BE1023128B1 - Geautomatiseerde afkantpers of plooibank voor het plooien van metalen plaatmateriaal en werkwijze voor het plooien van metalen plaatmateriaal met zulke geautomatiseerde afkantpers of plooibank - Google Patents

Abstract

Geautomatiseerde plooibank (1) voor het plooien van metalen plaatmateriaal, die voorzien is van aandrijfmiddelen (14,15) die geïntegreerd zijn in een tafel (2) en/of ram (3) naargelang de aandrijfmiddelen (14,15) bedoeld zijn voor het verplaatsen en opstellen van respectievelijk ondergereedschap (8) en/of bovengereedschap (5) op de betreffende gereedschapshouder (4,7) van de geautomatiseerde plooibank (1).

Description

Geautomatiseerde afkantpers of plooibank voor het plooien van metalen plaatmateriaal en werkwijze voor het plooien van metalen plaatmateriaal met zulke geautomatiseerde afkantpers of plooibank.

De huidige uitvinding heeft eerst en vooral betrekking op een geautomatiseerde afkantpers of plooibank voor het plooien van metalen plaatmateriaal.

Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een geautomatiseerde afkantpers of plooibank die voorzien is van: - een tafel met een onderste gereedschapshouder waarop ondergereedschap in de vorm van één of meerdere matrijzen kan worden aangebracht,· - een zetbalk of ram met een bovenste gereedschapshouder waarop bovengereedschap in de vorm van één of meerdere stempels kan worden aangebracht· - aandrijfmiddelen voor het verplaatsen en opstellen van het ondergereedschap en/of het bovengereedschap op de betreffende gereedschapshouder,· en, - een sturing voor het aansturen van de aandrijfmiddelen.

Doorgaans is de tafel statisch opgesteld en is de zetbalk of ram ten opzichte van de tafel op en neer beweegbaar.

In dit geval spreekt men van "down stroke" afkantpersen of plooibanken.

De uitvinding heeft evenwel ook betrekking op de zogenaamde "up stroke" plooibanken of afkantpersen, waarbij de tafel op een neer beweegbaar is ten opzichte van de zetbalk of ram.

De uitvinding heeft ook betrekking op zetbanken of plooibanken waarbij zowel de ram als de tafel beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar.

Hierbij worden de matrijzen en stempels elk gevormd door een gereedschapssegment dat heen en weer beweegbaar is over de lengte van de betreffende gereedschapshouder.

Het is de bedoeling meerdere zulke gereedschapssegmenten volgens de lengte van de afkantpers of plooibank naast elkaar te plaatsen teneinde een samengestelde set van gereedschapssegmenten te vormen, waarmee een werkstuk uit metalen plaatmateriaal kan geplooid worden.

Het is duidelijk dat doorgaans meerdere plooibewerkingen op eenzelfde werkstuk dienen te worden uitgevoerd om een gewenst eindprodukt te verwezenlijken.

Hierbij dienen meestal meerdere gedeelten van zulk werkstuk geplooid te worden over een variërende plooilengte waarbij elke plooiing over zulke plooilengte wordt verwezenlijkt met een andere samengestelde set van gereedschapssegmenten.

Naargelang de dikte van het te plooien metalen plaatmateriaal verandert, worden doorgaans andere soorten matrijzen en stempels gebruikt.

In de grotere productiehallen worden meestal partijen bestaande uit meerdere te bewerken werkstukken met eenzelfde plaatdikte achtereenvolgens afgewerkt, zodat het wisselen van de gebruikte soort matrijzen en stempels enkel dient te gebeuren wanneer wordt overgegaan tot de verwerking van een andere partij werkstukken.

Er zijn reeds geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken bekend voor het plooien van metalen plaatmateriaal, doch deze vertonen een aantal nadelen.

Bij een eerste soort bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken bestaat de automatisatie erin de bestukking te doen van de ondergereedschapshouder en de bovengereedschapshouder alvorens het verwerken van een nieuwe partij werkstukken wordt aangevat.

Hiertoe wordt doorgaans gebruik gemaakt van robotten of gelijkaardige geautomatiseerde installaties waarmee de gereedschapssegmenten vanuit een stockeerplaats naar de gereedschapshouder kunnen worden gebracht.

Teneinde de verschillende plooibewerkingen voor één partij te kunnen uitvoeren zonder tussen opeenvolgende plooibewerkingen de gereedschapssegmenten te moeten herpositioneren, worden bij deze bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken meerdere samengestelde sets gereedschapssegmenten naast elkaar over de ganse lengte van de gereedschapshouder verspreid.

Aldus worden plooibewerkingen met een verschillende plooilengte uitgevoerd op verschillende gedeelten van de afkantpers of plooibank, die langsheen de lengte van de gereedschapshouder naast elkaar zijn opgesteld, elk overeenkomstig een samengestelde set gereedschapssegmenten.

Een eerste nadeel van deze bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken is dat het bestukken van de gereedschapshouder relatief veel tijd inneemt, waarbij de plaatbewerker gedurende deze tijd geen productie kan leveren.

Aldus gaat een groot deel van de productietijd verloren aan het bestukken van de afkantpers of plooibank.

Nog een nadeel van deze bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken is dat de plaatbewerker het te bewerken werkstuk steeds tussen de verschillende samengestelde sets van gereedschapssegmenten dient te verplaatsen teneinde de plooibewerking overeenkomstig de juiste plooilengte te kunnen uitvoeren.

Hierbij moet het werkstuk telkens correct gepositioneerd en gedraaid worden, wat vaak ingewikkeld is, zodat de plaatbewerker zeer aandachtig te werk dient te gaan om fouten of onveilige situaties te vermijden.

Door de aanwezigheid van meerdere samengestelde sets gereedschapssegmenten is het bijvoorbeeld mogelijk dat een plaatbewerker een werkstuk presenteert aan de verkeerde set, met een verkeerde plooiing van het werkstuk tot gevolg, waarbij eventueel zelfs gevaarlijke situaties kunnen voorkomen.

Voorts vergt het steeds wisselen tussen de verschillende samengestelde sets gereedschapssegmenten ook fysiek veel van de plaatbewerker.

In vele gevallen hebben dit type bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken een monitor waarop de plaatbewerker kan zien hoe het werkstuk op de pers dient te worden geplaatst voor de volgende plooibewerking. Zulke monitor is meestal naast de zone van de tafel en ram geïnstalleerd.

Een nadeel echter van deze bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken dat gelieerd is aan de aard ervan, is dat de monitor ver van de plaatbewerker is opgesteld, aangezien zulke afkantpersen of plooibanken een grote lengte hebben om de samengestelde sets van gereedschappen, die naast elkaar worden aangebracht over de lengte van de pers, te kunnen huisvesten.

