikelement 33 geïntegreerd worden in de zijsegmenten 7 om het venstertablet 6 ter plaatse van de zijsegmenten vast te houden, te positioneren en/of te ondersteunen.

Op basis van figuur 7 en de beschrijving hierboven begrijpt de vakman dat een venstertablet 6 ook uit drie of meerdere delen kan gevormd worden. Wanneer een venstertablet 6 uit meerdere delen gevormd is, is de grootte van de meerdere spleten tussen de venstertabletdelen bij voorkeur ongeveer gelijk. Dit wil zeggen dat uitzetting naar de verschillende spleten eenzelfde uitwerking heeft. Hiertoe zal bij voorkeur minstens het middelste venstertabletdeel voorzien worden van een schroefje nagenoeg in het midden om uitwerking van uitzetting naar beide zijkanten van het venstertabletdeel gelijk te houden.

Omdat de folie 27 verbonden wordt met het frame van het venstertablet, kan de folie geplaatst worden voordat het venstertablet zelf geplaatst wordt. Dit heeft de hierboven beschreven voordelen. Meer bepaald kan het raam 5 geplaatst worden op de binnenmuur, kan de opening ter plaatse van de buitenmuur met optimale afmetingen en op een optimale positie gevormd worden, door de zijsegmenten van het frame van het venstertabletsamenstel. Ook kan de bekisting die de spouw afdekt vervaardigd worden, al dan niet met schermgeleiders 11, en kan een folie geplaatst worden en verbonden worden met het frame van het venstertabletsamenstel om de spouw 3 ter plaatse van de onderzijde van de opening 4 waterdicht af te werken. Daarna, als nagenoeg laatste stap, kan het venstertablet 6 geplaatst worden. Het venstertabletsamenstel zoals hierboven beschreven laat daarmee toe op eenvoudige en efficiënte wijze een raam correct te plaatsen op de binnenmuur en correct af te werken inclusief zorgen voor correcte afwatering. Daarmee voorziet het venstertabletsamenstel in een oplossing voor veelvoorkomende praktische problemen.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden.

Daarbij 1s de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoermgsvormen.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten.

De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (14)

Conclusies

1. Venstertabletsamenstel bevattende een frame (26) en een venstertablet (6), waarbij het samenstel voorzien is om zich over een buitenmuur (2) en minstens een gedeelte van een spouw (3) uit te strekken, waarbij het frame minstens een achtersegment (23) en twee zijsegmenten (7) bevat die voorzien zijn om het venstertablet te positioneren ter plaatse van zijn achterkant en ter plaatse van zijn zijkanten, respectievelijk, waarbij het frame verder een voorste profiel (24) bevat voor het positioneren van een voorkant van het venstertablet en waarbij het venstertablet ter plaatse van de voorkant voorzien is van een neus, waarbij het frame verder minstens één steunelement (30) heeft dat voorzien is om, op een afstand van de zijsegmenten, met het achtersegment en met het voorste profiel verbonden te zijn, waarbij het steunelement een bovenoppervlak (31) heeft dat voorzien is om het venstertablet te ondersteunen ter plaatse van een middenzone.

2. Venstertabletsamenstel volgens conclusie 1, waarbij het steunelement een nagenoeg vlak plaatvormig bovenoppervlak (31) heeft dat onderaan minstens één verstevigingsstructuur (32) heeft om de weerstand tegen doorbuigen van het plaatvormig bovenoppervlak te verhogen.

3. Venstertabletsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het venstertablet twee aparte venstertabletdelen (6A, 6B) bevat die voorzien zijn om naast elkaar te liggen op het frame, en waarbij het steunelement voorzien 1s ter plaatse van de grens tussen de twee venstertabletdelen zodat het steunelement de twee venstertabletdelen ondersteunt.

4. Venstertabletsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de twee venstertabletdelen (6A, 6B) en het bovenoppervlak van het steunelement eenzelfde voorafbepaalde oppervlakteafwerking vertonen.

5. Venstertabletsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de twee venstertabletdelen (6A, 6B) en het bovenoppervlak van het steunelement uit eenzelfde materiaal vervaardigd zijn.

6. Venstertabletsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het minstens één steunelement (30) ter plaatse van een voorzijde gelijkvormig is aan minstens een bovenste segment van de neus van het venstertablet zodanig dat het steunelement voorzien is om nauw aan te liggen tegen cen binnenzijde van minstens een gedeelte van de neus van het venstertablet.

7. Venstertabletsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame verder minstens één klikelement (33) bevat dat met het voorste profiel verbonden is om het venstertablet in een montagepositie vast te klikken.

8. Venstertabletsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij het klikelement en het venstertablet complementair zijn zodanig dat het klikelement vastgrijpt in de neus van het venstertablet.

9. Venstertabletsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies 7-8, waarbij het venstertablet gevormd is uit een plaat die ter plaatse van de neus neerwaarts omgeplooid is om een langwerpige kamer (9) te vormen.

10. Venstertabletsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij de langwerpige kamer een open zijde (10) heeft naar achter, en waarbij de langwerpige kamer met zijn open zijde over het voorste profiel schuifbaar is tot in een montagepositie.

11. Venstertabletsamenstel volgens de voorgaande conclusie, waarbij het klikelement (33) een neerwaarts uitstekend verende nok bevat die ingedrukt wordt wanneer het venstertablet met zijn open zijde over de nok schuift en die zich minstens gedeeltelijk terug uitstrekt in de langwerpige kamer om zo de neus vast te grijpen.

12. Venstertabletsamenstel volgens één van de conclusies 7-11, waarbij het klikelement minstens gedeeltelijk uit verenstaal of kunststof vervaardigd 1s.

13. Venstertabletsamenstel volgens één van de conclusies 7-12, waarbij het steunelement vast verbonden 1s met het klikelement.

14. Venstertabletsamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het minstens één steunelement minstens twee steunelementen bevat die op een afstand van elkaar geplaatst zijn.