BE1023485B1 - Kafstrooier met zaadkneuzing - Google Patents
Kafstrooier met zaadkneuzing Download PDFInfo
- Publication number
- BE1023485B1 BE1023485B1 BE2016/5126A BE201605126A BE1023485B1 BE 1023485 B1 BE1023485 B1 BE 1023485B1 BE 2016/5126 A BE2016/5126 A BE 2016/5126A BE 201605126 A BE201605126 A BE 201605126A BE 1023485 B1 BE1023485 B1 BE 1023485B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- chaff
- accelerator
- spreader
- particles
- transport channel
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D41/00—Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
- A01D41/12—Details of combines
- A01D41/1243—Devices for laying-out or distributing the straw
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F12/00—Parts or details of threshing apparatus
- A01F12/40—Arrangements of straw crushers or cutters
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
- Threshing Machine Elements (AREA)
Abstract
Maaidorser (1) voor gebruik in de landbouw die een restantenverwerkingssysteem bevat, waarbij het restantenverwerkingssysteem een strostrooier (8) en minstens één kafstrooier (12) bevat, waarbij elke van de minstens één kafstrooier (12) vervolgens een eerste kafversneller (14) en een tweede kafversneller (15) bevat, zodat tijdens de werking kafdeeltjes worden versneld door de eerste kafVersneller (14) tot ze een tussenliggend energieniveau bereiken, waarna de kafdeeltjes verder versneld worden door de tweede kafversneller (15) tot een uitstootenergieniveau, waarbij de tweede kafversneller maalelementen (22, 23) bevat om de kafdeeltjes te malen terwijl ze tot op het uitstootenergieniveau versneld worden.
Description
Kafstrooier met zaadkneuzing
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op een maaidorser voor gebruik in de landbouw (verder gewoon kortweg maaidorser genoemd) die een restantenverwerkingssysteem bevat. Het restantenverwerkingssysteem bevat een strostrooier en minstens één kafstrooier. Zulke maaidorser wordt gewoonlijk gebruikt om gewassen van een veld te oogsten door het oogstmateriaal te verzamelen en het oogstmateriaal te verwerken om restanten uit het gewas af te scheiden. Deze scheiding van restanten en gewas verloopt gewoonlijk in twee stappen. Een eerste stap waarin de grote restantendeeltjes, hoofdzakelijk gevormd door stro, afgescheiden worden, en een tweede stap waarin de kleine restantendeeltjes, ook bekend als kafdeeltjes, van het gewas gescheiden worden. De aard van dit verwerkingssysteem in twee stappen heeft als gevolg dat veel maaidorsers ook dubbele restantenstrooisystemen bevatten. Een eerste deel van het restantenstrooisysteem strooit het stro over het veld uit, terwijl het tweede deel van het restantenstrooisysteem het kaf uitstrooit.
Een nadeel van de bekende maaidorsers is dat de kafdeeltjes niet optimaal uitgestrooid worden. Een verder nadeel van de bekende maaidorsers is dat het afscheiden van de kafdeeltjes uit het gewas nooit honderd procent correct verloopt waardoor er in het kaf gewasdeeltjes overblijven, wanneer het kaf door de kafstrooier over het veld uitgestrooid wordt. Wanneer dit kaf dat de resterende gewaselementen bevat over het veld wordt uitgestrooid, zullen de gewaselementen de neiging hebben te kiemen en op het veld tot nieuwe planten uit te groeien. Daarom wordt het kaf in veel landen afzonderlijk verzameld om dit effect te vermijden. Het afzonderlijk verzamelen van kaf is echter omslachtig en duur.
Het is een voorwerp van deze uitvinding om een doeltreffende en rendabele oplossing te verschaffen voor minstens één van de bovenvermelde problemen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De maaidorser van de uitvinding bevat een restantenverwerkingssysteem, waarbij het restantenverwerkingssysteem een strostrooier en minstens één kafstrooier bevat, waarbij elke van de minstens één kafstrooier vervolgens een eerste kafversneller en een tweede kaiVersneller bevat, zodat tijdens de werking kafdeeltjes worden versneld door de eerste kafversneller tot ze een tussenliggend energieniveau bereiken waarna de kafdeeltjes verder versneld worden door de tweede kafVersneller tot een energieniveau waardoor ze uitgestoten worden, waarbij de tweede kafversneller bij voorkeur maalelementen bevat om kafdeeltjes te malen terwijl ze tot op het uitstootenergieniveau versneld worden.
Het malen van de kafdeeltjes heeft als effect dat alle resterende gewaselementen in het kaf gebroken worden alvorens het kaf uit te stoten. Deze gebroken gewaselementen verliezen de mogelijkheid om te kiemen en tot nieuwe planten uit te groeien. Bovendien heeft het malen tot gevolg dat eventuele zaadelementen van onkruid of ongewenste planten in de molen vernietigd worden. Door een gedeelde kafstrooier te verschaffen, kan de molen gemakkelijk in een bestaande situatie of zonder significante afwijking van bestaande situaties ingebouwd worden. Dit maakt een rendabele en betrouwbare oplossing mogelijk. Zelfs zonder de maalelementen, blijkt de kafstrooier met de tweetrapsconstructie doeltreffender te zijn en tot een betere verspreiding van kaf over het veld te leiden.