Bijgevolg verliest een plaatbewerker vaak tijd om zich naar de monitor te begeven.

Nog een nadeel van deze bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken is dat de samengestelde sets gereedschapssegmenten niet gecentreerd zijn in het midden van de pers, wat niet optimaal is voor de krachtverdeling in de pers en wat ook aanleiding kan geven tot onnauwkeurigheden tijdens het plooien van het werkstuk.

In de bekende geautomatiseerde plooibanken of afkantpersen is het denkbaar om gereedschapssegmenten te herpositioneren, met de bedoeling een eerste samengestelde set van gereedschapssegmenten om te zetten in een anders geconfigureerde, samengestelde set van gereedschapssegmenten.

Een nadeel van deze bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken bestaat erin dat voor het verplaatsen van de gereedschapssegmenten tijdens het herpositioneren ervan een geautomatiseerd grijpwerktuig gebruikt wordt dat evenwel geparkeerd staat in een parkeerzone van de afkantpers die daarvoor voorzien is, doorgaans zijwaarts van de tafel en de ram van de afkantpers of plooibank.

Bijgevolg dient dit grijpwerktuig steeds naar het betreffend gereedschapssegment te worden gebracht wat veel tijd in beslag neemt.

Voorts kan het grijpwerktuig slechts één gereedschapssegment tegelijkertijd vastnemen, zodat een ganse herconfiguratie van een samengestelde set van werktuiggereedschappen door het herpositioneren van meerdere gereedschapssegmenten veel tijd vergt.

Nog een nadeel van de bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken heeft te maken met de specifieke situatie waarbij het niet mogelijk is om een bepaalde plooilengte te bekomen.

Soms is het bijvoorbeeld onmogelijk de betreffende plooilengte samen te stellen door het vormen van een samengstelde set van gereedschapssegmenten, omdat de verschillende gereedschapssegmenten hiertoe niet de juiste aangepaste breedte hebben.

In zulke situatie wordt vaak een samengestelde set van gereedschapssegmenten gevormd met een plooilengte die ietwat korter is dan de vereiste plooilengte.

Het verschil tussen de vereiste plooilengte en de verwezenlijkte wordt uiteraard bij voorkeur evenredig verdeeld over de ganse plooilengte door de gereedschapssegmenten ietwat uit elkaar op te stellen.

Bij de bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken vergt zulke positionering van de gereedschapssegmenten met een zekre tussenruimte erg veel tijd aangezien er meerdere sequentiële bewegingen nodig zijn om dit te verwezenlijken.

De huidige uitvinding heeft dan ook als doel een oplossing te bieden aan één of meer van de voornoemde en/of andere nadelen.

Meer bepaald heeft de uitvinding tot doel een geautomatiseerde afkantpers of plooibank aan te bieden die de productietijd inkort voor het vervaardigen van werkstukken door het plooien van metalen plaatmateriaal.

Nog een doel van de huidige uitvinding bestaat erin de taken van een plaatbewerker, die met een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding werkt, te verlichten, zowel op mentaal als op fysiek vlak.

Een ander doel van de huidige uitvinding bestaat erin een geautomatiseerde afkantpers of plooibank aan te bieden met een verhoogde veiligheid.

Nog een ander doel van de uitvinding bestaat erin de krachten die in de geautomatiserde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding ontwikkeld worden zo optimaal mogelijk te benutten en de nauwkeurigheid van de bewerkingen te verhogen vergeleken bij de bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken.

Hiertoe betreft de huidige uitvinding een geautomatiseerde afkantpers of plooibank voor het plooien van metalen plaatmateriaal, die voorzien is van: - een tafel met een onderste gereedschaphouder waarop ondergereedschap in de vorm van één of meerdere matrijzen kan worden aangebracht,· - een zetbalk of ram met een bovenste gereedschapshouder waarop bovengereedschap in de vorm van één of meerdere stempels kan worden aangebracht· - aandrijfmiddelen voor het verplaatsen en opstellen van het ondergereedschap en/of het bovengereedschap op de betreffende gereedschapshouder,· en, - een sturing voor het aansturen van de aandrijfmiddelen,· waarbij de matrijzen en stempels elk gevormd worden door een gereedschapssegment dat heen en weer beweegbaar is over de lengte van de betreffende gereedschapshouder, waarbij de aandrijfmiddelen geïntegreerd zijn in de tafel of ram naargelang de aandrijfmiddelen bedoeld zijn voor het verplaatsen en opstellen van respectievelijk het ondergereedschap en/of het bovengereedschap op de betreffende gereedschapshouder.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank overeenkomstig de uitvinding zijn de aandrijfmiddelen meer bepaald geïntegreerd in de betreffende gereedschapshouder.

Een groot voordeel van zulke geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding is dat ze voorzien is van aandrijfmiddelen die volledig in de tafel, ram of in de overeenkomstige gereedschapshouders zijn geïntegreerd.

Hierdoor wordt de benodigde tijd voor het verplaatsen van een gereedschapssegment op de gereedschapshouder enorm verkort vergeleken met de tijd nodig bij de bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken, aangezien bij een afkantpers of plooibank volgens de uitvinding niet telkens een afstand dient overbrugd te worden tussen een parkeerzone en het betreffende gereedschapssegment.

In een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank overeenkomstig de uitvinding bestaan de aandrijfmiddelen uit één of meerdere lineaire motoren die elk gevormd worden door een reeks vast ten opzichte van tafel of ram opgestelde elektromagneten die geïntegreerd zijn in één van de gereedschapshouders, waarbij elke elektromagneet afzonderlijk elektrisch aanstuurbaar is, waarbij elke lineaire motor een reeks aangestuurde elementen bevat, waarbij met de elektromagneten meerdere aangestuurde elementen simultaan kunnen worden aangestuurd om ze een lineaire beweging te doen ondergaan langsheen de betreffende gereedschapshouder en waarbij de aangestuurde elementen koppelbaar zijn aan de gereedschapssegmenten van de betreffende gereedschapshouder.

Een groot voordeel van zulke uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding bestaat erin dat de lineaire motoren van de afkantpers of plooibank voorzien zijn van een sturing waarmee meerdere aangestuurde elementen en dus ook gereedschapssegmenten simultaan kunnen worden aangestuurd en verplaatst.

Dit heeft uiteraard ook een enorme tijdswinst bij het verplaatsen van gereedschapssegmenten tot gevolg.

De gerealiseerde tijdswinst is dusdanig groot dat het met een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding mogelijk wordt sets van gereedschapssegmenten samen te stellen op een dynamische manier, meer bepaald tussen twee plooibewerkingen in en zonder dat dit het ganse plooiproces merkbaar stoort.

