NL9201805A - Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten. Download PDF

Info

Publication number
NL9201805A
NL9201805A NL9201805A NL9201805A NL9201805A NL 9201805 A NL9201805 A NL 9201805A NL 9201805 A NL9201805 A NL 9201805A NL 9201805 A NL9201805 A NL 9201805A NL 9201805 A NL9201805 A NL 9201805A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
proteins
water
insoluble
suspension
combinations
Prior art date
Application number
NL9201805A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Latenstein Zetmeel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19861390&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9201805(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Latenstein Zetmeel filed Critical Latenstein Zetmeel
Priority to NL9201805A priority Critical patent/NL9201805A/nl
Priority to EP93202851A priority patent/EP0593123B1/en
Priority to DE69316143T priority patent/DE69316143T2/de
Priority to DK93202851T priority patent/DK0593123T3/da
Priority to AT93202851T priority patent/ATE161693T1/de
Priority to ES93202851T priority patent/ES2112382T3/es
Publication of NL9201805A publication Critical patent/NL9201805A/nl
Priority to GR980400646T priority patent/GR3026462T3/el

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D65/00Wrappers or flexible covers; Packaging materials of special type or form
    • B65D65/38Packaging materials of special type or form
    • B65D65/46Applications of disintegrable, dissolvable or edible materials
    • B65D65/466Bio- or photodegradable packaging materials
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23BPRESERVING, e.g. BY CANNING, MEAT, FISH, EGGS, FRUIT, VEGETABLES, EDIBLE SEEDS; CHEMICAL RIPENING OF FRUIT OR VEGETABLES; THE PRESERVED, RIPENED, OR CANNED PRODUCTS
    • A23B7/00Preservation or chemical ripening of fruit or vegetables
    • A23B7/16Coating with a protective layer; Compositions or apparatus therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23CDAIRY PRODUCTS, e.g. MILK, BUTTER OR CHEESE; MILK OR CHEESE SUBSTITUTES; MAKING THEREOF
    • A23C19/00Cheese; Cheese preparations; Making thereof
    • A23C19/14Treating cheese after having reached its definite form, e.g. ripening, smoking
    • A23C19/16Covering the cheese surface, e.g. with paraffin wax
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23JPROTEIN COMPOSITIONS FOR FOODSTUFFS; WORKING-UP PROTEINS FOR FOODSTUFFS; PHOSPHATIDE COMPOSITIONS FOR FOODSTUFFS
    • A23J3/00Working-up of proteins for foodstuffs
    • A23J3/14Vegetable proteins
    • A23J3/18Vegetable proteins from wheat
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23PSHAPING OR WORKING OF FOODSTUFFS, NOT FULLY COVERED BY A SINGLE OTHER SUBCLASS
    • A23P20/00Coating of foodstuffs; Coatings therefor; Making laminated, multi-layered, stuffed or hollow foodstuffs
    • A23P20/20Making of laminated, multi-layered, stuffed or hollow foodstuffs, e.g. by wrapping in preformed edible dough sheets or in edible food containers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D65/00Wrappers or flexible covers; Packaging materials of special type or form
    • B65D65/38Packaging materials of special type or form
    • B65D65/46Applications of disintegrable, dissolvable or edible materials
    • B65D65/463Edible packaging materials

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Preparation And Processing Of Foods (AREA)
  • Peptides Or Proteins (AREA)
  • Jellies, Jams, And Syrups (AREA)
  • Manufacture Of Macromolecular Shaped Articles (AREA)
  • Paints Or Removers (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)
  • Preparation Of Fruits And Vegetables (AREA)
  • Application Of Or Painting With Fluid Materials (AREA)

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN FOLIE OF BEKLEDINGSLAAG
OP BASIS VAN IN WATER ONOPLOSBARE EIWITTEN
De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag, en de op deze wijze verkregen folies of bekledingslagen. De uitvinding betreft verder een instant mengsel en een suspensie voor het vervaardigen van dergelijke folies en bekledingslagen.
Bekledingslagen van natuurlijke materialen, zoals eiwitten, zijn bijvoorbeeld bijzonder geschikt als eetbare bescherming van voedingsmiddelen, zoals groenten, fruit en dergelijke, tegen onder andere vochtverlies of beschadiging. Voor biologisch afbreekbare folies zijn daarnaast bijvoorbeeld ook toepassingen te vinden in de verpakkingsindustrie.
In de literatuur zijn reeds eerder bekledingslagen of folies op basis van in water onoplosbare eiwitten, zoals bijvoorbeeld tarwegluten, beschreven. Dergelijke bekende bekledingslagen of folies worden gevormd uit een suspensie van tarwegluten in een mengsel van een organisch oplosmiddel, zoals ethanol, en water bij een zure of basische pH. Genoemde maatregelen zouden noodzakelijk zijn voor het verschaffen van goede laagvormende eigenschappen aan de suspensie.
Het gebruik van organische oplosmiddelen en een zure of basische pH op of nabij voedingsmiddelen is echter veelal ongewenst. Daarnaast zijn organische oplosmiddelen duur, gezondheidsschadelijk en milieubelastend. Ook brengen organische oplosmiddelen veiligheidsrisico’s met zich mee.
Verrassenderwijze is nu gevonden dat het mogelijk is een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten te vervaardigen door het mengen van de eiwitten met water.
