BE1020227A3 - Opraapeenheid met beweegbaar windscherm. - Google Patents

Opraapeenheid met beweegbaar windscherm. Download PDF

Info

Publication number
BE1020227A3
BE1020227A3 BE2011/0596A BE201100596A BE1020227A3 BE 1020227 A3 BE1020227 A3 BE 1020227A3 BE 2011/0596 A BE2011/0596 A BE 2011/0596A BE 201100596 A BE201100596 A BE 201100596A BE 1020227 A3 BE1020227 A3 BE 1020227A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pick
unit
winch drum
windshield
drum
Prior art date
Application number
BE2011/0596A
Other languages
English (en)
Inventor
Dirk A R Vandamme
Mariusz Choluj
Original Assignee
Cnh Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Belgium Nv filed Critical Cnh Belgium Nv
Priority to BE2011/0596A priority Critical patent/BE1020227A3/nl
Priority to US14/350,670 priority patent/US20140250855A1/en
Priority to EP12769129.3A priority patent/EP2765848B1/en
Priority to PCT/EP2012/069926 priority patent/WO2013053682A1/en
Priority to BR112014008475-0A priority patent/BR112014008475B1/pt
Application granted granted Critical
Publication of BE1020227A3 publication Critical patent/BE1020227A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D89/00Pick-ups for loaders, chaff-cutters, balers, field-threshers, or the like, i.e. attachments for picking-up hay or the like field crops
    • A01D89/006Accessories
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D89/00Pick-ups for loaders, chaff-cutters, balers, field-threshers, or the like, i.e. attachments for picking-up hay or the like field crops
    • A01D89/001Pick-up systems
    • A01D89/002Rotors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D89/00Pick-ups for loaders, chaff-cutters, balers, field-threshers, or the like, i.e. attachments for picking-up hay or the like field crops
    • A01D89/006Accessories
    • A01D89/008Devices cooperating with the pick-up

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een opraapeenheid (10) voor een landbouwmachine (100). De opraapeenheid omvat een opraaptrommel (12), roteerbaar op een chassis (16) geplaatst; een windscherm (18), bevestigd aan een ondersteunende verbinding (19) welke draaibaar gemonteerd is op het chassis (16); ten minste één liertrommel (30), draaibaar gemonteerd ten opzichte van het chassis; en ten minste één flexibel langwerpig element (31) met tegenovergestelde eerste (32) en tweede (33) eindgebieden. Het eerste eindgebied (32) is bevestigd aan de ondersteunende verbinding (19) en het tweede eindgebied (33) is opwindbaar bevestigd aan de ten minste één liertrommel (30).