De maalelementen bevatten bij voorkeur een reeks hamers en minstens één versnipperstaaf die aangebracht zijn in samenwerking met de reeks hamers. Een versnipperstaaf en een reeks hamers vormen een rendabele en betrouwbare manier om het kaf te malen en ervoor te zorgen dat zaden of gewaselementen die aanwezig zijn in het kaf voldoende gebroken en beschadigd worden. Daarbij zal het duidelijk zijn dat een zaad- of gewaselement beschouwd wordt als zijnde voldoende gebroken of beschadigd wanneer het zaad of gewaselement de mogelijkheid verliest om te kiemen en tot een nieuwe plant uit te groeien.
Bij voorkeur is er een kaftransportkanaal aangebracht om kafdeeltjes vanaf een uitlaat van de eerste kafversneller naar een inlaat van de tweede kafversneller te leiden. Door een kaftransportkanaal te verschaffen, kan de stroming van het kaf gemakkelijk op een betrouwbare wijze geregeld worden.
De eerste kafversneller en de tweede kafversneller zijn bij voorkeur gevormd als draaibare schijven die een reeks rotorbladen bevatten. Verder zijn de draaibare schijven van de kafversnellers bij voorkeur aangebracht om rond een gemeenschappelijke as te draaien. Daarbij is de eerste kafversneller gewoonlijk boven op de tweede kafversneller geplaatst. Daarbij kan de kafstrooier op een compacte manier ontworpen en geproduceerd worden, wat in sterke mate overeenkomt met de huidige kafstrooisystemen.
Het kaftransportkanaal is bij voorkeur buiten de omtrek van de eerste en tweede kafversneller aangebracht. Als alternatief is het kaftransportkanaal binnen de omtrek van de eerste en tweede kafversneller aangebracht, tussen de eerste en de tweede kafversneller. Wanneer het transportkanaal buiten de omtrek van de eerste en tweede kafVersneller is aangebracht, is een opening aan een buitenrand of aan de omtrek van de eerste versneller verbonden via het transportkanaal met een opening aan een rand of aan de omtrek van de tweede kafversneller. Dit maakt het mogelijk om de eerste en tweede kafversneller rechtstreeks boven op elkaar aan te brengen terwijl het transportkanaal aan een kant van de twee kafVersnellers is aangebracht. In de alternatieve configuratie is het transportkanaal tussen de draaibare schijven gevormd, zodat er geen verdere ruimte nodig is buiten de omtrek van de schijven om een juiste werking te verzekeren. Daarbij zijn beide alternatieven toepasbaar en hebben beide alternatieven voordelen, afhankelijk van de specifieke situatie.
De eerste en de tweede kafversneller zijn bij voorkeur verbonden met een enkele motor via een tandwielkast, zodat de enkelvoudige motor geschikt is om de eerste kafVersneller met een eerste toerental aan te drijven en tegelijk de tweede kafVersneller aan te drijven met een tweede toerental dat hoger is dan het eerste toerental. Zulke configuratie is gemakkelijk te realiseren en verschaft een betrouwbaar aandrijfmechanisme voor het aandrijven van de twee kafversnellers. Door de tweede kafversneller met een hoger toerental dan de eerste kafversneller aan te drijven, worden de operationele eigenschappen van de kafstrooier nog verbeterd.
Bij voorkeur is een overbruggingselement (een zogenaamde bypass) aangebracht om de tweede kafversneller in een voorafbepaalde positie van het bypass-element te omzeilen. Verder hebben het kaftransportkanaal en het bypass-element bij voorkeur de vorm van een enkel verplaatsbaar element dat op een verplaatsbare wijze is aangebracht om in een eerste positie ervan het kaftransportkanaal te vormen, en om in een voorafbepaalde tweede positie, verschillend van de eerste positie ervan, het bypass-element te vormen. Het bypass-element maakt het in voorafbepaalde omstandigheden mogelijk om de tweede kafversneller te omzeilen. Dit verbetert de operationele mogelijkheden die door de kafstrooier geboden worden.
Bij voorkeur is er een ontkoppelend element aangebracht om de tweede kafVersneller van de eerste kafversneller te ontkoppelen wanneer het bypass-element zich in de voorafbepaalde positie bevindt. Door de tweede kafversneller van de eerste kafversneller te ontkoppelen wordt de tweede kafversneller niet aangedreven zodat hij ook geen energie verbruikt.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Sommige uitvoeringsvormen van toestellen en/of werkwijzen in overeenstemming met uitvoeringsvormen van deze uitvinding worden nu beschreven bij wijze van voorbeeld en met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin:
Figuur 1 een bovenaanzicht toont van een landbouwvoertuig met een restantenstrooisysteem;
Figuur 2 het gewasverwerkingssysteem in het hoofddeel van het landbouwvoertuig illustreert;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede toont van een kafstrooier volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 4 een bovenaanzicht toont van de onderste schijf van de kafstrooier van Figuur 3; en
Figuur 5 een dwarsdoorsnede toont van een kafstrooier volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een maaidorser 1. De maaidorser 1 bevat een maaier 2, die verbonden is met het voorste uiteinde van het hoofddeel 3 van een maaidorser. Het achterste uiteinde van het hoofddeel van de maaidorser 3 bevat een restantenstrooisysteem 4. Daarbij snijdt de maaier 2, wanneer de maaidorser 1 gewas van een veld oogst, het oogstmateriaal van het veld en trekt hij het oogstmateriaal in het hoofddeel 3 van de maaidorser 1. In hoofddeel 3 wordt het oogstmateriaal verwerkt om de oogst van de restanten te scheiden. De restanten worden daarna binnen het hoofddeel 3 van de maaidorser 1 getransporteerd naar het restantenstrooisysteem 4, dat de restanten op het veld gooit. Daarbij is het restantenstrooisysteem 4 traditioneel geconfigureerd om te proberen een situatie te benaderen waarbij de restanten gelijkmatig over het veld verspreid worden over een breedte die gelijk is aan de breedte van de maaier 2.