De uitvinding verschaft derhalve een werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten, omvattende de stappen : a) het suspenderen van tenminste één in water onoplosbaar eiwit in water; b) het uitspreiden van de verkregen suspensie op een ondergrond; en c) het verwijderen van het water uit de suspensie ter verkrijging van een aaneengesloten laag.
De toegepaste eiwitten kunnen zowel van plantaardige als van dierlijke oorsprong zijn, of combinaties daarvan.
Bij voorkeur worden als plantaardige, van zichzelf in water onoplosbare of onoplosbaar gemaakte eiwitten gebruikt eiwitten uit granen, zoals bijvoorbeeld tarwe, in het bijzonder tarwegluten, mais, gerst, rogge, gierst etc, eiwitten uit knolgewassen, zoals bijvoorbeeld aardappelen, eiwitten uit peulvruchten, zoals soja, erwten, bonen, veld-bonen etc., of combinaties daarvan.
Als dierlijke eiwitten komen in aanmerking van zichzelf in water onoplosbare of onoplosbaar gemaakte eiwitten, zoals collageen, gelatine, melkeiwitten, ei-eiwitten en bloedeiwitten, of combinaties daarvan.
De meeste van de genoemde eiwitten zijn eetbaar en derhalve zeer geschikt voor gebruik op, in of om voedingsmiddelen.
Aan de volgens de uitvinding bereide suspensie worden een aantal eisen gesteld'. Uit praktische overwegingen dient de suspensie stabiel te zijn. Dit houdt in dat de eiwitten niet mogen uitzakken en/of resuspendeerbaar moeten blijven. De stabiliteit van de suspensie kan verbeterd worden door toevoeging van additieven, zoals verdikkingsmiddelen, zuren, eiwitten of combinaties daarvan.
De wijzen van opbrengen van de suspensie op een ondergrond en van het maken van een folie stellen ook bepaalde eisen aan het reologisch gedrag van de suspensie. Het reologisch gedrag kan evenals de stabiliteit worden aangepast aan de vereisten door toevoeging van verdikkingsmiddelen, zuren, eiwitten, of combinaties daarvan.
De eigenschappen van de verkregen bekledingslagen en folies, zoals mechanische eigenschappen (rek, sterkte, etc.) en gas-, vet- en/of waterdoorlaatbaarheid, geur, kleur en smaak, kunnen eveneens gestuurd worden door de toevoeging van de juiste additieven, zoals verdikkingsmiddelen, weekmakers, eiwitten, hydrofobe stoffen, geur-, kleur- en smaakstoffen. De hydrofobe stoffen zijn bijvoorbeeld zeer geschikt voor het beperken van de vochtdoorlaatbaarheid van een folie of bekledingslaag. Ook de fysische omstandigheden bij het maken van de suspensie en het maken van de folie of bekledingslaag hebben invloed op de eigenschappen van de folies en bekledingslagen. Voorbeelden van fysische omstandigheden zijn temperatuur en duur van een eventuele verwarming.
De additieven kunnen zowel voor als na de toevoeging van het eiwit aan het water worden toegevoegd. Het is eveneens mogelijk de additieven te mengen met het eiwit voor suspensie daarvan in water.
Eiwitten zijn geschikt voor het stabiliseren van de suspensie en voor het aanpassen van het reologisch gedrag daarvan. De eiwitten kunnen bijvoorbeeld worden gekozen uit de groep, die bestaat uit wateroplosbare eiwitten, zoals gemodificeerde tarwegluten, caseïne, gelatine of combinaties daarvan.
De toevoeging van zuren kan de stabiliteit en het reologisch gedrag van de suspensie eveneens verbeteren. Dergelijke zuren kunnen worden'gekozen uit de groep, die bestaat uit anorganische zuren, zoals zoutzuur, fosforzuur, of organische zuren, zoals melkzuur, citroenzuur, of combinaties daarvan.
Verdikkingsmiddelen zijn eveneens geschikt voor het beïnvloeden van de stabiliteit en het reologisch gedrag van de suspensies. Bij voorkeur wordt het verdikkingsmiddel gekozen uit de groep, die bestaat uit gemodificeerd cellulose, zoals carboxymethylcellulose (verder te noemen CMC), of uit andere al dan niet gemodificeerde polysacchariden, zoals johannesbroodpitmeel, guargom, arabische gom, xanthaangom, alginaat, zetmeel, of combinaties daarvan.
Verdikkingsmiddelen hebben verder nog andere voordelen. Gevonden is dat een suspensie van bijvoorbeeld alleen water en gluten niet door middel van wrijven of borstelen op een substraat aangebracht kan worden, omdat dan klonters ontstaan. Wanneer een verdikkingsmiddel aan de suspensie wordt toegevoegd is het aanbrengen van de suspensie door middel van wrijven of borstelen wel mogelijk. Bij voorkeur is het verdikkingsmiddel guargom en wordt het toegevoegd in een concentratie van tenminste 2 gewichtsprocent ten opzichte van het eiwit.