Description

Opraapeenheid met beweegbaar windscherm Toepassingsgebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op landbouwmachines, bijvoorbeeld landbouwpersen, met een opraapeenheid om gewasmateriaal te verzamelen. Meer in het bijzonder heeft ze betrekking op dergelijke opraapeenheden die een beweegbaar windscherm hebben.
Achtergrond van de uitvinding
Bepaalde landbouwmachines, zoals balenpersen en hakselaars, zijn vereist om gewasmateriaal, dat gesneden werd, van het veld te verzamelen. De component van zo'n landbouwmachine welke het gewasmateriaal verzamelt en het verder voor verwerking aanvoert in de machine is algemeen bekend als de opraapeenheid. Een opraapeenheid omvat meestal een opraaptrommel die roteerbaar op een chassis geplaatst is, met radiaal geplaatste uitstekende naalden om het gewasmateriaal te verzamelen en opwaarts voort te bewegen, langs een geleidend element en nadien in een aanvoerkanaal waardoor het gewasmateriaal in de machine wordt vervoerd voor verdere verwerking, zoals persen, dorsen, hakken, opslaan en/of deponeren. Naar dit geleidend element wordt algemeen verwezen als een windscherm, en het heeft als doel de beweging van het verzamelde gewasmateriaal te beperken in een voorwaartse en opwaartse richting, het pad van de gewasstroom af te schermen van de invloed van wind en het gewasmateriaal efficiënt in het aanvoerkanaal te begeleiden.
Gekende windschermontwerpen kunnen zo eenvoudig zijn als een deflector, bv. een vlakke metalen plaat omvattend of een opstelling van dergelijke platen. Als alternatief kan een windscherm een loopwiel omvatten dat zich in transversale richting uitstrekt over de breedte van een windscherm van de opraapeenheid gelokaliseerd boven en voor de opraaptrommel. Een dergelijk loopwiel, dat bijvoorbeeld aan zijn tegenovergestelde uiteinden roteerbaar op twee draagarmen geplaatst kan zijn, kan het gewasmateriaal efficiënter langs een welbepaald pad van gewasmateriaal geleiden vergeleken met een eenvoudige luchtgeleider, bv. met verminderde weerstand tegen gewasstroom. De draagarmen zijn typisch draaibaar ten opzichte van het chassis van de opraapeenheid zodat de opening tussen het loopwiel en de opraaptrommel kan toenemen wanneer de stroom van gewasmateriaal toeneemt.
Gekende windschermen kunnen verder een geleidend element omvatten met tanden die zich parallel met de richting van gewasstroom uitstrekken om het gewasmateriaal te begeleiden en te bevatten. Bijvoorbeeld, de tanden kunnen gemonteerd zijn op een dwarsbalk bevestigd aan de twee draagarmen die het windscherm ondersteunen.
De positie van het windscherm, bv. de positie van het loopwiel, is in het algemeen aanpasbaar om een minimale opening tussen de opraaptrommel en het windscherm te selecteren welke geschikt is voor de rijsnelheid van de landbouwmachine en de kenmerken van het te verzamelen gewasmateriaal, bv. de dichtheid van het zwad. Bovendien kan het tillen van het windscherm vereist zijn om een makkelijke toegang te verkrijgen, bv. voor onderhoud of om vastgelopen materiaal te verwijderen. Om de positie van het windscherm aan te passen, kan in conventionele systemen de hellingshoek van de draaibare draagarmen waarop het windscherm is gemonteerd gewijzigd worden, bv. door middel van een ketting die aan de ene kant kan worden aangesloten op het windscherm, bv. bevestigd aan de draagarmen, en die verwijderbaar kan worden bevestigd dooreen geschikte koppeling van de schakels aan een haak, bv. aan een haak gemonteerd op het chassis van de opraapeenheid, waardoor de gewenste positie van het windscherm verkregen wordt. Toch kunnen dergelijke ophanginrichtingen nadelen hebben zoals: aanpassing van de windschermpositie is meestal een verrichting die met twee handen dient te gebeuren, en die het optillen van het, vaak zware, windscherm behelst terwijl de ketting wordt losgemaakt en terug bevestigd; de aanpassing van de windschermpositie is beperkt tot discrete punten, bv. bepaald door de grootte van de kettingschakels; de resterende losse uiteinden van de ketting kunnen het windscherm blokkeren of kunnen schade veroorzaken door tegen onderdelen van de opraapeenheid te zwaaien, bv. kunnen deuken of strippen van verf veroorzaken; en onderdelen van de ketting veroorzaakt door het breken van de ketting kunnen omstanders in gevaar brengen en de opraapeenheid zwaar beschadigen.
In US2009/0139195A1 wordt een geautomatiseerde inrichting beschreven waarbij een eerste hydraulisch aandrijfmechanisme wordt gebruikt om de positie van het windscherm te sturen. Deze opraapinrichting omvat bovendien een tweede aandrijfmechanisme voor het aanpassen van de positie van de opraaptrommel, en sturingscomponenten om beide aandrijfmechanismes aan te sturen, bv. om de configuratie van het windscherm en de opraaptrommel te wisselen tussen een niet-operationele positie en een werkende positie.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om efficiënte middelen voor aanpassing van de positie van een windscherm in een opraapeenheid te voorzien.
Bovengenoemd doel wordt bereikt door een methode en toestel volgens de onderhavige uitvinding.
In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een opraapeenheid voor een landbouwmachine, die een opraaptrommel omvat die draaibaar gemonteerd is op een chassis en een windscherm bevestigd aan een ondersteunende verbinding, waarbij genoemde ondersteunende verbinding draaibaar gemonteerd is op het chassis. De opraapeenheid omvat bovendien ten minste één liertrommel draaibaar bevestigd ten opzichte van het chassis, en ten minste één flexibel langwerpig element met tegenovergestelde eerste en tweede eindgebieden, waarbij het eerste eindgebied is bevestigd aan de ondersteunende verbinding en het tweede eindgebied opwindbaar bevestigd is aan de ten minste één liertrommel.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een opraapeenheid wordt voorzien met een simpel en robuust mechanisme voor aanpassing van de positie van het windscherm.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een opraapeenheid wordt voorzien waarbij de positie van het windscherm aangepast kan worden op een comfortabele en ergonomische manier.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een kostefficiënte inrichting voor aanpassing van de positie van de opraapeenheid is voorzien.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een opraapeenheid wordt voorzien waarbij de positie van het windscherm continu aanpasbaar is.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een opraapeenheid wordt voorzien die weinig onderhoud vereist.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een opraapeenheid wordt voorzien waarbij de positie van het windscherm van op afstand kan aangepast worden, bv. gestuurd vanuit een trekkend voertuig.
Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding dat een opraapeenheid wordt voorzien die robuust en schok veerkrachtig is.
In een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de ondersteunende verbinding twee laterale draagarmen omvatten en een dwarsbalk gemonteerd tussen deze laterale draagarmen, waarbij de dwarsbalk zich in transversale richting ten opzichte van de beoogde richting van de gewasstroom uitstrekt. In dergelijke opraapeenheid kan het eerste eindgebied van het ten minste één flexibele langwerpige element aan de dwarsbalk bevestigd zijn. In bijzondere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan het ten minste één flexibele langwerpige element twee flexibele langwerpige elementen omvatten die elk eerste eindgebieden hebben die bevestigd zijn aan de dwarsbalk aan tegenovergestelde laterale zijden van de dwarsbalk. Beide van genoemde twee flexibele langwerpige elementen kunnen genoemde tweede eindgebieden hebben die bevestigd zijn aan dezelfde liertrommel.
