BE1028094B1 - Klimaatkamer - Google Patents

Abstract

Klimaatkamer voorzien om opgebouwd te worden op een ondergrond, bevattende een plafondconstructie en meerdere opstaande wanden die zich tussen de ondergrond en de plafondconstructie uitstrekken teneinde een ruimte nagenoeg luchtdicht af te bakenen, waarbij de plafondconstructie een holte heeft waarin een luchtbehandelingsmodule bevattende minstens één van een temperatuurregelmodule, vochtregelmodule en filtermodule voorzien is, waarbij de plafondconstructie minstens één luchtuitblaasopening heeft en waarbij de opstaande wanden luchtkanalen hebben die zich uitstrekken van een luchtaanzuigopening in een onderste zone van de opstaande wand naar de holte, één en ander zodanig dat lucht doorheen de luchtbehandelingsmodule van de luchtaanzuigopeningen naar de luchtuitblaasopeningen transporteerbaar is teneinde lucht in de ruimte te circuleren en te behandelen, daardoor gekenmerkt dat de plafondconstructie en opstaande wanden gevormd zijn als afzonderlijke panelen die in gemonteerde toestand de ruimte vormen.

Description

Klimaatkamer De uitvinding heeft betrekking op een klimaatkamer. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een klimaatkamer.

Een klimaatkamer is opgebouwd op een ondergrond met een plafondconstructie en met meerdere opstaande wanden die zich tussen de ondergrond en de plafondconstructie uitstrekken. Hiermee wordt een ruimte nagenoeg luchtdicht afgebakend. De plafondconstructie heeft een holte waarin een luchtbehandelingsmodule bevattende minstens één van een temperatuursregelmodule, vochtregelmodule en filtermodule voorzien is. De plafondconstructie heeft minstens één luchtuitblaasopening en de opstaande wanden hebben luchtkanalen die zich uitstrekken van een luchtaanzuigopening in een onderste zone van de opstaande wand naar de holte, een en ander zodanig dat lucht doorheen de luchtbehandelingsmodule van de luchtaanzuigopeningen naar de luchtuitblaasopeningen transporteerbaar is teneinde lucht in de ruimte te circuleren en behandelen.

Een dergelijke klimaatkamer is bekend uit EP 2 820 356. Hierin is een opbouw van een klimaatkamer beschreven die toelaat om een ruimte optimaal te conditioneren. In de context van deze beschrijving zal duidelijk zijn dat een klimaatkamer een kamer of ruimte is waarin minstens één aspect van het klimaat geconditioneerd wordt. In de praktijk worden dergelijke klimaatkamers, vooral wanneer er filtermodules ingebouwd worden, ook cleanrooms genoemd. Cleanrooms bestaan in verschillende types, afhankelijk van welke soorten filters gebruikt worden.

Een voordeel van de bekende opbouw is dat op een kostenefficiënte manier een goede luchtcirculatie kan bekomen worden in een kamer. Luchtaanzuigopeningen zitten in een onderste segment van de muren zodat lucht onderaan in de kamer aangezogen wordt. De — luchtaanzuigopeningen zijn voorzien in luchtkanalen die zich uitstrekken tot bij de holte zodanig dat lucht uit de ruimte kan aangezogen worden en tot in de holte kan stromen. Luchtuitblaasopeningen zitten in het plafond zodat lucht vanuit de holte in de ruimte kan uitgeblazen worden. Zo wordt een neerwaartse luchtstroom gecreëerd in de kamer die uiterst voordelig is in cleanrooms. Een verder voordeel is dat in de plafondconstructie een holte gevormd is, die ook een plenum genoemd wordt, waarin de luchtbehandelingsmodules geplaatst zijn. Werken met een holte of plenum die gekoppeld is met luchtkanalen die zich ter plaatse van de wanden bevinden, laat een eenvoudige opbouw van de klimaatruimte toe.

Een nadeel van de gekende cleanrooms is dat de tijd die nodig is om de klimaatkamer op te bouwen groot is. Ook is een grote vakkennis nodig voor het installeren van de verschillende technische modules in de kamer. Hierdoor is een klimaatkamer duur.

° BE2020/5125 Het is een doel van de uitvinding om een klimaatkamer goedkoper te maken. Hiertoe voorziet de uitvinding in een klimaatkamer die daardoor gekenmerkt is dat de plafondconstructie en opstaande wanden gevormd zijn als afzonderlijke panelen die in gemonteerde toestand de ruimte vormen.

