NL9300811A - Schaal voor het opnemen van vlees, vis of dergelijke voedingsmiddelen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Schaal voor het opnemen van vlees, vis of dergelijke voedingsmiddelen.

De uitvinding heeft betrekking op een uit kunststof, in het bijzonder polystyreenschuim vervaardigde schaal voor het opnemen van vlees, vis of dergelijke voedingsmiddelen, waarbij de schaal is voorzien van een bodem en van op de omtrek van de bodem aansluitende en vanaf de bodem omhoog verlopende zijwanden, waarbij in de bodem zich door de bodem uitstrekkende openingen zijn aangebracht, die aan de onderzijde van de schaal zijn afgedekt met een aan de schaal bevestigde, voor vloeistof ondoorlaatbare folie, terwijl tenminste een aantal openingen uitmonden in in de onderzijde van de schaal aangebrachte uitsparingen.

Een dergelijke schaal is beschreven in de oudere octrooiaanvrage 9202081 van aanvraagster.

Zoals in deze aanvraag is beschreven is bij een dergelijke schaal door het aanbrengen van de uitsparingen een extra opneemcapaciteit voor door de openingen bewegende vloeistof geschapen, waarin zich verhoudingsgewijs veel vloeistof kan verzamelen, zodat wordt voorkomen, dat vloeistof op de bovenzijde van de bodem blijft staan of bij manipuleren met de schaal de neiging zal hebben om uit de openingen terug te stromen.

Met de uitvinding wordt beoogd een verdere verbetering op deze constructie aan te brengen.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de opening uitmondt in een eerste deel van de uitsparing, dat via een door tocht in verbinding staat met een tweede deel van de uitsparing, waarbij beide delen van de uitsparing van elkaar zijn gescheiden door tenminste een rug, welke zich vanaf een begrenzingsrand van de uitsparing over enige afstand in de uitsparing uitstrekt.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding wordt het terugstromen van vanuit het eerste deel van de uitsparing door de doortocht in het tweede deel van de uitsparing gestroomde vloeistof tegengegaan, waardoor het terugstromen van vloeistof door de opening naar de bovenzijde van de schaal bij normaal gebruik van de schaal praktisch uitgesloten zal zijn.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht op een uitvoeringsvoorbeeld van een schaal volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een onderaanzicht op de in figuur 1 weergegeven schaal.

Figuur 3 toont een doorsnede over figuur 2, gezien volgens de lijn III-III in figuur 2.

Figuur 4 toont een doorsnede over figuur 2, gezien volgens de lijn IV-IV in figuur 2.

Figuur 5 toont op grotere schaal een aanzicht op een in de bodem aangebrachte uitsparing met daarin gelegen ruggen.

Figuur 6 toont een met figuur 5 overeenkomend aanzicht met een andere vormgeving van de uitsparing en de daarin gelegen ruggen.

Figuur 7 toont een doorsnede over figuur 6, gezien volgens de lijn VII-VII in figuur 6.

Figuur 8 toont een aanzicht op een deel van de onderzijde van een verder uitvoeringsvoorbeeld van een schaal volgens de uitvinding.

Figuur 9 toont een met figuren 5 en 6 overeenkomend aanzicht van een uitsparing met daarin aangebrachte ruggen.

De in de figuren 1-4 weergegeven schaal omvat een bodem 11 en zich vanaf de bodem 11 schuin omhoog naar buiten uitstrekkende zijwanden 12. Op de bovenzijde van de bodem zijn enigszins boven de bodem uitstekende ribben 13 aangebracht.

Ter hoogte van het midden van de schaal zijn in de bodem van de schaal een groot aantal zich door de bodem uitstrekkende openingen 14 aangebracht, die, zoals in het bijzonder uit figuren 3 en 4 duidelijk zal zijn, zodanig zijn gevormd, dat de grootte van de doorsnede van een opening 14 van boven naar beneden geleidelijk toeneemt.

Zoals verder uit figuur 3 blijkt sluiten op de openingen 14, die het dichtst bij de lange zijranden van de in hoofdzaak rechthoekig gevormde schaal zijn gelegen,in de onderzijde van de bodem aangebrachte uitsparingen 15 aan, welke zich vanaf de desbetreffende openingen 14 in de richting van de het dichtst bij gelegen zijwanden 12 uitstrekken.

Nabij de zijkanten van de bodem zijn in de bodem verdere met de openingen 14 overeenkomende, zich door de bodem uitstrekkende openingen 16 aangebracht waarvan er een nabij ieder hoekpunt van de bodem 11 van de schaal is gelegen. Ieder van deze openingen 16 mondt uit in een in hoofdzaak vierkante in de bodem aangebrachte uitsparing 17. De uitsparingen 17 zijn van elkaar zijn gescheiden door zich loodrecht op de begrenzingsranden van de bodem uitstrekkende en deel van de bodem uitmakende begrenzings-ruggen 18.

Zoals verder uit figuur 2 duidelijk zal zijn is iedere uitsparing 17 door een tweetal zich in de uitsparing uitstrekkende ruggen 19 verdeeld in een tweetal delen, die met elkaar in verbinding staan via een nauwe doortocht 20 welke wordt begrensd door de vrije uiteinden van de ruggen 19. De ruggen 19, die zijn aangebracht in de nabij de hoekpunten van de bodem gelegen uitsparingen 17 strekken zich in het weergegeven uit-voeringsvoorbeeld, zoals uit figuur 2 duidelijk zal zijn, loodrecht op de begrenzingsranden van de bodem uit. De ruggen 19 in de overige uitsparingen 17 strekken zich vanaf hun aansluiteinden op de begrenzingsruggen 18 schuin naar elkaar toe in een van de het dichtst bij gelegen begrenzingsrand van de bodem afgekeerde richting uit. De binnenste begrenzingswanden van deze uitsparingen omvatten een tweetal een stompe hoek met elkaar insluitende delen 21 en 22.

De verschillende in de bodem aangebrachte openingen en uitsparingen zijn aan de onderzijde van de schaal afgesloten met behulp van een aan de onderzijde van de schaal gehechte voor vloeistof ondoorlaatbare en bij voorkeur ondoorzichtige folie 23.

Bij gebruik van de schaal zullen voedingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld vlees, op de bodem 11 van de schaal worden geplaatst. Eventueel uit deze voedingsmiddelen uittredend vocht zal door de openingen 14 en 16 kunnen stromen en in de uitsparingen 15 resp. 17 worden opgevangen.

Aangezien in vele gevallen, bijvoorbeeld in toonbanken of dergelijke, de schalen op een schuin vlak worden neergezet om de zich in de schalen bevindende voedselproducten zo goed mogelijk tentoon te kunnen stellen zal het grootste deel van het vocht de neiging hebben om door nabij een zijkant van de schaal aangebrachte openingen 16 in de uitsparingen 17 te stromen. Bij een bewegen van de schaal, bijvoorbeeld door de cliënt, die de voedselproducten van nabij wenst te bekijken, kan door de openingen 16 in nabij de begrenzingsranden van de bodem van de schaal gelegen delen van de uitsparingen 17 gestroomde vloeistof via de doortochten 20 in de tweede gedeelten van de uitsparingen 17 stromen. Daarbij bevordert de stomphoekige uitvoering van de tegenover de openingen 16 gelegen begrenzingswanden 21, 22 van de uitsparingen het vanaf de opening naar buiten achter de ruggen in het tweede deel van de uitsparing 17 stromen van de vloeistof. Het zal duidelijk zijn, dat daarbij de ruggen 19 een later terugstromen van de vloeistof uit de tweede delen van de uitsparingen 17 in de richting van de openingen 16 tegen zullen werken. Zodoende is een schaal verkregen met een grote opnamecapaciteit van vloeistof in de uitsparingen 17, die in verbinding staan met nabij de zijkanten van de bodem van de schaal aangebrachte openingen 16, terwijl door het in deze uitsparingen aanbrengen van de ruggen 19 een terug stromen van althans een deel van de in de uitsparingen 17 opgenomen vloeistof in de richting van de in de desbetreffende uitsparingen uitmondende openingen 16 wordt tegengewerkt.

