NL9500337A - Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een dampdichte verpakking zoals in het bijzonder voor noten en dergelijke produkten. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van een dampdichte verpakking zoals in het bijzonder voor noten en dergelijke produkten.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een dampdichte, tenminste gedeeltelijk doorzichtige, verpakking zoals in het bijzonder voor noten en dergelijke produkten.

Bij een bekende werkwijze wordt gebruik gemaakt van een voorgevouwen zakje uit papier waarvan de binnenzijde is bekleed met een kunststoffolie. De rechthoekige bodem van het zakje wordt verkregen door het om en het op elkaar vouwen van de langs- en dwarswanden van het zakje en het op elkaar vastlijmen van de omgevouwen delen. Bij het vullen van een dergelijk zakje moet dit eerst worden opengevouwen, dan gevuld met produkt waarna de bovenrand ervan wordt geseald, enkele malen wordt omgevouwen en vastgezet.

Niet alleen vereist dit een vrij ingewikkelde machine maar ook blijkt een dergelijke verpakking niet goed damp-dicht te zijn, daar geen volkomen afdichting tussen de op elkaar gevouwen en aan elkaar gelijmde papierlagen van de bodem kan worden verkregen. Ook is het moeilijk inert gas in de verpakking te brengen zoals dit gewenst is om een lange houdbaarheid van het produkt te verzekeren.

De uitvinding beoogt nu een werkwijze te verschaffen waarbij een goede afdichting van een verpakking kan worden verkregen en het vullen van een verpakking met produkt, en eventueel met een inert gas, op eenvoudige wijze plaats kan vinden.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat een papierstrook achtereenvolgens wordt geleid door ten minste één drukinrichting voor het aanbrengen van de gewenste bedrukking daarop, door een stansinrichting voor het uitsnijden van een venster in de papierstrook, door een lamineer-inrichting voor het erop lamineren van een kunststoffolie uit doorzichtig materiaal dat sealbaar is door middel van warmte dan wel ultrasoon, en ten slotte door een vouw-, vul- en sealinrichting waarin de gelamineerde strook in lengterichting in de vorm van een verticale buis met onge- veer rechthoekige doorsnede wordt gevouwen waarbij de van kunststoffolie voorziene oppervlakken van de beide langs-randen tegen elkaar aan komen te liggen en aan elkaar worden geseald en tegen de buitenzijde van de buis worden aangedrukt, de buis in dwarsrichting wordt dichtgeseald, met produkt wordt gevuld en vervolgens boven het afgevulde produkt in dwarsrichting wordt dichtgeseald en de gevormde sealnaad wordt doorgesneden zodanig dat gelijktijdig de bodem van de volgende verpakking wordt verkregen.

Om de rechthoekige vorm van de verpakking in hoge mate te handhaven kan er verder in worden voorzien, dat bij het vormen van de dwarsnaden de, nabij deze naden en tegenover elkaar gelegen, kortste zijwanden van de buis vanuit het midden ervan naar elkaar en naar binnen toe worden gedrukt.

Hoewel aangegeven is dat de papierstrook eerst wordt bedrukt zal uiteraard het bedrukken ook na het uitstanzen dan wel na het lamineren plaats kunnen vinden.

Voor het lamineren zal in het bijzonder zodanig te werk worden gegaan dat op de papierstrook een laag kleef-middel wordt aangebracht waarna op deze laag een kunststof-folie, zoals bij. uit polyetheen, wordt gelamineerd door doorvoering van het samenstel tussen lamineerrollen door.

Bij het aanbrengen van het kleefmiddel op het papier zal er voor worden gezorgd, dat rondom de rand van het in de papierstrook aanwezige venster een strookje met een breedte van 0,3 tot 1,5 mm vrij blijft van kleefmiddel.