De klimaatkamer volgens de uitvinding is opgebouwd met meerdere afzonderlijke panelen. Anders gezegd kan de ruimte gecreëerd worden door het monteren van de afzonderlijke panelen. De klimaatkamer volgens de uitvinding kan daarom ook modulaire cleanroom genoemd worden. De klimaatkamer wordt typisch als box-in-a-box principe aangeboden. Alternatief kan de klimaatkamer als op zichzelf staand tijdelijk gebouw worden voorzien. Elk van de panelen is vooraf voorzien van de nodige, vereiste en gewenste technische kenmerken, onderdelen en modules. De modules kunnen vooraf gemonteerd zijn ofwel zodanig voorzien zijn dat ze bij opbouwen van de klimaatkamer kunnen geplaatst worden. In laatstgenoemde geval kunnen de panelen voorzien zijn van voorbereidingen voor modules. Zo zullen aan of in de panelen die de opstaande wanden vormen de luchtkanalen aanwezig zijn, alsook een koppeling aanwezig zijn voor het operationeel verbinden van de luchtkanalen met de holte. Op dezelfde manier zullen de panelen die de plafondconstructie vormen vooraf voorzien zijn van de holte, van aansluitingen voor de luchtkanalen en van de luchtbehandelingsmodules. De vakman begrijpt dat het met elkaar verbinden van de afzonderlijke panelen een noemenswaardig minder specialistische kennis vereist dan wanneer de luchtbehandelingsmodule op zichzelf moet geïnstalleerd worden. Ook zal de vakman begrijpen dat de tijd die nodig is om afzonderlijke panelen ten opzichte van elkaar te plaatsen noemenswaardig sneller gaat wanneer de panelen reeds voorgevormd zijn, in vergelijking met het installeren van de verschillende technische onderdelen van de klimaatkamer in een vooraf voorziene ruimte. Daardoor zal het opbouwen van de klimaatkamer volgens de uitvinding noemenswaardig sneller kunnen, en met een noemenswaardig beperktere kostprijs dan het opbouwen van de bestaande klimaatkamer. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een klimaatkamer, bevattende: - aanvoeren van afzonderlijke panelen die voorzien zijn om op een ondergrond een plafondconstructie en opstaande wanden te vormen; - monteren van de afzonderlijke panelen teneinde een ruimte nagenoeg luchtdicht te vormen, waarbij de plafondconstructie een holte heeft waarin een luchtbehandelingsmodule bevattende minstens één van een temperatuurregelmodule, vochtregelmodule en filtermodule voorzien is, waarbij de plafondconstructie minstens één luchtuitblaasopening heeft en waarbij de opstaande wanden luchtkanalen hebben die zich uitstrekken van een luchtaanzuigopening in een onderste zone van de opstaande wand naar de holte, één en ander zodanig dat lucht doorheen de luchtbehandelingsmodule van de luchtaanzuigopeningen naar de luchtuitblaasopeningen transporteerbaar is teneinde lucht in ruimte te circuleren en te behandelen; - in werking stellen van de ruimte als klimaatkamer door het inschakelen van de luchtbehandelingsmodule.

Op basis van de uitleg hierboven zal de vakman begrijpen dat het opbouwen van cen klimaatruimte uit vooraf gevormde afzonderlijke panelen noemenswaardig sneller gaat en koste efficiënter is dan wanneer de verschillende technische elementen op locatie in een ruimte moeten geïnstalleerd worden.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn opgenomen in afhankelijke conclusies en worden hieronder in detail beschreven.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekeningen laat: figuur 1 een klimaatkamer zien volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 een set afzonderlijke panelen zien voor het vormen van de klimaatkamer uit figuur 1; en figuur 3 een bovenaanzicht zien van een klimaatkamer volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.

Figuur 1 toont een klimaatkamer 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. De klimaatkamer 1 bevat een vloerconstructie 3, een plafondconstructie 4 en meerdere opstaande wanden 5. Opstaande wanden 5 strekken zich uit tussen de vloerconstructie 3 en de plafondconstructie 4. Hierdoor wordt een ruimte 2 afgebakend door de combinatie van de vloerconstructie 3, de plafondconstructie 4 en de wanden 5. Figuur 1 illustreert hoe elk van de vloerconstructie 3, plafondconstructie 4 en wanden 5 gevormd zijn door afzonderlijke panelen. Daarbij is elk van de afzonderlijke panelen voorzien van een frame of structuur waarin of waarmee de verschillende structurele en technische onderdelen van de panelen samen gehouden worden.