Weekmakers worden gebruikt voor het flexibel maken van de folies en bekledingslagen. De weekmaker kan bijvoorbeeld gekozen worden uit de groep, die bestaat uit vetzuren, vetzuurderivaten, ftalaten, sebacaten, citraten, hoogmolecu-laire alcoholen, triethanolamine, lactamides, fosfolipiden, mono-, di- en oligosacchariden, zuren, polyolen of afgeleiden daarvan, zoals polyethyleenglycol, polyethyleenglycol esters, propyleen glycol, glycerol, diglycerol, 1,2,6-hexaantriol, sorbitol, mannitol, saccharose, mono- en di-glyceriden, of combinaties daarvan. Andere voorbeelden zijn te vinden in Giam et al., J. of Food Prot. 50(9), 769-782 (1987). In een voorkeursuitvoeringsvorm is de weekmaker een voedsel-compatibele en/of afbreekbare stof, zoals glycerol, en wordt deze bij voorkeur toegevoegd in een concentratie tussen 0 en 45% (v/w), meer, bij voorkeur in een concentratie tussen 5 en 30%.
Hydrofobe stoffen worden toegepast voor het verminderen van de vochtdoorlaatbaarheid van de folies of bekledingslagen. Zij worden bijvoorbeeld gekozen uit oliën, vetten, wassen, emulgatoren of combinaties daarvan.
Het water uit de suspensie wordt verwijderd door bij voorkeur droging aan lucht bij een temperatuur tussen 0 en 100°C, of onder vacuüm, middels electromagnetische golven, zoals infrarood of microgolven, door middel van droogmiddelen of op andere wijzen.
De uitvinding verschaft naast de werkwijze verder folies en bekledingslagen, waarvan de eigenschappen, zoals reeds boven vermeld, aangepast kunnen zijn aan een gewenste toepassing door een geschikte keuze van de additieven. Een bruikbare folie of bekledingslaag kan echter reeds verkregen worden, uitgaande van alleen water met tarwegluten.
Vlakke folies kunnen op eenvoudige wijze vervaardigd worden door middel van het uitgieten van de suspensie op een inerte ondergrond. Dergelijke folies zijn ondermeer te gebruiken als vervanging van de bekende verpakkingsmaterialen. Folies kunnen echter eveneens voorgevormd zijn. Wanneer de suspensie bijvoorbeeld geëxtrudeerd wordt kan een omhulsel voor toepassing in bijvoorbeeld de worstmakerij verkregen worden.
Bekledingslagen worden door gieten, spuiten, dompelen, borstelen, wrijven of op enigerlei andere wijze aangebracht .
De folies en bekledingslagen volgens de uitvinding kunnen voor verschillende toepassingen gebruikt worden. Voorbeelden daarvan zijn : het beperken van de vet- en/of vochtmigratie in een voedingsmiddel, dat uit delen met een onderling verschillend vet- en/of vochtgehalte bestaat, ; het reguleren van de afgifte en opname van vocht, vet en/of gas uit respectievelijk door produkten; het vormen van een bescherming van produkten voor het tegengaan van bederf, uitdroging, beschadiging en dergelijke; het gebruik als verpakkingsfolie of bioplastic. Eventueel kunnen bestrijdingsmiddelen, zoals pesticiden, fungiciden, bactericiden etc. worden toegevoegd.
Specifieke voorbeelden van toepassingen zijn : het aanbrengen van een bekledingslaag om bloembollen, zaden, levensmiddelen, zoals kaas, groente, fruit etc.; het tegengaan van vet- en/of vochtmigratie binnen een uit meerdere delen bestaand voedingsmiddel, zoals bijvoorbeeld taartbodem en vulling; het minder watergevoelig maken van verpakkingsmaterialen, zoals papier en karton, door het aanbrengen van een bekledingslaag daarop; als folie tussen vleeswaren, etc..
De folies en bekledingslagen zijn bij voorkeur niet slechts eetbaar, maar eveneens biologisch afbreekbaar en derhalve zeer milieuvriendelijk. Dit is in het bijzonder van belang voor folies die als verpakkingsmateriaal gebruikt worden, of voor bekledingslagen van verpakkingsmateriaal.
Verder verschaft de uitvinding een kant-en-klare suspensie voor het uitvoeren van de stappen b) en c) van de werkwijze. De suspensie kan naast eiwit en water tevens één of meer van de boven gespecificeerde additieven bevatten.
De uitvinding verschaft verder een instantprodukt voor het door het enkel toevoegen van water bereiden van een suspensie die toegepast kan worden in de werkwijze volgens de uitvinding. Het instantprodukt kan naast het eiwit één of meer van de bovengenoemde additieven bevatten. Bij voorkeur bevat het instant mengsel tarwegluten als het in water onoplosbare matèriaal, glycerol als weekmaker en guargom als verdikkingsmiddel.
De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van een aantal voorbeelden. Met het in de voorbeelden gebruikte woord "film” worden zowel een bekledingslaag, als een omhulsel, als een folie bedoeld. De voorbeelden zijn toegespitst op tarwegluten maar kunnen op analoge wijze voor andere eiwitten worden uitgevoerd.
MATERIALEN EN METHODEN
1. Vervaardiging van een basissuspensie.
Een basissuspensie bevat slechts een eiwit, zoals gluten, en water. Voor de bereiding van een basissuspensie op basis van gluten worden de gluten onder continu roeren met een bovenroerder (470 rpm) langzaam en fijn verdeeld met behulp van een zeefje in water gedispergeerd. Na toevoeging van de gluten aan het water wordt de suspensie onder roeren met een bovenroerder (160 rpm) tot 70°C verwarmd om de suspensie te ontluchten en vervolgens gedurende 10 minuten continu geroerd. Op deze wijze wordt de basissuspensie verkregen.
