NL9401064A - Scheidingsinrichting voor het onderling scheiden van verpakte produkten in een verpakkingsinrichting. - Google Patents

Description

Titel: Scheidingsinrichting voor het onderling scheiden van verpakte produkten in een verpakkingsinrichting;

De uitvinding heeft betrekking op een scheidingsinrichting voor het onderling scheiden van verpakte produkten in een verpakkingsinrichting, waarbij in bedrijf om een reeks produkten, een continu toegevoerde strook verpakkingsmateriaal van kunststof tot een huls wordt gevouwen, waarbij in de produkt-transportrichting de omgevouwen zijden door middel van langs-verbindingsmiddelen met elkaar worden verbonden ter vorming van een langsverbinding, waarbij in de dwarsrichting tussen twee afzonderlijke produkten door middel van dwars-verbin-dingsmiddelen de boven- en onderzijde van de huls met elkaar worden verbonden ter vorming van een dwarsverbinding, waarna de aldus verpakte produkten van elkaar worden gescheiden over een scheidingslijn welke ter plaatse van de dwarsverbinding loopt.

Een dergelijke scheidingsinrichting is bekend uit het Nederlandse octrooi 186.954. Hierin wordt een verpakkingsinrichting beschreven, waarbij de verpakkingshuls tussen twee produkten over een bepaalde breedte wordt verwarmd, vervolgens door middel van druk in het verwarmde deel twee dwarsverbindingen worden aangebracht en tenslotte wordt door middel van twee samenwerkende messen de huls tussen de twee dwarsverbindingen doorgesneden ter vorming van afzonderlijk verpakte produkten .

Uit de praktijk is het bekend om de snij-inrichting te vervangen door een scheidingsinrichting in de vorm van een scheidingswiel dat aan de buitenomtrek plaatselijk is voorzien van een verhoging. Dit wiel wordt boven de verpakkingshuls aangebracht en zodanig afgesteld en uitgericht dat vlak na het verwarmen van de verpakkingshuls in de dwarsrichting, het verhoogde deel in aangrijping komt met een verpakt produkt. Doordat de omtreksnelheid van het wiel groter is dan de snelheid van de verpakkingshuls met produkten, trekt het wiel periodiek aan een verpakt produkt en wordt de verpakkingshuls tussen de twee aangebrachte dwarsverbindingen gedeeld. Bovendien is gebleken dat hierbij vooraf geen dwarsverbindingen hoeven te worden gevormd door het plaatselijk aanbrengen van druk. De verpakkingshuls wordt tussen twee produkten in de dwarsrich-ting verwarmd totdat de kunststof plaatselijk smelt. De verpakkingshuls kan nu op die plaats makkelijk worden gedeeld. Na het delen van de plaatselijk verwarmde verpak^ingshuls stolt de kunststof, waardoor de verpakking zich in de dwarsrichting vanzelf sluit en een geheel gesloten verpakking wordt verkregen .

Een nadeel van dit scheidingswiel is dat het verhoogde deel, teneinde de verpakkingshuls te kunnen aangrijpen, een verpakt produkt plaatselijk enigszins indrukt en dit produkt daardoor kan worden beschadigd. Met de toenemende snelheid van de verpakkingsinrichtingen ontstaat het gevaar dat de langs-verbinding nog niet geheel is afgekoeld wanneer het wiel tegen een verpakt produkt wordt aangedrukt. De langsverbinding ligt aan dezelfde kant van de produkten als het scheidingswiel en daardoor kan de verpakking op de langsverbinding aan het produkt worden vastgedrukt. Het onbeschadigd uit de verpakking halen van een dergelijk produkt is niet meer mogelijk. Daarnaast dient voor elke dikte van het te verpakken produkt het wiel op de juiste hoogte te worden ingesteld. Dit is met name ongewenst indien gestapelde produkten, waarvan de samenstelling per stapel anders kan zijn, dienen te worden verpakt.

De uitvinding beoogt een scheidingsinrichting te verschaffen die de bovengenoemde nadelen niet bezit.

De scheidingsinrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk dat de scheidingsinrichting een transporteur is, welke in transportrichting gezien achter de dwars-verbindingsmiddelen aan één zijde, bijvoorkeur de onderzijde van de continu toegevoerde verpakkingsstrook is aangebracht en is voorzien van meeneemmiddelen voor periodiek vastgrijpen en versnellen van een verpakt produkt, ten opzichte van een nalopend produkt een en ander zodanig dat de verpakkingshuls ter plaatse van de dwarsverbinding wordt gedeeld, zodat een afzonderlijk verpakt produkt wordt verkregen.