De verspreiding van de restanten over het veld is aanpasbaar door het restantenstrooisysteem 4 te sturen. Restantenstrooisystemen 4 volgens de stand van de techniek kunnen inderdaad gestuurd worden om de verspreiding van de restanten te beïnvloeden, bijvoorbeeld om externe invloeden zoals wind te compenseren zodat in veel omstandigheden een gelijkmatige verspreiding verkregen kan worden. Meer bepaald kan de kracht/snelheid waannee het restantenstrooisysteem 4 de restanten uit het achterste uiteinde van de maaidorser 1 gooit, worden aangepast. Bovendien kan het hoekbereik waarover het restantenstrooisysteem 4 de restanten strooit ook versteld worden. Daarbij bevat het restantenstrooisysteem 4 gewoonlijk een reeks (minstens een linkse en een rechtse) van zulke verstelbare mechanismen 10, 10’ om de restanten uit het achterste uiteinde van de maaidorser 1 te gooien. Dit maakt het mogelijk om de verspreiding van de restanten over het veld te veranderen door het restantenstrooisysteem 4 te verstellen. Aangezien zulke mechanismen 10, 10’ bekend zijn volgens de stand van de techniek, worden hier geen verdere specificaties gegeven over zo'n restantenstrooisysteem aangezien een vakman deze systemen kent en zal weten hoe zulke systemen gestuurd kunnen worden om de verspreiding van de restanten aan te passen.
In Figuur 1 is de maaidorser geïllustreerd tijdens de werking, waarbij restanten uit de maaidorser worden gestoten. De uitgestoten restanten bestaan uit twee delen, waar respectievelijk naar verwezen wordt met referentienummers 5 en 13. De wolk 5 illustreert het stro dat door het restantenstrooisysteem wordt uitgestoten en de wolk 13 illustreert het kaf dat door het restantenstrooisysteem wordt uitgestoten. Kaf en stro worden gescheiden van de oogst in hoofddeel 3 van de maaidorser 1 door gebruik te maken van verschillende technieken. Als gevolg daarvan bevatten veel restantenstrooisystemen afzonderlijke strooiers voor kaf en stro, wat verklaart waarom de kafwolk 13 op een afstand ligt van de strowolk 5.
Figuur 2 illustreert de principes voor het verwerken van oogstmateriaal binnen een hoofddeel 3 van een maaidorser 1. Referentienummer 6 illustreert het proces van het dorsen van het oogstmateriaal dat door middel van de maaier 2 van het veld wordt afgesneden. Tijdens het dorsen 6 worden de kleinere deeltjes zoals de oogstdeeltjes en de kafdeeltjes afgescheiden van grotere elementen van het oogstmateriaal zoals stro. Deze grotere elementen worden fijngehakt door een hakselaar 9 en vervolgens aan het achterste uiteinde van de maaidorser 1 uitgestoten. Zoals hierboven beschreven, kan het stro uitgestoten worden via restantenstrooischijven 10 of via vinnen.
In hoofddeel 3 van de maaidorser 1 worden de kleinere deeltjes verder verwerkt zoals geïllustreerd met referentienummer 7 om de deeltjes oogstmateriaal van de kafdeeltjes te scheiden. Deze kafdeeltjes worden verzameld zoals geïllustreerd met pijl 11 in een kafstrooier 12. De kafstrooier 12 verspreidt het kaf afzonderlijk van de strostrooier op het veld.
Figuur 3 toont een eerste uitvoeringsvorm van de kafstrooier 12 van de uitvinding. De kafstrooier 12 bevat een bovenste segment 14 en een onderste segment 15. In de uitvoeringsvorm van Figuur 3 is het bovenste segment 14 vlak in de buurt van het onderste segment 15 geplaatst. Het bovenste segment 14 fungeert als eerste kafVersneller terwijl het onderste segment 15 als tweede kafversneller fungeert.
Het bovenste segment 14 van de kafstrooier 12 bevat een cilindervormig huis 16 dat aan de bovenkant open is zodat kaf in het huis 16, dat in Figuur 3 geïllustreerd is met pijlen 11, kan vallen. Het bovenste segment 14 bevat verder een rotor met een reeks rotorbladen 17 die aangedreven worden door een motor 24 zodat het kaf dat in het huis valt, versneld wordt door de rotor en de rotorbladen.