Dit van kleefmiddel vrije strookje moet voorkomen dat bij het tussen de lamineerrollen doorvoeren van het samenstel kleefmiddel terecht komt op de kunststoffolie ter plaatse van het venster in de papierstrook. Anderzijds mag de breedte van het strookje niet zo groot zijn, dat het langs het venster aanwezige strookje naar buiten toe om zou kunnen gaan buigen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor toepassing van de werkwijze, welke inrichting een frame omvat voor het ondersteunen van: voorraadrollen voor een papierstrook en voor een kunststoffolie, een drukin-richting voor het bedrukken van de papierstrook, een stans-inrichting waar de papierstrook doorheen wordt gevoerd en waarin een venster uit de strook wordt gestansd, een inrichting voor het op de papierstrook aanbrengen van kleef-middel, een lamineerinrichting waarin de van de voorraadrol afgetrokken kunststoffolie op de, van kleefmiddel voorziene, zijde van de papierstrook wordt gelamineerd en verder een opwikkelinrichting omvattende een draaibaar opgestelde rol waar het verkregen produkt op wordt gewikkeld.

Voor het verkrijgen van de uiteindelijke verpakking zal verder gebruik worden gemaakt van een toevoerinrichting voor de gelamineerde papierstrook, van een vouw-, vul- en sealinrichting omvattende middelen voor het in buisvorm vouwen van de strook, het sealen van de langsnaad en van een dwarsnaad, het vullen van de gevormde aan de onderzijde afgesloten buis met produkt, het naar beneden toe verplaatsen van de gevulde buis, het sealen van een dwarsnaad boven het produkt door middel van sealbekken en het met een mes doorsnijden van de dwarsnaad voor het losmaken van de gevulde verpakking en het vormen van de onderste dwarsnaad van een volgende verpakking.

Opgemerkt zij, dat een vouw-, vul- en sealinrichting op zich bekend is voor gebruik bij het vervaardigen van verpakkingen uit kunststoffolie. Daarbij worden sealbekken toegepast waarmee de foliedelen tegen elkaar aan worden gedrukt bij het vormen van de dwarsnaden. Nu treden echter bij de verpakking volgens de onderhavige uitvinding over de lengte van de te sealen dwarsnaad dikte verschillen op doordat het aantal op elkaar liggende papierlagen varieert. Om toch een dampdichte sealnaad te verkrijgen zou een relatief zeer lange sealperiode en een hoge druk van de sealbekken moeten worden toegepast. Dit zal echter de structuur van het papier van de verpakking op bepaalde plaatsen nadelig kunnen beïnvloeden evenals de produktie-capaciteit van de inrichting.

Volgens de uitvinding wordt er daarom in voorzien dat de drukranden van de sealbekken, welke drukranden tegen de verpakking aan komen te liggen, zijn voorzien van enigszins veerkrachtige delen.

Hoewel het mogelijk zou zijn de door de eerst genoemde inrichting afgeleverde bedrukte, gelamineerde papierstrook direct aan de vouw-, vul- en sealinrichting toe te voeren levert dit het bezwaar op, dat de capaciteit van de eerst genoemde inrichting dan onvolledig wordt benut.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 schematisch een vooraanzicht toont van een verpakking zoals deze met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding wordt verkregen;

Fig. 2 schematisch een zijaanzicht toont van de verpakking van fig. 1;

Fig. 3 schematisch een bovenaanzicht toont van de verpakking van de fig. 1 en 2; en

Fig. 4 schematisch een inrichting toont voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding.

De fig. 1, 2 en 3 tonen een verpakking 1 zoals deze met behulp van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding wordt verkregen. Daarbij zijn in fig. 3 de eindran-den van de verpakking zodanig weergegeven dat het verloop van de, gelamineerde, papierstrook 2 waaruit de verpakking is vervaardigd duidelijk blijkt. De bij elkaar gelegen langsranden 3 en de verdere delen van de strook 2 zijn, ter wille van de duidelijkheid, op enige afstand van elkaar getekend maar zijn aan elkaar geseald. Bij dit sealen worden ook de beide met 4 aangeduide delen naar elkaar toe gedrukt, maar deze delen worden niet met elkaar verbonden.

In de voorwand 5 van de verpakking is het venster 6 aangebracht doordat uit de papierstrook 7 dit venster is gestansd voordat op de strook de kunststoffolie 8 is aangebracht. Door middel van de kunststoffolie 8 zijn de diverse delen van de strook 2 met elkaar verbonden.

Fig. 4 toont schematisch de inrichting voor het vervaardigen van de gelamineerde papierstrook 2. Een frame 9 ondersteunt een eerste voorraadrol 10 waarop zich de papierstrook 7 bevindt en een voorraadrol 11 waarop zich de kunststoffolie 8 bevindt.