Doordat de verpakte produkten vanaf de onderzijde, in het produkttransportvlak periodiek worden vastgegrepen en versneld, is een aanpassen van de scheidingsinrichting aan de dikte van de te verpakken produkten overbodig geworden. Ook wordt op deze wijze de aan de bovenzijde gevormde langsverbin-ding niet tegen het produkt aangedrukt en kan de langsverbin-ding daardoor niet meer aan het produkt vast komen te zitten. Daarnaast worden de verpakte produkten door de meeneemmiddelen over vrijwel de gehele lengte van de transporteur vastgegrepen, hetgeen de kans op beschadigen sterk reduceert.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de transporteur voorzien van ten minste één transportband met openingen en een onder de transportbandopeningen opgestelde vacuüminrichting voor het periodiek vastzuigen op de transportband van een gedeelte van de verpakkingshuls. Door een aldus uitgevoerde scheidingsinrichting wordt de verpakkingshuls over een relatief groot gedeelte vastgegrepen. Hierdoor wordt alleen aan de verpakkingshuls getrokken en kunnen de verpakte produkten niet worden beschadigd.

Een uitvoeringsvorm van een scheidingsinrichting volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont:

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een scheidingsinrichting in een verpakkingsinrichting, in de vorm van een wiel, dat aan de buitenomtrek plaatselijk is voorzien van een verhoging; en fig. 2 een schematisch zijaanzicht van een scheidingsinrichting volgens de uitvinding in een verpakkingsinrichting.

In fig. 1 is een gedeelte van een verpakkingsinrichting weergegeven. In een hieraan voorafgaand, niet weergegeven, gedeelte van de verpakkingsinrichting is reeds een strook verpakkingsmateriaal van kunststof tot een huls 1 om een reeks produkten 2, 2', 2" gevouwen. De omgevouwen zijden van de verpakkingsstrook zijn door middel van langs-verbindingsmidde-len (niet weergegeven) aan elkaar bevestigd, waarbij een langsverbinding is gevormd. De aldus in de verpakkingshuls 1 verpakte produkten 2 worden door middel van een transportinrichting 3 voortbewogen. De transportband van deze transportinrichting 3 is plaatselijk via omkeerrollen 4,5,6 van het produkttransportvlak afgeleid. Hierdoor is ruimte ontstaan voor dwars-verbindingsmiddelen 7 in de vorm van een onder en boven de verpakkingshuls 1 aangebracht verhittingselement 7. Deze twee verhittingselementen 7 worden telkens tussen twee opeenvolgende produkten 2, 2' naar elkaar toe bewogen.

Hierdoor wordt de onder- en bovenzijde van de verpakkingshuls 1 plaatselijk in de dwarsrichting verwarmd en aan elkaar vastgemaakt. Na de dwars-verbindingsmiddelen 7 is de verpakkings-inrichting voorzien van een scheidingswiel 8, waarbij aan de buitenomtrek plaatselijk een verhoging 9 is aangebracht. De omtrekssnelheid van dit scheidingswiel 8 is hoger dan de snelheid van de verpakkingshuls 1 op de transportinrichting 3. Direct nadat de verhittingselementen 7 weer van elkaar af worden bewogen komt de verhoging 9 van het scheidingswiel 8 in aangrijping met een verpakt produkt 2' dat de verhittingselementen 7 juist is gepasseerd. Hierdoor wordt dit produkt 2' in de transportrichting versneld. Doordat de verpakkingshuls 1 tussen dit produkt 2' en het nalopende produkt 2 net is verwarmd en nog niet is gestold, wordt op deze plaats de verpakkingshuls 1 in de dwarsrichting gedeeld. Het in de dwarsrichting verwarmde materiaal stolt en daarmee wordt een afzonderlijk, geheel verpakt en gesloten produkt 2" verkregen.

Het scheidingswiel 8 dient vooraf te worden ingesteld op de dikte d van de te verpakken produkten 2, 2', 2". Voor een goede aangrijping van het scheidingswiel 8 is tegenover dit wiel aan de onderzijde van de verpakkingshuls 1 een contrawiel aangebracht, dat deel uitmaakt van een tweede transportinrichting 10. De afzonderlijk verpakte produkten 2" worden overgedragen aan en verder getransporteerd door een derde transportinrichting 11.

