NL9500187A - Werkwijze voor het verpakken van oormerkdelen, oormerkdelen die op deze wijze verpakt zijn en de hierbij gebruikte verpakking. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het verpakken van oormerkdelen, oormerkdelen die op deze wijze verpakt zijn en de hierbij gebruikte verpakking.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verpakken van oormerkdelen, in het bijzonder oormerkdelen van oormerken voor dieren. Zij heeft eveneens betrekking op oormerkdelen die op deze wijze verpakt zijn en op de verpakking die hiertoe wordt gebruikt.

De uitvinding heeft hierbij tot doel een werkwijze en een verpakking te bieden die enerzijds toelaten dat meerdere oormerkdelen op een handige wijze bij elkaar kunnen worden gehouden en anderzijds toelaten dat deze oormerkdelen met behulp van de verpakking op een efficiënte wijze aan één of meer voorbehandelingen kunnen worden onderworpen.

Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het verpakken van oormerkdelen, daardoor gekenmerkt dat de oormerkdelen losmaakbaar worden vastgehecht aan een drager die bestendig is tegen oormerkvoorbehandel1ngsprodukten.

Deze werkwijze laat toe dat de oormerkdelen op de drager kunnen blijven terwijl zij met oormerkvoorbehandelingsprodukten, zoals desinfecterende middelen, wondhelende produkten, geneesmiddelen en dergelijke in kontakt worden gebracht en dat de eigenschappen en handelbaarheid van de verpakking dankzij de bestendigheid tegen de voornoemde produkten minstens geruime tijd behouden blijven.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding die de voorkeur verdient worden de oormerkdelen op een laagvormige drager gestoken.

Volgens een eerste mogelijkheid kunnen de oormerkdelen hiertoe voorzien worden van een spitse punt en worden zij met deze punt door de drager geprikt. Deze mogelijkheid is vooral bedoeld voor mannelijke oormerkdelen.

Volgens een tweede mogelijkheid wordt gebruikt gemaakt van een drager waarin voorafgaandelijk perforaties zijn aangebracht die het aanbrengen van de oormerkdelen vergemakkelijken. In het geval van mannelijk oormerkdelen die bestaan uit een penvormig lichaam met minstens één gedeelte dat smaller is dan de punt, wordt de diameter van de perforaties zodanig gekozen dat deze kleiner is dan de diameter van de punt doch groter of gelijk is aan de diameter van het voornoemde smalle gedeelte. Door het gebruik van zulke perforaties wordt het aanbrengen van de oormerkdelen op de drager vergemakkelijkt, enerzijds, doordat zij automatisch op de juiste plaats terecht komen en anderzijds, doordat het doordrukken vergemakkelijkt wordt. Op deze wijze kunnen ook dragers worden gebruikt die bestaan uit relatief stevige materialen, zonder dat deze een probleem vormen voor het erop aanbrengen van de oormerkdelen.

De voornoemde drager bestaat bij voorkeur uit kunststof, meer speciaal een vel kunststof, bijvoorbeeld polyethyleen. Bij voorkeur wordt een biodegradeerbaar materiaal gebruikt.

Om de kenmerken volgens de uitvinding beter toe te lichten, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen beschreven, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen waarin: figuur 1 een oormerk weergeeft; figuur 2 een aantal mannelijke oormerkdelen weergeeft die verpakt zijn volgens de uitvinding; figuren 3 en 4 zichten weergeven volgens pijlen F3 en F4 in figuur 2; figuur 5 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 3; figuur 6 een variant weergeeft van een oormerkdeel dat verpakt is volgens de uitvinding; figuur 7 nog een aantal oormerkdelen weergeeft die verpakt zijn volgens de uitvinding; figuur 8 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7; figuur 9 nog een aantal oormerkdelen weergeeft die verpakt zijn volgens de uitvinding; figuur 10 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur 9.

Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat een oormerk 1 doorgaans uit een mannelijk oormerkdeel 2 en een vrouwelijk oormerkdeel 3. Het mannelijk oormerkdeel 2 bestaat hierbij hoofdzakelijk uit een penvormig lichaam 4 dat voorzien is van een puntvormige kop 5 en dat verder minstens twee radiaal gerichte schoudervlakken 6 en 7 vertoont. Het vrouwelijk oormerkdeel 3 bestaat hoofdzakelijk uit een element 8, doorgaans in de vorm van een plaatje. Het element 8 is voorzien van een opening 9, één en ander zodanig dat het mannelijk oormerkdeel 2 in de opening 9 kan worden vastgedrukt, respektievelijk vastgeklikt. Op het vrouwelijk en/of mannel ijk oormerkdeel wordt een nummer of andere identifikatie aangebracht.

Bij het aanbrengen wordt de kop 5 van het mannelijk oormerkdeel 2 door het oor 10 van het betreffende dier en de opening 9 van het vrouwelijke oormerkdeel 3 gedrukt. Het schoudervlak 6 grijpt hierbij aan achter de rand 11 van de opening 9. Het schoudervlak 7 maakt kontakt met de zijde 12 van het oor 10 en verhindert dat het mannelijk oormerkdeel 2 volledig door het oor 10 dringt.

In het voorbeeld van figuur 1 wordt het schoudervlak 7 gevormd door de binnenzijde van een plaatje 13, dat voorzien is van een nummer 14. Volgens een niet weergegeven variant kan een tweede vrouwelijk deel tussen de zijde 12 van het oor 10 en het schoudervlak 7 worden aangebracht.

Zoals weergegeven in figuren 2 tot 5 worden, volgens de uitvinding, de oormerkdelen, in dit voorbeeld de mannelijke oormerkdelen 2, verpakt door ze vast te hechten op een drager 15 die bestendig is tegen oormerkvoorbehandelingsprodukten.

Deze drager 15 bestaat bij voorkeur uit een vel kunststof of uit enig ander materiaal dat bestendig is tegen oormerkvoorbe-handelingsprodukten of een materiaal dat voorzien is van een bekleding die bestendig is tegen zulke oormerkvoorbehandelingsprodukten.

De drager 15 is bij voorkeur voorzien van een reeks perforaties 16 om het aanbrengen van de oormerkdelen 2 te vergemakkelijken.

In het geval van mannelijke oormerkdelen 2, die bestaan uit een penvormig lichaam 4 met minstens één gedeelte 17 dat smaller is dan de puntvormige kop 5, wordt de diameter Dl van de perforaties 16 bij voorkeur zodanig gekozen dat deze kleiner is dan de diameter D2 van de kop 5 doch groter of gelijk is aan de diameter van het voornoemde smalle gedeelte 17, één en ander zoals afgebeeld in figuur 5. Met het smalle gedeelte 17 wordt in de eerste plaats de zitting voor het vrouwelijk oormerkdeel 3 bedoeld.

De perforaties 16 zijn bij voorkeur in orthogonale rijen aangebracht.

Eventueel kunnen de dragers 15 worden voorzien van scheurnaden 18 waardoor stroken met oormerkdel en 2 van de drager 15 kunnen worden afgescheurd.

Bij het verpakken worden de oormerkdelen 2 bij voorkeur in numerieke opvolging op de drager 15 aangebracht, waarbij de nummers elkaar strook per strook opvolgen.

In figuur 5 is een variant weergegeven van nog een mannelijk oormerkdeel 2 dat op een drager 15 volgens de uitvinding is aangebracht.

Volgens een variant kan de drager 15 louter uit een vel materiaal bestaan dat bestendig is tegen de voornoemde oormerkvoorbe-handelingsprodukten, zonder dat dit vel is voorzien van perforaties 16. In dit geval worden de oormerkdelen door de drager 15 geprikt, waartoe zij dan voorzien zijn van een zeer spitse punt.

Afhankelijk van hun vorm kunnen ook vrouwelijk oormerkdelen 3 op een drager 15 volgens de uitvinding worden bevestigd.