Elk van de afzonderlijke panelen is verder voorzien om verbonden te worden met verdere panelen teneinde de klimaatkamer 1 te vormen. Dit wordt hieronder verder toegelicht.

Het zal duidelijk zijn dat de vloerconstructie in de praktijk alternatief gevormd kan worden door een bestaande of hiertoe voorziene ondergrond, en dus niet als apart paneel meegeleverd wordt. De ondergrond is bij voorkeur horizontaal een draagkrachtig, bijvoorbeeld een betonplaat. In een dergelijke uitvoering worden typisch wel vloertegels voorzien om op de

* BE2020/5125 ondergrond te plaatsen, welke vloertegels de reinigbaarheid verhogen en de luchtdichte aansluiting met de wanden kunnen faciliteren. Als alternatief voor vloertegels kan een vinylvloer of daarvoor bekend alternatief voorzien worden.

De plafondconstructie 4 heeft een holte 6. Deze holte 6 wordt ook een plenum genoemd. De holte 6 bevindt zich tussen een dakwand, die de bovenzijde van de plafondconstructie vormt en de plafondwand, die de onderzijde van de plafondconstructie 4 vormt. In een voorkeurs uitvoeringsvorm worden plafondwand en dakwand als aparte panelen gevormd en worden technische modules voorzien die eenvoudig en als geheel gemonteerd kunnen worden tussen de plafondwand en de dakwand. De technische modules zijn bij voorkeur vooraf geïnstalleerd en als plug-and-play module bruikbaar. Dit wil zeggen dat, na het correct positioneren en vastzetten van de module en na het aansluiten van één of meerdere vooraf bepaalde kabels, de module correct opgestart kan worden. De plafondwand vormt de onderste wand in de plafondconstructie en vormt tevens het plafond van de klimaatkamer 1. De dakwand vormt de bovenste wand in de plafondconstructie en schermt de klimaatkamer 1 af van externe invloeden. De holte 6 is gevormd tussen de plafondwand en de dakwand. De holte 6 heeft bij voorkeur een vooraf bepaald volume om als buffer voor lucht te fungeren. De plafondconstructie 4 heeft bij voorkeur één of meerdere filtermodules 7. In figuur 1 zijn drie filtermodules 7 getoond. De filtermodule 7 is typisch opgebouwd met een ventilator en een mechanische luchtfilter, bijvoorbeeld een filterdoek of HEPA-filter. De filters 7 zijn bij voorkeur geplaatst ter plaatse van luchtuitblaasopeningen 9. Via de luchtuitblaasopeningen 9 kan lucht van de holte 6 naar de ruimte 2 geblazen worden. Omdat filters 7 voorzien zijn ter plaatse van de luchtuitlaatopeningen 9 zal de lucht van holte 6 via de filter 7 naar de ruimte 2 geblazen worden, waardoor de lucht die in de ruimte 2 terecht komt zuiver is. Dit principe laat toe om een zogenaamde cleanroom te verkrijgen. De lucht in de ruimte 6 wordt in een voorkeursuitvoeringsvorm minstens gefilterd en kan optioneel verder gekoeld, bevochtigd en/of ontvochtigd worden. Hiertoe kunnen één of meerdere modules voorzien worden. In figuur 1 is cen airco voorzien met een buitenunit en een binnenunit, beiden aangeduid met referentiecijfer 8. Een dergelijke module is bekend voor de vakman, en kan typisch gebruikt worden om te koelen, te verwarmen en te ontvochtigen. Omdat een dergelijke module bekend is, is ze niet verder in detail besproken. Optioneel kan een additionele vochtregelmodule voorzien worden in de holte 6. De hierboven genoemde onderdelen en opbouw kunnen voorzien worden in één enkel paneel of in een combinatie van meerdere panelen. Van laatst genoemde is hieronder een voorbeeld beschreven en geïllustreerd in figuur 3. De buitenunit 8 is in figuur 1

> BE2020/5125 getoond buiten de holte.

