BE1025787B1

BE1025787B1 - Inrichting met verbeterde grijpelementen voor het verwerken van kunststof buisfolie tot een zak

Info

Publication number: BE1025787B1
Application number: BE2017/5939A
Authority: BE
Inventors: Stan Pattyn
Original assignee: Pattyn Packing Lines Nv
Priority date: 2017-12-15
Filing date: 2017-12-15
Publication date: 2019-07-15
Also published as: BE1025787A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een inrichting voor het verwerken van platgevouwen kunststof buisfolie (2) tot een zak (6), omvattende een afroleenheid geschikt voor het opnemen en afrollen van een rol kunststof buisfolie, een folietransportinrichting en een grijpinrichting (2) geschikt voor het vastgrijpen en openvouwen van door de folietransportinrichting aangeboden buisfolie (1), waarbij de grijpinrichting (2) een set zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen (3, 3’) omvat waartussen een buisfolie (1) transporteerbaar is en waarbij elk grijpelement (3, 3’) voorzien is van twee op een afstand van elkaar evenwijdig uitstrekkende klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) die verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar, waarmee de folie vastgegrepen en opengetrokken kan worden.

Description

Deze uitvinding betreft enerzijds een inrichting voor het verwerken van platgevouwen kunststof buisfolie tot een zak, omvattende een afroleenheid geschikt voor het opnemen en afrollen van een rol kunststof buisfolie, een folietransportinrichting en een grijpinrichting geschikt voor het vastgrijpen en openvouwen van door de folietransportinrichting aangeboden buisfolie. De gevormde zakken zijn bij voorkeur slechts aan één uiteinde open en zijn in het bijzonder geschikt om gevuld te worden met verse goederen of stukgoederen.

Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het openen van een platgevouwen kunststof buisfolie tot een zak.

De inrichting volgens de uitvinding wordt in het bijzonder toegepast in de verpakkingsindustrie en dit in combinatie met een zogenaamde automatische zakinzetter. Dergelijke zakinzetter wordt gebruikt om op een automatische, repeteerbare, snelle en stabiele wijze, zakken in dozen te plaatsen. Een zakinzetter bestaat uit een afroleenheid (afrolstation) die een kunststof folie afrolt en voedt in de machine, optioneel gevolgd door een module die de folie voorziet van een bodemlas en de zak op lengte snijdt. Hierna zal een andere module de zak openen, om vervolgens de geopende zak in een doos te plaatsen. De doos is open aan de bovenzijde zodat de zak erin kan geplaatst worden.

Voor het openen van buisfolie wordt in de gekende verpakkingsinrichtingen veelal gebruik gemaakt van zuignappen die zoals verduidelijkt op figuur 1, de buitenste folielaag vastzuigen en open trekken door de zuignappen (aangegeven met referentiecijfer “7”)van elkaar weg te laten bewegen. Het gebruik van zuignappen heeft echter het nadeel dat ze relatief snel beschadigd raken, waardoor hun zuigkracht zal verminderen doordat, naast de folie ook lucht uit de omgeving wordt aangezogen. Dit heeft vanzelfsprekend een negatieve impact op de bedrijfszekerheid

BE2017/5939 ervan, waardoor de voorkeur wordt gegeven aan grijpers die de aangevoerde folie mechanisch zullen vastklemmen.

Een dergelijke inrichting met mechanische grijpers wordt beschreven in de Nederlandse octrooipublicatie NL 8803106. De in NL 8803106 beschreven inrichting is voorzien van een spreider die zich binnen in de buisfolie bevindt en die voorzien is om de aangevoerde folie te spreiden. Voorts omvat de betreffende inrichting een grijper met organen die voorzien zijn van bekken waarmee de hoofdvlakken van een gespreide buisfolie kunnen worden vastgeklemd. Een dergelijke inrichting is echter complex van structuur en bovendien tijdrovend doordat de buisfolie eerst geopend moet worden en pas daarna vastgeklemd kan worden.

