NL8005632A - Nestbare en stapelbare krat. - Google Patents

Description

é H dB /WW/MLD/60.90.278 -1- ALLIBERT S.A., 129, Avenue Léon Blum, 38042 Grenoble Cedex/ Frankrijk.

Nestbare en stapelbare krat

De uitvinding heeft betrekking op nestbare en stapelbare kratten.

Het is bekend om met name uit thermoplastisch materiaal of een analoog materiaal kratten te vormen, bestaande uit een 5 bodem en vier zijwanden waarvan de doorsneden evenwijdig aan de bodem in hoofdzaak een rechthoek vormen, welk krat ten opzichte van de naastboven- of ondergeplaatste krat twee, een hoek van 90° verschillende standen kan innemen, waarbij de ene stand opstapeling in nestvorm toestaat, zodat de krat-10 ten voor opslag en terugzending in lege toestand in een klein volumen in elkaar nesten, terwijl in de andere stand de kratten bij opstapeling vrijwel,niet in elkaar nesten, i V __ doch wel tegen horizontale verschuiving ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld. Een dergelijke opstapeling zonder 15 noemenswaardige nesting van de kratten wordt in de techniek "gerbage" genoemd, terwijl kratten die nestend opgestapeld kunnen worden "nestbaar" ("gerbable") genoemd worden.

Dergelijke kratten worden gewoonlijk gebruikt voor het vervoer van verschillende goederen.

20 In het gebied van de pluimveeteelt hebben plastic kratten het voordeel, dat zij licht en stevig zijn en betrekkelijk gemakkelijk schoongemaakt kunnen worden, waardoor zij aan hoge eisen van hygiëne voldoen en steeds opnieuw gebruikt kunnen worden. Niettemin doen zich bij deze kratten toch 25 nog specifieke problemen voor, met name een juiste dimen-sionering teneinde de kratten goed te kunnen hanteren en het voor het vervoer van de dieren vereiste comfort te kunnen verzekeren.

8005632 -2-

De onderhavige uitvinding betreft een krat van een verbeterd type, waarbij de gewenste eigenschappen in versterkte mate aanwezig zijn.

De uitvinding betreft een krat gevormd uit thermoplastisch 5 of soortgelijk materiaal, bestaande uit een bodem en vier zijwanden waarvan de doorsneden evenwijdig aan de bodem in hoofdzaak een rechthoek vormen, welk krat ten opzichte van de naastboven- of ondergeplaatste krat twee, een hoek van 90° van elkaar verschillende standen kan innemen, waar-10 bij de ene stand opstapeling in gedeeltelijk in elkaar geschoven vorm toestaat, zodat de kratten voor opslag en verzending in lege toestand in een klein volumen in elkaar nesten, terwijl in de andere stand de kratten bij opstapeling vrijwel niet in elkaar schuiven, doch ;wel tegen hori-15 zontale verschuiving ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld, met het kenmerk, dat de krat evenwijdig aan twee zijwanden tenminste één scheidingswand bevat, waardoor de krat in tenminste twee compartimenten is verdeeld welke scheidingswand zich uitstrekt van de bodem tot een bovenrand die in dwars-20 doorsnede de vorm heeft van een omgekeerde V of een omgekeerde Y met een kort been, waardoor tussen de beide compartimenten een naar beneden geopende gleuf wordt gevormd, terwijl de krat voorzien is van tenminste één versterkingsschot dat de beide zijden van de bedoelde omgekeerde V of Y met de 25 bodem van de krat verbindt, welk schot in bovenwaartse richting loodrecht op de bodem van de krat taps toeloopt, alsmede van tenminste één inkeping of insnijding gevormd in het bovenste deel van de genoemde scheidingswand recht boven het genoemde versterkingsschot waarin het versterkingsschot van 30 de naast-onderliggende krat past bij nestende stapeling van de kratten.

Het blijkt dat de krat in even zo vele compartimenten verdeeld kan worden als wenselijk is voor een comfortabel vervoer van de dieren, terwijl de buitenafmetingen zodanig 35 gekozen kunnen worden dat een optimale hanteerbaarheid wordt 8005632 - 3 - *·' .k verkregen.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan de in het voorgaande beschreven scheidingswand/ tenminste in de beide zijden van de V onder het genoemde bovenste ver-5 sterkingsschot in de nabijheid van de punt van de V voorzien zijn van luchtgaten. Hierdoor wordt de ventilatie van de compartimenten verbeterd.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding ligt de bovenrichel van de genoémde scheidingswand praktisch in één vlak 10 met de randen, waardoor twee laterale richels van een bovengeplaatst krat daarop kunnen rusten als de kratten zonder nesting worden gestapeld. Iedere bovenliggende krat wordt op deze wijze niet a-lleen ondersteund door twee laterale richels, doch eveneens dwars op deze richels over de gehele 15 lengte van de bodem. '

Andere kenmerken jen voordelen vari de krat- volgens de uitvinding in het volgende duidelijk worden aan de -hand van de beschrijving waarbij gerefereerd wordt aan de bijgevoegde figuren.