Het basisrecept bevat 2,2 g gluten per 20 ml water.
2. Additieven
Additieven, zoals hydrofobe stoffen, verdikkingsmiddelen, weekmakers, zuren en andere eiwitten blijken zowel voor als na de gluten aan het water te kunnen worden toege- voegd. Desgewenst kunnen de additieven voordat de gluten in water gedispergeerd worden met de gluten worden gemengd.
In het navolgende wordt de hoeveelheid additief als percentage ten opzichte van de hoeveelheid gluten weergegeven (w/w voor vaste stoffen, v/w voor vloeistoffen).
Glycerol wordt in de onderstaande voorbeelden voor de gluten aan het water toegevoegd. De gebruikte glycerol is van p.a. kwaliteit (87% zuiver, dichtheid 1,23 kg/1).
3. Vervaardiging van films
De geproduceerde suspensies worden voor het vormen van een bekledingslaag aangebracht door middel van bekende methoden, zoals dompelen, spuiten, wrijven en borstelen. Na verdampen van het water ontstaat een aaneengesloten film. Voor het verkrijgen van een folie wordt de suspensie uitgegoten op een inerte ondergrond, waaraan de verkregen film niet permanent hecht.
4. Gebruikte testmethoden
Voor het bestuderen van de eigenschappen van de films worden de suspensies (standaard 120 ml) uitgegoten in polystyreenbakjes (standaardmaten 20x20x1 cm (lxbx h)) . Na droging wordt op deze wijze een film van ongeveer 0,3 mm dikte verkregen. De droogtijd van de suspensies is afhankelijk van de temperatuur. In een geventileerde stoof bij 60°C zijn de glutensuspensies in de hiervoor genoemde polystyreenbakjes in ongeveer 3 uur droog. In een geconditioneerde ruimte bij 20°C en 60% relatieve luchtvochtigheid (RLV) vergt dit 2 dagen. Bij een aantal voorbeelden worden de films bij andere temperaturen gedroogd. Voordat de bepalingen aan de films worden gedaan, worden deze minimaal 24 uur geconditioneerd bij de omstandigheden (temperatuur en relatieve luchtvochtigheid) waarbij de experimenten worden uitgevoerd.
De mechanische eigenschappen worden bepaald met een "Instron Universal Testing Machine" (type 4301) bij 20°C en 60% RLV. Met behulp van een snijsjabloon (haltermodel), die is afgeleid van NEN-ISO norm 1184, worden teststroken gesne den met een meetgedeelte waarvan de lengte 70 mm is en de breedte 30 mm. De dikte van de teststrook wordt bepaald als het gemiddelde van minimaal vier metingen per teststrook. De afstand tussen de pneumatische klemmen van de Instron is 70 mm. De parameters die worden weergegeven zijn stress (maximale kracht per oppervlak van de dwarsdoorsnede), strain (maximale procentuele verlenging ten opzichte van beginleng-te) en de Youngs modulus.
De verkregen gegevens worden statistisch geanalyseerd. In de tabellen worden de kleinste significante verschillen (LSD) bij een onbetrouwbaarheidsdrempel van 5% weergegeven.
VOORBEELD 1
Effect van weekmakers.
Om onder meer flexibiliteit aan films van polymeren te verlenen worden weekmakers toegevoegd. In navolging van deze bekende gang van zaken voor polymeren wordt in het hierna beschreven experiment glycerol als voedsel-compatibe-le weekmaker aan glutensuspensies toegevoegd.
De suspensies worden volgens het onder Materialen en methoden beschreven basisrecept bereid. Er worden verschillende concentraties glycerol toegevoegd. De resultaten staan vermeld in tabel 1.
Figure NL9201805AD00091
Dit experiment toont aan dat de mechanische eigenschappen van films op basis van gluten gemanipuleerd kunnen worden door het toevoegen van een weekmaker, in dit voorbeeld glycerol.
VOORBEELD 2
Effeect van verdikkingsmiddelen
De gevormde suspensies dienen bij voorkeur stabiel te zijn. De stabiliteit, dat wil zeggen de mate waarin de suspensie uitzakt, en de reologische eigenschappen van de glutensuspensies kunnen aangepast worden door het toevoegen van verdikkingsmiddelen. In dit voorbeeld worden de verdikkingsmiddelen vooraf aan de gluten toegevoegd.
De suspensiestabiliteit wordt bepaald in een reageerbuis van 20 ml als de uitzakking (in cm) van 10 ml suspensie 24 uur na de bereiding daarvan. In tabel 2 staat de uitzakking bij toevoeging van 3% verdikkingsmiddel.
Figure NL9201805AD00101
Dit voorbeeld geeft aan dat waterige glutensuspensies gestabiliseerd kunnen worden met verschillende verdikkingsmiddelen .
Het effekt van toevoeging aan glutensuspensies van de verdikkingsmiddelen CMC (hoog visceus) en guargom op de mechanische eigenschappen van de hieruit gegoten films wordt eveneens bepaald.