Het bovenste segment 14 van de kafstrooier 12 is verbonden met het onderste segment 15 van de strooier 12 via een kaftransportkanaal 18. Het kaftransportkanaal 18 verbindt een opening aan een kant van het bovenste segment van huis 16 met een verdere opening aan een kant van het onderste segment 15. De opening in het bovenste segment 14 wordt beschouwd als een bovenste uitlaatopening aangezien kafdeeltjes via deze opening uit het huis 16 verwijderd worden, zoals geïllustreerd met pijl 19. De verdere opening in het onderste segment 15 wordt beschouwd als een onderste inlaatopening van het onderste segment 15 aangezien kafdeeltjes toegevoerd worden aan dit onderste segment 15 via deze verdere opening binnenkomen.
Het onderste segment 15 bevat ook een cilindrisch huis 20, met een diameter die bij voorkeur in wezen dezelfde is als de diameter van het bovenste cilindrische huis 16. Het onderste segment 15 bevat verder een rotor met een reeks rotorbladen 21, analoog aan de rotor met rotorbladen in het bovenste segment 14. Het onderste segment 15 bevat verder maalelementen 22, 23, in Figuur 3 getoond als hamers 22 en een versnipperstaaf 23. De rotor met de rotorbladen en de maalelementen 22 in het onderste segment 15 worden ook aangedreven door een motor 24. Het onderste segment 15 bevat verder een onderste uitlaatopening 25 in het huis 20, waarbij die onderste uitlaatopening gevormd is aan een kant van het huis 20 zodat het kaf via de uitlaatopening 25 uit de strooier 12 gestoten kan worden. Dit wordt geïllustreerd met pijlen 13.
Bij voorkeur is de motor 24 geconfigureerd om de bovenste rotor met een eerste snelheid aan te drijven en de onderste rotor met een tweede snelheid die hoger is dan de eerste snelheid. Dit wordt bij voorkeur gerealiseerd via een enkele motor en een tandwielkast, bijvoorbeeld een planetaire tandwielkast zoals getoond in Figuur 5. Een vakman zal begrijpen hoe twee rotoren aangedreven kunnen worden met verschillende snelheden via een enkele motor en een tandwielkast, en zodoende wordt dit aspect niet in meer detail beschreven.
Figuur 4 toont een bovenaanzicht van de onderste kamer 20 van de kafstrooier. Dit bovenaanzicht illustreert hoe het kaftransportkanaal 18 buiten de omtrek van de rotoren gevormd kan worden en wel op zulke wijze dat het kaf optimaal geleid kan worden vanaf een bovenste uitlaat van het bovenste segment naar een onderste inlaat van het onderste segment. Dit wordt gerealiseerd in de uitvoeringsvorm van Figuur 4 door het kaftransportkanaal een kromming te geven die gekozen wordt om de uitgaande stroom kafdeeltjes van het bovenste segment om te buigen in een binnenkomende stroom in het onderste segment. Zulke stroom wordt in Figuur 4 geïllustreerd met pijl 19. Figuur 4 toont bovendien de rotor met de reeks rotorbladen 21 die ervoor zorgen dat de kafdeeltjes gedwongen worden om met de rotorsnelheid mee te bewegen en die een reeks hamers 22 bevatten, die bij voorkeur een scharnier 26 bevatten zodat de buitenste uiteinden van de hamers 22 kunnen scharnieren ten opzichte van het scharnier 26. Door het draaien van de rotor zullen de hamers naar de omtrek van de kamer 20 gedwongen worden en daarbij tegen de versnipperstaven 23 botsen of op zijn minst dichtbij de versnipperstaven 23 bewegen. Als gevolg daarvan worden de kafdeeltjes tussen de hamers en de versnipperstaven gemalen. Zaadelementen of gewaselementen worden geplet. Het onderste segment 20 bevat verder een onderste opening 25 zodat het kaf uitgestoten kan worden 13. De vakman zal zich ervan bewust zijn dat meer dan één hameropstellingen bedacht kunnen worden en dat één of meer versnipperstaven 23 aangebracht kunnen worden, dat het aantal hamers 22 en/of rotorbladen 21 afhankelijk van meer dan één factoren gekozen kan worden.
In Figuur 4 is het kaftransportkanaal 18 weergegeven in een positie waar het zowel verbonden is met de bovenste uitlaat van het bovenste segment 14 als met de onderste inlaat van het onderste segment. Dit kaftransportkanaal 18 kan op een verplaatsbare manier aangebracht worden, zodat, wanneer het kaftransportkanaal verplaatst wordt, het kaftransportkanaal 18 niet verbonden is met de bovenste uitlaat van het bovenste segment 14. Als gevolg daarvan zal kaf rechtstreeks door het bovenste segment uitgestoten worden, wordt het onderste segment omzeild en wordt er in het onderste segment niet gemalen. Zulk kaftransportkanaal 18 zou de landbouwer of operator van het landbouwvoertuig in staat kunnen stellen om de verwerkingsinstellingen te kiezen, meer bepaald om naar keuze al dan niet te malen.