Deze uitvinding heeft daarom tot doel een inrichting voor het openen van platgevouwen buisfolie te verschaffen die toelaat een aangevoerde buisfolie snel te openen, waarbij de grijpelementen voorzien zijn om de buisfolie stevig vast te klemmen.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor het verwerken van platgevouwen kunststof buisfolie tot een zak, omvattende een afroleenheid geschikt voor het opnemen en afrollen van een rol kunststof buisfolie, een folietransportinrichting en een grijpinrichting geschikt voor het vastgrijpen en openvouwen van door de folietransportinrichting aangeboden buisfolie, waarbij de grijpinrichting een set zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen omvat waartussen een buisfolie transporteerbaar is, waarbij elk grijpelement voorzien is van twee op een afstand van elkaar evenwijdig uitstrekkende klemvingers die verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar, waarbij de grijpelementen heen en weer beweegbaar zijn tussen een startpositie en een grijppositie, en waarbij in de grijppositie de klemvinger van het ene grijpelement zich uitstrekt tussen de klemvingers van het andere grijpelement, zodat de folie geklemd kan worden tussen de verschillende klemvingers door het naar elkaar toe bewegen van de klemvingers

BE2017/5939 van een zelfde grijpelement. De klemvingers zijn geschikt om de buisfolie te grijpen en te klemmen.

Doordat de grijpelementen de folie gedurende het volledige proces van openen stevig vasthouden, is de kans op verlies (dat de folie niet meer vast geklemd zit tussen de klemvingers van de grijpelementen) bij een dergelijke inrichting heel wat minder dan bij de gekende systemen. Bovendien worden de zakken ook sneller geopend dan bij vacuüm grijpers omdat de folie beter vastgeklemd wordt.

De te verwerken buisfolie is bij voorkeur een continue folie en omvat een aantal zakdelen waaruit telkens een zak met een welbepaalde zaklengte vormbaar is. De folie is voorzien van rijen dwarsperforatielijnen die zich op regelmatige afstanden van elkaar uitstrekken en waarlangs een zakdeel van de rol afscheurbaar is. De folie is verder voorzien van dwarslassen die zich op regelmatige afstanden van elkaar uitstrekken. Hierbij strekt de dwarslas van het ene zakdeel zich uit in de nabijheid van de dwarsperforatielijn van het volgende zakdeel. Met dergelijke zakdelen kunnen zakken gevormd worden met één open uiteinde.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is de te verwerken buisfolie een doorlopende open buisfolie. In dat geval wordt de inrichting bijkomend voorzien van een las- en snijdinrichting die voorzien is om de aangevoerde buisfolie van een bodemlas te voorzien en de zakken op lengte te snijden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de klemvingers voorzien van een rubberlaag. Deze rubberlaag is in een eerste uitvoeringsvorm vast met de klemvingers verbonden (coating). In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de klemvingers voorzien van een losneembare huls uit rubber. Dit heeft het voordeel dat de rubberlaag makkelijk hernieuwd kan worden bij slijtage.

Door de rubberlaag blijft de folie kleven (vasthechten) aan de klemvingers doordat de wrijvingscoëffïciënt tussen het rubber van de klemvingers en folie groter is dan de wrijvingscoëffïciënt tussen de twee folielagen van de aangevoerde buisfolie. Doordat

BE2017/5939 de folie aan de klemvingers blijft kleven, zullen de buitenste folie lagen van de buisfolie uit elkaar getrokken worden wanneer de beide grijpelementen van elkaar weg bewegen in de richting van hun startpositie.

Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de genoemde inrichting twee sets zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen. Deze sets zijn zodanig opgesteld dat de grijpelementen de aangevoerde buisfolie in de hoeken van de te vormen zak zullen vastgrijpen.

