NL9500163A - Stripinrichting voor een verpakkingsmachine. - Google Patents

Description

Stripinrichtina voor een verpakkingsmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een stripin-richting voor een verpakkingsmachine, welke verpakkingsmachine een vulbuis voor het afgeven van het te verpakken product, een inrichting voor het in een richting langs en voorbij de vulbuis transporteren van een slang van lasbaar folieverpakkingsmateriaal, een afdichtingsinrichting voor het dwars op de richting sluiten van de slang en voor het deze daarbij dwars lassen onder toepassing van warmte, en een besturingsinrichting voor het synchroniseren van het transporteren van de slang en het sluiten van de slang bevat, welke stripinrichting voorzien is van stripgereed-schappen die aan weerszijden van de slang plaatsbaar zijn, van aandrijfmiddelen door middel waarvan de stripgereed-schappen in dezelfde richting verplaatsbaar zijn als de transportrichting van de slang en van een besturingsinrichting voor het synchroniseren van de verplaatsing van de stripgereedschappen met het transporteren van de slang.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-0.489.400-A1. Hierin zijn de stripgereedschappen aan een verschuifbare slede bevestigd, die door middel van een krukdrijfwerk met de aandrijving voor het sluiten van de slang door de afdichtingsinrichting verbonden is. De aandrijving voor het sluiten en de aandrijving van de stripgereedschappen zijn faseverschoven met elkaar tot een gemeenschappelijke aandrijving gekop peld. Hierdoor is het mogelijk bij het lassen van een naad de laszone vrij te houden van het te verpakken product, doordat de stripgereedschappen sneller kunnen bewegen dan de slang, met andere woorden een melkende beweging maken. Hoewel deze bekende inrichting naar behoren functioneert is deze onder meer door de mechanische constructie daarvan redelijk omvangrijk.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een alternatieve, eenvoudigere stripinrichting voor een verpakkingsmachine te verschaffen.

Hiertoe wordt een stripinrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de stripinrichting gevormd wordt door twee paar aan weerszijden van een verlengde in de richting van de vulbuis plaatsbare eindloze lijnen, waarbij de eindloze lijnen van elk paar parallel aan elkaar verlopen, en dat de stripgereedschappen gevormd worden door tenminste één paar stripbalken, waarbij één stripbalk van elk paar bevestigd is tussen het ene paar eindloze lijnen en de andere stripbalk van elk paar bevestigd is tussen het andere paar eindloze lijnen. Hierdoor is de stripinrichting niet alleen mechanisch eenvoudiger uitgevoerd maar kan ook meerdere functies vervullen. Bij het vullen van de slang komt het te verpakken product met een bepaalde snelheid op een dwarsnaad terecht waardoor het product of de dwarsnaad kan beschadigen. Het paar stripbalken of een tweede paar stripbalken kan dienst doen als relatieve productopvang door tijdens het doorvoeren van de slang deze stripbalken reeds te sluiten, zodat op de stripbalken wordt gestort.

Bij voorkeur wordt elke eindloze lijn gevormd door een tandriem en twee tandriemschijven. Hierdoor heeft elke eindloze lijn een lange levensduur met een minimum aan onderhoud.

Teneinde de stripinrichting door een minimaal aantal aandrijfmotoren aan te drijven worden de aandrijf-middelen bij voorkeur gevormd door een aandrijfmotor met een aandrijfas welke door middel van een dubbelvertande riem een tandriemschijf van elke eindloze lijn aandrijft.

In een voorkeursvorm van een stripinrichting volgens de uitvinding is de verplaatsingssnelheid van de stripbalken instelbaar. Hierdoor ontstaat een instelbaar relatief snelheidsverschil tussen de slang en de stripbalken. Door dit snelheidsverschil ontstaat een bepaalde, instelbare striplengte. Al naar gelang het volume en het valgedrag van het te verpakken product, bijvoorbeeld daar aardappelchips niet altijd hetzelfde soortelijke gewicht hebben, kan door de instelbare striplengte het volume van de zak ingesteld worden om het te verpakken gewicht te bereiken.

Bij voorkeur is de kleinste afstand tussen de stripbalken van elk paar instelbaar. Door de strippende actie van de balken ontstaat een bolle zak, oftewel een luchtkussen. Dit luchtkussen zal het verpakte product, bijvoorbeeld tijdens transport beschermen tegen beschadiging en/of breuk. Door de instelbare kleinste afstand is, eventueel in combinatie met de instelbare striplengte, de dikte van dit luchtkussen voor ieder product of iedere producthoeveelheid optimaal in te stellen.