Figuur 5 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij het onderste segment 15 en het bovenste segment 14 niet rechtstreeks vlak tegen elkaar gepositioneerd zijn en waarbij het kaftransportkanaal 18 de tussenruimte tussen het bovenste segment 14 en het onderste segment 15 overbrugt. Het voordeel van zulke opstelling is dat het kaftransportkanaal 18 volledig gevormd kan zijn binnen de omtrek van het bovenste en het onderste cilindrische lichaam 16, 20. In zulke opstelling is de bovenste uitlaatopening in een bodem van de bovenste kamer gevormd, en is de onderste inlaatopening aan de bovenkant van de onderste kamer gevormd. De verdere operationele karakteristieken van de uitvoeringsvorm van Figuur 5 zijn in wezen dezelfde of ten minste analoog aan wat hierboven beschreven is m.b.t. Figuren 3 en 4.
Figuur 5 toont de motor 24 en de tandwielkast 27 meer in detail. Daarbij toont de Figuur hoe de as van de motor rechtstreeks verbonden is met de bovenste rotor van het bovenste segment 14. Bovendien zijn planetaire tandwielen verbonden met het frame en is een zonnewiel 30 verbonden met de onderste rotor van het onderste segment 15. Het ringwiel 28 kan met de motoras gekoppeld worden via een koppelingselement 31. Dit wordt geïllustreerd door pijl 32, waarbij de bovenste positie van het koppelingselement 31 het ringwiel verbindt met de centrale as en een onderste positie het ringwiel 28 ontkoppelt van de centrale as van de motor. Door het ringwiel 28 met de centrale as van de motor 24 te verbinden, wordt de onderste rotor van het onderste segment 20 aangedreven, afhankelijk van de overbrengingsverhouding van de tandwielen in de planetaire tandwielkast, met een snelheid die verschilt van het toerental van de motoras. Zo wordt een compact en betrouwbaar mechanisme verschaft om de bovenste rotor en de onderste rotor met een verschillend toerental aan te drijven.
De bovenstaande beschrijving beschrijft het huis 16, 20 als zijnde cilindrisch. Opgemerkt wordt dat de term cilindrisch wijst op de visuele indruk die dit huis wekt, en niet op de meetkundige vorm ervan. In de praktijk is het huis een beetje excentrisch zodat in de buurt van de uitlaat, de afstand van de rotor tot het huis een beetje groter is om blokkering te voorkomen door het knijpen van het kaf tussen de rotor en het huis Daarom is de term cilindrisch is niet bedoeld om de reikwijdte van de bescherming te beperken, maar veeleer om een algemenere indruk te geven van de principes van de uitvinding.
Op basis van de figuren en de beschrijving zal de vakman de werking en de voordelen van de uitvinding begrijpen alsook de verschillende uitvoeringsvormen ervan. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat de beschrijving en de figuren enkel en alleen bedoeld zijn om de uitvinding te laten begrijpen en niet om de uitvinding te beperken tot bepaalde uitvoeringsvormen of voorbeelden die hierin gebruikt worden. Daarom wordt benadrukt dat de reikwijdte van de uitvinding alleen bepaald zal worden in de conclusies.
Claims (14)
- CONCLUSIES:1. Kafstrooier (12) voor een maaidorser (1), gekenmerkt doordat de kafstrooier (12) een eerste kafversneller (14) en een tweede kafversneller (15) bevat die na elkaar werkend gepositioneerd zijn zodat tijdens de werking kafdeeltjes versneld worden door de eerste kafversneller (14) tot ze een tussenliggend energieniveau bereiken waarna de kafdeeltjes verder versneld worden door de tweede kafversneller (15) tot een uitstootenergieniveau.
- 2. Kafstrooier (12) volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de tweede kafversneller maalelementen (22, 23) bevat voor het malen van de kafdeeltjes terwijl ze tot op het uitstootenergieniveau versneld worden.
- 3. Kafstrooier (12) volgens conclusie 1 of conclusie 2, gekenmerkt doordat de maalelementen (22, 23) een reeks hamers (22) bevatten en minstens één versnipperstaaf (23) die aangebracht is in samenwerking met de reeks hamers (22)
- 4. Kafstrooier (12) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat een kaftransportkanaal (18) is aangebracht om kafdeeltjes vanaf een uitlaat van de eerste kafversneller (14) naar een inlaat van de tweede kafVersneller (15) te leiden.
- 5. Kafstrooier (12) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de eerste kafversneller (14) en de tweede kafversneller (15) de vorm hebben van schijven (16, 20) die elk een reeks rotorbladen (17, 21) bevatten.
- 6. Kafstrooier (12) volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de rotorbladen (17, 21) in de schijven (16, 20) van de eerste kafVersneller (14) en de tweede kafVersneller (15) aangebracht zijn om te draaien rond een gemeenschappelijke as.
- 7. Kafstrooier (12) volgens conclusie 5 of conclusie 6, gekenmerkt doordat de schijven (16, 20) draaibaar zijn om samen met de rotorbladen (17, 21) te draaien.
- 8. Kafstrooier (12) volgens conclusie 4 en conclusie 6, gekenmerkt doordat het kaftransportkanaal (18) buiten de omtrek van de eerste en tweede kafversneller is aangebracht.
- 9. Kafstrooier (12) volgens conclusie 4 en conclusie 6, gekenmerkt doordat het kaftransportkanaal (18) binnen de omtrek van de eerste en tweede kafVersneller is aangebracht, tussen de eerste en de tweede kafversneller (14, 15).