Doordat in de grijppositie de klemvinger van het ene grijpelement zich uitstrekt tussen de klemvingers van het andere grijpelement, zal de folie zich in het bijzonder volgens een zigzag vorm uitstrekken tussen de verschillende klemvingers.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat elk grijpelement een houderplaat waarop de klemvingers verschuifbaar zijn opgesteld, zodat ze naar elkaar toe en van elkaar weg kunnen bewegen. Bij voorkeur staan de klemvingers van een zelfde grijpelement verticaal zodat een onderste en bovenste klemvinger gevormd wordt die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken. Elk grijpelement is verder voorzien op een beweegbare wagen zodat de grijpelementen van een zelfde set naar elkaar toe en van elkaar weg kunnen worden bewogen, bij voorkeur volgens een horizontale richting.

In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de genoemde inrichting detectiemiddelen geschikt voor het detecteren van een op de folie aangebracht detecteerbaar element.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een werkwijze voor het openen van een platgevouwen kunststof buisfolie tot een zak, omvattende de volgende stappen:

aanvoeren van een kunststof buisfolie tussen een set zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen waarbij elk grijpelement voorzien is van

BE2017/5939 twee op een afstand van elkaar evenwijdig uitstrekkende klemvingers die verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar;

het vanuit een startpositie bewegen van de grijpelementen naar een grijppositie, waarin de klemvinger van het ene grijpelement zich uitstrekt tussen de klemvingers van het andere grijpelement zodat de buisfolie zich zigzag tussen de verschillende klemvingers uitstrekt;

het naar elkaar toe bewegen van de klemvingers van een zelfde grijpelement totdat ze een klemvinger van het ander grijpelement raken;

- het terug bewegen van de grijpelementen naar de startpositie waarbij de tegen elkaar liggende oppervlakken van de folie door een verschillend grijpelement worden meegenomen om de zak te openen, waarbij gedurende het terug bewegen de klemvingers van een zelfde grijpelement verder naar elkaar toe bewegen om de meegenomen foliedelen te klemmen.

De werkwijze volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt om toegepast te worden op de inrichting volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekening waarbij:

- figuur 1: stapsgewijs de gekende manier van openen van een buisfolie toont m.b.v. zuignappen;

BE2017/5939

- figuur 2: een voorstelling is waarbij de platgevouwen buisfolie voorzien is in de inrichting volgens de uitvinding tussen de grijpelementen van de grijpinrichting;

- figuur 3: een voorstelling is van de in de inrichting tot zak open gevouwen buisfolie;

- figuur 4: toont in figuren 4.1 t/m 4.5 de verschillende stappen om de aangevoerde platgevouwen buisfolie open te vouwen tot een zakvormig verpakkingsmateriaal.

Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormen van een zak (6) door het openvouwen van een platgevouwen kunststof buisfolie (1), bij voorkeur vervaardigd uit Polyethyleen, die minstens een afroleenheid geschikt voor het opnemen en afrollen van een rol kunststof buisfolie, een folietransportinrichting en een grijpinrichting (2) geschikt voor het vastgrijpen en openvouwen van door de foliestransportinrichting aangeboden buisfolie (1) omvat. De inrichting kan verder nog voorzien worden van een deïonisatie module om statische elektrische ladingen op de folie te ontladen, module om een thermische bodemlas op een toegevoerde folie aan te brengen, folie snijmodule om de folie op lengte te snijden, ...

De te verwerken buisfolie (1) is bij voorkeur een continue folie waarbij de buitenste lagen (la en lb) op elkaar liggen en uit elkaar dienen getrokken worden om de zak te vormen. De folie (1) omvat een aantal zakdelen waaruit telkens een zak met een welbepaalde zaklengte vormbaar is. De folie kan hierbij voorzien zijn van rijen dwarsperforatielijnen die zich op regelmatige afstanden van elkaar uitstrekken en waarlangs een zakdeel van de rol afscheurbaar is. De folie is verder voorzien van dwarslassen die zich op regelmatige afstanden van elkaar uitstrekken. Hierbij strekt de dwarslas van het ene zakdeel zich uit in de nabijheid van de dwarsperforatielijn van het volgende zakdeel. Met dergelijke zakdelen kunnen zakken gevormd worden met één open uiteinde. De folie kan echter ook één doorlopende buisfolie zijn waarbij de inrichting dan verder uitgerust wordt met modules om een bodemlas aan te brengen en de zak op lengte te snijden. Vanzelfsprekend kunnen ook nog andere

BE2017/5939 folies die geschikt zijn om tot een zak omgevormd te worden, toegepast worden op de inrichting volgens de uitvinding.

