BE1024237B1

BE1024237B1 - Inrichting voor het vervaardigen van garens, werkwijze voor het vervaardigen van garens en werkwijze voor het aanpassen van een inrichting voor het vervaardigen van garens

Info

Publication number: BE1024237B1
Application number: BE2016/5401A
Authority: BE
Inventors: Loïc Dujardin; Ermete Corbellini
Original assignee: Nv Michel Van De Wiele
Priority date: 2016-06-01
Filing date: 2016-06-01
Publication date: 2018-01-09
Also published as: WO2017208141A1; BE1024237A9; BE1024237B9; BE1024237A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een inrichting (19) voor het vervaardigen van garens, omvattende minstens twee extruders (20) voor het produceren van filamenten, per extruder (20) één of meerdere spinplaten (21) voor het groeperen van de door deze extruder (20) geproduceerde filamenten in corresponderende filamentbundels (1, 2, 3), combineermiddelen voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels (1, 2, 3) en herpositioneermiddelen (7, 8), die in een eerste gebruik het met behulp van de combineermiddelen samenbrengen van de filamentbundels (1, 2, 3) ongewijzigd laten en in een tweede gebruik de filamentbundels (1, 2, 3) herschikken zodat anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) gevormd worden. Daarnaast betreft deze uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van garens met behulp van een dergelijke inrichting (19) en een werkwijze voor het aanpassen van een inrichting (19) voor het vervaardigen van garens tot een inrichting (19) volgens deze uitvinding.

Description

(73) Houder(s) :

NV MICHEL VAN DE WIELE

8510, KOTRIJK

België (72) Uitvinder(s) :

DUJARDIN Loïc 8550 ZWEVEGEM België

CORBELLINI Ermete 23013 COSIO VALTELLINO Italie (54) INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN GARENS, WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN GARENS EN WERKWIJZE VOOR HET AANPASSEN VAN EEN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN GARENS (57) Deze uitvinding betreft een inrichting (19) voor het vervaardigen van garens, omvattende minstens twee extruders (20) voor het produceren van filamenten, per extruder (20) één of meerdere spinplaten (21) voor het groeperen van de door deze extruder (20) geproduceerde filamenten in corresponderende filamentbundels (1, 2, 3), combineermiddelen voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels (1, 2, 3) en herpositioneermiddelen (7, 8), die in een eerste gebruik het met behulp van de combineermiddelen samenbrengen van de filamentbundels (1, 2, 3) ongewijzigd laten en in een tweede gebruik de filamentbundels (1, 2, 3) herschikken zodat anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) gevormd worden. Daarnaast betreft deze uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van garens met behulp van een dergelijke inrichting (19) en een werkwijze voor het aanpassen van een inrichting (19) voor het vervaardigen van garens tot een inrichting (19) volgens deze uitvinding.

Fig. 1

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024237 Nummer van indiening: BE2016/5401

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: D01D 10/04 D01D 13/02 D01D 5/08 Datum van verlening: 09/01/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 01/06/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

NV MICHEL VAN DE WIELE, Michel Vandewielestraat 7, 8510 KOTRIJK België;

vertegenwoordigd door

HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: INRICHTING

VOOR HET VERVAARDIGEN VAN GARENS, WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN GARENS

EN WERKWIJZE VOOR HET AANPASSEN VAN EEN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN

GARENS.

UITVINDER(S):

DUJARDIN Loïc, Oude Bellegemstraat 43, 8550, ZWEVEGEM;

CORBELLINI Ermete, Via dell'Orso 1,23013, COSIO VALTELLINO ;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 09/01/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5401

INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN GARENS, WERKWIJZE

VOOR HET VERVAARDIGEN VAN GARENS EN WERKWIJZE VOOR

HET AANPASSEN VAN EEN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN

VAN GARENS

Deze uitvinding betreft een inrichting voor het vervaardigen van garens, omvattende minstens twee extruders met één of meerdere spinplaten per extruder voor het produceren van filamenten waarbij de één of meerdere spinplaten per extruder voorzien zijn voor het groeperen van de met behulp van deze extruder geproduceerde filamenten in meerdere filamentbundels, koelmiddelen voor het koelen van de met behulp van de extruders geproduceerde filamenten en combineermiddelen voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels om garens uit de samengebrachte filamentbundels te vervaardigen.

Daarnaast betreft deze uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van garens met behulp van een dergelijke inrichting en een werkwijze voor het aanpassen van een inrichting voor het vervaardigen van garens tot een inrichting volgens deze uitvinding.