- 10. Kafstrooier (12) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de eerste en de tweede kafversneller (14, 15) verbonden zijn met een enkelvoudige motor (24) via een tandwielkast (27) zodat de enkelvoudige motor (24) geschikt is om de eerste kafversneller (14) aan te drijven met een eerste toerental en tegelijk de tweede kafversneller (15) aan te drijven met een tweede toerental dat hoger is dan het eerste toerental.
- 11. Kafstrooier (12) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat er een overbruggingselement (een zogenaamde bypass) is aangebracht om de tweede kafversneller (15) in een voorafbepaalde positie van het bypass-element te omzeilen.
- 12. Kafstrooier (12) volgens conclusie 4 en conclusie 10, gekenmerkt doordat het kaftransportkanaal en het bypass-element bij voorkeur de vorm hebben van een enkel verplaatsbaar element dat op een verplaatsbare wijze is aangebracht om in een eerste positie ervan het kaftransportkanaal te vormen, en om in een voorafbepaalde tweede positie ervan, verschillend van de eerste positie, het bypass-element te vormen.
- 13. Kafstrooier (12) volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat er een ontkoppelend element (31) is aangebracht om de tweede kafversneller (15) van de eerste kafversneller (14) te ontkoppelen wanneer het bypass-element zich in de voorafbepaalde positie bevindt.
- 14. Maaidorser (1) die een restantenverwerkingssysteem bevat, waarbij het restantenverwerkingssysteem een strostrooier (8) bevat en minstens één kafstrooier (12) volgens eender welke van de vorige conclusies.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5126A BE1023485B1 (nl) | 2016-02-23 | 2016-02-23 | Kafstrooier met zaadkneuzing |
BR102017003422-4A BR102017003422B1 (pt) | 2016-02-23 | 2017-02-21 | Espalhador de moinha para uma colheitadeira agrícola e colheitadeira agrícola |
US15/440,467 US10426086B2 (en) | 2016-02-23 | 2017-02-23 | Chaff spreader with seed bruising |
EP17157544.2A EP3210457B1 (en) | 2016-02-23 | 2017-02-23 | Chaff spreader with seed bruising |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5126A BE1023485B1 (nl) | 2016-02-23 | 2016-02-23 | Kafstrooier met zaadkneuzing |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1023485B1 true BE1023485B1 (nl) | 2017-04-06 |
Family
ID=55966949
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2016/5126A BE1023485B1 (nl) | 2016-02-23 | 2016-02-23 | Kafstrooier met zaadkneuzing |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10426086B2 (nl) |
EP (1) | EP3210457B1 (nl) |
BE (1) | BE1023485B1 (nl) |
BR (1) | BR102017003422B1 (nl) |
Families Citing this family (38)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US10492369B2 (en) * | 2015-07-14 | 2019-12-03 | Dean Mayerle | Weed seed destruction |
CA3159989A1 (en) * | 2015-07-14 | 2017-01-19 | Tritana Intellectual Property Ltd. | Combine harvester with straw spreading and weed seed destruction |
WO2019178651A1 (en) * | 2018-03-22 | 2019-09-26 | Seed Terminator Holdings PTY LTD | An impact mill and a residue processing system incorporating same |
US11079725B2 (en) | 2019-04-10 | 2021-08-03 | Deere & Company | Machine control using real-time model |
US11672203B2 (en) | 2018-10-26 | 2023-06-13 | Deere & Company | Predictive map generation and control |
US11589509B2 (en) | 2018-10-26 | 2023-02-28 | Deere & Company | Predictive machine characteristic map generation and control system |
US11467605B2 (en) | 2019-04-10 | 2022-10-11 | Deere & Company | Zonal machine control |
US11240961B2 (en) | 2018-10-26 | 2022-02-08 | Deere & Company | Controlling a harvesting machine based on a geo-spatial representation indicating where the harvesting machine is likely to reach capacity |
US11178818B2 (en) | 2018-10-26 | 2021-11-23 | Deere & Company | Harvesting machine control system with fill level processing based on yield data |
US11653588B2 (en) | 2018-10-26 | 2023-05-23 | Deere & Company | Yield map generation and control system |
US11641800B2 (en) | 2020-02-06 | 2023-05-09 | Deere & Company | Agricultural harvesting machine with pre-emergence weed detection and mitigation system |
US11957072B2 (en) | 2020-02-06 | 2024-04-16 | Deere & Company | Pre-emergence weed detection and mitigation system |
US11206763B2 (en) * | 2018-10-31 | 2021-12-28 | Deere & Company | Weed seed based harvester working member control |
US10986778B2 (en) * | 2018-10-31 | 2021-04-27 | Deere & Company | Weed seed devitalizer control |
CA3231538A1 (en) * | 2019-03-14 | 2020-09-17 | Tritana Intellectual Property Ltd. | Weed seed destruction |
US11234366B2 (en) | 2019-04-10 | 2022-02-01 | Deere & Company | Image selection for machine control |
US11758847B2 (en) | 2019-09-19 | 2023-09-19 | Deere & Company | Residue quality assessment and performance system for a harvester |
US11477940B2 (en) | 2020-03-26 | 2022-10-25 | Deere & Company | Mobile work machine control based on zone parameter modification |