20 In deze figuren stelt voor: fig. 1 een perspectivische afbeelding van een krat volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede door het vlak van de scheidingswand langs de lijn aangegeven met II-II in fig. 1? 25 fig. 3 een doorsnede langs het vlak III van fig. 1 loodrecht op de scheidingswand,; fig. 4 een schematische afbeelding in perspectief van twee kratten boven elkaar geplaatst voor stapeling zonder nesting; fig. 5 een schematische afbeelding van een buitenaanzicht 30 van de gestapelde kratten; fig. 6 een perspectivisch aanzicht, analoog aan fig. 4, 8005632 -4- waarbij de kratten geplaatst zijn in de stand voor nestende stapeling; fig. 7 een gedeeltelijk weggesneden perspectivisch aanzicht ter illustratie van de wijze waarop een versterkingsschot 5 van één krat samenwerkt met een gleuf gevormd in de scheidingswand van een ondergeplaatst krat in de stand waarin de kratten nestend zijn gestapeld.

Volgens de uitvoeringsvorm die in de tekeningen is weergegeven bestaat een krat 1 uit een bodem, bestaande uit twee 10 delen 2a en 2b en vier zijwanden 3,4,5 en 6 die vanaf de bodem van de krat naar boven uitsteken. De krat heeft in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem een rechthoekige dwarsdoorsnede .

Een scheidingswand 7 evenwijdig aan de beide wanden 3 en 4 15 verdeelt de krat in twee praktisch gelijke compartimenten 8 en 9.

v 1 »

De scheidingswand' 7 heeft een dwarsdoorsnede ih hoofdzaak in de vorm van een omgekeerde V, of exacter van een omgekeerde symmetrische Y met een kort been 10, dat de boven-20 richel van de scheidingswand vormt, alsmede twee zijden 11 en 12 die tot de bodem doorlopen en daaraan vastgehecht zijn met de naden 13 en 14 (zie fig. 3).

Op deze wijze wordt tussen' de beide compartimenten 8 en 9 van de krat een naar beneden geopende gleuf 15 gevormd, 25 waardoor de zijwanden 5 en 6 ieder over hun grootste hoogte verdeeld worden in twee delen resp. 5a, 5b, 6a, en 6b (zie fig. 1).

Om een voldoende stijfheid van de krat en een goede verbinding van de beide compartimenten 8 en 9 te verzekeren 30 zijn twee versterkingsschotten 16 aangebracht (zie in het bijzonder de figuren 2, 3 en 7), die de beide zijden 11 en 12 van de scheidingswand 7 op geringe afstand van de zijwanden 5 en 6 met de bodem van de krat verbinden.

80 05 63 2 r -¾ -5-

Bij voorkeur zijn de beide versterkingsschotten 16 symmetrisch geplaatst ten opzichte van het symmetrievlak 17 van de krat evenwijdig aan de zijwanden 5 en 6.

In het verlengde van, en recht boven de versterkingsschotten 5 16 zijn in de scheidingswand 7 inkepingen of insnijdingen 18 aangebracht, waarin bij nestende stapeling de versterkingsschotten 16 passen zoals in het volgende nader zal worden toegelicht.

De verschillende wanden van de krat zijn voorzien van ope-10 ningen, in de tekening aangegeven door 19 en 20, terwijl de scheidingswand 7 in het bijzonder voorzien is van openingen 21 aangebracht in de zijden 11 en 12 onder de bovenrichel 10.

Op de. zijvlakken 5 en -6 van de krat zijn randen 22 en 23 aangebracht. Zoals uit de figuren 1 en 3 duidelijk te zien is 15 heeft iedere rand (bij voorbeeld,rand 23) een zijde (24) evenwijdig aan de bodem die in één vlak ligt met de bovenzijde 26 van de bovenrichel 10 van de scheidingswand 7, alsmede een naar boven gerichte zijde (25), die enigszins naar buiten helt (fig. 2) waardoor, zoals uit fig. 5 blijkt 20 bij opstapeling de kratten stevig op elkaar geplaatst kunnen worden.