Zoals bekend is, wordt voor het uitvoeren van een plooibewerking het werkstuk eerst tegen een aanslag geplaatst voor een juiste positionering ervan en wordt dan door een neerwaartse beweging de ram tot tegen de tafel gebracht, waarna deze ram een opwaartse beweging ondergaat om het eerder ingeklemde werkstuk weg te nemen.

Om een samengestelde set van gereedschapssegmenten te herconfigureren tot een nieuwe set van gereedschapssegmenten door het herpositioneren,bijvoegen, wegnemen, zijdelings bijschuiven en/of wegschuiven van gereedsschapssegmenten en om eventueel één of meerdere aanslagen te verplaatsen, heeft een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding voldoende aan de tijd die beschikbaar is vanaf het moment dat de ram zijn opwaartse beweging inzet tot het moment dat het werkstuk opnieuw wordt geplaatst tegen een aanslag van de afkantpers of de plooibank voor een volgende plooibewerking.

Dit levert niet enkel een enorme tijdswinst op, maar het betekent ook dat bij een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding voor elke plooibewerking de juiste samengestelde set van gereedschapssegementen aan de plaatbewerker wordt aangeboden, zodat de plaatbewerker niet meer met het werkstuk hoeft te zeulen langsheen de lengte van de afkantpers of de plooibank.

Bijgevolg worden de taken van de plaatbewerker sterk vereenvoudigd wat resulteert in een grote ontlasting zowel op fysiek als mentaal vlak en aldus ook in een grotere productiviteit.

Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank overeenkomstig de uitvinding is de sturing ervan een dynamische sturing waarmee de gereedschapssegmenten tussen opeenvolgende plooibewerkingen zonder een merkbare onderbreking in het plooiproces kunnen gepositioneerd worden tot een samengestelde set gereedschapssegmenten op de meest ideale plaats langsheen de gereedschapshouder, waarbij bij voorkeur het midden gecentreerd is op het midden van de lengte van de tafel en de ram.

Er zal uiteraard geen merkbare onderbreking in het plooiproces zijn, indien het herconfigureren van de afkantpers of de plooibank kan gebeuren binnen de voornoemde tijd die beschikbaar is tussen het moment dat de ram zijn opwaartse beweging inzet en het moment dat het werkstuk opnieuw gepresenteerd wordt voor een nieuwe plooibewerking.

Een groot voordeel van deze uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding is dat elke plooibewerking gebeurt op een manier waarbij het midden van het werkstuk uitgelijnd is met het midden van de afkantpers of plooibank, waardoor de krachten in de afkantpers of de plooibank optimaal zijn verdeeld en de plooibewerkingen met grotere nauwkeurigheid worden uitgevoerd.

Nog een groot voordeel is dat er een werktafel vooraan de machine kan worden aangebracht waarachter de operator zittend kan zijn werk doen. Dit kan omdat het plooien steeds op de zelfde plaats gebeurd.

Nog een voordeel van zulke geautomatiseerde afkantpers volgens de uitvinding is het feit dat ze met een kleinere lengte kan worden uitgevoerd dan de bekende geautomatiseerde afkantpersen of plooibanken, aangezien telkens slechts één samengestelde set van gereedschapssegmenten op de afkantpers of plooibank wordt opgesteld, zodat de benodigde lengte van zulke afkantpers of plooibank overeenstemt met de maximale lengte van een samengestelde set gereedschapssegmenten

In de praktijk kan een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding aldus uitgevoerd worden met een lengte die ongeveer 1,5 tot 1,75 maal de voornoemde maximale lengte bedraagt, terwijl de lengte van de bekende geautomatiseerde afkantpersen en plooibanken hiervan doorgaans een veelvoud is.

De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het plooien van metalen plaatmateriaal met een geautomatiseerde afkantpers of plooibank, zoals hiervoor beschreven, waarbij de werkwijze erin bestaat met de aandrijfmiddelen van de afkantpers of plooibank de gereedschapssegmenten tussen opeenvolgende plooibewerkingen steeds zodanig te positioneren dat elke plooibewerking kan gebeuren met behulp van een samengestelde set gereedschapssegmenten die op de meest ideale plaats langsheen de gereedschapshouder is gepositioneerd, waarbij bij voorkeur het midden samenvalt met het midden van de lengte de tafel en de ram van de afkantpers of de plooibank.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding beschreven, evenals van een werkwijze voor het plooien van metalen plaatmateriaal volgens de uitvinding, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuur 1 in perspectief een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding weergeeft; figuren 2 en 3 respectievelijk een zijaanzicht en een vooraanzicht op de geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding uit figuur 1 weergeven, meer bepaald volgens de pijlen F2 en F3; figuur 4 een functioneel schema weergeeft met aanduiding van verschillende onderdelen uit de afkantpers of plooibank van figuur 1; figuur 5 op grotere schaal een vooraanzicht weergeeft op de ram van de afkantpers of plooibank, aangeduid met F5 in figuur 3, waarbij evenwel een gedeelte werd weggenomen voor een duidelijke illustratie van inwendige gedeelten; figuur 6 de ram uit figuur 5 in perspectief weergeeft; figuur 7 een zijaanzicht is op de ram volgen pijl F7 in figuur 5; figuur 8 uitvergroot het gedeelte weergeeft dat is aangeduid met F8 in figuur 7; figuur 9 een onderaanzicht is op de ram volgens de pijl F9 in figuur 5; figuur 10 uitvergroot het gedeelte weergeeft dat is aangeduid met F10 in figuur 9; figuur 11 uitvergroot het gedeelte weergeeft dat is aangeduid met F11 in figuur 6; figuur 12 uitvergroot een doorsnede doorheen de ram weergeeft volgens de lijn XII-XII in figuur 5; figuur 13 op grotere schaal een vooraanzicht weergeeft op het gedeelte aangeduid met de pijlen F13 in figuren 8 en 12; figuur 14 het gedeelte uit figuur 13 in perspectief weergeeft. figuren 15 en 16 zijaanzichten zijn volgens pijlen F15 en F16 in figuur 13; figuur 17 in perspectief het gedeelte weergeeft dat in figuur 16 met F17 is aangeduid; figuur 18 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 12 met F18 is aangeduid; figuren 19 tot 22 zichten zijn respectievelijk volgens de pijlen F19 tot F22 in figuren 18 en 19; figuur 23 in perspectief een ram of zetbalk weergeeft van een andere uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding; figuur 24 een vooraanzicht is op de ram uit figuur 23; figuur 25 in perspectief een zicht weergeeft volgens pijl F25 op de bovenste gereedschapshouder die deel uitmaakt van de ram uit figuur 23; figuur 26 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens de snede XXVI-XXVI in figuur 24; figuur 27 een doorsnede weergeeft doorheen de bovenste gereedschapshouder weergegeven in figuur 25 volgens de snede XXVII-XXVII aangeduid in figuur 26; figuur 28 vergroot het gedeelte weergeeft dat in figuur 25 is aangeduid met F28; figuur 29 in perspectief een ram of zetbalk weergeeft van nog een andere uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank volgens de uitvinding; figuur 30 uitvergroot het gedeelte weergeeft dat in figuur 29 is aangeduid met F30; figuur 31 in perspectief de ram of zetbalk uit figuur 29 weergeeft met weglating van de voorste gedeelten; figuur 32 uitvergroot en in perspectief het gedeelte weergeeft dat in figuur 31 met F32 is aangeduid; figuur 33 een vooraanzicht volgens pijl F33 weergeeft van het gedeelte van de bovenste gereedschapshouder van de ram of zetbalk weergegeven in figuur 31; en, figuur 34 uitvergroot een doorsnede weergeeft volgens de snede XXXIV-XXXIV aangeduid in figuur 33.