US11849671B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-12-26 | Deere & Company | Crop state map generation and control system |
US11474523B2 (en) | 2020-10-09 | 2022-10-18 | Deere & Company | Machine control using a predictive speed map |
US11895948B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-02-13 | Deere & Company | Predictive map generation and control based on soil properties |
US11874669B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-01-16 | Deere & Company | Map generation and control system |
US11711995B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-08-01 | Deere & Company | Machine control using a predictive map |
US11675354B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-06-13 | Deere & Company | Machine control using a predictive map |
US11825768B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-11-28 | Deere & Company | Machine control using a predictive map |
US11871697B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-01-16 | Deere & Company | Crop moisture map generation and control system |
US11849672B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-12-26 | Deere & Company | Machine control using a predictive map |
US11650587B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-05-16 | Deere & Company | Predictive power map generation and control system |
US11864483B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-01-09 | Deere & Company | Predictive map generation and control system |
US11592822B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-02-28 | Deere & Company | Machine control using a predictive map |
US11889788B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-02-06 | Deere & Company | Predictive biomass map generation and control |
US11946747B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-04-02 | Deere & Company | Crop constituent map generation and control system |
US11727680B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-08-15 | Deere & Company | Predictive map generation based on seeding characteristics and control |
US11845449B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-12-19 | Deere & Company | Map generation and control system |
US11635765B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-04-25 | Deere & Company | Crop state map generation and control system |
US11927459B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-03-12 | Deere & Company | Machine control using a predictive map |
US11844311B2 (en) | 2020-10-09 | 2023-12-19 | Deere & Company | Machine control using a predictive map |
US11889787B2 (en) | 2020-10-09 | 2024-02-06 | Deere & Company | Predictive speed map generation and control system |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4684068A (en) * | 1986-01-17 | 1987-08-04 | Deutz-Allis Corporation | Dual rotating spreaders for harvester discharge |
DE102007005173A1 (de) * | 2007-01-29 | 2008-08-14 | Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh | Mähdrescher sowie Verfahren zum Häckseln von Stroh in einem Mähdrescher |
US20110070934A1 (en) * | 2009-09-21 | 2011-03-24 | Stefan Teroerde | Method for distributing a material flow onto a field, and chopping and spreading device |
US20150373913A1 (en) * | 2013-02-19 | 2015-12-31 | University Of South Australia | Weed seed devitalization arrangement |
Family Cites Families (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1095015A (fr) * | 1952-12-19 | 1955-05-26 | Dispositif servant à couper la paille, le foin, ou d'autres produits agricoles, et comportant des outils de coupe rotatifs et des contre-tranchants disposés dans la conduite d'aspiration d'une soufflerie | |
GB1548381A (en) * | 1975-06-26 | 1979-07-11 | Clayson Nv | Harvesting machines |
US4292795A (en) * | 1979-11-19 | 1981-10-06 | Linn Orville J | Straw and chaff chopper and spreader |
GB2163032B (en) | 1984-08-17 | 1988-02-17 | Lely Nv C Van Der | A spreader |
DE3540493C1 (en) | 1985-11-15 | 1987-04-23 | Engelbrecht & Lemmerbrock | Combine harvester with screening out of weeds |
US5082186A (en) | 1989-11-29 | 1992-01-21 | Bruns Mark W | Chaff spreader |
DE4431802A1 (de) * | 1994-09-07 | 1996-03-14 | Claas Ohg | Anbauhäcksler mit Breitverteileraustrag für zu zerkleinerndes Gut, insbesondere Stroh/Spreu-Gemisch für/an einem Mähdrescher |
SE504680C2 (sv) * | 1995-09-19 | 1997-04-07 | Rekordverken Ab | Tallrik med fläkt- och kastvingar och urtag för spridning av agnar och boss från en skördetröska |
DE19750393A1 (de) | 1997-11-14 | 1998-04-30 | Jakobi Wilhelm Dipl Ing Fh | Mähdrescher-Spreuverteiler mit Radial-Sauggebläsen |
DE19753486B4 (de) * | 1997-12-02 | 2006-02-16 | Deere & Company, Moline | Häckselvorrichtung |
US5976011A (en) * | 1997-12-31 | 1999-11-02 | Hartman; Everett A. | Straw and chaff spreader assembly |
FR2776468B1 (fr) | 1998-03-27 | 2000-09-08 | Alain Bernard | Broyeur pour detruire la germination de mauvaises graines projetees des tables de triage d'une moissonneuse batteuse |