Dergelijke inrichtingen zijn bijvoorbeeld beschreven en afgebeeld in DE 10 2005 35 43 Al, CN 102628199 A, US 6,406,650 Bl en EP 0 924 321 Al.

Met behulp van de extruders van een dergelijke inrichting worden typisch afzonderlijke filamenten gevormd uit een thermoplastische kunststof, zoals polypropyleen, polyester of polyamide. De in de extruder gesmolten thermoplastische kunststof wordt hierbij doorheen meerdere spinplaten geperst, waarbij deze spinplaten voorzien zijn van meerdere perforaties voor het smeltspinnen van de filamenten. Zo wordt per spinplaat één of meerdere bundels met dergelijke filamenten gevormd. Verschillende dergelijke filamentbundels worden samengevoegd om een multifilament garen te vormen dat typisch na één of meerdere verdere bewerkingen op een bobijn opgerold wordt.

BE2016/5401

Het is gekend om met dergelijke inrichtingen met bijvoorbeeld drie extruders, in elke extruder kunststof granulaat met afwijkende eigenschappen zoals bijvoorbeeld een afwijkende kleur aan te brengen en dan filamentbundels afkomstig van de verschillende extruders samen te brengen om zo een garen met drie verschillende kleuren (tricolor garen) te vervaardigen. Met twee verschillende kleuren kan een bicolor garen vervaardigd worden. Algemeen kunnen met meerdere kleuren multicolor garen vervaardigd worden. Het is ook gekend om met dergelijke inrichtingen meerdere filamentbundels uit een zelfde kleur samen te brengen tot een zogenaamd monocolor garen. Multicolor en monocolor garen worden typisch op verschillende dergelijke inrichtingen vervaardigd. Bij wisselen van kleuren en/of bij wisselen tussen multicolor en monocolor garens met een zelfde inrichting dient deze inrichting namelijk typisch volledig gereinigd te worden en dienen procesinstellingen aangepast te worden, wat lange omschakeltijden met zieh meebrengt.

Om het wisselen tussen tricolor en monocolor garens te vereenvoudigen, werd in US 6,406,650 BI en EP 0 924 321 Al voorgesteld om een verdeelsysteem aan een dergelijke inrichting toe te voegen tussen de extruders en de spinplaten. Bij verplaatsen van het verdeelsysteem wordt de aanvoer van de gesmolten kunststof tussen de extruders en de verschillende spinplaten anders verdeeld. Het omschakelen tussen tricolor en monocolor garens vergt hierbij echter nog steeds een lange machinestilstand, gezien telkens nog minstens de spinplaten gereinigd dienen te worden.

Het doel van deze uitvinding is de omschakeling tussen het vervaardigen van verschillende soorten garens, zoals bijvoorbeeld monocolor garens en garens uit verschillende kleuren (multicolor garens), met een zelfde inrichting te vereenvoudigen, zodat minder lange machinestilstanden vereist zijn bij een dergelijke omschakeling.

Dit doel van de uitvinding wordt in de eerste plaats bereikt door te voorzien in een inrichting voor het vervaardigen van garens, omvattende:

BE2016/5401

- minstens twee extruders met één of meerdere spinplaten voor het produceren van filamenten, waarbij de één of meerdere spinplaten per extruder voorzien zijn voor het groeperen van de met behulp van deze extruder geproduceerde filamenten in meerdere filamentbundels;

- koelmiddelen voor het koelen van de met behulp van de extruders geproduceerde filamenten;

combineermiddelen voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels om garens uit de samengebrachte filamentbundels te vervaardigen;

- en herpositioneermiddelen die voorzien zijn voor opstelling na de koelmiddelen, wanneer de doorstroomrichting van de filamenten in de inrichting gevolgd wordt en die:

o in een eerste gebruik voorzien zijn om het met behulp van de combineermiddelen samenbrengen van de filamentbundels ongewijzigd te laten om garens uit de zo samengebrachte filamentbundels te vervaardigen;

o en in een tweede gebruik voorzien zijn om de filamentbundels te herschikken zodat anders samengebrachte filamentbundels gevormd worden om garens uit de anders samengebrachte filamentbundels te vervaardigen.