De beide andere zijvlakken 3 en 4 van de krat die evenwijdig aan de scheidingswand 7 liggen zijn in hun bovenste deel voorzien van een lagere rand 27 en 28 op praktisch dezelfde 25 hoogte als het vlak 24 van de randen 22 en 23.

Zoals uit fig. 1 duidelijk te zien is draagt de krat op zijn tegenover elkaar liggende zijden 26 en in ieder compartiment 8 en 9 tenminste uitsteeksel in de vorm van een vooruitspringende ribbe 29, 30, 31, en 32.

30 Men ziet op de tekening dat er eveneens, zoals op zichzelf bekend, versterkingsribben kunnen zijn aangebracht 8005632 -6- zoals de ribben 33 tot 38 op de zijden, en 39 op de bodem.

In het volgende zal het gebruik en de voordelen van een krat volgens de uitvinding nader worden beschreven.

Zoals in het voorgaande beschreven is verdeelt de scheidings-5 wand 7 de krat in twee goed geventileerde compartimenten.

De ventilatie wordt verzekerd door de openingen 19 en 20 gevormd in de zijwanden (op zichzelf bekend), doch eveneens door de opening 21 uitgespaard in de scheidingswand 7 en de laterale uitsparingen 27 en 28 waardoor de lucht tussen twee 10 aangrenzendekratten kan passeren, zoals in fig. 5 door de pijlen 40 en 41 aangegeven. Het zal duidelijk zijn dat de passage van de lucht op deze hoogte des te beter is wanneer de afstand Lj tussen de wanden 3 en 4 van een krat ter hoogte van deze uitsparingen groter is dan de afstand lj tussen 15 de wanden 5 en 6 van een bovengeplaatst krat, gemeten ter hoogte van de bodem van de krat. .TEveneens is "de afstand L2 tussen de beide wanden 5 en 6 van dé krat ter hoogte van de bovenranden kleiner dan de afstand Lj tussen de wanden 3 en 4 ter hoogte van de uitsparingen 27 en 28.

20 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de krat twee compartimenten, waarbij de afmetingen bij voorbeeld als volgt kunnen zijn: 1^ = 505 mm, 12 = 540 mm, L^ = 580 mm, 1*2 = 550 mm.

De aanwezigheid van de versterkingsschotten 16 verlenen de 25 krat als geheel een stijfheid die tenminste even goed is als wanneer er slechts een enkel compartiment zou zijn, waardoor het openen of sluiten van de krat om de as van de bovenrichel 10 van de scheidingswand 7 zou worden verhinderd.

Zoals uit de fig. 6 en 7 blijkt maken de insnijdingen 18, 30 die de sterkte van de scheidingswand 7 nauwelijks aantasten, en waarin de richels 16 passen een nestende stapeling mogelijk waarbij de kratten gedeeltelijk in elkaar schuiven.

8005632 -7- ^ f

De fig. 4 en 5 illustreren de niet-nestende stapeling van de kratten, die daarbij ten opzichte van elkaar 90° zijn gedraaid. Men ziet dat de bodem van een bovenliggende krat niet alleen wordt gedragen door de langs de zijvlakken 3 en • 5 4 geplaatste bodemribben 42 en. 43 op de randen 24 van een onderliggende krat, doch eveneens over de gehele breedte van de bodem op de bovenrand 26 van de richel 10 van de scheidingswand 7 van deze onderliggende krat. Iedere krat rust daardoor op de naast-onderliggende krat volgens een praktisch door-10 lopende lijn van ondersteuning in de vorm van een H gevormd door de beide randen 24 en de lijn van de richel 26. Hierdoor wordt de stabiliteit en de stijfheid van de uit de kratten opgebouwde stapels verbeterd.

Een van de eigenschappen van het thermoplastische materiaal, 15 in het bijzonder wanneer het oppervlak glad is, is dat daardoor een goede reiniging van de kratten mogelijk wordt, waardoor de kratten voor herhaaldelijk gebruik onder goede it sanitaire omstandigheden geschikt zijn. Een nadeel van een gladde bodem is evenwel dat de dieren bij het vervoer gaan 20 glijden, hetgeen schadelijk is. Om dit te vermijden brengt men bij voorkeur op de bodem van ieder compartiment (8 en9) een verwijderbare dubbele bodem aan (niet in de tekening aangegeven), bij voorkeur van carton gesneden op de afmetingen van de bodem 2a en 2b van ieder compartiment. Ieder 25 vel carton wordt onder een lichte druk ingébracht en klemt daardoor tussen de uitstekende delen 29, 30, 31 en 32, die enigszins naar de binnenzijde van de krat uitsteken. De dieren glijden niet langer over de cartonnen bodems, die gemakkelijk aan te brengen zijn. Bovendien wordt het rei-30 nigen van de krat na het gebruik vereenvoudigd door het verwijderen van deze cartonnen bodems, die slechts eenmaal gebruikt worden.

Het zal duidelijk zijn dat talrijke varianten in het bijzonder waar het betreft de vormen en de afmetingen van de kratten 35 mogelijk zijn en dat ook het aantal scheidingswanden kan worden vergroot. De uitvinding omvat daaróm alle technische 8005632 -8" equivalenten van de beschreven middelen, alsmede de verschillende combinaties daarvan, voor zover zij uitgevoerd zijn volgens het wezen van de uitvinding en binnen het kader van de hiervolgende conclusies.

I \ 8005632

Claims (8)

1. Krat gevormd uit thermoplastisch of een soortgelijk materiaal, bestaande uit een bodem en vier zijwanden waarvan de doorsneden evenwijdig aan de bodem in hoofdzaak 5 een rechthoek vormen, welke krat ten opzichte van de naastboven- of ondergeplaatste krat twee, een hoek van 90° van elkaar verschillende standen kan innemen, waarbij de ene stand opstapeling in gedeeltelijk in elkaar geschoven vorm t'oestaat, zodat de kratten voor opslag en ver-10 zending in lege toestand in een klein volumen in elkaar nesten, terwijl in de andere stand de kratten bij opstapeling vrijwel niet in elkaar schuiven, doch wel tegen horizontale verschuiving ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld, met het kenmerk, dat de krat evenwijdig aan 15 twee zijwanden tenminste één scheidingswand 7 bevat waardoor de krat in tenminste twee compartimenten is verdeeld, welke scheidingswand zich uitstrekt van de bodem tot een bovenrand die in dwarsdoorsnede de vorm heeft van een omgekeerde V of een omgekeerde Y met een kort been, 20 waardoor tussen de beide compartimenten een naar beneden geopende gleuf wordt gevormd, terwijl de krat voorzien is van tenminste één versterkingsschot 16 dat de beide zijden 11 en 12 van de bedoelde omgekeerde V of Y met de bodem van de krat verbindt, welk schot in bovenwaartse 25 richting loodrecht op de bodem 2 van de krat taps toeloopt, alsmede van tenminste één inkeping of insnijding 18 in het bovenste deel van de genoemde wand 7, welke inkeping of insnijding in het verlengde van, en rechtboven het \ersterkingsschot 16 ligt, zodat bij nestende opsta-30 peling het versterkingsschot van de naast-ondergeplaatste krat daarin past.

2. Krat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide versterkingsschotten 16 zijn aangebracht nabij twee tegenover elkaar liggende wanden van de krat, en symmetrisch 35 ten opzichte van het evenwijdig aan deze wanden liggende 8005632 mediaanvlak 17. -10-

3. Krat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de versterkingsschotten 16 zich praktisch over de halve hoogte van de krat, gemeten vanaf de bodem, uitstrekken, 5 terwijl de inkepingen of insnijdingen 18 zich praktisch over de halve hoogte van de krat, gemeten vanaf de bovenzijde uitstrekken.

4. Krat volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scheidingswand 7 althans in de beide <0 zijden 11 en 12 van de V in de nabijheid van de punt van de V en onder de bovenrichel voorzien zijn van luchtgaten 21.

5. Krat volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de bovenrichel van de scheidingswand 7 15 praktisch in één vlak ligt met de randen 22 en 23, waardoor zij twee -zijrichels van een bovenliggende krat bij niet-nestbare stapeling kunnen dragen.

6. Krat volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de loeide evenwijdig aan de scheidingswand 20. liggende zijwanden 3 en 4 aan hun bovenzijde voorzien zijn van een uitsparing 27, 28, waardoor deze wanden over het grootste deel van hun lengte iets minder hoog zijn dan aan de hoeken van de krat.

7. Krat volgens één of meer der voorgaande conclusies met 25 het kenmerk, dat hij op zijn tegenover elkaar liggende wanden, loodrecht op de scheidingswand in ieder compartiment voorzien is van tenminste één uitsteeksel in de vorm van een vooruitspringende zuil 29, 32.

8. Krat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat hij voor- 30 zien is van een losse dubbele bodem, bij voorkeur van carton, waarvan de afmetingen overeenkomen met de afmetingen van ieder compartiment. 8005632