DE19822499A1 (de) * | 1998-05-19 | 1999-11-25 | Franz Schrattenecker | Spreuverteiler für einen Mähdrescher |
DE19905329A1 (de) | 1999-02-09 | 2000-08-31 | Franz Schrattenecker | Spreuverteiler für einen Mähdrescher |
AU771302B2 (en) | 2000-04-20 | 2004-03-18 | Harvestaire Pty Ltd | Harvest residue destruction system |
DE10063554A1 (de) * | 2000-12-20 | 2002-09-19 | Deere & Co | Häckselvorrichtung |
US6616528B2 (en) * | 2001-12-12 | 2003-09-09 | Case Corporation | Vertical crop residue chopper and spreader |
SE0200601L (sv) * | 2002-02-27 | 2002-12-17 | Rekordverken Ab | Agnutmatare för skördetröska |
DE10350123B3 (de) | 2003-10-28 | 2005-01-05 | Georg-August-Universität Göttingen | Häckselvorrichtung für einen Mähdrescher |
US7306174B2 (en) | 2004-03-04 | 2007-12-11 | Deere & Company | Broadcast width and location control for a combine spreader |
DE102006042553A1 (de) | 2006-09-07 | 2008-03-27 | Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh | Häcksel- und Verteilvorrichtung |
AR070371A1 (es) | 2008-02-13 | 2010-03-31 | Harrington Raymond Brian | Destruccion de semillas de maleza y semillas de poblaciones voluntarias |
DE102010032156B4 (de) | 2010-07-23 | 2014-12-24 | Alfred Wagner | Vorrichtung an Mähdreschern und Mähdrescher mit einer solchen Vorrichtung |
DE102011088512B3 (de) | 2011-12-14 | 2013-01-17 | Thomas Nehls | Spreuaufbereitungs- und -verteilvorrichtung |
BE1021145B1 (nl) | 2013-05-08 | 2016-01-12 | Cnh Industrial Belgium Nv | Maaidorser met verbeterde hakselaar-en strooieropstelling |
US9730390B2 (en) * | 2015-06-23 | 2017-08-15 | Cnh Industrial America Llc | Chaff spread assisted by cross-blown airflow |
US10492369B2 (en) * | 2015-07-14 | 2019-12-03 | Dean Mayerle | Weed seed destruction |
CA3159989A1 (en) * | 2015-07-14 | 2017-01-19 | Tritana Intellectual Property Ltd. | Combine harvester with straw spreading and weed seed destruction |
-
2016
- 2016-02-23 BE BE2016/5126A patent/BE1023485B1/nl active
-
2017
- 2017-02-21 BR BR102017003422-4A patent/BR102017003422B1/pt active IP Right Grant
- 2017-02-23 US US15/440,467 patent/US10426086B2/en active Active
- 2017-02-23 EP EP17157544.2A patent/EP3210457B1/en active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4684068A (en) * | 1986-01-17 | 1987-08-04 | Deutz-Allis Corporation | Dual rotating spreaders for harvester discharge |
DE102007005173A1 (de) * | 2007-01-29 | 2008-08-14 | Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh | Mähdrescher sowie Verfahren zum Häckseln von Stroh in einem Mähdrescher |
US20110070934A1 (en) * | 2009-09-21 | 2011-03-24 | Stefan Teroerde | Method for distributing a material flow onto a field, and chopping and spreading device |
US20150373913A1 (en) * | 2013-02-19 | 2015-12-31 | University Of South Australia | Weed seed devitalization arrangement |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20170238463A1 (en) | 2017-08-24 |
US10426086B2 (en) | 2019-10-01 |
EP3210457B1 (en) | 2020-02-12 |
EP3210457A1 (en) | 2017-08-30 |
BR102017003422A2 (pt) | 2017-08-29 |
BR102017003422B1 (pt) | 2022-04-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1023485B1 (nl) | Kafstrooier met zaadkneuzing | |
DE202016009180U1 (de) | Unkrautsamenzerstörung | |
BE1019133A3 (nl) | Een maaidorser. | |
DE102015201055B4 (de) | Erntegutrestehäcksel- und Verteilanordnung für einen Mähdrescher | |
EP2286654B1 (de) | Erntegutrestehäcksel- und -verteilanordnung für einen Mähdrescher | |
EP3272199A1 (de) | Mulchgerät zur bearbeitung von auf einem feld stehenden pflanzenstümpfen | |
EP3001892B1 (de) | Maiserntegerät mit pflanzenstoppelzieher und -häcksler | |
EP2384610B1 (de) | Erntegutrestehäcksel und -verteilanordnung für einen Mähdrescher | |
CA3073140C (en) | Weed seed destruction device | |
EP2708107B1 (de) | Selbstfahrender Mähdrescher | |
BE1024448B1 (nl) | Oogstrestantenstrooier | |
DE102016212621A1 (de) | Erntevorsatz mit einer Mulcheinrichtung | |
WO2022236413A1 (en) | Combine harvester with a weed seed destruction device feeding to a straw spreader | |
US20200236850A1 (en) | Weed Seed Destruction | |
DE102014102221A1 (de) | Verfahren und Steuerungssystem zum Betreiben eines Feldhäckslers sowie Feldhäcksler | |
EP3520596A1 (de) | Mähdrescher | |
DE19753486A1 (de) | Häckselvorrichtung | |
US20230141301A1 (en) | Weed Seed Destruction | |
EP2449877A1 (de) | Mäh-Hackvorrichtung zur Ernte großwüchsiger Pflanzen | |
EP2853147A1 (de) | Feldhäcksler mit einer Nachbeschleunigungseinrichtung | |
EP3697196A1 (de) | Schneidelement mit ziehendem schnitt | |
EP4212005A1 (en) | A residue collector | |
EP2130425A1 (de) | Häckseltrommelanordnung | |
BE1024837B9 (nl) | Rotor voor oogstrestantenstrooier met verschillend gevormde schoepen | |
AU2021221797A1 (en) | Tangential flow material processing chamber and associated material processing system |