Een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan bovendien een meervoud aan tanden omvatten die op één eind van de dwarsbalk gemonteerd zijn, en die met hun vrij einde stroomafwaarts in de beoogde richting van de gewasstroom uitsteken. De dwarsbalk kan draaibaar gemonteerd worden op de twee laterale draagarmen om een bereik van vrije bewegingen van het vrije einde van de tanden toe te staan.
In een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavigé uitvinding kan de liertrommel bovendien een kruk omvatten om de liertrommel te draaien om aldus de positie van het windscherm ten opzichte van de opraaptrommel aan te passen.
In een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de liertrommel bovendien een grendel en/of een ratel omvatten voor het verwijderbaar blokkeren van unidirectionele en/of bidirectionele rotatie van de liertrommel.
In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan de liertrommel bovendien een aandrijfmechanisme omvatten om de liertrommel te draaien om de positie van het windscherm aan te passen ten opzichte van de opraapeenheid. Genoemd aandrijfmechanisme kan bijvoorbeeld een elektrische motor of een tandwiel motor zijn. Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kunnen bovendien een stuureenheid omvatten om van op afstand genoemd aandrijfmechanisme te sturen.
Een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan bovendien een schok verzachtende koppeling voor het bevestigen van genoemde eerste eindgebied van het ten minste één flexibele langwerpige element van de ondersteunende verbinding omvatten. De schok verzachtende koppeling kan een veer omvatten.
In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding een balenpers met een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvormen.
Korte beschrijving van de figuren FIG. 1 toont een schematische voorstelling van een vierkante balenpers, als één type van landbouwmachine waarop een oogsteenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt.
FIG. 2 toont een schematisch zijaanzicht van een opraapeenheid volgens een eerste voorbeeldkundige uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
FIG. 3 toont een aanzicht in perspectief van een opraapeenheid volgens de eerste voorbeeldkundige uitvoeringsvorm van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
FIG. 4 toont een vooraanzicht van de componenten voor de aanpassing van de positie van het windscherm van een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 5 toont een zijaanzicht van de componenten voor de aanpassing van de positie van het windscherm van een opraapeenheid zoals in FIG. 4.
FIG. 6 toont een kruk en betrokken grendel voor gebruik in een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 7 toont een kruk en uitgeschakelde grendel voor gebruik in een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 8 toont de kruk en grendel van FIG. 7 na rotatie van de kruk.
FIG. 9 toont de kruk en grendel van FIG. 8 na vergrendeling.
FIG. 10 toont een aanzicht in perspectief van de kruk en de ineengrijpende grendel van FIG. 6 voor gebruik in een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 11 toont een aanzicht in perspectief van de kruk en uitgeschakelde grendel van FIG. 7 voor gebruik in een opraapeenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
FIG. 12 toont een aanzicht in perspectief van een opraapeenheid met een schokverzachtende of schokabsorberende koppeling volgens verdere uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
FIG. 13 toont een zijaanzicht van een schokverzachtende of schokabsorberende koppeling in een opraapeenheid volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden.
Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken.
In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.
Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen
De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de tekeningen kunnen voor illustratieve doeleinden de afmetingen van sommige elementen vergroot en niet op schaal getekend zijn. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Bovendien worden de termen bovenste en dergelijke in de beschrijving en de conclusies aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.
Het dient opgemerkt te worden dat de term "bevat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting bevattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, liggen inventieve aspecten in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is echter hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een verwijzing wordt gemaakt naar balenpersen, wordt verwezen naar machines om balen van landbouwgewasmateriaal te vormen, zoals het vormen van rechthoekige balen door om het even welk geschikt middel, bv. door middel van plunjers, of het vormen van cilindrische balen, bv. door wikkelen en persen.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een verwijzing wordt gemaakt naar opraapeenheden, wordt verwezen naar een opstellingen die aangepast zijn voor het oprapen van gewasmateriaal van de grond, bv. in rijen gelegd gewas, en het aanbieden van dit gewas aan een verdere verwerkingseenheid, bv. een balenkamer, van een landbouwmachine, bijvoorbeeld een landbouw oogstmachine, zoals een balenpers.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een verwijzing wordt gemaakt naar een windscherm, wordt verwezen naar een apparaat dat er voor zorgt dat gewasmateriaal behoorlijk in de balenkamer wordt gevoerd ondanks om het even welke wind of variërende gewascondities. Typisch omvat het windscherm een pijp en een reeks daaraan gehechte tanden, die in positie worden gehouden boven en voor de opraapeenheid. De pijp kan worden verhoogd of verlaagd door een aanpassingsmechanisme aan te passen.
Waar in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding een verwijzing wordt gemaakt naar gewasmateriaal, wordt verwezen naar om het even welk geschikt type van biomassa dat kan worden geoogst en verpakt in balen, zoals bijvoorbeeld hooi, kuilvoeder, stro of andere.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op opraapeenheden voor landbouwmachines. Verwijzend naar de figuren toont FIG. 1 een dergelijke voorbeeldkundige landbouwmachine met een opraapeenheid, in de vorm van een schematische voorstelling van een balenpers 100 zoals gekend in de stand van de techniek. De agrarische balenpers 100 omvat een chassis 101 dat aan zijn voorkant is uitgerust met een naar voren gerichte tong 102 met koppelingsmiddelen (niet getoond) voor het koppelen van de balenpers 100 aan een trekker. Een opraapeenheid 10 tilt in rijen gelegd gewasmateriaal van het veld terwijl de balenpers 100 daaroverheen beweegt en levert dergelijk materiaal in het vooreind van een naar achteren en naar boven gekromd lading-vormend aanvoerkanaal 105. Het kanaal 105 staat aan zijn boveneinde in verbinding met een bovenliggende, zich naar voor en achter uitstrekkende balenkamer 106 waarin een lading gewas wordt geladen door een cyclisch werkend vulmechanisme 107. De geïllustreerde balenkamer 106 is één van een vierkante balenpers; de uitvinding wordt hierdoor echter niet gelimiteerd. In alternatieve uitvoeringsvormen zou de balenkamer er één van een ronde balenpers kunnen zijn. In nog andere uitvoeringsvormen zou de opraapeenheid 10 aan een landbouwmachine kunnen worden gekoppeld die geen balenpers is, maar die niettemin opgehaald gewasmateriaal ontvangt, zoals bijvoorbeeld een hakselaarof een maaidorser.
Een ononderbroken werkend laadmechanisme 108 aan het lagere vooreinde van het aanvoerkanaal 105 voedt en laadt onophoudelijk materiaal in het kanaal 105 om er voor te zorgen dat ladingen van het gewasmateriaal de interne configuratie van kanaal 105 aannemen voorafgaand aan het periodieke ingrijpen van vulmechanisme 107 en het inbrengen in de balenkamer 106. Het aanvoerkanaal 105 kan worden uitgerust met middelen (niet geïllustreerd) om vast te stellen of een volledige lading daarin gevormd is en om, als reactie daarop, het vulmechanisme 107 in werking te stellen. Elke actie van het vulmechanisme 107 introduceert een "lading" of "vlok" van het gewasmateriaal van het kanaal 105 in de kamer 106.