Met behulp van dergeiijke herpositioneermiddelen kunnen op eenvoudige wijze verschillende garenbundelcombinaties gemaakt worden. De filamentbundels worden met behulp van deze herpositioneermiddelen herpositioneerd na het extruderen en smeltspinnen van de filamenten om te wisselen tussen het vervaardigen van garens uit filamentbundels die op een eerste manier samengesteld worden enerzijds en het vervaardigen van garens uit filamentbundels die op een tweede manier samengesteld worden anderzijds. Hierdoor dienen bij het omschakelen tussen het vervaardigen van verschillende types garens de extruders en/of de spinplaten niet steeds gereinigd te worden, waardoor de omschakeltijden sterk ingeperkt kunnen worden. Enkel wanneer men de kenmerken van het kunststofgranulaat van één of meerdere van de

BE2016/5401 extruders gaat wijzigen kan het nog nodig zijn om deze één of meerdere extruders en de bijhorende spinplaten te reinigen.

De filamentbundels worden omgewisseld nadat de filamenten reeds gevormd en gekoeld zijn, zodat de ema volgende onderdelen van de inrichting weinig of niet bevuild raken door deze filamentbundels en er weinig of geen reiniging van onderdelen van de inrichting nodig is bij omschakelen tussen het vervaardigen van verschillende types garens. In principe kunnen dergelijke inrichtingen bij het omschakelen zonder machinestilstanden blijven doorwerken, waarbij hoogstens enkele bobijnen geproduceerde garens verloren gaan.

Meer specifiek kan een inrichting volgens deze uitvinding per filamentbundel een geleidingselement omvatten voor het geleiden van deze filamentbundel, waarbij de herpositioneermiddelen verplaatsingsmiddelen omvatten voor het verplaatsen van deze geleidingselementen tussen een eerste positie voor het eerste gebruik en een tweede positie voor het tweede gebruik.

De gekende inrichtingen omvatten steeds één of meerdere dergelijke geleidingselementen. Dergelijke verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van dergelijke geleidingselementen tussen verschillende posities kunnen in de praktijk eenvoudig en compact uitgewerkt worden, zodat hiermee een bijzonder eenvoudige oplossing voor het genoemde probleem bekomen wordt.

Nog meer specifiek kunnen de genoemde geleidingselementen deel uitmaken van de genoemde combineermiddelen van een inrichting volgens deze uitvinding.

In een bijzondere uitvoeringsvorm kunnen de herpositioneermiddelen aanstuurmiddelen omvatten voor het automatisch aansturen van de verplaatsingsmiddelen. Alternatief of bijkomend kunnen dergelijke verplaatsingsmiddelen ook zo uitgewerkt zijn dat ze puur mechanisch verplaatst kunnen worden.

BE2016/5401

In een eenvoudige uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding vormen de geleidingselementen van genoemde filamentbundels van een eerste genoemde extruder eerste geleidingselementen die onderling gekoppeld zijn voor het gelijktijdig verplaatsen van deze eerste geleidingselementen met behulp van de verplaatsingsmiddelen.

Bij voorkeur vormen in een dergelijke uitvoeringsvorm de geleidingselementen van genoemde filamentbundels van een tweede genoemde extruder tweede geleidingselementen, die onderling gekoppeld zijn voor het gelijktijdig verplaatsen van deze tweede geleidingselementen met behulp van de verplaatsingsmiddelen.

Nog meer voorkeurdragend vormen in een dergelijke uitvoeringsvorm de geleidingselementen van genoemde filamentbundels van een derde genoemde extruder derde geleidingselementen, die bevestigd zijn op een basislichaam, waarbij de eerste geleidingselementen bevestigd zijn aan een eerste koppelelement, dat verplaatsbaar is opgesteld ten opzichte van het basislichaam en waarbij de tweede geleidingselementen bevestigd zijn aan een tweede koppelelement, dat verplaatsbaar is opgesteld ten opzichte van het basislichaam, waarbij het eerste koppelelement verplaatsbaar is opgesteld ten opzichte van het tweede koppelelement.

Meer specifiek kan het basislichaam van een dergelijke uitvoeringsvorm een basisplaat zijn, die voorzien is van perforaties, waarbij het eerste koppelelement een eerste koppelplaat is, waarop de eerste geleidingselementen met behulp van bevestigingsstaven zijn bevestigd, waarbij deze bevestigingsstaven verplaatsbaar doorheen genoemde perforaties zijn aangebracht, voor het verplaatsbaar opstellen van de eerste koppelplaat ten opzichte van de basisplaat en waarbij het tweede koppelelement een tweede koppelplaat is, die voorzien is van perforaties en waarop de tweede geleidingselementen met behulp van bevestigingsstaven zijn bevestigd, waarbij deze bevestigingsstaven van de tweede geleidingselementen verplaatsbaar doorheen genoemde perforaties in de basisplaat zijn aangebracht, voor het verplaatsbaar opstellen van de tweede koppelplaat ten opzichte van de basisplaat en waarbij de bevestigingsstaven van de eerste geleidingselementen verplaatsbaar doorheen genoemde perforaties in de tweede koppelplaat zijn aangebracht, voor het

BE2016/5401 verplaatsbaar opstellen van de eerste koppelplaat ten opzichte van de tweede koppelplaat.