De in de figuren 1 tot 3 weergegeven geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 volgens de uitvinding is bedoeld voor het plooien van metalen plaatmateriaal en is hiertoe voorzien van een statisch opgestelde tafel 2 en een ten opzichte van deze tafel 2 op en neer beweegbare zetbalk of ram 3.

De zetbalk of ram 3 bevat een bovenste gereedschapshouder 4 waarop bovengereedschap 5 in de vorm van één of meerdere stempels of plooimessen 6 kan worden aangebracht.

De tafel 2 is eveneens voorzien van een onderste gereedschaphouder 7 waarop ondergereedschap 8 in de vorm van één of meerdere matrijzen 9 kan worden aangebracht.

De matrijzen 9 bestaan doorgaans uit een element met V-vormige groef waarvan de openingshoek, de verticale diepte en horizontale breedte verschilt in functie van de plaatdikte en de te realiseren plooihoek.

Ook matrijzen 9 met U-vormige groef worden toegepast, typisch voor het dubbel plooien van een plaatmateriaal.

De stempels of plooimessen 6 hebben tevens allerlei vormen naargelang de toepassing, met een scherpe of stompe punt die al dan niet symmetrisch is uitgevoerd en zo meer.

Een mogelijke vorm van zulk plooimes 6 is bijvoorbeeld meer in detail weergegeven in figuur 12.

De matrijzen 9 en stempels 6 worden elk gevormd door een gereedschapssegment 10 met een variërende breedte B, C, D, E, F, G en zo meer, dat heen en weer beweegbaar is volgens de lengteriching AA'van de betreffende gereedschapshouder 4 of 7.

Hiertoe zijn in de bovenste gereedschapshouder 4 en in de onderste gereedschapshouder 7 respectievelijk een groef 11 en een groef 12 voorzien, die zich uitstrekken over de lengte L van de afkantpers of plooibank 1 en waarin de gereedschapssegmenten 10 heen en weer verschuifbaar kunnen worden aangebracht.

Hierbij is het de bedoeling om meerdere gereedschapssegmenten 10 samen te voegen tot een samengestelde set 13 van gereedschapssegmenten 10 met een breedte H, I, J en zo meer, overeenkomstig de vereiste plooilengte nodig voor het realiseren van een plooi in het te bewerken werkstuk.

Met dit doeleinde is de geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 voorzien van aandrijfmiddelen 14 en 15 voor het verplaatsen en opstellen van respectievelijk het ondergereedschap 8 en het bovengereedschap 5 op de betreffende gereedschapshouder, respectievelijk de onderste gereedschapshouder 7 en de bovenste gereedschapshouder 4.

De geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 is voorts voorzien van een sturing 16 voor het aansturen van de aandrijfmiddelen 14 en 15, die naast andere elementen van de afkantpers of plooibank 1 op meer schematische wijze is weergegeven in figuur 4.

Kenmerkend voor de uitvinding is het feit dat de aandrijfmiddelen 14 en 15 zijn geïntegreerd in de tafel 2 of zetbalk 3.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de aandrijfmiddelen 14 en 15 volgens de uitvinding geïntegreerd in de bovenste gereedschapshouder 4 en onderste gereedschapshouder 7. IN de uitvoeringsvorm van een geuatomatiseerde afkantpers 1 of plooibank 1 weergegeven in de figuren 1 tot 22 bestaan de aandrijfmmiddelen 14 en 15 uit één of meerdere lineaire motoren 17 die elk gevormd worden door een reeks elektromagneten 18 die geïntegreerd zijn in één van de gereedschapshouders, meer bepaald de onderste gereedschapshouder 7 dan wel de bovenste gereedschapshouder 4.

In figuur 4 is schematisch een mogelijke configuratie weergegeven voor de bovenste gereedschapshouder 4.

De elektromagneten 18 bestaan elk uit een elektrische winding 18, ze zijn vast opgesteld op de gereedschapshouder 7 en achtereenvolgens geplaatst langsheen de ganse lengte L van deze gereedschapshouder 4.

Een voordeel hiervan is dat voor de elektrische aansluiting van de elektromagneten 18 slechts een minimum aan elektrische bekabeling nodig is waarbij niet of nauwelijks gebruik dient gemaakt te worden van de bewegende gedeelten voor deze aansluiting.

De elektromagneten 18 zijn hierbij elk afzonderlijk aanstuurbaar.

De lineaire motor 17 bevat voorts aangestuurde elementen 19, gevormd door elementen die hoofdzakelijk uit metaal zijn vervaardigd.

Hierbij wordt het magnetisch veld van achtereenvolgende elektromagneten 18 telkens door de sturing 16 zodanig omgepoold dat steeds een magnetische kracht op een aangestuurd element 19 wordt uitgeoefend die het aangestuurd element 19 voortstuwt langsheen het lineaire traject gevormd door de opeenvolgende elektromagneten 18.

Het toepassen van zulke lineaire motor 17 heeft als groot voordeel dat met één enkele reeks elektromagneten 18 simultaan meerdere aangestuurde elementen 19 kunnen worden aangestuurd, mits hiertoe een correcte sturing 16 wordt ontwikkeld.

In het getoonde schematische voorbeeld van figuur 4 bevat de sturing 16 een centrale CNC stuureenheid 20 die dienst doet als interface met de gebruiker.

Deze centrale CNC stuureenheid 20 legt o.a. de positie van de aangestuurde elementen 19 vast en stuurt de machineassen van de geautomatiseerde afkantpers of van de plooibank 1 aan.

De sturing 16 bevat tevens meerdere aandrijfeenheden 21, bestaande uit een elektronische schakeling en die elk een aantal afzonderlijke elektromagneten 18 kunnen aansturen.

Hierbij kan minstens één van de aandrijfeenheden 21 communiceren met de centrale CNC stuureenheid 20.