Bovendien kunnen, zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm van figuren 7 en 8, bij elkaar horende vrouwelijke en mannelijke oormerkdelen 2 en 3 op eenzelfde drager 15 worden bevestigd. Bij voorkeur worden zij dan afwisselend, dus in paren, op de drager 15 aangebracht.

In het geval van oormerkdelen die een plaatvormig deel bevatten, zoals de weergegeven plaatjes 20 van de in figuren 7 en 8 weergegeven vrouwelijke oormerkdelen 3, kan gebruik worden gemaakt van lipvormige gedeelten 19 om de oormerkdelen te bevestigen. De plaatjes worden hierbij bij hun randen tot onder de lipvormige gedeelten 19 gedrukt. De lipvormige gedeelten 19 kunnen hierbij gevormd worden door plaatselijke sneden in de drager 15 aan te brengen, bijvoorbeeld twee parallelle sneden 21 en 22.

Zoals nog is weergegeven in figuur 8 wordt de voornoemde bevestigingstechniek gekombineerd met een bevestiging in een geschikte perforatie 23.

Figuren 7 en 8 maken ook duidelijk dat ook vrouwelijke oormerkdelen 3 in perforaties 23 kunnen worden bevestigd, althans wanneer zij een hiertoe geëigend penvormig lichaam 24 bezitten.

In figuren 9 en 10 is nog een variant weergegeven waarbij de drager is voorzien van stuipvormige uitsparingen 25 zodat de betreffende oormerkdelen, in dit geval de vrouwelijke oormerkdelen 3, hierin kunnen worden gelegd en zodoende kunnen worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een strook kleefband 26.

In de uitvoeringsvorm van figuren 9 en 10 zijn ook weer afwisselend middelen voorzien om respektievel ijk mannelijke en vrouwelijke oormerkdelen te bevestigen.

Alhoewel bij voorkeur in een kombinatie van bevesti-gingstechnieken wordt voorzien zoals weergegeven in figuren 7-8 of 9-10, is het duidelijk dat de verschillende bevestigingsmogeli jkheden zowel voor mannelijke als vrouwelijke oormerkdelen kunnen worden gebruikt, althans wanneer hun vorm het toelaat, waarbij de vrouwelijke en mannelijke oormerkdelen al dan niet op eenzelfde drager 15 worden bevestigd.

Het is duidelijk dat de uitvinding zowel betrekking heeft op de werkwijze van verpakken, op oormerkdelen die volgens deze werkwijze verpakt zijn, alsmede op de dragers 15 die bedoeld zijn om zulke oormerkdelen te verpakken.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergel ijke werkwijze voor het verpakken van oormerkdelen, oormerkdelen die op deze wijze verpakt zijn en verpakkingen die hiertoe worden gebruikt, kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgaande konklusies te treden.

Claims (23)

1. Werkwijze voor het verpakken van oormerkdelen, daardoor gekenmerkt dat de oormerkdelen (2) losmaakbaar worden vastgehecht aan de drager (15) die bestendig is tegen oormerkvoorbehandelingsprodukten.

2. Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij op een laagvormige drager (15) worden gestoken.

3. Werkwijze volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat gebruikt wordt gemaakt van een drager (15) waarin voorafgaandelijk een reeks perforaties (16, 23) zijn aangebracht die het aanbrengen van de oormerkdelen (2, 3) vergemakkelijken.

4. Werkwijze volgens konklusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de oormerkdelen (2) voorzien zijn van een puntvormige kop (5) en dat zij door middel van deze puntvormige kop (5) door de drager (15) worden gedrukt.

5. Werkwijze volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat, in het geval van mannelijke oormerkdelen (2) die bestaan uit een penvormig lichaam (4) met minstens één gedeelte (17) dat smaller is dan de puntvormige kop (5), de diameter (Dl) van de perforaties (16) zodanig gekozen is dat deze kleiner is dan de diameter (D2) van de kop (5) doch groter of gelijk is aan de diameter (Dl) van het voornoemde smalle gedeelte (17).