Na het van de voorraadrol 10 trekken van de papierstrook 7 wordt deze eerst in een drukinrichting 12 bedrukt. Op bekende wijze kan gebruik worden gemaakt van een meer-kleurendruk-machine zodat een bedrukking in verschillende kleuren kan worden verkregen.

Na het bedrukken wordt de papierstrook 7 door de stansinrichting 13 geleid waarin uit de strook 7 het venster 8 wordt gestansd. Vervolgens wordt de strook 7 voorzien van een laag kleefmiddel 14 door middel van de aan-brengcilinder 15 waarin zich een niet nader aangeduide uitsparing bevindt. Hierdoor zal in een smalle strook rondom het uitgestansde venster 6 geen kleefmiddel op de papierstrook 7 terechtkomen en evenmin op de contrarol of het contravlak 16 waar de papierstrook 7 tegen aan wordt gedrukt bij het aanbrengen van het kleefmiddel 14 daarop.

Daarna wordt aan de van kleefmiddel 14 voorziene papierstrook de kunststoffolie 8 toegevoerd en daarmee vast verbonden door middel van de lamineerrollen 17 zodat de gelamineerde strook 2 worden verkregen, die wordt geleid over de rol 18. Deze rol 18 kan, zoals reeds hiervoor opgemerkt, ook een opwikkelrol zijn die naderhand wordt overgebracht naar de hierna te beschrijven vouw-, vul- en seal-inrichting 19.

De verschillende geleidingsrollen die worden gebruikt voor het geleiden van de papierbaan 7, van de kunststof-folies 8 en van de gelamineerde strook 2 zijn in de tekening niet nader aangeduid, daar de werking ervan duidelijk zal zijn.

Zoals gezegd wordt de papierstrook 2 toegevoerd aan de vouw-, vul- en sealinrichting 19, die een holle doorn 20 omvat voor het er omheen vouwen van de strook 2 waarbij gebruik wordt gemaakt van buiten de strook liggende geleidingen 21. Daarbij komen de in fig. 3 met 3 aangeduide langsranden tegen elkaar aan te liggen in een stand nagenoeg haaks op het vlak van de er op aansluitende delen van de strook. In deze stand worden de randen 3 geseald door niet aangegeven sealbekken, waarna de randen 3 tegen een naast liggend deel van de strook worden aangedrukt.

Vervolgens wordt, na het naar beneden toe bewegen van de verkregen rechthoekige buis, de onderste dwarsnaad 22 gevormd door middel van de naar elkaar toe bewegende sealbekken 23, die daarna weer uit elkaar worden geschoven.

Na het vormen van de dwarsnaad 22 kan via de vulbuis 24 en de holle doorn 20 het af te vullen produkt in de verpakking worden gebracht. Vervolgens wordt de verpakking naar beneden toe verplaatst totdat de gevulde verpakking zich onder het vlak van de sealbekken 23 bevindt. De seal-bekken worden dan weer naar elkaar toegebracht voor het vormen van een nieuwe dwarsnaad 22.

Ten minste de ene sealbek 23 is, gezien in verticale richting, dubbel uitgevoerd terwijl in de andere sealbek een, niet nader aangeduide, sleuf is aangebracht. Tussen de delen van de ene sealbek door kan een mes 25 worden verplaatst voor het doorsnijden van de gevormde dwarsnaad 22. Hierdoor wordt de gevormde verpakking losgesneden van de er zich boven bevindende, reeds in de buisvorm gevouwen, strook die vervolgens kan worden gevuld met produkt zodat de gehele cyclus zich kan herhalen.

Opgemerkt zij nog, dat boven de sealbekken 23 heen en weer beweegbare middelen 26 aanwezig zijn om de korte zijwanden 27 van de verpakking, vanuit het midden daarvan, naar binnen toe te drukken zoals dit in het bijzonder blijkt uit fig. 3.

Tijdens het vullen van de verpakking met produkt kan via de buis 28 een inert gas, zoals bijvoorbeeld stikstof, in de verpakking worden gebracht om een lange houdbaarheid van het produkt te verzekeren.