Alternatief kan de buitenunit ook binnen in de holte voorzien worden met een ventilatiekanaal of ventilatierooster naar buiten.

In de holte 6 is verder optioneel de elektrische kast en/of andere technieken of technische onderdelen van de ruimte voorzien zijn.

Deze technieken of technische onderdelen kunnen vooraf gemonteerd en voorzien worden om eenvoudig installatie zonder technische voorkennis toe te laten.

In de holte 6 is verder bij voorkeur een toegangsopening voorzien worden.

De toegangsopening is bij voorkeur gevormd als een mangat waar een persoon de holte 6 door kan betreden teneinde zich directe toegang te verschaffen tot de technieken of technische onderdelen of modules die in de holte geïnstalleerd of voorzien zijn.

Het zal duidelijk zijn dat het voorzien van een toegangsopening optioneel is.

De opstaande wanden 5 zijn voorzien van één of meerdere luchtkanalen 11. De opstaande wanden 5 zijn verder bij voorkeur zelfdragend.

Dit wil zeggen dat de opstaande wanden 5 voorzien zijn om hun eigen gewicht en het gewicht van de plafondconstructie te dragen.

In figuur 1 is aan de linkerzijde een wand 5 getoond waarin een luchtkanaal 114 als opbouwelement voorzien is.

Het luchtkanaal 11a strekt zich uit tussen de luchtaanzuigopening 10 en de holte 6 van de plafondconstructie 4. De luchtaanzuigopening 10 is voorzien in een onderste segment van de opstaande wand 5. Hierdoor zal lucht onderaan uit de ruimte 2 onttrokken worden.

Het luchtkanaal 11a is bovenaan voorzien van een aansluitelement voor het nagenoeg luchtdicht aansluiten van het luchtkanaal 11 op de plafondconstructie 4 teneinde het luchtkanaal 11 in verbinding te stellen met de holte 6. Dit laat toe om lucht aan te zuigen via de aanzuigopening in het onderste segment van de ruimte 2, en te voeren naar de holte 6. Ter plaatse van de holte 6 wordt de lucht geconditioneerd door de module 8, wordt de lucht gefilterd door filtermodules 7 en wordt de lucht in de ruimte geblazen via de luchtuitblaasopeningen 9. Omdat de luchtuitblaasopeningen 9 zich in het plafond bevinden, en de luchtaanzuigopeningen 10 zich in een onderste segment van de ruimte 2 bevinden, wordt een neerwaartse luchtstroom bekomen in de ruimte 2. De neerwaartse luchtstroom is in figuur 1 aangeduid met pijlen 12. In cleanrooms is bekend dat een neerwaartse luchtstroom kans op contaminatie van voorwerpen of personen in de ruimte vermindert.

Luchtuitblaasopening 9 is in deze beschrijving gedefinieerd als de opening in het plafond van de ruimte via elke opening de gezuiverde lucht in de ruimte 2 binnengebracht wordt.

Anders gezegd wordt de lucht door de luchtuitblaasopening 9 van de holte 6 uitgeblazen in de ruimte 2. Luchtaanzuigopening 10 is in deze beschrijving gedefinieerd als de opening in het onderste segment van de ruimte waar lucht uit de ruimte weggezogen wordt.

Anders gezegd word de lucht via de luchtaanzuigopening 10 naar de holte 6 getrokken vanuit de ruimte 2.

° BE2020/5125 In figuur 1 is de vloerconstructie 3 voorzien van meerdere voetsteunen 13. Deze voetsteunen kunnen gebruikt worden om de vloerconstructie 3 horizontaal op een ondergrond te plaatsen. De vakman begrijpt dat dit slechts een uitvoeringsvorm is, en dat de vloerconstructie 3 ook rechtstreeks op cen ondergrond geplaatst kan worden. Verder alternatief kan de ondergrond zelf als vloerconstructie 3 dienen. De opstaande wandpanelen kunnen rechtstreeks op de ondergrond geplaatst worden. Dit laat toe het vloerpaneel optioneel of overbodig te maken. Wanneer dit gewenst is, kan een vloerbedekking op de ondergrond voorzien worden. De vloerbedekking kan bijvoorbeeld meerdere vloertegels bevatten. De vloerbedekking of vloertegels kunnen aansluiten aan de opstaande wanden.