Een nadeel van dit scheidingswiel 8 is dat het verhoogde deel 9, teneinde de verpakkingshuls 1 te kunnen aangrijpen, een verpakt produkt 2' plaatselijk enigszins indrukt en dit produkt 2' daardoor kan worden beschadigd. Met de toenemende snelheid van de verpakkingsinrichtingen ontstaat het gevaar dat de langsverbinding nog niet geheel is afgekoeld wanneer het wiel 8 tegen een verpakt produkt 21 wordt aangedrukt. De langsverbinding ligt aan dezelfde kant van de produkten als het scheidingswiel 8 en daardoor kan de verpakking op de langsverbinding aan het produkt 2' worden vastgedrukt. Het onbeschadigd uit de verpakking halen van een dergelijk produkt is niet meer mogelijk. Daarnaast dient voor elke dikte d van het te verpakken produkt het wiel 8 op de juiste hoogte te worden ingesteld. Dit is met name ongewenst indien gestapelde produkten, waarvan de samenstelling per stapel anders kan zijn, dienen te worden verpakt.

In fig. 2 is een uitvoeringsvorm van een scheidingsin-richting 12 volgens de uitvinding weergegeven. Hierbij zijn voor overeenkomstige onderdelen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in fig. 1.

De scheidingsinrichting 12 wordt gevormd door een bij voorkeur onder de verpakkingshuls 1 aangebrachte transporteur 13, welke is voorzien van meeneemmiddelen 14. Deze meeneemmid-delen 14 grijpen de verpakkingshuls periodiek vast. Door de transporteur 13 tegelijkertijd periodiek te versnellen ten opzichte van de daarvoor opgestelde transportinrichting 3, wordt periodiek aan de verpakkingshuls getrokken. Hierdoor wordt de verpakkingshuls 1 op de nog niet gestolde dwarsverbinding gedeeld en wordt een afzonderlijk verpakt produkt 2" verkregen.

Doordat de verpakte produkten 2' vanaf de onderzijde in het produkttransportvlak periodiek worden vastgegrepen en versneld, is een aanpassen van de scheidingsinrichting 12, 13 aan de dikte d van de te verpakken produkten overbodig geworden. Ook wordt op deze wijze de aan de bovenzijde gevormde langsverbinding niet tegen het produkt 2' aangedrukt en kan de langsverbinding daardoor niet meer aan het produkt 2' vast komen te zitten. Daarnaast worden de verpakte produkten door de meeneemmiddelen 12 over vrijwel de gehele lengte van de transporteur vastgegrepen, hetgeen de kans op beschadigen sterk reduceert.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de transporteur 13 voorzien van ten minste één transportband met openingen en een onder de transportbandopeningen opgestelde vacuüminrich-ting 14 voor het periodiek vastzuigen op de transportband 13 van een gedeelte van de verpakkingshuls 1. Door een aldus uitgevoerde scheidingsinrichting 12 wordt de verpakkingshuls 1 over een relatief groot gedeelte vastgegrepen. Hierdoor wordt alleen aan de verpakkingshuls 1 getrokken en kunnen de verpakte produkten 2' niet worden beschadigd.

Claims (2)

1. Scheidingsinrichting voor het onderling scheiden van verpakte produkten in een verpakkingsinrichting, waarbij in bedrijf om een reeks produkten, een continu toegevoerde strook verpakkingsmateriaal van kunststof tot een huls wordt gevouwen, waarbij in de produkttransportrichting de omgevouwen zijden door middel van langs-verbindingsmiddelen met elkaar worden verbonden ter vorming van een langsverbinding, waarbij in de dwarsrichting tussen twee afzonderlijke produkten door middel van dwars-verbindingsmiddelen de boven- en onderzijde van de huls met elkaar worden verbonden ter vorming van een dwarsverbinding, waarna de aldus verpakte produkten van elkaar worden gescheiden over een scheidingslijn welke ter plaatse van de dwarsverbinding loopt, met het kenmerk, dat de scheidingsinrichting (12) een transporteur (13) is, welke in trans-portrichting gezien achter de dwars-verbindingsmiddelen (7) aan één zijde, bijvoorkeur de onderzijde van de continu toegevoerde verpakkingsstrook is aangebracht en is voorzien van meeneemmiddelen (14) voor periodiek vastgrijpen en versnellen van een verpakt produkt (2'), ten opzichte van een nalopend produkt (2), een en ander zodanig dat de verpakkingshuls (1) ter plaatse van de dwarsverbinding wordt gedeeld, zodat een afzonderlijk verpakt produkt (2") wordt verkregen.

2. Scheidingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transporteur is voorzien van ten minste één transportband (13) met openingen en een onder de transport-bandopeningen opgestelde vacuüminrichting (14) voor het periodiek vastzuigen op de transportband (13) van een gedeelte van de verpakkingshuls (1).