Uiteraard zijn er binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding varianten en/of aanvullingen op de bovenbeschreven constructie denkbaar.

Zo toont figuur 6 een uitvoering, waarbij de naar elkaar toegekeerde uiteinden 19' van de in een uitsparing 17 aangebrachte ruggen over enige afstand evenwijdig aan elkaar verlopen.

Figuur 8 toont een uitvoering, waarbij de ruggen 19, die zijn aangebracht in een in een hoekpunt van de bodem van de schaal gelegen uitsparing 17 zich niet haaks op de begrenzingsranden van de rechthoekige bodem uitstrekken, maar schuin onder een hoek ten opzichte van deze begrenzingsranden naar elkaar toe verlopen.

Figuur 9 toont een uitvoeringsvorm, waarbij in een uitsparing 17 een viertal ruggen 24 zijn aangebracht, die zich ieder vanaf een be-grenzingsrand 25 van de uitsparing 17 loodrecht op de desbetreffende begrenzingsrand uitstrekken en vervolgens zijn afgebogen in de richting van een verdere, op deze begrenzingsrand 25 aansluitende begrenzingsrand.

Zoals ook uiteengezet is in bovengenoemde oudere octrooiaanvrage 9202081 wordt de schaal bij voorkeur vervaardigd in een matrijs uit EPS hardschuim, waardoor het oppervlak van de schaal een het vocht enigszins vasthoudende struktuur verkrijgt.

Claims (7)

1. Uit kunststof, in het bijzonder polystyreenschuim vervaardigde schaal voor het opnemen van vlees, vis of dergelijke voedingsmiddelen, waarbij de schaal is voorzien van een bodem en van op de omtrek van de bodem aansluitende en vanaf de bodem omhoog verlopende zijwanden, waarbij in de bodem zich door de bodem uitstrekkende openingen zijn aangebracht, die aan de onderzijde van de schaal zijn afgedekt met een aan de schaal bevestigde, voor vloeistof ondoorlaatbare folie, terwijl tenminste een aantal openingen uitmonden in in de onderzijde van de schaal aangebrachte uitsparingen, met het kenmerk, dat een opening uitmondt in een eerste deel van de uitsparing, dat via een doortocht in verbinding staat met een tweede deel van de uitsparing, waarbij beide delen van de uitsparing van elkaar zijn gescheiden door tenminste een rug, welke zich vanaf een begrenzings-rand van de uitsparing over enige afstand in de uitsparing uitstrekt.

2. Schaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in een uitsparing een tweetal ruggen zijn aangebracht, welke zich vanaf be-grenzingsranden van de uitsparing in een naar elkaar toegekeerde richting uitstrekken en met hun vrije uiteinden de doortocht begrenzen.

3. Schaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de ruggen zich vanaf twee tegenover elkaar gelegen begrenzingsranden van de uitsparing in een naar elkaar toegekeerde richting uitstrekken.

4. Schaal volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat openingen nabij de overgang tussen de bodem en de opstaande zijwanden zijn aangebracht en in verbinding staan met uitsparingen, die zich vanaf nabij gelegen begrenzingsranden van de bodem naar binnen toe uitstrekken, zodanig, dat de tweede delen van deze uitsparingen op grotere afstand van de begrenzingsranden van de bodem zijn gelegen dan de eerste delen van de uitsparingen.

5. Schaal volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doortocht is gelegen tegenover een stomphoekige begrenzingswand van het tweede deel van de uitsparing.

6. Schaal volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een in een hoekpunt van de bodem aangebrachte opening uitmondt in een uitsparing, die in twee delen is verdeeld door ruggen die zich dwars uitstrekken op in het hoekpunt van de bodem samenkomende begrenzingsranden van de desbetreffende uitsparing.

7. Schaal volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een opening uitmondt nabij het midden van een uitsparing en op de begrenzingsrand(en) van de uitsparing enige ruggen aansluiten, welke zich in de uitsparing uitstrekken op enige afstand van de opening en iedere rug met zijn vrije uiteinde en een deel van de begrenzingsrand(en) een doortocht begrenst.