Om de aangevoerde buisfolie uit elkaar te halen omvat de grijpinrichting (2) zoals o.a. blijkt uit figuur 2, een set zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen (3, 3’) waartussen een buisfolie (1) transporteerbaar is.

Elk grijpelement (3, 3’) is voorzien van twee op een afstand van elkaar evenwijdig uitstrekkende klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) die verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar. Hiertoe worden de klemvingers verschuifbaar op een houderplaat (5) opgesteld, zodat ze naar elkaar toe en van elkaar weg kunnen bewegen. De klemvingers van een zelfde grijpelement staan verticaal opgesteld zodat een onderste en bovenste klemvinger gevormd wordt die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken. Elk grijpelement is verder voorzien op een beweegbare wagen zodat de grijpelementen van een zelfde set naar elkaar toe en van elkaar weg kunnen worden bewogen, bij voorkeur volgens een horizontale richting.

Voor een goede hechting met de folie zijn de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) voorzien van een rubber laag. Dit kan een rubberen bekledingslaag zijn die bijv, via coating op de klemvingers is aangebracht of door een hulsvormig element uit rubber over de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) te schuiven. Deze laatste uitvoeringsvorm heeft het grote voordeel dat er makkelijk een nieuwe huls kan worden aangebracht wanneer de rubber is afgesleten.

De grijpelementen (3, 3’) zijn heen en weer beweegbaar tussen een startpositie en een grijppositie, waarbij in de grijppositie de klemvinger (4a) van het ene grijpelement (3) zich uitstrekt tussen de klemvingers (4’a, 4’b) van het andere grijpelement (3’), zodat de folie (1) geklemd kan worden tussen de verschillende klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) door het naar elkaar toe bewegen van de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) van een zelfde grijpelement (3,3’).

BE2017/5939

Om de lagen (la, lb) van de buisfolie uit elkaar te trekken om de zak te kunnen vormen worden achtereenvolgens de volgende stappen uitgevoerd:

aanvoeren van een kunststof buisfolie (1) tussen een set zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijp elementen (3,3’) waarbij elk grijpelement (3,3’) voorzien is van twee op een afstand van elkaar evenwijdig uitstrekkende klemvingers (4a, 4b; 4'a, 4'b) die verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar; de grijpelementen zijn zo gepositioneerd dat ze de aangevoerde folie (1) zullen vastgrijpen ter hoogte van zijn hoeken (zie figuur 2);

het vanuit een startpositie bewegen van de grijpelementen (3, 3’) naar een grijppositie (zie tig. 4.2), waarin de klemvinger 4a) van het ene grijpelement (3) zich uitstrekt tussen de klemvingers (4’a, 4’b) van het andere grijpelement (3’) zodat de buisfolie (1) zich zigzag tussen de verschillende klemvingers (4a, 4b; 4'a, 4'b) uitstrekt; op dit moment grijpen de klemvingers de folie nog niet vast;

het sluiten van de klemvingers (zie figuur 4.3) door het naar elkaar toe bewegen van de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) van een zelfde grijpelement (3,3’) totdat ze een klemvinger (4a, 4b; 4’a, 4’b) van het ander grijpelement raken;

- het terug bewegen van de grijpelementen (3,3’) naar de startpositie (zie figuur 4.4) waarbij de tegen elkaar liggende oppervlakken van de folie (1) door een verschillend grijpelement (3,3’) worden meegenomen om de zak te openen, hierbij blijven de buitenste folielagen (la,lb) kleven aan de klemvingers. Dit omdat de wrijvingscoëffïciënt tussen het rubber van de vingers en folie groter is dan de wrijvingscoëffïciënt tussen twee folielagen.

- eens de grijpelementen volledig uit elkaar zijn (zie figuur 4.5) sluiten de klemvingers zich verder. De zak kan nu volledig geopend worden.