Enige uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de tekening beschreven worden. In de tekening tonen: figuren 1 tot en met 5 een stripinrichting volgens de uitvinding in verschillende stadia van de stripbeweging, en figuur 6 een bovenaanzicht van een stripinrichting volgens de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een stripinrichting voor een verpakkingsmachine zoals schematisch in de figuren is weergegeven. Bij een dergelijke verpakkingsmachine wordt een slang 3 van lasbaar folieverpakkingsma-teriaal door middel van een inrichting 4, bijvoorbeeld in de vorm van aandrijfriemen, in een richting langs en voorbij een vulbuis 12 geleid (zie figuur 1) . De slang 3 wordt door een afdichtingsinrichting 1 gevoerd voor het dwars op de bewegingsrichting van de slang 3 sluiten van de slang en voor het deze daarbij dwars lassen onder toepassing van warmte. Hiertoe bevat de afdichtingsinrichting bijvoorbeeld een paar dwarsafdichtingsbekkens 1, elk voorzien van een mes 11 (figuur 4) voor het doorsnijden van de slang 3. Het te verpakken product 5 wordt door de vulbuis 12 toegevoerd.

Bij het lassen van een naad is het van groot belang dat de laszone vrij wordt gehouden van het te verpakken product. In het bijzonder geldt dit voor lichte en volumineuze producten zoals bijvoorbeeld aardappelchips en geëxtrudeerde snackproducten. Bij het toevoeren van het product in de slang waarvan de bodemnaad reeds is gelast, maar waarvan de bovenzijde nog open is, kan het voorkomen dat het product ongelijkmatig in de zak valt waardoor de laszone voor de nog te maken bovennaad niet vrij is en er als zodanig geen goede bovennaad gemaakt kan worden. Voor het vrijmaken van de laszone van de bovennaad, tevens de bodemnaad voor de volgende verpakking, wordt gebruik gemaakt van de stripinrichting.

De stripinrichting volgens de uitvinding omvat twee paar aan weerszijden van de slang 3, die in het verlengde van de vulbuis 12 ligt, plaatsbare tandriemen 7, die elk om twee tandriemschijven 6 lopen. In plaats van tandriemen kunnen ook ketteingen, kabels of andere lijnen gebruikt worden, hoewel tandriemen door hun lange levensduur en geringe onderhoud bevoorkeurd worden. De tandriemen 7 aan één zijde van de slang 3 lopen parallel aan elkaar. Tussen elk paar tandriemen is tenminste één paar stripgereedschappen in de vorm van stripbalken 8, 9 bevestigd. De tandriemen worden zodanig aangedreven dat de stripbalken 8, 9 wanneer zij zich dicht bij elkaar bevinden, in dezelfde richting verplaatsbaar zijn als de trans-portrichting van de slang 3.

In figuur 1 is het stadium weergegeven waarin net een verpakking 2 is vervaardigd en deze naar beneden valt. De dwarsafdichtingsbekkens 1 zijn in de geopende stand zodat de slang 3 door de aandrijfriemen 4 tussen de bekkens 1 doorgevoerd kan worden. Het te verpakken product 5 valt via de vulbuis 12 in de aan de bodemzijde afgesloten slang.

Door de ronddraaiende beweging van de tandriem-schijven 6 komen de stripbalken 8, 9 in hun bovenste sluitpositie, zoals in figuur 2 is weergegeven, terwijl het product zich in de verpakking 10 bevindt. Doordat er een spleet tussen de balken 8 en 9 is, zal de verpakking 10 aan de bovenzijde niet geheel zijn afgesloten, waardoor lucht tijdens de stripbeweging uit de verpakking kan ontsnappen. Daar de balken 8, 9 een snellere beweging maken dan de slang 3 maken de balken 8, 9 een melkende, dat is strippende beweging, waardoor het product in de verpakking 10 wordt gecomprimeerd, zoals uit figuur 3 blijkt. Op dit moment beginnen de bekkens 1 met hun sluitende beweging. Wanneer de dwarsafdichtingsbekkens 1 hun gesloten positie (figuur 4) hebben bereikt bevinden de balken 8, 9 zich hieronder en wordt tevens de bovennaad van de verpakking 10 alsmede de bodemnaad van de volgende verpakking gelast. Mesbladen 11 scheiden de verpakkingen van elkaar. Hierna worden de bekkens 1 weer geopend (figuur 5) en worden de stripbalken 8, 9 weer naar hun bovenste positie bewogen voor het strippen van de volgende verpakking.

Zoals in bovenaanzicht in figuur 6 schematisch is weergegeven worden de tandriemschijven 6, 6' door een gemeenschappelijke aandrijfmotor 13 aangedreven. Hiertoe bevat de aandrijfmotor 13 een aandrijfas 14 die twee dubbelvertande riemen 32 aandrijft die op hun beurt de tandriemschijven 6, 6' aandrijven. De dubbelvertande riemen 32 zijn zodanig om de tandriemschijven 6, 6' aangebracht dat de tandriemschijven 6 tegengesteld aan de tandriemschijven 6' roteren. Aldus worden de stripbalken 8, 9 op correcte wijze in de transportrichting van de slang verplaatst. In plaats van door een dubbelvertande riem kunnen de tandriemschijven 6 respectievelijk 6' ook door een tandwieloverbrenging verbonden zijn.