Figuur 1 toont verder hoe de afzonderlijke panelen verder voorzien zijn van complementaire verbindingen 14. Zo is rechts onderaan complementaire verbinding 14a getoond waarmee de opstaande wand 5 met de vloerconstructie 3 kan verbonden worden. De complementaire verbinding is getoond als pen en gat die overeenstemmend gevormd zijn. Bij voorkeur is verder een afdichting, bijvoorbeeld een rubberen afdichting voorzien over de volledige lengte van de verbinding. Verder kunnen plinten voorzien worden om de vloerbedekking met de opstaande wand te verbinden. Figuur 1 toont een alternatieve verbinding 14b waarbij een verbindingsplaat voorzien is om verbonden te worden met zowel de plafondconstructie 4 als de opstaande wand 5. De vakman begrijpt dat verschillende soorten verbinding mogelijk zijn, waaronder schroefverbindingen, haakverbindingen, vorm-compatibele verbindingen, etc. om de verschillende panelen met elkaar te verbinden. Nadat de panelen tegen elkaar geplaatst zijn, wordt bij voorkeur aan de binnenkant van de ruimte een afkitlaag, lijmlaag of siliconenlaag voorzien om alle naden en/of kieren tussen aangrenzende panelen af te dichten. Een dergelijke afkitlaag, lijmlaag of siliconenlaag wordt bij voorkeur ook voorzien tussen de vloerbedekking of de vloerpanelen en de opstaande wanden. De vloerbedekking of de vloerpanelen kunnen verder voorzien zijn van een plint. Door het voorzien van een plint kan de reinigbaarheid verder verbeterd worden.

Figuur 2 toont dezelfde panelen als figuur 1, meer bepaald het optioneel paneel dat de vloerconstructie 3 vormt, het paneel dat de plafondconstructie 4 vormt en de panelen die de wanden 5 vormen. In figuur 2 zijn de panelen parallel aan elkaar geplaatst. Hierdoor vormen de panelen een compacte set die eenvoudig opgeslagen kan worden, getransporteerd kan worden, etc. figuur 2 illustreert dat de technische onderdelen, meer bepaald de luchtkanalen in de wanden 5 en de filters 7 en holte 6 en verdere luchtbehandelingsmodule 8 van de plafondconstructie 4 vooraf geïnstalleerd zijn.

Alternatief wordt de plafondconstructie 4 verder gesegmenteerd in een dakwandpaneel, plafondwandpaneel en één of meerdere technische modules. In een dergelijke

! BE2020/5125 opbouw lopen de wandpanelen bij voorkeur door tot bij de bovenzijde van de plafondconstructie

4. In een dergelijke opbouw worden de wanden van de holte 6 gevormd door de wandpanelen.

Daarbij kunnen de wandpanelen vooraf voorzien zijn van een structuur voor het verbinden van de plafondwandpanelen. Alternatief kunnen hoek- of haakelementen tegen de opstaande wandpanelen geschroefd worden waarmee de plafondwandpanelen verbonden worden. In figuur 1 wordt slechts cen uitvoering getoond waarbij de wandpanelen tot aan de onderzijde van de plafondconstructie lopen. De uitvinding is echter niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvorm.

Verder zullen de technische modules bij voorkeur zodanig voorzien zijn dat ze op cen vooraf bepaalde positie verbonden kunnen worden in de plafondconstructie en na aankoppelen van één of meerdere vooraf bepaalde kabels in werking gezet kunnen worden. Anders gezegd worden de technische modules plug-and-play voorzien. Kenmerkend aan een plug-and-play module is dat er geen noemenswaardige technische kennis noch vaardigheden nodig zijn om de module in werking te zetten. Dit maakt installatie uiterst eenvoudig.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht van een ruimte 2 volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm. In figuur 3A is een cleanroom getoond met een personensluis 15 en een materiaalsluis 16. Om de ruimte 2 vrij te houden van contaminaties, wordt de ruimte 2 via sluizen 15 en 16 toegankelijk gemaakt voor personen en goederen van buitenaf. In de uitvoeringsvorm uit figuur 3 is een personensluis 15 voorzien met een buitendeur 17 en een binnendeur 20. De buitendeur 17 maakt de personensluis 15 toegankelijk naar buiten terwijl de binnendeur 20 dicht is. Dit laat toe aan een persoon om de sluis 15 binnen te gaan. Via de binnendeur 20 kan de persoon vanuit de sluis 15 de ruimte 2 betreden. In de sluis 15 kan de persoon verschillende handelingen uitvoeren om contaminatie van de ruimte 2 te voorkomen. Dergelijke handelingen en processen om een cleanroom binnen te gaan zijn bekend en worden daarom niet verder toegelicht in deze beschrijving. De materiaalsluis 16 werkt analoog.