Over het algemeen trekt een trekkend voertuig, bv. een tractor, de balenpers 100 over een rij van voordien gesneden gewas. De opraapeenheid 10 brengt in samenwerking met het lading aanvoerkanaal 105 het gewas in de balenkamer 106. Wanneer de balenkamer 106 vol is, grijpt een verpakkingssysteem in om de baal en verpakt hem, bv. door hem in te wikkelen of te binden. Zodra de baal verpakt is, wordt hij uit de balenkamer 106 uitgeworpen.
In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een opraapeenheid 10 voor een landbouwmachine 100, zoals, maar niet gelimiteerd tot, de balenpers schematisch afgebeeld in FIG. 1. Een eerste uitvoeringsvorm van een dergelijke opraapeenheid 10 wordt getoond in FIG. 2 tot FIG. 5. Deze opraapeenheid 10 omvat een opraaptrommel 12, draaibaar gemonteerd op een chassis 16, voor het verzamelen van gewasmateriaal, bv. voor het oprapen van in rijen gelegd gewasmateriaal van een veld waarover een landbouwmachine 100 zich voortbeweegt, en voor het verder in de landbouwmachine 100 invoeren van het verzameld gewasmateriaal voor verwerking. De opraaptrommel 12 kan voorzien worden van uitstekende tanden 14 voor het opnemen van gewasmateriaal van het veld terwijl de opraaptrommel 12 horizontaal draait op een niveau dichtbij de grond, en voor het voortbewegen van verzameld gewasmateriaal in een algemeen voorwaartse en achterwaartse richting.
De opraapeenheid 10 omvat bovendien een windscherm 18 om te zorgen voor een geschikte invoer van genoemd gewasmateriaal langs de beoogde stroomrichting CF van gewasmateriaal, bv. in een aanvoerkanaal 105 voor verdere verwerking van het gewasmateriaal. Het windscherm 18 kan voor de hoofdtrommel 12 voorzien worden, met betrekking tot een beoogde stroomrichting CF van gewasmateriaal, en op een niveau hoger dan de rotatie-as van de hoofdtrommel 12. Het windscherm 18 kan gebouwd worden als een loopwiel, bv. een loopwiel dat op elk van zijn tegenovergestelde uiteinden op een draagarm 20 wordt ondersteund. In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het windscherm 18 zich uitstrekken in een richting transversale ten opzicht van de beoogde stroomrichting CF van gewasmateriaal.
Een opraapeenheid 10 volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding omvat bovendien een ondersteunende koppeling 19, die draaibaar gemonteerd is op het chassis 16, en die het windscherm 18 ondersteunt. Deze ondersteunende koppeling 19 kan bijvoorbeeld twee laterale draagarmen 20 omvatten, draaibaar gemonteerd op het chassis 16, om het windscherm 18 te ondersteunen in een aanpasbare positie, bv. een aanpasbare positie op een boog over het algemeen voor en/of boven de opraaptrommel 12. Zodus kunnen de laterale draagarmen 20 draaibaar zijn ten opzichte van het chassis 16 van de opraapeenheid 10, bv. over pennen 22. Het windscherm 18 kan aan een vrij eind van de draagarmen 20 gemonteerd worden tegenover de uiteinden waar de armen 20 draaibaar zijn, bv. over de pennen 22.
De ondersteunende koppeling 19 kan bovendien een dwarsbalk 26 omvatten gemonteerd tussen de twee laterale draagarmen 20, bijvoorbeeld draaibaar gemonteerd op de twee laterale draagarmen 20. Een dergelijke dwarsbalk 26 kan zich uitstrekken in een richting transversaal ten opzicht van de beoogde stroom richting CF van gewas. Een veelvoud aan tanden 24 kunnen gemonteerd zijn aan één eind van de dwarsbalk 26 en kunnen met hun vrije uiteinden 28 stroomafwaarts in de beoogde richting van gewasstroom CF uitsteken. Het veelvoud aan uit elkaar geplaatste tanden 24 kan optreden als geleider langs een geleidervloer 50, bijvoorbeeld platen omvattend zoals bv. metalen platen om gewasmateriaal te geleiden, om een pad 25 van gewasstroom te definiëren stroomafwaarts van het windscherm 18.
Twee vijzels 40 kunnen elk langs één zijde van de opraapeenheid 10 geschikt worden, in een transversale richting daarvan, om gewas naar de middellijn van de opraapeenheid 10 te duwen in een transversale richting. De uiteinden 28 van de tanden 24 kunnen in de ruimte tussen de twee vijzels 40 eindigen. Wanneer de dwarsbalk 26 draaibaar gemonteerd is op de twee laterale draagarmen 20, kunnen de vrije uiteinden 28 van de tanden 24 draaien over een bereik. Dit bereik van vrije beweging kan doelgericht worden beperkt, bijvoorbeeld door dwarsbalk 26 toe te staan om te draaien over een beperkte boog, bv. door stoppinnen te voorzien. Dus de tanden 24 kunnen omhoog geduwd worden om tegemoet te komen aan een tijdelijke stijging in instroom van gewasmateriaal, en om onder invloed van de zwaartekracht terug te keren na zo'n stijging.
Een opraapeenheid 10 volgens uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de uitvinding kan bovendien ten minste één liertrommel 30 omvatten die draaibaar bevestigd is aan een chassis, om draaibaar te zijn ten opzichte van het chassis 16, bv. draaibaar bevestigd aan chassis 16, bijvoorbeeld een liertrommel die zich in transversale richting uitstrekt ten opzichte van de beoogde stroomrichting CF van gewas. Deze ten minste één liertrommel 30 kan bijvoorbeeld een cilinder zijn, vrij draaibaar rond een as, waarbij de as ondersteund kan worden, rechtstreeks of via een intermediaire koppelingsstructuur, door een chassis, bv. het chassis 16, van de opraapeenheid 10. In andere uitvoeringsvormen kan de ten minste één liertrommel 30 bijvoorbeeld een cilinder zijn, bv. een cilindrische metalen staaf of pijp, welke in ten minste één vork of houder 17 kan gehouden worden, zoals getoond in FIG. 4, bv. vastgehouden door een paar houders met loopwiel elementen, welke deel uit kunnen maken van het chassis, bv. het chassis 16, of welke rechtstreeks of onrechtstreeks daarmee kunnen verbonden zijn, bv. gelast of beveiligd door eender welk geschikt bevestigingsmiddel, bv. schroeven.
De opraapeenheid 10 omvat bovendien ten minste één flexibel langwerpig element 31 met tegenovergestelde eerste 32 en tweede 33 eindgebieden. Het eerste eindgebied 32 is rechtstreeks of onrechtstreeks aan de ondersteunende verbinding 19 bevestigd, bijvoorbeeld aan de dwarsbalk 26 daarvan, bv. door middel van een kleminrichting 27, en het tweede eindgebied 33 is opwindbaar bevestigd aan de ten minste één liertrommel 30, op zodanige wijze dat de positie van het windscherm 18 kan aangepast worden door het draaien van de ten minste één liertrommel 30, bv. door het opwikkelen en afwikkelen van het ten minste één flexibel langwerpig element 31 rond de liertrommel 30.
Verwijzend naar FIG. 12 en FIG. 13 kunnen in gunstige uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding de eerste eindgebieden 32 bevestigd worden aan de ondersteunende koppeling 19 door middel van een schok verzachtende koppeling 45, zoals een veer, bv. een opgerolde veer in metaaldraad. De verstelbare lengte van het afgewikkeld deel van het ten minste één flexibel langwerpig element 31 definieert een ondergrens voor de verticale positie van het windscherm 18, dat wil zeggen door het strak houden van het flexibel langwerpig element 31 onder invloed van de zwaartekracht. Echter, omdat de ondersteunende koppeling 19 en het windscherm 18 omhoog kunnen geduwd worden wanneer de opraapeenheid 10 over oneffen grond rijdt, kan het ten minste één flexibel langwerpig element 31 onderhevig zijn aan sterke krachtpieken. Het bevestigen van het eerste eindgebied 32 aan de ondersteunende koppeling 19 door een schok verzachtende koppeling 45 kan dergelijke sterke krachtpieken verminderen, en kan daardoor breuk van het flexibel langwerpig element 31 en/of andere mechanische schade aan componenten van het windscherm 18 veroorzaakt door zulke sterke krachtpieken vermijden.