Glutenfilms worden gemaakt zonder verdikkingsmiddel, met CMC hoog visceus (4 of 8%) of met guargom (5 of 8%). De glutensuspensie volgens het basisrecept, echter met toevoeging van 30% glycerol, wordt gebruikt. De films worden gedroogd bij 20°C en 60% RLV. De resultaten staan weergegeven in tabel 3.
Figure NL9201805AD00111
Uit dit voorbeeld blijkt dat verdikkingsmiddelen de mechanische eigenschappen van de films kunnen beïnvloeden.
VOORBEELD 3
Effect van de pH van glutensuspensies.
De stabiliteit en de reologische eigenschappen van glutensuspensies kunnen veranderd worden door het verlagen van de pH. De pH van de glutensuspensie, die bereid wordt volgens het basisrecept, wordt'met verschillende zuren verlaagd.
3.1. Stabiliteit
De suspensiestabiliteit wordt op dezelfde wijze bepaald als in voorbeeld 2. Om ook het effekt van aanzuren op reeds door middel van verdikkingsmiddelen gestabiliseerde suspensies te bepalen worden tevens suspensies, waaraan guargom (8%) of hoog visceus CMC (5%) wordt toegevoegd, aangezuurd met HC1. Bij de stabiliteitsbepaling blijkt dat sommige aangezuurde glutensuspensies na verloop van tijd naast uitzakken (een bovenstaande heldere vloeistof) ook opstijgen (een onderstaande heldere vloeistof). De resultaten staan weergegeven in tabel 4.
Figure NL9201805AD00121
* = ’opstijging’. Hoogte op t = 0: 10cm. CMC = 5% CMC hoog visceus, Guar = 8% guargom. geen waarneming.
De mate van stabilisatie is afhankelijk van het type zuur en de pH.
3.2. Viscositeit (reologische eigenschappen)
Fig. 1 geeft de viscositeit (V in cP) van de suspensies, gemeten met een Epprecht viscosimeter als funktie van de pH weer. Voor het aanzuren zijn verschillende zuren gebruikt. In de grafiek toont Figuur IA de curve voor melkzuur, figuur 1B de curve voor fosforzuur, figuur 1C de curve voor citroenzuur en figuur 1D de curve voor zoutzuur. Uit de grafiek van figuur 1 blijkt dat er duidelijke verschillen in viscositeit bestaan tussen de suspensies die zijn aangezuurd met verschillende zuren.
Uit dit experiment.blijkt dat de stabiliteit en reologische eigenschappen van glutensuspensies veranderd kunnen worden door het aanpassen van de pH, waarbij het effekt afhankelijk is van het type zuur.
VOORBEELD 4
Effekt van temperatuur.
4.1. Droogtemperatuur
In een eerste experiment wordt het effekt van de droogtemperatuur op de mechanische eigenschappen van de films bepaald. Suspensies (basisrecept met 30% glycerol) worden bij 20, 60, 80 of 100°C gedroogd. De droogtijden zijn resp. 48, 3, 1,5 en 1 uur. De resultaten staan weergegeven in tabel 5.
Figure NL9201805AD00131
Dit experiment toont aan dat de droogtemperatuur een duidelijke invloed heeft op de mechanische eigenschappen van de films.
4.2. Bewaartemperatuur
In een tweede experiment wordt het effekt van de bewaartemperatuur van de films bepaald. De films worden gegoten uit suspensies volgens het basisrecept met 30% glycerol en gedroogd bij 20°C en 60% relatieve vochtigheid. Hierna worden zij bij 20°C of 80°C bewaard. De resultaten staan weergegeven in de tabellen 6 en 7.
Figure NL9201805AD00132
Dit experiment toont aan dat de bewaartemperatuur een effect kan hebben op de mechanische eigenschappen van de films.
Uit deze experimenten blijkt dat zowel het verwarmen van de suspensie als van de film een methode is om de mechanische eigenschappen van de films te veranderen.
VOORBEELD 5
Scheurweerstand van glutenfilms.
In dit experiment wordt de scheurweerstand bepaald (volgens norm NEN-ISO 6383-2) van glutenfilms, die bereid worden volgens het basisrecept met daaraan toegevoegd verschillende hoeveelheden glycerol. De suspensies worden gedroogd bij 60°C. De meting wordt uitgevoerd bij 20°C, 60% RLV. De afmetingen van de gebruikte strookjes glutenfilm zijn 63 x 75 x 0,3 mm (b x 1 x d). Per behandeling worden 8 strookjes gemeten. Voorafgaand aan de bepaling van de scheurweerstand wordt halverwege het strookje (37,5 mm) een 20 mm diepe inkeping gemaakt.
Tabel 10. Scheurweerstand van glutenfilms.
Figure NL9201805AD00141
Dit voorbeeld toont aan dat de scheurweerstand te veranderen is door het veranderen van de samenstelling van de glutenfilms.
VOORBEELD 6
Vochtdoorlaatbaarheid van glutenfilms.