Alternatief of bijkomend kunnen de verplaatsingsmiddelen van een inrichting volgens deze uitvinding voorzien zijn voor het individueel verplaatsen van elk geleidingselement.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens deze uitvinding kunnen de combineermiddelen voorzien zijn voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels met filamenten van verschillende extruders en kunnen de herpositioneermiddelen in het tweede gebruik voorzien zijn voor het herschikken van de filamentbundels tot anders samengebrachte filamentbundels met meerdere filamentbundels van een zelfde extruder.

In een alternatieve specifieke uitvoeringsvorm kunnen de combineermiddelen voorzien zijn voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels met filamenten van een zelfde extruder en kunnen de herpositioneermiddelen in het tweede gebruik voorzien zijn voor het herschikken van de filamentbundels tot anders samengebrachte filamentbundels met filamenten van verschillende extruders.

Bij voorkeur omvat een inrichting volgens deze uitvinding ook detectiemiddelen voor het detecteren uit welke samengebrachte filamentbundels een met deze inrichting vervaardigd garen is vervaardigd.

De herpositioneermiddelen van een inrichting volgens deze uitvinding kunnen in minstens één bijkomend gebruik voorzien zijn om de filamentbundels te herschikken zodat nog anders samengebrachte filamentbundels gevormd worden om garens uit de nog anders samengebrachte filamentbundels te vervaardigen.

Zo kan eenvoudig gewisseid worden tussen het vervaardigen van garens uit met behulp van de combineermiddelen samengebrachte filamentbundels, uit in een tweede gebruik anders samengebrachte filamentbundels en uit in een bijkomend

BE2016/5401 gebruik nog anders samengebrachte filamentbundels, waardoor de flexibiliteit van een dergelijke inrichting nog verder verhoogd is.

Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van garens, omvattende, het produceren van filamenten met behulp van minstens twee extruders met één of meerdere spinplaten per extruder, het met de één of meerdere spinplaten per extruder groeperen van de met behulp van deze extruder geproduceerde filamenten in meerdere filamentbundels, het koelen van de filamenten in de filamentbundels en het na het koelen van de filamenten samenbrengen van meerdere filamentbundels om garens uit de samengebrachte filamentbundels te vervaardigen waarbij deze werkwijze het na het koelen van de filamenten herpositioneren omvat van de filamentbundels om anders samengebrachte filamentbundels te vormen om garens uit deze anders samengebrachte filamentbundels te vervaardigen.

In een eenvoudige werkwijze volgens deze uitvinding waarbij de genoemde inrichting minstens één geleidingsrol omvat met geleidingsribben, die geleidingsgroeven afbakenen voor het in deze geleidingsgroeven op een afstand van elkaar geleiden van meerdere filamentbundels kunnen de filamentbundels verplaatst worden van geleidingsgroef voor het herpositioneren van de filamentbundels.

De filamentbundels kunnen hierbij handmatig verplaatst worden van geleidingsgroef of kunnen mechanisch of automatisch verplaatst worden.

In een voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding worden de garens geproduceerd met behulp van een hierboven beschreven inrichting volgens deze uitvinding.

Het doel van deze uitvinding wordt verder ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het aanpassen van een inrichting voor het vervaardigen van garens omvattende minstens twee extruders met één of meerdere spinplaten per extruder

BE2016/5401 voor het produceren van filamenten, waarbij de één of meerdere spinplaten per extruder voorzien zijn voor het groeperen van de met behuip van deze extruder geproduceerde filamenten in meerdere filamentbundels, koelmiddelen voor het koelen van de met behuip van de extruders geproduceerde filamenten en combineermiddelen voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels om garens uit de samengebrachte filamentbundels te vervaardigen, waarbij inrichting voorzien wordt van herpositioneermiddelen die voorzien zijn voor opstelling na de koelmiddelen en die:

- in een eerste gebruik voorzien zijn om het met behuip van de combineermiddelen samenbrengen van de filamentbundels ongewijzigd te laten om garens uit de zo samengebrachte filamentbundels te vervaardigen; en in een tweede gebruik voorzien zijn om de filamentbundels te herschikken zodat anders samengebrachte filamentbundels gevormd worden om garens uit de anders samengebrachte filamentbundels te vervaardigen.

Op deze manier kunnen bestaande inrichtingen voor het vervaardigen van garens op een eenvoudige manier omgevormd worden tot een inrichting voor het vervaardigen van garens volgens deze uitvinding.

Meer specifiek kan deze inrichting per filamentbundel een geleidingselement omvatten voor het geleiden van deze filamentbundel en wordt deze inrichting bij een dergelijke werkwijze volgens deze uitvinding aangepast door deze te voorzien van verplaatsingsmiddelen als genoemde herpositioneermiddelen, voor het verplaatsen van deze geleidingselementen tussen een eerste positie voor het eerste gebruik en een tweede positie voor het tweede gebruik.

Voorkeurdragend wordt bij een werkwijze volgens deze uitvinding voor het aanpassen van een inrichting voor het vervaardigen van garens, deze inrichting aangepast tot een hierboven beschreven inrichting volgens deze uitvinding.

BE2016/5401

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een inrichting voor het vervaardigen van garens volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een deel van een inrichting voor het vervaardigen van garens volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld ter hoogte van geleidingselementen die in hun eerste positie staan;

- figuur 2 het deel van de inrichting uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld ter hoogte van de geleidingselementen die in hun tweede positie staan;

- figuur 3 de geleidingselementen en verplaatsingsmiddelen van de inrichting uit figuur 1 in bovenaanzicht zijn weergegeven met de geleidingselementen in hun eerste positie;

figuur 4 de geleidingselementen en verplaatsingsmiddelen van de inrichting uit figuur 1 in bovenaanzicht zijn weergegeven met de geleidingselementen in hun tweede positie;

figuur 5 schematisch een inrichting voor het vervaardigen van garens volgens deze uitvinding is weergegeven.

De in de figuren 1 tot 4 afgebeelde inrichting (19) voor het vervaardigen van garens omvat drie niet afgebeelde extruders (20), met per extruder (20) drie niet afgebeelde spinplaten (21) voor het produceren van drie keer drie filamentbundels (1,2, 3). In figuur 5 is een inrichting (19) voor het vervaardigen van garens volgens deze uitvinding schematisch weergegeven, met verschillende extruders (20) met meerdere spinplaten (21) per extruder (20) voor het produceren van meerdere filamentbundels (1,2, 3).

BE2016/5401

De in de figuren 1 tot 4 eerste afgebeelde filamentbundels (1) zijn geproduceerd met de eerste extruder (20) en de bijhorende spinplaten (21).

De tweede afgebeelde filamentbundels (2) zijn geproduceerd met de tweede extruder (20) en de bijhorende spinplaten (21).

De derde afgebeelde filamentbundels (3) zijn geproduceerd met de derde extruder (20) en de bijhorende spinplaten (21).

Elk van de extruders (20) kan bijvoorbeeld gevuld worden met granulaten uit een andere kleur, zodat deze filamentbundels (1, 2, 3) elk filamenten uit een respectievelijke kleur omvatten.

Na het produceren van de filamentbundels (1, 2, 3) worden deze zoals schematisch te zien is in figuur 5, gedroogd in een droogschacht (22), waama ze via de valschacht (23) naar de in de figuren 1 tot 4 afgebeelde eenheid (25) met geleidingselementen (4, 5, 6) geleid worden, en samen met verdere combineermiddelen gecombineerd worden tot een multifilament garen. Dit multifilament garen wordt dan met behulp van geleidingsmiddelen (24) naar één of meerdere verdere behandelingselementen gevoerd, zoals bijvoorbeeld een textureerkanaal (26), een koeltrommel (27), verwarmde strekrollen (28) en vertengeling (29) om tenslotte op bobijnen opgerold te worden in een wikkeleenheid (30). Een dergelijke inrichting (19) omvat typisch ook nog één of meerdere omkeerrollen (24) en/of geleidingsrollen (24) en/of geleidingsstaven (16) voor het tussenin geleiden van de filamentbundels (1, 2, 3) of het multifilament garen.

Net voor de in figuren 1 tot 4 afgebeelde geleidingselementen (4, 5, 6) wordt in de afgebeelde inrichting (19) olie op de gevormde filamenten gespoten. Ter hoogte van de geleidingselementen (4, 5, 6) wordt lucht geblazen op de filamenten om deze olie te verdelen en de resterende olie wordt opgevangen in de opvanggoot (17).

De afgebeelde geleidingselementen (4, 5, 6) omvatten eerste geleidingselementen (4) voor het geleiden van de eerste filamentbundels (1), tweede geleidingselementen (5)

BE2016/5401 voor het geleiden van de tweede filamentbundels (2) en derde geleidingselementen (6) voor het geleiden van de derde filamentbundels (3).

De derde geleidingselementen (6) zijn met behulp van bevestigingselementen (18) vast aan een basisplaat (11) bevestigd, die vast in de inrichting (19) is opgesteld. In de basisplaat (11) zijn meerdere perforaties aangebracht.

De tweede geleidingselementen (5) zijn met behulp van bevestigingsstaven (13) op een tussenafstand aan een tweede koppelp laat (10) bevestigd. De bevestigingsstaven (13) zijn hierbij doorheen genoemde perforaties in de basisplaat (11) aangebracht, zodat de tweede geleidingselementen (5) zieh aan dezelfde zijde van de basisplaat (11) uitstrekken als de derde geleidingselementen (6) en zodat de tweede koppelp laat (10) zieh aan de andere zijde van deze basisplaat (11) uitstrekt. De bevestigingsstaven (13) zijn geleidend verplaatsbaar in deze perforaties voorzien, zodat de koppelp laat (10) en hiermee ook de tweede geleidingselementen (5) verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie, zoals afgebeeld in de figuren 1 en 3, en een tweede positie, zoals afgebeeld in de figuren 2 en 4. In de koppelplaat (10) zijn meerdere perforaties aangebracht.

De eerste geleidingselementen (4) zijn met behulp van bevestigingsstaven (12) op een tussenafstand aan een eerste koppelplaat (9) bevestigd. De bevestigingsstaven (12) zijn hierbij doorheen genoemde perforaties in de basisplaat (11) en doorheen genoemde perforaties in de tweede koppelplaat (10) aangebracht, zodat de eerste geleidingselementen (4) zieh aan dezelfde zijde van de basisplaat (11) en de tweede koppelplaat (10) uitstrekken als de tweede en de derde geleidingselementen (5, 6) en zodat de eerste koppelplaat (9) zieh aan de andere zijde van deze basisplaat (11) en de tweede koppelplaat (10) uitstrekt. De bevestigingsstaven (12) zijn geleidend verplaatsbaar in deze perforaties voorzien, zodat de koppelplaat (9) en hiermee ook de eerste geleidingselementen (4) verplaatsbaar zijn tussen een eerste positie, zoals afgebeeld in de figuren 1 en 3, en een tweede positie, zoals afgebeeld in de figuren 2 en 4.

Om de koppelp laten (9, 10) eenvoudig te kunnen verplaatsen en in de verschillende posities in te kunnen stellen, is aan elke koppelplaat (9, 10) een corresponderende bedieningsstaaf (14, 15) bevestigd, die door corresponderende genoemde perforaties

BE2016/5401 zijn aangebracht, zodat deze handmatig bediend kan worden vanaf de zijde van de basisplaat (11), waar de geleidingselementen (4, 5, 6) zijn opgesteid.

De koppelplaten (9, 10), bevestigingsstaven (12, 13) en bedieningsstaven (14, 15) vormen samen verplaatsingsmiddelen (7, 8) voor het verplaatsen van de eerste geleidingselementen (4) en de tweede geleidingselementen (5).

In de eerste positie, zoals afgebeeld in de figuren 1 en 3 worden telkens drie filamentbundels (1, 2, 3) naast elkaar, in de volgorde zoals ze in de figuren voorkomen, met behulp van deze geleidingselementen (4, 5, 6) en verdere ema opgestelde combineermiddelen samengenomen om zo drie tricolor garens te vormen. In de tweede positie, zoals afgebeeld in de figuren 2 en 4 worden de filamentbundels (1, 2, 3) verpiaaist, zodat met de verdere ema opgestelde combineermiddelen drie eerste filamentbundels (1) samengenomen worden om een eerste monocolor garen te vormen, drie tweede filamentbundels (2) samengenomen worden om een tweede monocolor garen te vormen en drie derde filamentbundels (3) samengenomen worden om een derde mono co lor garen te vormen.

De afgebeelde geleidingselementen (4, 5, 6) en de bijhorende verplaatsingsmiddelen (7, 8) kunnen eenvoudig ingebouwd worden in een bestaande inrichting (19) voor het vervaardigen van garens, zodat hiermee een bestaande inrichting (19) eenvoudig omgebouwd kan worden tot een inrichting (19) voor het vervaardigen van garens volgens deze uitvinding.