Het ten minste één flexibel langwerpig element 31 kan bijvoorbeeld een koord, een touw of een ketting zijn. In uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding kan het ten minste één flexibele langwerpig element 31 een riem zijn, bv. een lange rechthoekige strook van een geschikt flexibel materiaal met voldoende treksterkte. Het langwerpig element 31 kan bijvoorbeeld volledig of gedeeltelijk gemaakt zijn van: rubber, leer, glasvezel, thermoplasten, bv. nylon, polyester, polyvinyl chloride, silicone of polyethylene, geweven materialen, bv. doek of katoen, metalen bv. roestvrij staal of koolstofstaal, of combinaties daarvan. De liertrommel 30 kan aangepast zijn voor het opnemen van het ten minste één flexibele langwerpig element 31 in een opgewonden vorm. In het bijzonder kan de liertrommel 30 ten minste één bevestigingspunt hebben voor het bevestigen van het langwerpig element 31, bijvoorbeeld door middel van een slot dat het langwerpige element 31 kan ontvangen en goed vasthouden, of door het voorzien van andere geschikte bevestigingselementen 38, zoals een schroef of een pen. De liertrommel 30 kan aangepast zijn om het flexibele langwerpig element 31 in een opgewonden staat te houden, bv. door middel van radiale flenzen.
In bijzondere uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de uitvinding, bv. in de eerste voorbeeldkundige uitvoeringsvorm getoond in FIG. 2 tot FIG. 5, kan de opraapeenheid 10 twee flexibele langwerpige elementen 31 omvatten, allebei met een eerste eindgebied 32 bevestigd aan de ondersteunende koppeling 19, bv. aan de dwarsbalk 26 daarvan. Door het aanbrengen van de twee flexibele langwerpige elementen 31 aan tegenovergestelde laterale zijden van de dwarsbalk 26, kan het gewicht van het windscherm 18 gelijkmatig verdeeld worden tussen de flexibele langwerpige elementen 31. Beide van genoemde twee flexibele langwerpige elementen 31 kunnen hun respectievelijk tweede eindgebied 33 bevestigd hebben aan een liertrommel 30. Een aparte liertrommel kan voorzien worden voor ieder langwerpig element 31. Als alternatief kunnen beide flexibele langwerpige elementen 31 hun respectievelijk tweede eindgebied 33 bevestigd hebben aan dezelfde liertrommel 30, bv. zoals weergegeven in het vooraanzicht in FIG. 4. In het bijzonder kan de liertrommel 30 twee afzonderlijke zones hebben aangepast voor het ontvangen van de twee flexibele langwerpige elementen 31, bv. twee bevestigingspunten en hun corresponderende bevestigingselementen 38 aan tegenovergestelde laterale zijden van de dwarsbalk 26 en/of twee paar radiale flenzen om de twee flexibele langwerpige elementen 31 te begeleiden en vast te houden. Een gemeenschappelijke liertrommel 30 voor het veelvoud aan flexibele langwerpige elementen 31 is voordelig omdat het makkelijker te bedienen is. In dergelijke uitvoeringsvormen kan het windscherm 18 verhoogd en verlaagd worden door het draaien van de enige liertrommel 30 zonder afbreuk te doen aan de horizontale uitlijning en balans.
In de eerste voorbeeldkundige uitvoeringsvorm, geïllustreerd in FIG. 2 tot FIG. 5, omvat de liertrommel 30 bovendien een kruk 34 om de liertrommel 30 handmatig te draaien om zo de positie van het windscherm 18 ten opzichte van de opraaptrommel 12 aan te passen. Dit zorg voor een robuust en makkelijk te onderhouden mechanisme voor het verhogen en verlangen van het windscherm 18. De liertrommel 30 kan bovendien een grendel 35 en/of een ratel omvatten voor het losmaakbaar blokkeren van eenrichtings- en/of tweerichtingsrotatie van de liertrommel 30. Bijvoorbeeld, de grendel 35 kan een bevestigingsput omvatten, bv. gevormd door een oog, op het draaibaar gedeelte van de liertrommel 30 waaraan een haak, gekoppeld aan het stationaire deel van de liertrommel 30, kan worden bevestigd. Natuurlijk kunnen het oog en de haak van plaats gewisseld worden, bv. de haak op het draaibaar gedeelte van de liertrommel 30 en het oog gekoppeld aan het stationaire deel.
In alternatieve uitvoeringsvormen kan de grendel 35 bijvoorbeeld ten minste één radiaal uitsteeksel op de liertrommel omvatten, en een niet-roterend uitgehold element, bv. stationair ten opzichte van het chassis, bv. het chassis 16, voor het omkeerbaar en herhaaldelijk vastgrijpen van zo'n uitsteeksel.
Als alternatief kan de grendel 35 bijvoorbeeld ten minste één radiale inkeping in de liertrommel omvatten, en een niet-roterend uitsteeksel, bv. stationair ten opzichte van het chassis 16, voor het omkeerbaar en herhaaldelijk vastgrijpen van zo'n uitsteeksel.
In de specifieke uitvoeringsvorm weergegeven in FIG. 2 tot FIG. 5, omvat de grendel 35 een schijf 41 bevestigd aan de liertrommel 30, bv. een metalen schijf bevestigd of gelast aan de liertrommel 30, bijvoorbeeld concentrisch en loodrecht gericht naar de buitenkant van de liertrommel 30. De schijf 41 is voorzien van één of meerdere radiale inkepingen 43, bv. vier inkepingen onder hoeken van 90° uit elkaar geplaatst, waarin een uitsteeksel 42 zich kan vastgrijpen. Deze configuratie wordt in detail getoond in FIG. 6 tot FIG. 11. Het aantal inkepingen 43 bepaalt het hoogteverschil tussen twee opeenvolgende posities van het windscherm 18. De inkepingen 43 kunnen regelmatig verdeeld zijn over de omtrek van de schijf 41, of een onregelmatige afstand kan voorzien worden tussen de inkepingen 43.
De werking van een dergelijke vergrendeling 35 kan worden waargenomen in de volgorde van FIG. 6 tot FIG. 9. In FIG. 6 bevindt het flexibele langwerpige element 31 zich in een initiële positie, terwijl de grendel 35 is ingeschakeld, dat wil zeggen het uitsteeksel 42 is in een inkeping 43 van de schijf 41 ingebracht om rotatie van de liertrommel 30 te belemmeren. Door het uitsteeksel 42 uit de inkeping 43 te verwijderen, getoond in FIG. 7, kan de liertrommel 30 vrij draaien, of kan een rotatie daarvan veroorzaakt worden. Door de kruk 34 te draaien wordt het flexibele langwerpige element 31 opgewonden of afgewonden naar een nieuwe positie, verschillend van de initiële positie, bijvoorbeeld weergegeven in FIG. 8. Tenslotte kan de liertrommel 30 worden geblokkeerd in deze nieuwe positie door het uitsteeksel 42 in een inkeping 43 van de schijf 41 in te brengen, zoals geïllustreerd in FIG. 9. Hiertoe kan de grendel 35 worden voorzien van een veer 44 of een draai-en-slot systeem. 3D
aanzichten van de grendel 35 in geblokkeerde en niet-geblokkeerde positie worden weergegeven in FIG. 10 en FIG. 11, respectievelijk.
In een tweede voorbeeldkundige uitvoeringsvorm, niet geïllustreerd in de figuren, kan de liertrommel 30 een aandrijfmechanisme omvatten, bv. een elektrische motor, bijvoorbeeld een in massa geproduceerde, goedkope elektrische motor zoals doorgaans gebruikt voor ruitenwissers, bv. een tandwielmotor, voor het roteren van de liertrommel 30 om de positie van het windscherm 18 ten opzichte van de opraaptrommel 12 aan te passen. Het kan een voordeel zijn om zo'n aandrijfmechanisme van op afstand te bedienen. De opraapeenheid 10 kan daarom ook een besturingseenheid omvatten voor het van op afstand bedienen, bv. van op afstand besturen, van het aandrijfmechanisme. Een dergelijke besturingseenheid kan bediend worden vanuit een tractorcabine die de landbouwmachine 100 voorzien van een opraapeenheid 10 volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding trekt, daarbij het comfort verhogend van een operator die zowel het trekkend voortuig bestuurt als het systeem voor de aanpassing van de positie van het windscherm 18.
In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een balenpers 100 met een opraapeenheid 10 volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.