De vochtdoorlaatbaarheid van de glutenfilms wordt bepaald met een gewijzigde versie van een ASTM-methode (ASTM 1983, methode 15.09:E96). Over een aluminium weegdoosje met 20-25 g van het droogmiddel CaS04 wordt een glutenfilm gespannen, die met bijenwas luchtdicht op het doosje bevestigd wordt. Het oppervlak van de film is 15,9 cm2, de dikte 0,3 mm. Na wegen wordt dit geheel in een exsiccator geplaatst met op de bodem een verzadigde ammoniumsulfaat-oplossing. Het geheel wordt bij 20°C geplaatst. Bij deze temperatuur ontstaat buiten het weegdoosje in de exsiccator een relatieve luchtvochtigheid van 81% (Handbook of chemistry and Physics, 65th edition, pag. E-42). Binnen het doosje is de theoretische RLV 0%. De vochtdoorlaatbaarheid van de glutenfilms wordt bepaald als de gewichtstoename in 48 uur van de weegdoosjes met droogmiddel en film. In het experiment zijn verschillende hoeveelheden glycerol toegevoegd aan glutensuspensies, welke bereid zijn volgens het basisrecept. De films worden gedroogd bij 60°C.
Dit experiment geeft aan dat de vochtdoorlaatbaarheid van de glutenfilms te sturen is door het aanpassen van de hoeveelheid additief, in dit geval glycerol.
Figure NL9201805AD00151
VOORBEELD 7
Instantprodukten
In dit experiment wordt een instantprodukt bereid. Een instantprodukt dient bij het toevoegen aan water (of omgekeerd) zonder intensief roeren een homogene suspensie te geven zonder grove deeltjes en/of klontvorming. De vorming van een dergelijk instantprodukt is met gluten alleen niet mogelijk. Derhalve wordt in dit experiment bepaald welke toevoegingen voor de verkrijging van een goed instantprodukt noodzakelijk zijn.
De instanteigenschappen van monsters worden bepaald door 5 ml water naast 0,5 g monster te pipetteren, het water langzaam over of tegen het monster te laten lopen en vervolgens met een spatel het geheel te roeren. De homogeniteit wordt visueel beoordeeld. De produkten die getest worden zijn: 1. gluten waaraan met een industriële menger glycerol wordt toegevoegd, waarna elk monster nogmaals gemalen wordt.
(In de tabel: Su 1 (5% glycerol) en Su 2 (9% glycerol)); 2. dezelfde monsters met extra 6% guargom (in de tabel Su lg en Su lg) ; 3. zeeffrakties (< 250 μιη) van Sul en Su2 (in de tabel Su lz en Su 2z); en 4. gluten zonder voorbehandeling.
Bij de beoordeling geldt hoe lager het getal des te slechter is de homogeniteit van de suspensie (1 is veel klonten, 6 is homogeen). De resultaten staan weergegeven in tabel 8.
Figure NL9201805AD00161
Dit experiment toont aan dat de instanteigenschappen van glutenprodukten verbeterd kunnen worden door het toevoegen van guargom en het verkleinen van de glutendeeltjes door malen of zeven.
VOORBEELD 8
Het aanbrengen van een bekledingslaag op kaas
Na het pekelbad worden kazen gewoonlijk meerdere keren behandeld met een commercieel verkrijgbare emulsie van een synthetisch polymeer. Onderzocht wordt of een glutenfilm deze synthetische bekledingslaag kan vervangen.
Hn het experiment worden Goudse kazen gebruikt (48+, 5 kg per stuk). Deze worden bekleed met glutensuspensies, die bereid zijn volgens het basisrecept met 13% glycerol en waaraan CMC (8%) of guargom (8%) wordt toegevoegd. Als controle dient een kaas, die wordt behandeld met een commercieel product. Elke kaas wordt volgens een uit de praktijk afkomstig behandelingschema meerdere keren bekleed. Bij iedere behandeling wordt de bovenliggende zijde van de kaas bekleed saet één van de suspensies. Bij de daaropvolgende behandeling wordt de kaas gekeerd en de andere zijde bekleed. De suspensies Worden door uitwrijven met een tissue op het kaasoppervlak aangebracht. De kazen worden tijdens de experimenten bewaard in een geconditioneerde cel. De gemiddelde lichtsnelheid hierin is afgesteld op 0,14 m/s, de temperatmur op 13°C. De RLV is afgesteld op 85%.
IDe glutensuspensies blijken een goed aan de kaas hechtende, goed gesloten en homogene bekledingslaag te vormen, ©e korstontwikkeling van kazen, die bekleed zijn met gluten is vergelijkbaar met die van de kaas, die bekleed is met het commerciële product. De glutenfilm geeft een niet-glimmende bekleding, in tegenstelling tot het commerciële product- Het vochtverlies van de met gluten beklede kazen komt ovesreen met dat van de kaas, die bekleed is met het commerciële product. De resultaten staan weergegeven in figuur 2„ waarin "%" staat voor gewicht ten opzichte van het begingedicht en "t" staat voor bewaarduur in dagen. De figuren 2A, 2B en 2C geven de curven weer voor respectievelijk gluten -fi- 8% guargom, gluten + 8% CMC en het commerciële product- ©e onderhavige uitvinding verschaft derhalve een werkwijs® voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op Ibasis van biologisch afbreekbare, bij voorkeur eetbare materialen. De folies en bekledingslagen volgens de uitvindimg kunnen uiteenlopende toepassingen vinden.