In het geval van figuur 4 is de sturing 16 hierbij voorzien van een tussenliggende eenheid 22 die de communicatie verzorgt tussen één van de aandrijfeenheden 21 (meest linkse in figuur 4) en de CNC stuureenheid 20 met behulp van communicatiemiddelen 23.

Voorts zijn de meerdere aandrijfeenheden 21 in serie achter elkaar geplaatst langsheen de ganse lengte L van de afkantpers of de plooibank 1.

Hierbij zijn de aandrijfeenheden 21 voorzien van communicatiemiddelen 24 teneinde met de aanliggende aandrijfeenheden 21 van de reeks in serie geplaatste aandrijfeenheden 21 te kunnen communiceren voor een gezamenlijke aansturing van de reeks elektromagneten 18 voorzien langsheen de ganse lengte L van de afkantpers of de plooibank 1.

Zulke reeks 25 van elektromagneten 18 van een lineaire motor 17 wordt in het engels ook wel een "forcer" 25 genoemd, wat vrij vertaald kan worden als een bekrachtigingsapparaat 25.

De aandrijfeenheden 21 zijn net zoals de elektromagneten 18 vast opgesteld op de betreffende gereedschapshouder 4 of 7 en ze drijven de aangestuurde elementen 19 aan door een werking van de opgewekte magnetische krachten op de bekrachtigde zijde 26 van deze aangestuurde elementen 19.

De bekrachtigde zijde 26 van de aanstuurbare elementen 19 moet niet van elektrische energie voorzien worden, waardoor ze vrij kunnen bewegen.

De aandrijfeenheden 21 kunnen volgens de uitvinding bijvoorbeeld ook voorzien worden van meetinstrumenten voor het opmeten van de positie van de aangestuurde elementen 19.

De aangestuurde elementen 19 zijn verder met hun koppelbare zijde 27 koppelbaar aan de gereedschapssegmenten 10 van de betreffende gereedschapshouder 4 of 7.

Hiertoe zijn de aangestuurde elementen 19 voorzien zijn van gestuurde koppelmiddelen 28 voor het aankoppelen van een gereedschapssegment 10 waarbij een koppelpin 29 in of uit het betreffende aangestuurde element 10 kan worden bewogen.

De koppelpinnen 29 kunnen samenwerken met één of meerdere koppelgaten 30 die voorzien zijn in de gereedschapssegmenten 10.

Voor het aansturen van de koppelmiddelen 28 van elk aangestuurd element 19 is de gereedschapshouder 4 of 7 ook voorzien van een koppelingssturing 31 of een koppeling aandrijving systeem 31.

In de resterende figuren 5 tot 22 is een meer realistische uitvoeringsvorm weergegeven van een ram 3 en zijn onderdelen van een afkantpers of plooibank 1 volgens de uitvinding, waarbij een tweetal gereedschapssegmenten 10 zijn samengesteld tot een set 13 van gereedschapssegmenten 10 voor het plooien van een metalen plaatmateriaal.

Zoals meer in detail is weergegeven in de figuren 8, 11 en 12 bijvoorbeeld zijn de aangestuurde elementen 19 uitgevoerd als balkvormige elementen 19 die met hun bekrachtigde zijde naar het bekrachtigingsapparaat 25 zijn gericht en met hun koppelbare zijde 27 naar de gereedschapssegmenten 10.

In het getoonde voorbeeld zijn voorts de elektromagneten of elektrische windingen 18 voorzien van een kern vervaardigd uit gelamineerd ijzer 32, wat bijvoorbeeld duidelijk is geïllustreerd in de figuren 13 tot 16.

In andere uitvoeringsvormen van een afkantpers of plooibank 1 volgens de uitvinding is het echter niet uitgesloten lineaire motoren 17 van een ander type toe te passen, zoals bijvoorbeeld een lineaire motor met ijzerloze kern, een variabele reluctantie lineaire motor, een lineaire motor met permanente magneet of een hybride lineaire motor, meer bepaald een lineaire motor die een combinatie is van een variabele reluctantie lineaire motor en een lineaire motor met permanente magneet.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is een lineaire motor 17 van de afkantpers of de plooibank 1 een hybride, lineaire stappenmotor 17.

De aandrijfeenheden 21, waarvan een voorbeeld in figuur 17 meer in detail is weergegeven, zijn voorzien tussen een achterwand 33 van de bovenste gereedschapshouder 4 en de elektromagneten 18 met ijzeren kern 32.

Zodoende kan alles compact worden uitgevoerd en zo kunnen de elektronische componenten gemakkelijk hun warmte afgeven aan de bovenste gereedschapshouder 4.

Teneinde een vlotte en zo wrijvingsloos mogelijke beweging van de aangestuurde elementen 19 en de gereedschapssegmenten 10 in de groef 11 te verwezenlijken zijn in het getoonde voorbeeld (in detail geïllustreerd in de figuren 18 tot 22) de aangestuurde elementen 19 voorzien van een lagering 34 waarmee ze verrijdbaar zijn in de gereedschapshouder 7 en over de reeks elektromagneten 18.

De aangestuurde elementen 19 worden voortbewogen onder de magnetische kracht afkomstig van de elektromagneten 18.

Met de koppelmiddelen 28 kan een gereedschapssegment 10 aan één of meerdere van deze aangestuurde elementen 19 gekoppeld worden voor een verplaatsing ervan langsheen de gereedschapshouder 7 of 4 tot op de gewenste positie.

Aldaar aangekomen, kan het gereedschapssegment 10 terug worden ontkoppeld van het betreffend aangestuurd element 19 of van de betreffende aangestuurde elementen 19 door de overeenkomstige koppelpinnen 29 uit de koppelgaten 30 te bewegen.

De uitvinding is niet beperkt tot een koppelsysteem met pin en gat is. Andere koppelsystemen die gebruik maken van permanente magneten of elektromagneten of andere methoden zijn niet van de uitvinding uitgesloten.

Om een goede verankering of fixering en juiste positionering van de gereedschapssegmenten 10 in de gereedschapshouder 4 of 7 te bekomen, wat uiteraard belangrijk is tijdens de plooibewerking zowel voor de veiligheid als voor een nauwkeurige afwerking, is de gereedschapshouder 4 of 7 voorzien van vasthoudmiddelen 35 waarmee een gereedschapssegement 10 in de gereedschapshouder 4 of 7 kan worden vastgeklemd.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de vasthoudmiddelen 35 gerealiseerd door blokkeringspinnen 36 waarmee een gereedschapssegment 10 in de gereedschapshouder 4 of 7 kan worden geblokkeerd.

Hierbij worden de blokkeringspinnen 36, doorgaans hydraulisch of pneumatisch, door het op druk zetten van een balgbuis in groef 37 in de achterwand 33 naar de gereedschapssegmenten 10 gedrukt dewelke zo geklemd en gefixeerd worden.

Zulke balgbuis is te weergegeven in figuren 26 en 34 en is niet geïllustreerd in figuur 12.