Claims (15)

1. Een opraapeenheid (10) voor een landbouwmachine (100), de opraapeenheid (10) omvattend: - een opraaptrommel (12) roteerbaar op een chassis (16) geplaatst; en - een windscherm (18) bevestigd aan een ondersteunende verbinding (19), waarbij genoemde ondersteunende verbinding (19) draaibaar op het chassis (16) gemonteerd is; daardoor gekenmerkt dat de opraapeenheid (10) bovendien omvat: - ten minste één liertrommel (30) draaibaar bevestigd ten opzicht van het chassis (16), en - ten minste één flexibel langwerpig element (31) met tegenovergestelde eerste (32) en tweede (33) eindgebieden, waarbij het eerste eindgebied (32) aan de ondersteunende verbinding (19) is bevestigd en waarbij het tweede eindgebied (33) opwindbaar bevestigd is aan de ten minste één liertrommel (30).
2. De opraapeenheid (10) volgens conclusie 1, waarin de ondersteunende verbinding (19) twee laterale draagarmen (20) en een dwarsbalk (26) geplaatst tussen genoemde laterale draagarmen (20) omvat, waarbij de dwarsbalk (26) zich uitstrekt in een richting transversaal op de beoogde stroomrichting (CF) van het gewas.
3. De opraapeenheid (10) volgens conclusie 2, waarbij het eerste eindgebied (32) aan de dwarsbalk (26) bevestigd is.
4. De opraapeenheid (10) volgens conclusie 3, waarbij het ten minste één flexibele langwerpige element (31) twee flexibele langwerpige elementen (31) omvat met eerste eindgebieden (32) bevestigd aan de dwarsbalk (26) op tegenovergestelde laterale zijden van de dwarsbalk (26).
5. De opraapeenheid (10) volgens conclusie 4, waarbij beide van genoemde twee flexibele langwerpige elementen (31) genoemde tweede eindgebieden (33) hebben die bevestigd zijn aan dezelfde liertrommel (30).
6. De opraapeenheid (10) volgens één van conclusies 2 tot 5, bovendien een veelvoud aan tanden (24) omvattend met één uiteinde aan de dwarsbalk (26) gemonteerd en met hun vrij einde (28) stroomafwaarts in de beoogde stroomrichting (CF) van gewas uitstekend, en waarbij de dwarsbalk (26) draaibaar gemonteerd is op de twee laterale draagarmen om een bereik van vrije beweging van de vrije einden (28) van de tanden (24) toe te staan.
7. De opraapeenheid (10) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de liertrommel (30) bovendien een kruk (34) omvat voor het draaien van de liertrommel (30) om de positie van het windscherm (18) ten opzichte van de opraaptrommel (12) aan te passen.
8. De opraapeenheid (10) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de liertrommel (30) bovendien een grendel (35) en/of een ratel (36) omvat voor het verwijderbaar blokkeren van unidirectionele en/of bidirectionele rotatie van de liertrommel (30).
9. De opraapeenheid (10) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de liertrommel (30) bovendien een aandrijfmechanisme (37) omvat om de liertrommel (30) te draaien om zo de positie van het windscherm (18) ten opzichte van de opraaptrommel (12) aan te passen.
10. De opraapeenheid (10) volgens conclusie 9, waarbij genoemd aandrijfmechanisme (37) een elektrische motor is.
11. De opraapeenheid (10) volgens conclusie 10, waarbij het aandrijfmechanisme een tandwielmotor is.
12. De opraapeenheid (10) volgens één van conclusies 9 tot 11 die bovendien een besturingseenheid (38) omvat om genoemd aandrijfmechanisme (37) van op afstand te besturen.
13. De opraapeenheid (10) volgens één van de voorgaande conclusies die bovendien een schokverzachtende koppeling (45) omvat om genoemd eerste eindgebied (32) van het ten minste één flexibele langwerpige element (31) aan de ondersteunende verbinding (19) te bevestigen.
14. De opraapeenheid (10) volgens conclusie 13, waarbij de schokverzachtende koppeling (45) een veer omvat.
15.- Een balenpers (100) met een opraapeenheid (10) volgens één van de voorgaande conclusies.
BE2011/0596A 2011-10-10 2011-10-10 Opraapeenheid met beweegbaar windscherm. BE1020227A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0596A BE1020227A3 (nl) 2011-10-10 2011-10-10 Opraapeenheid met beweegbaar windscherm.
US14/350,670 US20140250855A1 (en) 2011-10-10 2012-10-09 Pick-up With Movable Windguard
EP12769129.3A EP2765848B1 (en) 2011-10-10 2012-10-09 Pick-up with movable windguard
PCT/EP2012/069926 WO2013053682A1 (en) 2011-10-10 2012-10-09 Pick-up with movable windguard
BR112014008475-0A BR112014008475B1 (pt) 2011-10-10 2012-10-09 máquina agrícola dotada de conjunto de coleta com proteção contra o vento