Claims (19)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten, omvattende de stappen : a) het suspenderen van tenminste één in water onoplosbaar eiwit in water; b) het uitspreiden van de verkregen suspensie op een ondergrond; en c) het verwijderen van het water uit de suspensie ter verkrijging van een aaneengesloten film.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in water onoplosbare eiwit wordt gekozen uit de groep, die bestaat uit plantaardige, van zichzelf in water onoplosbare of onoplosbaar gemaakte eiwitten uit granen, zoals bijvoorbeeld tarwe, in het bijzonder tarwegluten, mais, gerst, rogge, gierst etc, eiwitten uit knolgewassen, zoals bijvoorbeeld aardappelen, eiwitten uit peulvruchten, zoals soja, erwten, bonen, veldbonen etc., of combinaties daarvan, of dierlijke van zichzelf in water onoplosbare of onoplosbaar gemaakte eiwitten, zoals collageen, gelatine, melkeiwitten, ei-eiwitten en bloedeiwitten, of combinaties daarvan.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de suspensie tenminste één additief bevat.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het additief wordt gekozen uit de groep, die bestaat uit verdikkingsmiddelen, weekmakers, zuren, eiwitten, hydrofobe stoffen, of combinaties daarvan.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verdikkingsmiddel wordt gekozen uit de groep, die bestaat uit gemodificeerd cellulose, zoals carboxymethylcel-lulose, of uit andere al dan niet gemodificeerde polysac-chariden, zoals johannesbroodpitmeel, guargom, arabische gom, xanthaangom, alginaat, zetmeel, of combinaties daarvan.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het verdikkingsmiddel guargom is en wordt toegevoegd in een concentratie van tenminste 2 gewichtsprocent ten opzichte van het eiwit.
7. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de weekmaker wordt gekozen uit de groep, die bestaat uit vetzuren, vetzuurderivaten, ftalaten, sebacaten, citraten, hoogmoleculaire alcoholen, triethanolamine, lactamides, fosfolipiden, mono-, di- en oligosacchariden, zuren, polyo-len of afgeleiden daarvan, zoals polyethyleenglycol, polye-thyleenglycol esters, propyleen glycol, glycerol, diglyce-rol, 1,2,6- hexaantriol, sorbitol, mannitol, saccharose, mono- en diglyceriden, of combinaties daarvan.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de weekmaker glycerol is en wordt toegevoegd in een concentratie tussen 0 en 45% (v/w), bij voorkeur tussen 5 en 30%.
9. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de eiwitten worden gekozen uit de groep, die bestaat uit wateroplosbare eiwitten, zoals gemodificeerde tarwegluten, caseïne, gelatine of combinaties daarvan.
10. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de zuren worden gekozen uit de groep, die bestaat uit anorganische zuren, zoals zoutzuur, fosforzuur, en organische zuren, zoals melkzuur, citroenzuur, of combinaties daarvan.
11. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hydrofobe stoffen worden gekozen uit de groep, die bestaat uit oliën, vetten, wassen, emulgatoren, of combinaties daarvan.
12. Werkwijze volgens één der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat het water verwijderd wordt door droging aan lucht.
13. Werkwijze volgens één der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de suspensie op een inerte ondergrond wordt uitgespreid door middel van gieten ter verkrijging van een folie.
14. Werkwijze volgens één der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de ondergrond een substraat is waarop de suspensie door middel van gieten, dompelen, spuiten, borste- len of wrijven wordt aangebracht ter verkrijging van een bekledingslaag op het substraat.
15. Folie, verkregen door middel van de werkwijze volgens conclusie 13.
16. Bekledingslaag, verkregen door middel van de werkwijze volgens conclusie 14.
17. Suspensie voor gebruik in de uitvoering van de stappen b) en c) van een werkwijze volgens één der conclusies 1-14.
18. Instant mengsel voor het daaruit vervaardigen van een folie of een bekledingslaag volgens conclusie 15 of 16, of een suspensie volgens conclusie 17.
19. Instant mengsel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat tarwegluten als het in water onoplosbare eiwit, glycerol als de weekmaker en guargom als het verdikkingsmiddel gebruikt worden.
NL9201805A 1992-10-16 1992-10-16 Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten. NL9201805A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201805A NL9201805A (nl) 1992-10-16 1992-10-16 Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten.
EP93202851A EP0593123B1 (en) 1992-10-16 1993-10-07 Method of preparing a foil or coating on the basis of water insoluble proteins
DE69316143T DE69316143T2 (de) 1992-10-16 1993-10-07 Verfahren zur Herstellung einer Folie oder Beschichtung auf der Basis von wasserunlöslichen Proteinen
DK93202851T DK0593123T3 (da) 1992-10-16 1993-10-07 Fremgangsmåde til fremstilling af en folie eller et overtræk baseret på vanduopløselige proteiner
AT93202851T ATE161693T1 (de) 1992-10-16 1993-10-07 Verfahren zur herstellung einer folie oder beschichtung auf der basis von wasserunlöslichen proteinen
ES93202851T ES2112382T3 (es) 1992-10-16 1993-10-07 Metodo de preparar una lamina o revestimiento sobre la base de proteinas insolubles en agua.