BE2016/5401

Claims

CONCLUSIES

1. Inrichting (19) voor het vervaardigen van garens, omvattende:

- minstens twee extruders (20) met één of meerdere spinplaten (21) per extruder (20) voor het produceren van filamenten, waarbij de één of meerdere spinplaten (21) per extruder (20) voorzien zijn voor het groeperen van de met behulp van deze extruder (20) geproduceerde filamenten in meerdere filamentbundels (1,2, 3);

koelmiddelen (22) voor het koelen van de met de extruders (20) geproduceerde filamenten;

en combineermiddelen (4, 5, 6) voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels (1, 2, 3) om garens uit de samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen;

met het kenmerk dat de inrichting (19) herpositioneermiddelen (7, 8) omvat, die voorzien zijn voor opstelling na de koelmiddelen (22), wanneer de doorstroomrichting van de filamenten in de inrichting (19) gevolgd wordt en die:

in een eerste gebruik voorzien zijn om het met behulp van de combineermiddelen (4, 5, 6) samenbrengen van de filamentbundels (1,2, 3) ongewijzigd te laten om garens uit de zo samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen;

en in een tweede gebruik voorzien zijn om de filamentbundels (1, 2, 3) te herschikken zodat anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) gevormd worden om garens uit de anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen.

2. Inrichting (19) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de inrichting (19) per filamentbundel (1, 2, 3) een geleidingselement (4, 5, 6) omvat voor het geleiden van deze filamentbundel (1, 2, 3) en dat de herpositioneermiddelen (7, 8) verplaatsingsmiddelen (7, 8) omvatten voor het verplaatsen van deze

BE2016/5401 geleidingselementen (4, 5, 6) tussen een eerste positie voor het eerste gebruik en een tweede positie voor het tweede gebruik.

3. Inrichting (19) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de geleidingselementen (4, 5, 6) deel uitmaken van de combineermiddelen (4, 5, 6)·

4. Inrichting (19) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de herpositioneermiddelen (7, 8) aanstuurmiddelen omvatten voor het automatisch aansturen van de verplaatsingsmiddelen (7, 8).

5 wordt van verplaatsingsmiddelen (7, 8) als genoemde herpositioneermiddelen (7, 8), voor het verplaatsen van deze geleidingselementen (4, 5, 6) tussen een eerste positie voor het eerste gebruik en een tweede positie voor het tweede gebruik.

5. Inrichting (19) volgens één van de conclusies 2 tot 4, met het kenmerk dat de geleidingselementen (4) van genoemde filamentbundels (1) van een eerste genoemde extruder (20) eerste geleidingselementen (4) vormen die onderling gekoppeld zijn voor het gelijktijdig verplaatsen van deze eerste geleidingselementen (4) met behulp van de verplaatsingsmiddelen (7).

6. Inrichting (19) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de geleidingselementen (5) van genoemde filamentbundels (2) van een tweede genoemde extruder (20) tweede geleidingselementen (5) vormen die onderling gekoppeld zijn voor het gelijktijdig verplaatsen van deze tweede geleidingselementen (5) met behulp van de verplaatsingsmiddelen (8).

7. Inrichting (19) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de geleidingselementen (6) van genoemde filamentbundels (3) van een derde genoemde extruder (20) derde geleidingselementen (6) vormen die bevestigd zijn op een basislichaam (11), dat de eerste geleidingselementen (4) bevestigd zijn aan een eerste koppelelement (9), dat verplaatsbaar is opgesteld ten opzichte van het basislichaam (11) en dat de tweede geleidingselementen (5) bevestigd zijn aan een tweede koppelelement (10), dat verplaatsbaar is opgesteld ten opzichte van het basislichaam (11), waarbij het eerste

BE2016/5401 koppelelement (9) verplaatsbaar is opgesteld ten opzichte van het tweede koppelelement (10).

8. Inrichting (19) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het basislichaam (11) een basisplaat (11) is, die voorzien is van perforaties, dat het eerste koppelelement (9) een eerste koppelplaat (9) is, waarop de eerste geleidingselementen (4) met behulp van bevestigingsstaven (12) zijn bevestigd, waarbij deze bevestigingsstaven (12) verplaatsbaar doorheen genoemde perforaties zijn aangebracht, voor het verplaatsbaar opstellen van de eerste koppelplaat (9) ten opzichte van de basisplaat (11) en dat het tweede koppelelement (10) een tweede koppelplaat (10) is, die voorzien is van perforaties en waarop de tweede geleidingselementen (5) met behulp van bevestigingsstaven (13) zijn bevestigd, waarbij deze bevestigingsstaven (13) van de tweede geleidingselementen (5) verplaatsbaar doorheen genoemde perforaties in de basisplaat (11) zijn aangebracht, voor het verplaatsbaar opstellen van de tweede koppelplaat (10) ten opzichte van de basisplaat (11) en waarbij de bevestigingsstaven (12) van de eerste geleidingselementen (4) verplaatsbaar doorheen genoemde perforaties in de tweede koppelplaat (10) zijn aangebracht, voor het verplaatsbaar opstellen van de eerste koppelplaat (9) ten opzichte van de tweede koppelplaat (10).