Door het geïntegreerd ontwerp van de aandrijvingen 14 en 15 is het mogelijk de sturing 16 uit te voeren als een dynamische sturing 16 waarmee de gereedschapssegmenten 10 tussen opeenvolgende plooibewerkingen zonder een merkbare onderbreking in het plooiproces kunnen gepositioneerd worden tot een samengestelde set 13 van gereedschapssegmenten 10 waarvan het midden M gecentreerd is op het midden M' van de lengte L van de tafel 2 en de ram 3.

In een variant op deze uitvoeringsvorm wordt een bekrachtigde zijde 26 rechtstreeks aan elk gereedschapssegment 10 bevestigd of erin verwerkt, zodat hetzelfde resultaat wordt bekomen en zodat de de koppelpin 29, koppelgat 30 en het koppelsysteem komen te vervallen.

Aldus wordt een zeer efficiënte afkantpers 1 of plooibank 1 bekomen, waardoor de doelstellingen van de uitvinding toegelicht in de inleiding werden bereikt.

In de figuren 23 tot 28 is een andere uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 volgens de uitvinding weergegeven.

Enerzijds, zijn in deze uitvoeringsvorm de aandrijfmiddelen 14 en 15 (waarvan enkel de aandrijfmiddelen 15 in de figuren zijn weergegeven) opnieuw geïntegreerd in de tafel 2 en ram 3, zodat de gereedschapssegmenten 10 nog steeds op een snelle en efficiënte manier kunnen bewogen worden over de betreffende gereedschapshouder, meer bepaald de bovenste gereedschapshouder 4, dan wel de onderste gereedschapshouder 7.

Anderzijds, zijn de aandrijfmiddelen 14 en 15 compleet anders uitgevoerd.

De aandrijfmiddelen 14 en 15 bevatten ditmaal immers elektrische motoren 38 die vast gemonteerd zijn op de tafel 2 (niet geïllustreerd) en de ram 3 (wel geÏllustreerd in de figuren) naargelang het de aandrijfmiddelen 14 betreft, die bedoeld zijn voor het verplaatsen en opstellen van het ondergereedschap 8 op de onderste gereedschapshouder 7 of de aandrijfmiddelen 15, die bedoeld zijn voor het verplaatsen van het bovengereedschap 5 op de bovenste gereedschapshouder 4.

De elektrische motoren 38 kunen bijvoorbeeld servomotoren zijn, doch andere soorten elektrische motoren 38 zijn niet uitgesloten van de uitvinding.

In het getoonde voorbeeld is de ram 3 voorzien van een paar zulke elektrische motoren 38 die beide gemonteerd zijn aan dezelfde uiterste zijde 39 van de ram 3.

Hierbij heeft elke elektrische motor 38 een uitgaande as 40 waarop een riemschijf 41 is gemonteerd e het is uiteraard de bedoeling dat de elektrische motoren 38 aan hun uitgaande as 40 een roterende beweging genereren waarmme de riemschijf 41 wordt aangedreven.

De uitgaande assen 40 van het paar elektrische motoren 38 van de ram 3 zijn naar elkaar gericht en naar de bovenste gereedschapshouder 4, zodat een min of meer symmetrische opstelling ervan wordt bekomen ten opzichte van het vlak van de ram 3.

Op analoge wijze is de tafel 2 voorzien van een gelijkaardig paar elektromotoren 38, die niet zijn weergegeven in de figuren en die bedoeld zijn voor het verplaatsen van het ondergereedschap 8.

Elke gereedschapshouder 4 en 7 bevat voorts meerdere aangestuurde elementen 19, net zoals in de voorgaande uitvoeringsvorm.

Verder is elke elektrische motor 38 voorzien van overbrengingsmiddelen 42 waarmee de draaiende beweging gegenereerd aan de uitgaade as 40 van de betreffende elektrische motor 38 kan omgezet worden in een lineaire beweging van een aangestuurd element 19 langsheen de betreffende gereedschapshouder, hetzij de onderste gereedschapshouder 7 of de bovenste gereedschapshouder 4.

De aangestuurde elementen 19 zijn tevens koppelbaar aan de gereedschapssegmenten 10 van de betreffende gereedschapshouder 4 fo 7, net zoals in de voorgaande uitvoeringsvorm.

In de uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 volgens de uitvinding weergegeven in de figuren 23 tot 28 worden de overbrengingsmiddelen 42 gevormd door een riem 43 die wordt aangedreven door de beteffende elektrische motor 38 van de aandrijving 14 of 15.

Hierbij is de riem 43 aan de zijde 39 van de ram 3 ter plaatse van de elektrische motor 38 over de riemschijf 41 gevoerd en aan de andere zijde 44 van de ram 3 over een roteerbaar opgestelde tweede riemschijf 45, zodanig dat de riem 43 een draaiende beweging kan uitvoeren.

Hierbij strekken steeds twee lineaire gedeelten 46 van de riem 43 zich uit langsheen de betreffende gereedschapshouder 4 of 7.

De aangestuurde elementen 19 bestaan in de getoonde uitvoeringsvorm van de figuren 23 tot 28 uit een aantal meenemers 47 waarmee de riem 43 kan gekoppeld worden aan een gereedschapssegment 10.

Voor het vastzetten van een gereedschapssegment 10 op een betreffende gereedschapshouder 4 of 7 zijn nog steeds vasthoudmiddelen 35 voorzien, net zoals in de voorgaande uitvoeringsvorm.

In analoge uitvoeringsvormen is het uiteraard niet uitgesloten in plaats van een riem 43, een kabel of ketting of dergelijke toe te passen en in plaats van een riemschijf 41, een rol of tandwiel of dergelijke naargelang de toepassing.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 volgens deze uitvoeringsvorm is dat ze is vervaardigd met redelijk klassieke hulpmiddelen, vergeleken bij de meer gesofisticeerde uitvoeringsvorm met lineaire motoren 17 en CNC-stureenheid 20.

Een nadeel van deze uitvoeringsvorm is echter dat de elektrische motoren 38 en riemen 43 veel plaats innemen, zodat onmogelijk vele zulke soort aandrijfmiddelen 14 of 15 in eenzelfde gereedschapshouder 4 of 7 kunnen worden geïntegreerd bij gebrek aan plaats, waardoor het aantal bewegingen van gereedschapsegmenten 10 die gelijktijdig kunen uitgevoerd worden beperkt is.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 volgens de uitvinding vergeleken met de bekende geautomatiseerde plooibanken of afkantpersen is dat de aandrijfmiddelen 14 en 15 geïntegreerd zijn in de gereedschapshouder 4 of 7 of minstens in de betreffende ram 3 of tafel 2, zodat het aankoppelen en afkoppelen van gereedschapssegmenten 10 en het verplaatsen ervan kan gebeuren tijdens het bewegen van de ram 3 of tafel 2.