De verplaatsing van de stripbalken 8, 9 dient synchroon te lopen met het transport van de slang 3 en de sluitbeweging van de dwarsafdichtingsbekkens l, waarbij de slang 3 zowel continu als intermitterend getransporteerd kan worden. Elk van de drie afzonderlijke bewegingen kan door middel van een electronische besturing geschikt ingesteld worden.

Zo is een relatief snelheidsverschil tussen de slang 3 en de stripbalken 8, 9 instelbaar, waardoor een bepaalde, instelbare striplengte ontstaat. Al naar gelang het volume en/of het valgedrag van het te verpakken product kan de vereiste striplengte ingesteld worden. Dit is van belang daar bijvoorbeeld aardappelchips niet altijd hetzelfde soortelijke gewicht hebben, afhankelijk van teelt- en seizoensinvloeden, en er dus een zich steeds wijzigend volume (of hoeveelheid) nodig is om het te verpakken gewicht te bereiken. Doordat de striplengte instelbaar is kan een probleemloze verwerking van producten gedurende het hele seizoen verkregen worden zonder dat snelheidsverlies van de verpakkingsmachine optreedt.

De stripinrichting volgens de onderhavige uitvinding voert niet alleen een stripfunctie uit, maar heeft ook andere functies.

Zo ontstaat door het strippen een luchtkussen in de slang. Dit luchtkussen zal het verpakte product, onder andere tijdens transport, beschermen tegen beschadiging en/of breuk hetgeen van wezenlijk belang is voor de kwaliteit van het verpakte product. Doordat het in de stripinrichting volgens de uitvinding mogelijk is de kleinste afstand tussen de stripbalken in te stellen kan, mede afhankelijk van de striplengte, de dikte van het luchtkussen voor ieder product of iedere producthoeveelheid ingesteld worden voor optimale bescherming.

Tevens kan de inventieve stripinrichting gebruikt worden als zogenaamde zakaftikker. Door de stripbe- weging in de tijd gezien iets later te laten starten dan de opengaande beweging van de dwarsafdichtingsbekkens zullen de stripbalken de verpakking kortstondig vasthouden waardoor zij de verpakking van de hete bekkens zullen af nemen. Dit is met name voordelig bij het verpakken van lichte producten waarbij het gevaar van vastplakken van de verpakking aan de bekkens groot is.

Door bijvoorbeeld het aanbrengen van één of meerdere additionele stripbalkparen op de tandriemen kan de inventieve stripinrichting bovendien nog verdere functies hebben.

Bij het vullen van een te verpakken product komt het product met een bepaalde snelheid op de dwarsnaad terecht. Hierdoor kan het product of de dwarsnaad beschadigen. Door tijdens het doorvoeren van de slang de additionele stripbalken te sluiten kan vroegtijdig op de stripbalken gestort worden. Daar de balken echter reeds een bepaalde neerwaartse snelheid hebben is het relatieve snelheidsverschil tussen het product en de balken klein waardoor eventuele beschadiging van het te verpakken product minder is.

Bovendien kunnen additionele stripbalken gebruikt worden als opvangmiddel voor navallend gruis, zodat de laszone vrijgehouden wordt van het product, zodat een kwalitatief goede dwarsnaad ontstaat.

Claims (5)

1. Stripinrichting voor een verpakkingsmachine, welke verpakkingsmachine een vulbuis voor het afgeven van het te verpakken product, een inrichting voor het in een richting langs en voorbij de vulbuis transporteren van een slang van lasbaar folieverpakkingsmateriaal, een afdich-tingsinrichting voor het dwars op de richting sluiten van de slang en voor het deze daarbij dwars lassen onder toepassing van warmte, en een besturingsinrichting voor het synchroniseren van het transporteren van de slang en het sluiten van de slang bevat, welke stripinrichting voorzien is van stripgereedschappen die aan weerszijden van de slang plaatsbaar zijn, van aandrijfmiddelen door middel waarvan de stripgereedschappen in dezelfde richting verplaatsbaar zijn als de transportrichting van de slang en van een besturingsinrichting voor het synchroniseren van de verplaatsing van de stripgereedschappen met het transporteren van de slang, met het kenmerk, dat de stripinrichting gevormd wordt door twee paar aan weerszijden van een verlengde in de richting van de vulbuis plaatsbare eindloze lijnen, waarbij de eindloze lijnen van elk paar parallel aan elkaar verlopen, en dat de stripgereedschappen gevormd worden door tenminste één paar stripbalken, waarbij één stripbalk van elk paar bevestigd is tussen het ene paar eindloze lijnen en de andere stripbalk van elk paar bevestigd is tussen het andere paar eindloze lijnen.

2. Stripinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke eindloze lijn gevormd wordt door een tandriem en twee tandriemschijven.

3. Stripinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen gevormd worden door een aandrijfmotor met een aandrijfas welke door middel van een dubbelvertande riem een tandriemschijf van elke eindloze lijn aandrijft.

4. Stripinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de verplaatsingssnelheid van de stripbalken instelbaar is.

5. Stripinrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de kleinste afstand tussen de stripbalken van elk paar instelbaar is.