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201100596 2011-10-10
BE2011/0596A BE1020227A3 (nl) 2011-10-10 2011-10-10 Opraapeenheid met beweegbaar windscherm.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020227A3 true BE1020227A3 (nl) 2013-06-04

Family

ID=46980989

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0596A BE1020227A3 (nl) 2011-10-10 2011-10-10 Opraapeenheid met beweegbaar windscherm.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20140250855A1 (nl)
EP (1) EP2765848B1 (nl)
BE (1) BE1020227A3 (nl)
BR (1) BR112014008475B1 (nl)
WO (1) WO2013053682A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1019902A3 (nl) * 2011-04-08 2013-02-05 Cnh Belgium Nv Opraapeenheid voor een landbouwmachine.
EP2777379B1 (en) * 2013-03-15 2016-12-21 CNH Industrial Belgium nv Cam action windguard
US9655302B2 (en) * 2013-03-28 2017-05-23 James E. Straeter Feeder assembly for an agricultural implement
US9521807B2 (en) * 2014-05-05 2016-12-20 Roc S.R.L. Guiding unit for a device for harvesting the long agricultural products and device for harvesting agricultural products comprising the guiding unit
PL71691Y1 (pl) * 2018-04-17 2020-12-14 R&D Centre Inventor Spolka Z Ograniczona Odpowiedzialnoscia Podbieracz pokosu
US11547053B2 (en) * 2020-03-04 2023-01-10 Cnh Industrial America Llc Agricultural vehicle with windguard having offset arms
EP3912456A1 (en) * 2020-05-19 2021-11-24 CNH Industrial Belgium N.V. Agricultural vehicle with retainer for blockage removing windguard
US20220408653A1 (en) * 2021-06-23 2022-12-29 Cnh Industrial America Llc Agricultural implement system with a controller for detecting and mitigating plug conditions
DE202022105171U1 (de) * 2022-09-14 2023-12-19 Pöttinger Landtechnik Gmbh Landwirtschaftliche Erntemaschine

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1254398B (de) * 1963-07-16 1967-11-16 Dechentreiter Maschf Josef Vorrichtung zum Ausheben und Senken des Aufnahmegeraetes eines Ladewagens
DE19918552A1 (de) * 1999-04-23 2000-10-26 Deere & Co Erntemaschine
US6935094B1 (en) * 2004-04-15 2005-08-30 Cnh America Llc Wind guard latch retainer
US20080163600A1 (en) * 2007-01-05 2008-07-10 Schrag Thomas G Baler with Multi-Auger Pickup
US20090139195A1 (en) * 2007-12-04 2009-06-04 Clement Humbert Arrangement For The Adjustment Of The Position Of A Take Up Drum And A Hold-Down Of An Agricultural Harvesting Machine