Hierdoor kan het samenstellen van een nieuwe samengestelde set 13 van gereedschapssegementen 10, bedoeld voor een volgende plooibewerking, beginnen vlak na het uitvoeren van een voorgaande plooibewerking en binnen de tijd nodig voor de opgaande en neergaande beweging van de ram 3 of tafel 2 die voorafgaat aan het inzetten van de volgende plooibewerking.

Een ander verschil met de bestaande geautomatiseerde afkantpersen is dat de elektrische motoren 38 statisch zijn opgesteld ten opzichte van de betreffende gereedschapshouders 4 of 7.

Aldus moet er geen bewegende bedrading worden voorzien worden, zoals wel het geval is met de bekende geautomatiseerde afkantpersen die gebruik maken van grijpmiddelen die tussen plooibewerkingen in, in een parkeerzone worden geplaatst.

Bewegende bedradingen zijn kwetsbaar en nemen veel plaats in.

Bij een geautomatiseerde afkantpers 1 volgens de uitvinding, zoals weergegeven is in de figuren 23 tot 28, is zulke beweegbare bedrading niet nodig waardoor het geheel beperkter in omvang is, vooral in de omgeving waar de gereedschapssegmenten 10 verplaatst moeten worden.

Deze beperkte omvang van de aandrijfmiddelen 14 en 15 is trouwens een reden waarom de aandrijfmiddelen 14 en 15 in deze uitvoeringsvorm in de ram 3 of tafel 2 of in de betreffende gereedschapshouder 4 of 7 kunnen geïntegreerd worden.

In de figuren 29 tot 34 is nog een andere uitvoeringsvorm van een geautomatiseerde afkantpers of plooibank 1 volgens de uitvinding weergegeven, die net zoals de vorige uitvoeringsvorm niet is uitgeoverd met lineaire motoren 17, doch met elektrische motoren 38 gemonteerd aan één zijde 39 van de ram 3.

De overbrengingsmiddelen 42 zijn echter anders gevormd dan bij de voorgaande uitvoeringsvorm.

Immers, in dit geval worden de overbrengingsmiddelen 42 gevormd door een draadspil 48 die wordt aangedreven door een voornoemde elektrische motor 38 van de aandrijving 14 of 15.

De elektrische motoren 38 en draadspillen 48 zijn in dit geval kruislings gemonteerd, met een eerste elektrische motor 38 aan de zijde 39 van de ram 3 en met een tweede elektriche motor 38 aan de overstaande zijde 44 van deze ram 3.

Over deze draadspil 48 is een verplaatsingsmoer 49 voorzien die verbonden is of koppelbaar is met één of meerdere van de aangestuurde elementen 19 of de gereedschapssegmenten 10.

Zulke uitvoeringsvorm laat tevens toe de aandrijfmiddelen 14 en 15 te integreren in de ram 3, de tafel 2 of in de betreffende gereedschapshouder 4 of 7, zodat dezelfde voordelen qua snelheid van beweging van gereedschapssegmenten 10 en het samenstellen van sets 13 van gereedschapssegmenten 10 wordt verkregen.

Dit laat opnieuw toe de sets 13 te herconfigurenen tussen twee plooibewerkingen in.

Uiteraard is deze uitvoeringsvorm ook minder gecompliceerd dan de eerste, maar het is zoals bij de vorige uitvoeringsvorm ook niet mogelijk vele gereedschapssegmenten 10 simultaan aan te sturen.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en aan de hand van de figuren geïllustreerde uitvoeringsvormen van een afkantpers 1 of plooibank 1 volgens de uitvinding, doch zulke afkantpersen 1 of plooibanken 1 kunnen op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

De uitvinding is eveneens niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven werkwijze volgen de uitvinding voor het plooien van metalen plaatmateriaal met een geautomatiseerde afkantpers 1 of plooibank 1, doch een werkwijze volgens de uitvinding kan op allerlei andere manieren worden toegepast.

Claims (25)