In de uitvoeringsvorm uit figuur 3 is de personensluis 15 enkelvoudig. Het zal duidelijk zijn dat ook meervoudige sluizen kunnen voorzien worden volgens de uitvinding. De sluizen 15 en 16 zijn gevormd door het plaatsen van binnenwanden 18 en 19 in de ruimte 2. Deze binnenwanden 18 en 19 maken een onderverdeling in de ruimte 2.

De personensluis 15 is via de binnendeur 20 verbonden met de ruimte 2. Hierdoor kan een persoon die de voorgeschreven handelingen uitgevoerd heeft via de binnendeur 20 de cleanroom 2 binnengaan. In elk van de sluizen 15, 16 is bij voorkeur een luchtuitblaasopening 9’ voorzien. Zoals beschreven is met verwijzing naar figuur 1 is bij voorkeur een filtermodule 7 voorzien bij elke luchtuitlaatopening 9’. De materiaalsluis 16 is op een zelfde manier opgebouwd als de personensluis 15.

N BE2020/5125 Figuur 3B toont hoe de klimaatkamer uit figuur 3A kan gesegmenteerd en opgebouwd worden. Meer bepaald illustreert figuur 3B hoe afzonderlijke panelen met een nagenoeg gelijke grootte en een nagenoeg gelijke opbouw kunnen voorzien worden om de klimaatkamer te vormen. Door het voorzien van afzonderlijke panelen met nagenoeg gelijke afmetingen kan de transporteerbaarheid verder verbeterd worden. In figuur 3B is geïllustreerd hoe de klimaatkamer in meerdere segmenten 21a-21d onderverdeeld is. Dit wil zeggen dat ook de plafondconstructie 4 uit meerdere afzonderlijke panelen 4a, 4b, 4c en 4d opgebouwd is. Uit de figuur is duidelijk dat de panelen 4b en 4c identiek kunnen zijn. Paneel 4a kan afwijken van de panelen 4b en 4c doordat paneel 4a voorzien is om de wandpanelen 5e en 5d te verbinden.

Plafondpaneel 4d is typisch anders gevormd dan de panelen 4a, 4b, 4c omdat plafondpaneel 4d voorzien is om de binnenwanden 184, 18b en 18c te verbinden. Plafondpaneel 4d is verder voorzien van meerdere filtermodules 7 en luchtuitblaasopeningen voor elk van de sluizen 15 en 16.

Figuur 3B illustreert verder de verschillende wandpanelen 54-51. Daarbij kunnen wandpanelen Sa, 5j, 5k en 51 voorzien zijn om ook de binnenwanden 18 te monteren en zijn wandpanelen 5k en 51 voorzien van de buitendeuren. Wandpanelen 5b, 5c, 5h en Si kunnen identiek gevormd zijn. Alternatief kunnen één of meerdere van deze panelen raamopeningen hebben om licht in de ruimte 2 toe te laten. Paneel 5d kan gelijk gevormd zijn aan paneel 5f en paneel 5e kan gelijk gevormd zijn aan paneel 5g. Met deze panelen kunnen hoeken gevormd worden en deze panelen laten toe om opstaande panelen onder een hoek met elkaar te verbinden.