Family Cites Families (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2713762A (en) * 1951-05-31 1955-07-26 Case Co J I Pickup drum
US2872772A (en) * 1951-10-30 1959-02-10 Sperry Rand Corp Adjustable wind-guard for baler pick-up
US2783606A (en) * 1954-04-09 1957-03-05 Eugene I Wilson Windrow divider and baler pickup extension
US3408797A (en) * 1965-06-17 1968-11-05 Univ Iowa State Harvesting device
US3747313A (en) * 1972-03-31 1973-07-24 F Denzin Pick up devices for agricultural implements
US3798885A (en) * 1972-09-01 1974-03-26 Sperry Rand Corp Baler pickup counter-balancing mechanism and pickup rope lift
US4129978A (en) * 1975-12-15 1978-12-19 David Friesen Harvester swath pickup
US4182103A (en) * 1977-07-15 1980-01-08 Mcnutt Darrell A Window tucker wheels
US4236372A (en) * 1978-09-05 1980-12-02 Sperry Corporation Agricultural harvesting machines with crop pick-up mechanisms
US4217746A (en) * 1979-05-10 1980-08-19 International Harvester Company Crop deflector
US4304089A (en) * 1980-02-11 1981-12-08 Mescheryakov Ivan K Pickup of a farm machine
US5009386A (en) * 1989-06-01 1991-04-23 Berger Richard C Pipe hanger and support
US4947563A (en) * 1990-02-20 1990-08-14 Pfister Jr Paul T Vehicle plow-suspension shock-absorber
DE4127155C2 (de) * 1991-08-16 1996-02-22 Deere & Co Niederhaltevorrichtung
US6449936B1 (en) * 2000-06-15 2002-09-17 Deere & Company Pick-up floatation suspension
DE10057135A1 (de) * 2000-11-17 2002-05-23 Deere & Co Stelleinrichtung eines Aufnehmers für Erntegut
US6688092B2 (en) * 2002-01-14 2004-02-10 Deere & Company Pick-up crop baffle including integral crop hold down rods and suspension for use in widely varied crops
US7017887B1 (en) * 2004-11-22 2006-03-28 Campbell Hausfeld/Scott Fetzer Company Winch for boat trailer
US20060277889A1 (en) * 2005-06-10 2006-12-14 Sheedy Ronald L Wind screen hold down attachment
FR2902963B1 (fr) * 2006-06-30 2010-05-07 Kuhn Sa Machine agricole pour la recolte des fourrages, comportant des dispositifs de ramassage et de deplacement des vegetaux
US7555885B2 (en) * 2007-01-05 2009-07-07 Agco Corporation Crop pickup with torsion bar flotation
US7650741B2 (en) * 2007-01-05 2010-01-26 Agco Corporation Articulating windguard for agricultural baler
US20090025358A1 (en) * 2007-07-26 2009-01-29 Eric Woodford Plastic Bands or Plastic Covers for Bands Located Between Tines on a Crop Pickup Apparatus
US7877974B2 (en) * 2008-06-18 2011-02-01 Cnh America Llc Floating swathgate
DE102008041331A1 (de) * 2008-08-19 2010-02-25 Deere & Company, Moline Niederhaltereinrichtung
US8443580B2 (en) * 2009-07-31 2013-05-21 Agco Corporation Baler pickup for collecting biomass from a combine harvester
AU2012327858B2 (en) * 2011-10-26 2017-06-29 Savwinch Pty Ltd Acn 148 968 227 Boat anchor winch
BE1020850A3 (nl) * 2012-07-27 2014-06-03 Cnh Belgium Nv Windschermmechanisme van een opraper voor een landbouwmachine.
US9586794B2 (en) * 2013-05-03 2017-03-07 Illinois Tool Works Inc. Winch having adjustable initial mechanical advantage

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1254398B (de) * 1963-07-16 1967-11-16 Dechentreiter Maschf Josef Vorrichtung zum Ausheben und Senken des Aufnahmegeraetes eines Ladewagens
DE19918552A1 (de) * 1999-04-23 2000-10-26 Deere & Co Erntemaschine
US6935094B1 (en) * 2004-04-15 2005-08-30 Cnh America Llc Wind guard latch retainer
US20080163600A1 (en) * 2007-01-05 2008-07-10 Schrag Thomas G Baler with Multi-Auger Pickup
US20090139195A1 (en) * 2007-12-04 2009-06-04 Clement Humbert Arrangement For The Adjustment Of The Position Of A Take Up Drum And A Hold-Down Of An Agricultural Harvesting Machine

Also Published As

Publication number Publication date
WO2013053682A1 (en) 2013-04-18
US20140250855A1 (en) 2014-09-11
EP2765848B1 (en) 2017-09-06
EP2765848A1 (en) 2014-08-20
BR112014008475B1 (pt) 2021-03-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020227A3 (nl) Opraapeenheid met beweegbaar windscherm.
US8656832B2 (en) Round baler having lateral guides for the compression belt
US4789289A (en) Bale loader, handler and feeder
AU2007264753B2 (en) Agricultural machine for harvesting forage
US20170202146A1 (en) Continuous windrow merger
EP3108743B1 (en) Crop-package transfer system
JP6233098B2 (ja) 農作物収穫機
EP2353364A1 (en) Agricultural harvesting pickup apparatus
BE1019902A3 (nl) Opraapeenheid voor een landbouwmachine.
CA2890534C (en) Device for harvesting long agricultural products and agricultural self-propelled unit for harvesting agricultural products comprising the device
JP2007061012A5 (nl)
JP2013153695A (ja) 根菜類収穫機
JP4996751B2 (ja) 野菜収穫機
US4037740A (en) Stack feeding apparatus
US7559188B2 (en) Harvester rollers with fingers and lifting and conveyor mechanisms
JP5278423B2 (ja) 茎葉収穫機
JP2007061011A5 (nl)
JP5135954B2 (ja) 茎葉収穫機
JP5707730B2 (ja) 根菜類収穫機
KR101869468B1 (ko) 높이조절기능이 구비된 농업용 베일러
JP3450187B2 (ja) 作物の収穫機
JP2014087287A (ja) 根菜類収穫機
JP5277526B2 (ja) 茎葉収穫機
JP3581646B2 (ja) 収穫機
RU2548198C1 (ru) Подборщик-погрузчик плодов бахчевых культур

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20201031