6. Werkwijze volgens één der konclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat, in het geval van oormerkdelen (2, 3) die een plaatvormig deel bevatten, zij minstens door middel van dit plaatvormig deel onder lipvormige gedeelten (19), die hiertoe aan de drager (15) aangebracht zijn, aan deze laatste worden bevestigd.

7. Werkwijze volgens konklusies 3, 5 en 6, in het bijzonder voor het verpakken van mannelijke en vrouwelijke oormerkdelen (2, 3) die beide een penvormig lichaam (4, 24) vertonen, daardoor gekenmerkt dat de mannelijke en vrouwelijke oormerkdelen in paren op dezelfde drager (15) worden bevestigd, waarbij de mannelijke oormerkdelen (2) in de drager (15) worden vastgedrukt, terwijl de vrouwelijke oormerkdelen (3) zowel in perforaties worden aangebracht als achter lipvormige gedeelten (19) worden vastgestoken.

8. Werkwijze volgens konklusies 6 of 7, daardoor gekenmerkt dat de lipvormige gedeelten (19) gevormd worden door sneden (21, 22) in de drager (15).

9. Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een drager (15) die minstens een aantal stuipvormige uitsparingen (25) vertoont, dat de betreffende oormerkdelen hierin gelegd worden en dat zij dan ter plaatse worden bevestigd.

10. Werkwijze volgens konklusies 2 en 9, daardoor gekenmerkt dat mannelijke en vrouwelijke oormerkdelen in paren op dezelfde drager (15) worden bevestigd, waarbij de mannelijke oormerkdelen (2) in de drager (15) worden vastgedrukt, terwijl de vrouwelijke oormerkdelen (3) in stuipvormige uitsparingen (25) worden gelegd en bevestigd.

11. Werkwijze volgens konklusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de in de voornoemde uitsparingen geplaatste oormerkdelen door middel van een kleefband (26) worden bevestigd.

12. Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat voor de drager (15) gebruik wordt gemaakt van een vel kunststof.

13. Werkwijze volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een drager (15) die voorzien is van scheurnaden (18) om stroken met oormerkdelen (2, 3) af te scheuren.

14. Oormerkdelen, daardoor gekenmerkt dat zij verpakt zijn zoals beschreven in één der voorgaande konklusies.

15. Verpakking voor het verpakken van oormerkdelen volgens de werkwijze van konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een drager (15) die bestendig is tegen oormerkvoorbehandelingsprodukten.

16. Verpakking volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de drager (15) hoofdzakelijk bestaat uit een doorprikbaar vel.

17. Verpakking volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de drager (15) bestaat uit een vel dat is voorzien van perforaties (16 23) om de oormerkdelen (2, 3) in te steken.

18. Verpakking volgens één der konklusies 15 of 17, daardoor gekenmerkt dat zij lipvormige gedeelten (19) bezit waarachter een oormerkdeel kan worden vastgestoken, al dan niet in kombinatie met een bijhorende perforatie (23).

19. Verpakking volgens konklusie 18, daardoor gekenmerkt dat de lipvormige gedeelten (19) gevormd zijn door twee parallelle sneden (21, 22) in de drager (15).

20. Verpakking volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van stuipvormige uitsparingen (25) voor het aanbrengen van oormerkdelen (2, 3).

21. Verpakking volgens één der konklusies 15 tot 20, daardoor gekenmerkt dat de drager (15) afwisselend met middelen is voorzien, respektievelijk voor het aanbrengen van mannelijke en vrouwelijke oormerkdelen.

22. Verpakking volgens één der konklusies 15 tot 21, daardoor gekenmerkt dat de drager (15) bestaat uit kunststof.

23. Verpakking volgens één der konklusies 15 tot 22, daardoor gekenmerkt dat de drager (15) is voorzien van scheurnaden (18).