Na opbouwen van de klimaatkamer worden bij voorkeur alle kieren en naden en verbindingen tussen de panelen afgekit langs de binnenkant van de ruimte. Hierdoor wordt een luchtdichte ruimte bekomen. Na opbouwen van de klimaatkamer kunnen ook de technische modules in werking gezet worden om de ruimte als cleanroom in gebruik te nemen. Wanneer de klimaatkamer voorzien is voor tijdelijk gebruik, zullen de modules uitgeschakeld worden na een vooraf bepaalde tijd, waarna de panelen losgemaakt worden van elkaar en verplaatst kunnen worden.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (12)

) BE2020/5125 Conclusies

1. Klimaatkamer voorzien om opgebouwd te worden op een ondergrond, bevattende een plafondconstructie en meerdere opstaande wanden die zich tussen de ondergrond en de plafondconstructie uitstrekken teneinde een ruimte nagenoeg luchtdicht af te bakenen, waarbij de plafondconstructie een holte heeft waarin een luchtbehandelingsmodule bevattende minstens één van cen temperatuurregelmodule, vochtregelmodule en filtermodule voorzien is, waarbij de plafondconstructie minstens één luchtuitblaasopening heeft en waarbij de opstaande wanden luchtkanalen hebben die zich uitstrekken van een luchtaanzuigopening in een onderste zone van de opstaande wand naar de holte, één en ander zodanig dat lucht doorheen de luchtbehandelingsmodule van de luchtaanzuigopeningen naar de luchtuitblaasopeningen transporteerbaar is teneinde lucht in de ruimte te circuleren en te behandelen, daardoor gekenmerkt dat de plafondconstructie en opstaande wanden gevormd zijn als afzonderlijke panelen die in gemonteerde toestand de ruimte vormen.

2. Klimaatkamer volgens conclusie 1, waarbij de afzonderlijke panelen in gedemonteerde toestand parallel aan elkaar plaatsbaar zijn om een compacte set te vormen.

3. Klimaatkamer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afzonderlijke panelen voorzien zijn van complementaire verbindingselementen om de panelen nagenoeg luchtdicht met elkaar te verbinden.

4. Klimaatkamer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afzonderlijke panelen contactvlakken hebben waarmee de panelen in de gemonteerde toestand tegen elkaar aanliggen, waarbij de contactvlakken voorzien zijn van dichtingen.

5. Klimaatkamer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afzonderlijke panelen één of meerdere plafondpanelen bevatten die ingericht zijn om de plafondconstructie te vormen.

6. Klimaatkamer volgens de voorgaande conclusie, waarbij de één of meerdere plafondpanelen elk opgebouwd zijn uit een set van cen plafondwandpaneel, dakpaneel en één of meerdere technische modules die minstens gedeeltelijk tussen het plafondwandpaneel en het dakpaneel plaatsbaar zijn.

7. Klimaatkamer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afzonderlijke panelen minstens vier wandpanelen bevatten die ingericht zijn om de opstaande wanden te vormen.

8. Klimaatkamer volgens één van de voorgaande conclusies, verder bevattende cen tussenwandpaneel om de ruimte onder te verdelen in een sluisruimte en een operationele ruimte, waarbij het tussenwandpaneel een binnendeur bevat en waarbij de opstaande wand ter plaatse van de sluisruimte een buitendeur bevat zodanig dat de operationele ruimte toegankelijk is via de sluisruimte.

9. Werkwijze voor het opbouwen van een klimaatkamer, bevattende: - aanvoeren van afzonderlijke panelen die voorzien zijn om op een ondergrond een plafondconstructie en opstaande wanden te vormen; - monteren van de afzonderlijke panelen teneinde een ruimte nagenoeg luchtdicht te vormen, waarbij de plafondconstructie een holte heeft waarin een luchtbehandelingsmodule bevattende minstens één van een temperatuurregelmodule, vochtregelmodule en filtermodule voorzien is, waarbij de plafondconstructie minstens één luchtuitblaasopening heeft en waarbij de opstaande wanden luchtkanalen hebben die zich uitstrekken van een luchtaanzuigopening in een onderste zone van de opstaande wand naar de holte, één en ander zodanig dat lucht doorheen de luchtbehandelingsmodule van de luchtaanzuigopeningen naar de luchtuitblaasopeningen transporteerbaar is teneinde lucht in ruimte te circuleren en te behandelen; - in werking stellen van de ruimte als klimaatkamer door het inschakelen van de luchtbehandelingsmodule.

10. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, verder bevattende, een voorafbepaalde periode na het in werking stellen, het uitschakelen van de luchtbehandelingsmodule en het demonteren van de afzonderlijke panelen.

11. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, verder bevattende het vormen van een compacte set door het nagenoeg evenwijdig plaatsen van de afzonderlijke panelen.

12. Gebruik van de klimaatkamer uit één van de conclusies 1-8 als tijdelijke en mobiele klimaatkamer.