9. Inrichting (19) volgens één van de conclusies 2 tot 8, met het kenmerk dat de verplaatsingsmiddelen (7, 8) voorzien zijn voor het individueel verplaatsen van elk geleidingselement (4, 5, 6).

10 19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk dat de inrichting (19) aangepast wordt tot een inrichting (19) volgens één van de conclusies 1 tot

10. Inrichting (19) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de combineermiddelen voorzien zijn voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels (1, 2, 3) met filamenten van verschillende extruders (20) en dat de herpositioneermiddelen (7, 8) in het tweede gebruik voorzien zijn voor het herschikken van de filamentbundels tot anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) met meerdere filamentbundels (1, 2, 3) van een zelfde extruder (20).

BE2016/5401

11. Inrichting (19) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze inrichting (19) detectiemiddelen omvat voor het detecteren uit welke samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) een met deze inrichting (19) vervaardigd garen is vervaardigd.

12.

12. Inrichting (19) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de herpositioneermiddelen (7, 8) in minstens één bijkomend gebruik voorzien zijn om de filamentbundels (1, 2, 3) te herschikken zodat nog anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) gevormd worden om garens uit de nog anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen.

13. Werkwijze voor het vervaardigen van garens, omvattende:

het produceren van filamenten met behulp van minstens twee extruders (20) met één of meerdere spinplaten (21) per extruder (20); het met de één of meerdere spinplaten (21) per extruder (20) groeperen van de met behulp van deze extruder (20) geproduceerde filamenten in meerdere filamentbundels (1,2, 3);

het koelen van de filamenten in de filamentbundels (1, 2, 3); het na het koelen van de filamenten samenbrengen van meerdere filamentbundels (1, 2, 3) om garens uit de samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen;

met het kenmerk dat deze werkwijze het na het koelen van de filamenten herpositioneren omvat van de filamentbundels (1, 2, 3) om anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vormen om garens uit deze anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen.

14. Werkwijze volgens conclusie 13 met het kenmerk dat minstens één geleidingsrol is voorzien met geleidingsribben, die geleidingsgroeven afbakenen voor het in deze geleidingsgroeven op een afstand van elkaar

BE2016/5401 geleiden van meerdere filamentbundels en dat de filamentbundels verplaatst worden van geleidingsgroef voor het herpositioneren van de filamentbundels.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de filamentbundels handmatig verplaatst worden van geleidingsgroef.

16. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 tot 15, met het kenmerk dat de garens geproduceerd worden met behulp van een inrichting (19) volgens één van de conclusies 1 tot 12.

17. Werkwijze voor het aanpassen van een inrichting (19) voor het vervaardigen van garens omvattende minstens twee extruders (20) met één of meerdere spinplaten (21) per extruder (20) voor het produceren van filamenten, waarbij de één of meerdere spinplaten (21) per extruder (20) voorzien zijn voor het groeperen van de met behulp van deze extruder (20) geproduceerde filamenten in meerdere filamentbundels (1,2, 3), koelmiddelen (22) voor het koelen van de met behulp van de extruders (20) geproduceerde filamenten en combineermiddelen voor het samenbrengen van meerdere filamentbundels (1, 2, 3) om garens uit de samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen;

met het kenmerk dat de inrichting (19) voorzien wordt van herpositioneermiddelen (7, 8) die voorzien zijn voor opstelling na de koelmiddelen (22) en die:

in een eerste gebruik voorzien zijn om het met behulp van de combineermiddelen samenbrengen van de filamentbundels (1, 2, 3) ongewijzigd te laten om garens uit de zo samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen;

- en in een tweede gebruik voorzien zijn om de filamentbundels (1, 2, 3) te herschikken zodat anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) gevormd worden om garens uit de anders samengebrachte filamentbundels (1, 2, 3) te vervaardigen.

BE2016/5401

18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de inrichting (19) per filamentbundel (1, 2, 3) een geleidingselement (4, 5, 6) omvat voor het geleiden van deze filamentbundel (1, 2, 3) en dat de inrichting (19) voorzien

16/540?

BE2016/5401 ο

LO

CD

O

C\J

LU

ÛÛ

IZ

BE2016/5401

FÙL5

BE2016/5401