GR980400646T GR3026462T3 (en) 1992-10-16 1998-03-27 Method of preparing a foil or coating on the basis of water insoluble proteins.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201805 1992-10-16
NL9201805A NL9201805A (nl) 1992-10-16 1992-10-16 Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201805A true NL9201805A (nl) 1994-05-16

Family

ID=19861390

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201805A NL9201805A (nl) 1992-10-16 1992-10-16 Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP0593123B1 (nl)
AT (1) ATE161693T1 (nl)
DE (1) DE69316143T2 (nl)
DK (1) DK0593123T3 (nl)
ES (1) ES2112382T3 (nl)
GR (1) GR3026462T3 (nl)
NL (1) NL9201805A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5736178A (en) * 1995-05-02 1998-04-07 Opta Food Ingredients, Inc. Colloidal dispersions of gluten, method of making and use therefor
FR2757022B1 (fr) * 1996-12-13 1999-03-05 Bel Fromageries Nouveau procede d'enrobage pour produits alimentaires et les produits enrobes obtenus
GB9722519D0 (en) * 1997-10-25 1997-12-24 Cerestar Holding Bv Extrusion of hydrolysed proteins
US6197353B1 (en) 1998-12-24 2001-03-06 Opta Food Ingredients, Inc. Gluten-derived colloidal dispersions, edible coatings therefrom and method of making
US6174559B1 (en) 1998-12-24 2001-01-16 Opta Food Ingredients, Inc. Gluten-derived colloidal dispersions and edible coatings therefrom and method of making
NL1012038C2 (nl) * 1999-05-11 2000-11-14 Friesland Brands Bv Meerlagige kaasbedekking.
EP1067160A1 (en) * 1999-07-09 2001-01-10 Coöperatieve Verkoop- en Productievereniging van Aardappelmeel en Derivaten 'AVEBE' B.A. Proteinaceous coating
WO2006117801A2 (en) * 2005-03-03 2006-11-09 Shilpan Pravinchandra Patel Packaging materials
ES2293802B1 (es) * 2005-10-28 2008-11-01 Fomesa Fruitech, S.L. Recubrimiento para la capa superior de fruta encajada.
ES2335257B1 (es) * 2008-06-25 2011-01-28 Instituto Valenciano De Investigaciones Agrarias Recubrimiento comestible con capacidad antioxidante para frutas cortadas en fresco.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3925343A (en) * 1972-11-27 1975-12-09 Ogilvie Flour Mills Company Li Readily dispersible dry gluten product and uses thereof
US4016337A (en) * 1976-02-13 1977-04-05 Societe D'assistance Technique Pour Produits Nestle S.A. Water-dispersible composition and method for production
US4179525A (en) * 1976-07-16 1979-12-18 J. R. Short Milling Company Methods for forming stable dispersions of glutens which tend to agglomerate
ES2001839T3 (es) * 1986-04-18 1992-04-16 Naturin Gmbh & Co Lamina comestible a base de colageno.
JPH06104759B2 (ja) * 1989-10-18 1994-12-21 工業技術院長 新規な複合材料フィルム及びその製造方法
WO1991006227A1 (en) * 1989-11-06 1991-05-16 Opta Food Ingredients, Inc. Protein-based edible coatings
GB9016340D0 (en) * 1990-07-25 1990-09-12 Devro Inc Moisture barrier film

Also Published As

Publication number Publication date
DE69316143D1 (de) 1998-02-12
EP0593123B1 (en) 1998-01-07
ES2112382T3 (es) 1998-04-01
ATE161693T1 (de) 1998-01-15
DK0593123T3 (da) 1998-09-07
DE69316143T2 (de) 1998-04-16
GR3026462T3 (en) 1998-06-30
EP0593123A1 (en) 1994-04-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Garcıa et al. Edible coatings from cellulose derivatives to reduce oil uptake in fried products
DE102019135219B4 (de) Verfahren zur Herstellung einer trockenen, thermisch inhibierten Stärke
Baixauli et al. Effect of the addition of dextrin or dried egg on the rheological and textural properties of batters for fried foods
Oh et al. Rheological, microstructural, and tomographical studies on the rehydration improvement of hot air-dried noodles with oleogel
Román et al. Effect of extruded wheat flour as a fat replacer on batter characteristics and cake quality
NL9201805A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een folie of bekledingslaag op basis van in water onoplosbare eiwitten.
JP2006525108A (ja) アルギン酸塩マトリクス粒子
AU2006201745B2 (en) Rice flour composition with enhanced process tolerance and solution stability
US4370352A (en) Non-fried instant cooking dry noodles
CN110914311A (zh) 具有高加工耐受性的预糊化淀粉及其制造和使用方法
Sze et al. Physicochemical properties of egg white powder from eggs of different types of bird
JP2000279118A (ja) 食品用改質デンプン
CN114828640A (zh) 包含微藻蛋白的调味酱组合物
CN108697118A (zh) 改良面筋的制造方法
Milani Application of coated wheat bran to producing barbari bread with increased nutritional value and improved bread texture and shelf life
AU682680B2 (en) Crumb coating composition
WO2020067314A1 (ja) バッター液、バッターミックス、油ちょう用食品の製造方法、及び油ちょう食品の製造方法
AU2012275591C1 (en) Wheat protein isolates and processes for producing
US20220211083A1 (en) Dusting flour composition
CA3137165A1 (en) Modified wheat flour
NO790117L (no) Sammensetning og fremgangsmaate for paafoering av et fuktighetsbarriere-belegg paa matvarer
US4153734A (en) Dry coloring material from by-food product of starch manufacture
US20220160003A1 (en) Batter for fried food products
JP7320052B2 (ja) ソース用食品素材
JPH06169680A (ja) パン類およびパン粉の製造法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable