NL193797C - Rechthoekig deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken. - Google Patents

Description

1 193797

Rechthoekig deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken

De uitvinding heeft betrekking op een rechthoekig deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken, die in het bijzonder voor agrarische producten bestemd zijn, voorzien van nabij de hoeken van het deksel 5 aangebrachte, evenwijdig aan de buitenomtrek van het deksel lopende L-vormige opsluitrichels, die zich loodrecht op het oppervlak van het deksel uitstrekken en waarvan het binnenoppervlak enige afstand heeft ten opzichte van de buitenomtrek van het deksel.

Een dergelijk deksel is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6812567. Deze bekende deksel is dicht en is bedoeld voor een viscontainer bestaande uit een binnenste uit kunststofschuim bestaande bak 10 en een daarop aansluitende buitenste doos uit dunwandige kunststof.

Door toedoen van genoemde L-vormige opsluitrichels wordt bereikt dat het onderling verschuiven van op elkaar gestapelde kratten of bakken wordt verhinderd.

Voor bepaalde producten, in het bijzonder bloemen, is het van belang dat koude lucht in op elkaar gestapelde kratten of bakken kan toetreden en dat waterdamp de bak of kratten kan verjaten.

15 Bij toepassing van de deksel volgens genoemde Nederlandse aanvrage 6812567 is een dergelijke ventilatie niet mogelijk.

Met de uitvinding wordt beoogd een in de aanhef aangeduid deksel te verschaffen dat, ook wanneer op dat deksel een volgend krat Is gestapeld, ventilatie toelaat en niettemin toch voldoende sterk is om relatief grote belastingen op te nemen.

20 Volgens de uitvinding is het rechthoekige deksel hiertoe gekenmerkt doordat de benen van de L-vormige opsluitrichels met elkaar zijn verbonden door schuin ten opzichte van de omtreksrand van het deksel verlopende versterkingsribben die zich loodrecht op het ondervlak van het deksel uitstrekken, met de zijwand van het dek zijn verbonden en ten minste gedeeltelijk onder de onderkant van het bodemvlak van het deksel uitsteken, en dat tussen elk paar in lijn liggende delen van de L-vormige opsluitrichels een rij 25 langs de omtrek van het deksel verdeelde openingen zijn aangebracht die - gezien in buitenwaartse richting loodrecht op de dekselomtrek - tot voorbij het binnenoppervlak van genoemde in lijn liggende delen van de richels reiken.

Het Europees octrooi 0.311.174 beschrijft een bloemverpakking voorzien van een nestbaar krat, een op een bovenrand van het krat geplaatste kartonnen koker en een deksel dat de koker aan de bovenzijde 30 afsluit. Het deksel volgens de uitvinding is bij uitstek geschikt voor deze bloemverpakking, in het bijzonder indien het deksel een loodrecht op het ondervlak ervan staand buitenomtreksrand heeft en op enige afstand binnen die buitenomtreksrand evenwijdig aan de rand lopende tegenhoudrichels zijn aangebracht. De bovenrand van de kartonnen koker kan dan tussen de buitenomtreksrand en de tegenhoudrichels zijn opgesloten.

35 In het deksel kunnen zichtopeningen zijn aangebracht. De grootte van deze openingen is zo gekozen dat vingers er niet of nauwelijks door kunnen.

Opgemerkt wordt dat de Franse octrooiaanvrage 1.589.543 een hok voor vervoer van kleine dieren, zoals kippen en konijnen beschrijft. Dit hok bestaat uit een bak met grote openingen en een deur in de zijwand, en een van openingen voorzien deksel. De hokken zijn stapelbaar maar de bakken niet nestbaar.

40 Op de rand van het hok zijn bij de hoeken L-vormige strippen aangebracht om een erop geplaatst hok op zijn plaats te houden. Niet uit deze publicatie is bekend dat deze richels enige afstand hebben ten opzichte van de buitenomtrek van het deksel, en dat langs de omtrek van het deksel openingen zijn aangebracht die gezien in buitenwaartse richting loodrecht op de dekselomtrek - tot voorbij het binnenoppervlak van in lijn liggende delen van de richels reiken.

45 Bij voorkeur bestaan de L-vormige opsluitrichels uit holle U-profielen.

De schuine versterkingsribben kunnen dan direct aansluiten op en verbonden zijn met de buitenflens van de holle L-vormige opsluitrichels.

Een loodrecht op het dekselvlak verlopende buitenomtreksrand kan via een onder het dekselvlak liggende horizontale flens met de buitenflens van de holle L-opsluitrichels zijn verbonden, waarbij 50 versterkingsribben op de genoemde horizontale flens zijn aangebracht en zich tot aan de buitenflens van de holle L-vormige opsluitrichels uitstrekken, welke buitenflens een grotere hoogte heeft dan de binnenflens van genoemde opsluitrichels.

Indien het deksel op een kartonnen koker wordt geplaatst, is het van belang dat de bovenrand van de kartonnen koker wordt opgesloten. Hiertoe zijn aan het ondervlak van de genoemde op de buitenomtreks-55 rand aansluitende horizontale flens op enige afstand van genoemde buitenomtreksrand tegenhoudrichels aangebracht evenwijdig aan de genoemde buitenomtreksrand.

Claims (5)

193797 2 De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht. Figuur 1 toont een doorsnede door een bloemverpakking met deksel volgens de uitvinding. Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van de onderzijde van het deksel. Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van de bovenzijde van het deksel. 5 De bloemverpakking volgens figuur 1 omvat een nestbaar kunststof krat 1, een op een uitstekende bovenrichel van de krat geplaatste kartonnen koker 2, en een kunststofdeksel 3 dat de koker 2 aan de bovenzijde afsluit. Een tweede verpakking is met puntstreeplijnen getekend en op de eerste gestapeld. Het rechthoekige deksel is in detail in de figuren 2 en 3 getoond. 10 Nabij de hoeken van het deksel zijn L-vormige opsluitrichels 4 aangebracht, die loodrecht op het bovenoppervlak van het deksel staan en waarvan het binnenoppervlak ten opzichte van de buitenomtrek van het deksel enige afstand heeft. Een op het deksel gestapeld krat past met zijn onderoppervlak in de door de L-vormige richels 4 bepaalde ruimte. Een stapel kratten zal hierdoor stabiel zijn. Uiteraard kan elke richel 4 ook bestaan uit een aantal organen, zoals blokjes of cilinders. 15 Ter plaatse van de gebieden waar zich de L-vormige opsluitrichels 4 bevinden, zijn aan de onderzijde van het deksel versterkingsribben 5 aangebracht die zich loodrecht op het dekselondervlak uitstrekken. De L-vormige afsluitrichels 4 zijn aan de bovenzijde van hun deksel verstekt door ribben 6. Tussen de afsluitrichels 4 zijn in het deksel openingen 7 aangebracht die zich buiten het binnenoppervlak 4a van de richels 4 bevinden. In geval nestbare kratten op elkaar zijn gestapeld worden de openingen 7 van 20 een deksel niet door het ondervlak van een erop gestapeld krat afgesloten, zodat koude lucht kan toetreden en damp kan uittreden. Om ervoor te zorgen dat de bovenrand van de kartonnen koker 2 niet naar binnen en naar buiten kan wegschuiven, heeft het deksel een loodrecht op het ondervlak ervan staande buitenomtreksrand 8 en een aantal op enige afstand binnen de buitenomtreksrand 8 aangebrachte evenwijdig aan die rand lopende 25 tegenhoudrichels 9. Zoals in figuur 1 is te zien is de bovenrand van de kartonnen koker 2 opgesloten tussen de rand 8 en de richels 9. Een groot aantal zichtopeningen 10 is in het deksel aangebracht. Deze maken het mogelijk dat het in een krat aanwezige product kan worden bekeken, zonder dat het deksel wordt gelicht. Bovendien zal het deksel door de aanwezigheid van de openingen 10 relatief licht zijn. Aan de onderzijde van het deksel zijn 30 naast de reeds genoemde versterkingsribben 5 nog andere versterkingsribben 11 aangebracht. Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende varianten mogelijk. De uitvinding maakt een stabiele stapeling van nestbare kratten mogelijk, waarbij tevens het probleem van ongunstige belasting van een deksel door een erop gestapeld aantal nestbare kratten is opgelost. 35

1. Rechthoekige deksel voor rechthoekige nestbare kratten of bakken, die in het bijzonder voor agrarische producten bestemd zijn, voorzien van nabij de hoeken van het deksel aangebrachte, evenwijdig aan de 40 buitenomtrek van het deksel lopende L-vormige opsluitrichels, die zich loodrecht op het oppervlak van het deksel uitstrekken en waarvan het binnenoppervlak enige afstand heeft ten opzichte van de buitenomtrek van het deksel, met het kenmerk, dat de benen van de L-vormige opsluitrichels (4) met elkaar zijn verbonden door schuin ten opzichte van de omtreksrand van het deksel verlopende versterkingsribben (5) die zich loodrecht op het ondervlak van het deksel uitstrekken, met de zijwand van het dek zijn verbonden 45 en ten minste gedeeltelijk onder de onderkant van het bodemvlak van het deksel uitsteken, en dat tussen elk paar in lijn liggende delen van de L-vormige opsluitrichels (4) een rij langs de omtrek van het deksel verdeelde openingen (7) zijn aangebracht die - gezien in buitenwaartse richting loodrecht op de deksel-omtrek - tot voorbij het binnenoppervlak van genoemde in lijn liggende delen van de richels (4) reiken.

2. Deksel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de L-vormige opsluitrichels (4) uit holle U-profielen 50 bestaan.

3. Deksel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de schuine versterkingsribben (5) direct aansluiten op en verbonden zijn met de buitenflens van de holle L-vormige opsluitrichels (4).

4. Deksel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een loodrecht op het dekselvlak verlopende buitenomtreksrand (8) via een onder het dekselvlak liggende horizontale flens met de buitenflens van de holle

55 L-vormige opsluitrichels (4) is verbonden, en dat de versterkingsribben (6) op genoemde horizontale flens zijn aangebracht en zich tot aan de buitenflens van de holle L-vormige opsluitrichels (4) uitstrekken welke buitenflens een grotere hoogte heeft dan de binnenflens van genoemde opsluitrichels (4). 3 193797

5. Deksel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat aan het ondervlak van de genoemde op de buitenom-treksrand (8) aansluitende horizontale flens, op enige afstand van genoemde buitenomtreksrand (8), tegenhoudrichels (9) zijn aangebracht evenwijdig aan genoemde buitenomtreksrand (8). Hierbij 2 bladen tekening