De middelen voor het in verticale neerwaartse richting verplaatsen van de verpakking zijn niet nader aangeduid. Op de bekende wijze kunnen hiervoor rollen of over rollen geleide transportbanden worden gebruikt, die de wanden van de verpakking aandrukken tegen de buitenzijde van de holle doorn 20 terwijl zij worden geroteerd. Ook kunnen de sealbekken 23 op en neer beweegbaar zijn uitgevoerd.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van een werkwijze en een inrichting volgens de uitvinding in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

conclusies

Claims (7)

1. Werkwijze voor de vervaardiging van een daropdichte, tenminste gedeeltelijk doorzichtige, verpakking (1) zoals in het bijzonder voor noten en dergelijke produkten, met het kenmerk, dat een papierstrook (7) achtereenvolgens wordt geleid door ten minste één drukinrichting (15) voor het aanbrengen van de gewenste bedrukking daarop, door een stansinrichting (16) voor het uitsnijden van een venster (6) in de papierstrook (7), door een lamineerinrichting (17) voor het erop lamineren van een kunststof folie (8) uit doorzichtig materiaal dat sealbaar is door middel van warmte dan wel ultrasoon, en ten slotte door een vouw-, vul- en sealinrichting (19) waarin de gelamineerde strook (2) in lengterichting in de vorm van een verticale buis met ongeveer rechthoekige doorsnede wordt gevouwen waarbij de van kunststoffolie (8) voorziene oppervlakken van de beide langsranden (3) tegen elkaar aan komen te liggen en aan elkaar worden geseald en tegen de buitenzijde van de buis worden aangedrukt, de buis in dwarsrichting wordt dichtge-seald, met produkt wordt gevuld en vervolgens boven het af-gevulde produkt in dwarsrichting wordt dichtgeseald en de gevormde sealnaad (22) wordt doorgesneden zodanig dat gelijktijdig de bodem van de volgende verpakking (1) wordt verkregen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij het vormen van de dwarsnaden (22) de, nabij deze naden en tegenover elkaar gelegen, kortste zijwanden (27) van de buis vanuit het midden ervan naar elkaar en naar binnen toe worden gedrukt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor het lamineren zodanig te werk wordt gegaan dat op de papierstrook (7) een laag kleefmiddel (14) wordt aangebracht waarna op deze laag een folie (8) uit kunststof zoals bijvoorbeeld polyetheen wordt gelamineerd door doorvoering van het samenstel (7,14,8) tussen drukrollen (17) door.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat bij het aanbrengen van het kleefmiddel (14) op de papierstrook (7) er voor wordt gezorgd, dat rondom de rand van het in de papierstrook aanwezige venster (6) een strookje met een breedte van 0,3 tot 1,5 mm vrij blijft van kleefmiddel .

5. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een frame (9) omvat voor het ondersteunen van: voorraadrol-len (10,11) voor een papierstrook (7) en voor een kunststof folie (8), een drukinrichting (12) voor het bedrukken van de papierstrook (7), een stansinrichting (13) waar de papierstrook doorheen wordt gevoerd en waarin een venster (6) uit de papierstrook (7) wordt gestansd, een inrichting (15,16) voor het op de papierstrook aanbrengen van kleefmiddel (14), een lamineerinrichting waarin de van de voor-raadrol (11) afgetrokken kunststoffolie (8) op de, van kleefmiddel voorziene, zijde van de papierstrook (7) wordt gelamineerd en eventueel een opwikkelinrichting voor het daarop wikkelen van de gelamineerde papierstrook.

6. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat deze bestaat uit een vouw-, vul- en sealinrichting (19) omvattende middelen voor het in buisvorm vouwen van een gelamineerde strook (2), het sealen van een langsnaad (3) en een dwars-naad (22), het vullen van de gevormde aan de onderzijde afgesloten buis met produkt, het naar beneden toe verplaatsen van de gevulde buis, het sealen van een dwarsnaad (22) boven het produkt door middel van sealbekken (23) en het met een mes (25) doorsnijden van de dwarsnaad (22) voor het losmaken van de gevulde verpakking (1) en het vormen van de onderste dwarsnaad (22) van een volgende verpakking.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de drukranden van de sealbekken (23), welke drukranden tegen de verpakking (1) aan komen te liggen, zijn voorzien van enigszins veerkrachtige delen.