1. Conclusies 1) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) voor het plooien van metalen plaatmateriaal, die voorzien is van: - een tafel (2) met een onderste gereedschaphouder (7) waarop ondergereedschap (8) in de vorm van één of meerdere matrijzen (9) kan worden aangebracht; - een zetbalk of ram (3) met een bovenste gereedschapshouder (4) waarop bovengereedschap (5) in de vorm van één of meerdere stempels of plooimessen (6) kan worden aangebracht,· - aandrijfmiddelen (14,15) voor het verplaatsen en opstellen van het ondergereedschap (8) en/of het bovengereedschap (5) op de betreffende gereedschapshouder (4,7); en, - een sturing (16) voor het aansturen van de aandrijfmiddelen (14,15); waarbij de matrijzen (9) en stempels of plooimessen (6) elk gevormd worden door een gereedschapssegment (10) dat heen en weer beweegbaar is volgens de lengterichting (AA') van de betreffende gereedschapshouder (4,7), daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (14,15) geïntegreerd zijn in de tafel (2) en/of ram (3) naargelang de aandrijfmiddelen (14,15) bedoeld zijn voor het verplaatsen en opstellen van respectievelijk het ondergereedschap (8) en/of het bovengereedschap (5) op de betreffende gereedschapshouder (4,7).
2. 2) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (14,15) geïntegreerd zijn in de betreffende gereedschapshouder (4,7)
3. 3) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (14,15) bestaan uit één of meerdere lineaire motoren (17) die elk gevormd worden door een reeks elektromagneten (18) die geïntegreerd zijn in één van de gereedschapshouders (4,7), waarbij elke elektromagneet (18) afzonderlijk elektrisch aanstuurbaar is, waarbij elke lineaire motor (17) een reeks aangestuurde elementen (19) bevat, waarbij met de elektromagneten (18) meerdere aangestuurde elementen (19) simultaan kunnen worden aangestuurd om ze een lineaire beweging te doen ondergaan langsheen de betreffende gereedschapshouder (4,7) en over de betreffende reeks elektromagneten (18,25) en waarbij de aangestuurde elementen (19) koppelbaar zijn aan de gereedschapssegmenten (10) van de betreffende gereedschapshouder (4,7).
4. 4) Een geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmidden (14, 15) bestaan uit één of meerdere lineaire motoren (17) die elk gevormd worden door een reeks elektromagneten (18) waarbij elke lineaire motor (17) een reeks aangestuurde elementen (19) bevat, waarbij met de elektromagneten (18) meerdere aangestuurde elementen (19) simultaan kunnen worden aangestuurd om ze een lineaire beweging te doen ondergaan langsheen de betreffende gereedschapshouder (4,7) en over de betreffende elektromagneten (18,25) en waarbij de aangestuurde elementen vast gemonteerd of geïntegreerd zijn in elk van de gereedschapssegmenten (10).
5. 5) Een geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stroomvoerende elektromagneten (18) van een lineaire motor (17) vast opgesteld zijn ten opzichte van de ram (3) of de tafel (2).
6. 6) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat een lineaire motor (17) van de afkantpers of plooibank (1) een lineaire motor (17) is van één van de volgende types: - een lineaire motor (17) met ijzeren kern; - een lineaire motor met ijzerloze kern; - een variable reluctantie lineaire motor; - een lineaire motor met permanente magneet; - een hybride lineaire motor, meer bepaald een combinatie van een variable reluctantie motor en een motor met permantent magneet.
7. 7) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat een lineaire motor (17) van de afkantpers of de plooibank (1) een hybride, lineaire stappenmotor is.
8. 8) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfmiddelen (14,15) één of meerdere elektrische motoren bevatten die vast gemonteerd zijn op de tafel (2) of ram (3) naargelang de aandrijfmiddelen (14,15) bedoeld zijn voor het verplaatsen en opstellen van respectievelijk het ondergereedschap (8) en/of het bovengereedschap (5) op de betreffende gereedschapshouder (4,7), waarbij een gereedschapshouder (4,7) één of meerdere aangestuurde elementen (19) bevat, waarbij elke elektrische motor voorzien is van overbrengingsmiddelen waarmee de draaiende beweging gegenereerd aan de elektrische motor kan omgezet worden in een lineaire beweging van een aangestuurd element (19) langsheen de betreffende gereedschapshouder (4,7) en waarbij de aangestuurde elementen (19) koppelbaar zijn aan de gereedschapssegmenten (10) van de betreffende gereedschapshouder (4,7).
9. 9) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de overbrengingsmiddelen gevormd worden door een riem, een ketting of een kabel die wordt aangedreven door een voornoemde elektrische motor van de aandrijving (14,15), die over een rol of schijf is gevoerd en die verbonden is of koppelbaar is met één of meerdere van de aangestuurde elementen (19).
10. 10) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de overbrengingsmiddelen gevormd worden door een draadspil die wordt aangedreven door een voornoemde elektrische motor van de aandrijving (14,15), waarbij over deze draadspil een verplaatsingsmoer is voorzien die verbonden is of koppelbaar is met één of meerdere van de aangestuurde elementen (19).
11. 11) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aangestuurde elementen (19) voorzien zijn van een lagering (34) waarmee ze verrijdbaar zijn in de betreffende gereedschapshouder (4,7) .
12. 12) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aangestuurde elementen (19) voorzien zijn van gestuurde koppelmiddelen (28) voor het aankoppelen van een gereedschapssegment (10) waarbij een koppelpin (29) in of uit het betreffende aangestuurde element (10) kan worden bewogen, welke koppelpin (29) kan samenwerken met één of meerdere koppelgaten (30) die voorzien zijn in de gereedschapssegmenten (10) .
13. 13) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat een gereedschapshouder (4,7) voorzien is van een koppelingssturing (31) of een koppeling aandrijving systeem (31) voor het aansturen van de koppelmiddelen (28) van elk aangestuurd element (19).
14. 14) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een gereedschapshouder (4,7) is voorzien van vasthoudmiddelen (35) waarmee een gereedschapssegement (10) in de gereedschapshouder (4,7) kan worden vastgeklemd.
15. 15) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sturing (16) een CNC stuureenheid (20) bevat die dienst doet als interface met de gebruiker, die de positie van de aangestuurde elementen (19) vastlegt en die de machineassen van de afkantpers of van de plooibank (1) aanstuurt.
16. 16) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusies 3 en 15, daardoor gekenmerkt dat de sturing (16) één of meerdere aandrijfeenheden (21) bevat, bestaande uit een elektronische schakeling die afzonderlijke elektromagneten (18) kan aansturen en waarbij minstens één van de aandrijfeenheden (21) kan communiceren met de CNC stuureenheid (20).
17. 17) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat meerdere aandrijfeenheden (21) in serie achter elkaar zijn geplaatst langsheen de ganse lengte (L) van de afkantpers of de plooibank (1), waarbij de aandrijfeenheden (21) voorzien zijn van communicatiemiddelen (24) teneinde met de aanliggende aandrijfeenheden (21) van de reeks in serie geplaatste aandrijfeenheden (21) te kunnen communiceren voor een gezamenlijke aansturing van de reeks elektromagneten (18) voorzien langsheen de ganse lengte (L) van de afkantpers of de plooibank (1) .
18. 18) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 16 of 17, daardoor gekenmerkt dat de sturing (16) voorzien is van een tussenliggende eenheid (22) die de communicatie verzorgt tussen één of meerdere van de aandrijfeenheden (21) en de CNC stuureenheid (20).
19. 19) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de conclusies 16 tot 18, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfeenheden (21) vast zijn opgesteld op de betreffende gereedschapshouder (4,7) .
20. 20) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de conclusies 16 tot 19, daardoor gekenmerkt dat de aandrijfeenheden (21) voorzien zijn van één of meerdere meetinstrumenten voor het opmeten van de positie van de aangestuurde elementen (19) of de positie van de gereedschapssegmenten.
21. 21) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sturing (16) een dynamische sturing (16) is waarmee de gereedschapssegmenten (10) tussen opeenvolgende plooibewerkingen zonder een merkbare onderbreking in het plooiproces kunnen gepositioneerd worden tot een samengestelde set (13) van gereedschapssegmenten (10) waarvan het midden (M) gecentreerd is op het midden (M') van de lengte (L) van de tafel (2) en de ram (3) .
22. 22) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens conclusie 21, daardoor gekenmerkt dat ter vereenvoudiging van de informatieoverdracht naar een gebruiker de geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1)) voorzien is van een monitor die centraal is gepositioneerd, meer bepaald aan het midden (M') waar de samengestelde sets (13) van gereedschapssegmenten (10) worden gevormd.
23. 23) Geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze voorzien is van een vaste werktafel.
24. 24) Werkwijze voor het plooien van metalen plaatmateriaal met een geautomatiseerde afkantpers of plooibank (1) volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze erin bestaat met de aandrijfmiddelen (14,15) van de afkantpers of de plooibank (1) de gereedschapssegmenten (10) tussen opeenvolgende plooibewerkingen steeds zodanig te positioneren dat elke plooibewerking kan gebeuren met behulp van een samengestelde set (13) van gereedschapssegmenten (10) die op de meest ideale plaats langsheen de gereedschapshouder is gepositioneerd, waarbij bij voorkeur het midden (M) samenvalt met het midden (M') van de lengte (L) van de tafel (2) en de ram (3) van de afkantpers of de plooibank (1).
25. 25) Werkwijze volgens conclusie 24, daardoor gekenmerkt dat de operator zittend zijn werk uitvoert.