De grijpelementen (3,3’) zullen de zak open trekken in een rechthoekvorm. Een stuk van de folie omtrek zit nog vast in de klemmen van de grijpelementen. Om dit op te lossen wordt de folie overgenomen door een extra module die de folie volledig

BE2017/5939 opspant. De rechthoek omvat nu de volledige folieomtrek. Hierna wordt de bovenkant van de zak over de doos getrokken over een welbepaalde afstand.

Met de inrichting volgens de uitvinding zullen er minder stilstanden zijn omdat de 5 kans op verliezen van de zak een heel stuk kleiner wordt.

Claims

CONCLUSIES

1. Inrichting voor het verwerken van platgevouwen kunststof buisfolie (2) tot een zak (6), omvattende een afroleenheid geschikt voor het opnemen en afhollen van een rol kunststof buisfolie, een folietransportinrichting en een grijpinrichting (2) geschikt voor het vastgrijpen en openvouwen van door de folietransportinrichting aangeboden buisfolie (1), met het kenmerk dat de grijpinrichting (2) een set zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen (3, 3’) omvat waartussen een buisfolie (1) transporteerbaar is, waarbij elk grijpelement (3, 3’) voorzien is van twee op een afstand van elkaar evenwijdig uitstrekkende klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) die verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar, waarbij de grijpelementen (3, 3’) heen en weer beweegbaar zijn tussen een startpositie en een grijppositie, waarbij in de grijppositie de klemvinger (4a) van het ene grijpelement (3) zich uitstrekt tussen de klemvingers (4’a, 4’b) van het andere grijpelement 3’), zodat de folie (1) geklemd kan worden tussen de verschillende klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) door het naar elkaar toe bewegen van de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) van een zelfde grijpelement (3,3’).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) voorzien zijn van een rubberlaag.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) voorzien zijn van een losneembare huls uit rubber.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde inrichting twee sets zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen (3,3’) omvat.

BE2017/5939
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat in de grijppositie de folie (1) zich volgens een zigzag vorm uitstrekt tussen de verschillende klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b).
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk grijpelement (3, 3’) een houderplaat (5) omvat waarop de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) verschuifbaar zijn opgesteld, zodat ze naar elkaar toe en van elkaar weg kunnen bewegen.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde inrichting detectiemiddelen omvat geschikt voor het detecteren van een op de folie (1) aangebracht detecteerbaar element.
8. Werkwijze voor het openen van een platgevouwen kunststof buisfolie (1) tot een zak (6), omvattende de volgende stappen:

aanvoeren van een kunststof buisfolie (1) tussen een set zich ten opzichte van elkaar beweegbare grijpelementen (3,3’) waarbij elk grijpelement (3,3’) voorzien is van twee op een afstand van elkaar evenwijdig uitstrekkende klemvingers (4a, 4b; 4'a, 4'b) die verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar;

het vanuit een startpositie bewegen van de grijpelementen (3, 3’) naar een grijppositie, waarin de klemvinger 4a) van het ene grijpelement (3) zich uitstrekt tussen de klemvingers (4’a, 4’b) van het andere grijpelement (3’) zodat de buisfolie (1) zich zigzag tussen de verschillende klemvingers (4a, 4b; 4'a, 4'b) uitstrekt;

het naar elkaar toe bewegen van de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) van een zelfde grijpelement (3,3’) totdat ze een klemvinger (4a, 4b; 4’a, 4’b) van het ander grijpelement raken;

- het terug bewegen van de grijpelementen (3,3’) naar de startpositie waarbij de tegen elkaar liggende oppervlakken van de folie (1) door een verschillend grijpelement (3,3’) worden meegenomen om de zak te openen, waarbij

BE2017/5939 gedurende het terug bewegen de klemvingers (4a, 4b; 4’a, 4’b) van een zelfde grijpelement verder naar elkaar toe bewegen om de meegenomen fo bedelen te klemmen.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de werkwijze toegepast 5 wordt op een inrichting volgens één van de conclusies 1 t/m 7.