NL9201751A - Stekinrichting. - Google Patents

Stekinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9201751A
NL9201751A NL9201751A NL9201751A NL9201751A NL 9201751 A NL9201751 A NL 9201751A NL 9201751 A NL9201751 A NL 9201751A NL 9201751 A NL9201751 A NL 9201751A NL 9201751 A NL9201751 A NL 9201751A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
gripping
plant
air flow
plants
Prior art date
Application number
NL9201751A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194357B (nl
NL194357C (nl
Original Assignee
Visser S Gravendeel Holding
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Visser S Gravendeel Holding filed Critical Visser S Gravendeel Holding
Priority to NL9201751A priority Critical patent/NL194357C/nl
Publication of NL9201751A publication Critical patent/NL9201751A/nl
Publication of NL194357B publication Critical patent/NL194357B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194357C publication Critical patent/NL194357C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/083Devices for setting plants in pots
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C11/00Transplanting machines
    • A01C11/02Transplanting machines for seedlings
    • A01C11/025Transplanting machines using seedling trays; Devices for removing the seedlings from the trays
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G2/00Vegetative propagation
    • A01G2/10Vegetative propagation by means of cuttings

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Developmental Biology & Embryology (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Description

STEKINRICHTING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in een teeltmedium plaatsen van planten.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het tot in een teeltmedium plaatsen van planten.
Het in een teeltmedium plaatsen van planten, hetgeen in het kwekerijbedrijf veelvuldig voorkomt, wordt tot nu toe veelal met de hand uitgevoerd. Dit geldt in het bijzonder voor het zogenaamde stekken, waarbij kleine of jonge planten in een teeltmedium worden geplaatst. Dit teeltmedium kan gevormd worden door bijvoorbeeld minerale wol, zand, aarde, turfmolm, en het teeltmedium kan zijn aangebrach in bijvoorbeeld zogenaamde stekbakken, bloempotten, grondpotten of tabletten in een kas.
Het is duidelijk dat deze met de hand uit te voeren handelingen veel arbeid vereisen, en dat het resultaat tamelijk onregelmatig kan zijn, in het bijzonder met betrekking tot poothoogte en dergelijke.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het vermijden van bovengenoemde problemen.
Dit doel wordt bereikt door het verschaffen van een werkwijze voor het in een teeltmedium plaatsen van planten, omvattende de volgende stappen: het tot in de nabijheid van een langgerekte, zich hoofdzakelijk vertikaal uitstrekkende houder brengen van de plant; het aanleggen van een van boven naar beneden gerichte luchtstroom in de houder, waardoor de plant ten minste met zijn steel tot in de houder wordt bewogen; het in de houder fixeren van de steel; het door middel van een grijpinrichting aangrijpen van de plant; en het door middel van een grijpinrichting in het teeltmedium plaatsen van de plant.
Bij het toepassen van deze werkwijze wordt gebruik gemaakt van een inrichting voor het tot in een teeltmedium plaatsen van planten, omvattende: ten minste één cilin dervormige houder; middelen voor het in de houder aanleggen van een van boven naar beneden gerichte luchtstroom; grijpmiddelen voor tot boven de houder en tot boven het teeltmedium beweegbare grijpmiddelen; en middelen voor het bewegen van de grijpinrichting.
Door het toepassen van deze werkwijze en deze inrichting wordt een grote hoeveelheid menselijke arbeid vermeden; het is slechts noodzakelijk de aan te brengen planten in de nabijheid van de houder te brengen. Dit is een handeling die gemakkelijk met een hoge snelheid kan worden uitgevoerd, en waarvoor gebruik gemaakt kan worden van minder geschoolde krachten.
Bovendien is het resultaat niet afhankelijk van menselijke factoren.
Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: fig. 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2: een schematisch perspectivisch gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 3: een doorsnede-aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding; en fig. 4: een gedeeltelijk weggebroken schematisch perspectivisch aanzicht van een meervoudige machine, waarin de uitvinding is geïncorporeerd.
De in fig. 1 afgeheelde inrichting omvat een basisplaat 1. In de basisplaat 1 is een zich vertikaal uitstrekkend, cilindervormig kanaal 2 aangebracht dat als houder dient. Op de basisplaat 2 zijn twee blokken 3,4 aangebracht die in eenzelfde longitudinale richting naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn. Aan de basisplaat 1 is een met 4 aangeduid bewegingsmechanisme aangebracht dat via een stang 6 het blok 4 kan bewegen. Op eenzelfde wijze is het blok 3 aandrijfbaar door middel van een niet in de tekening weergegeven aandrijfmechanisme dat via een stang 7 met het blok 3 verbonden is.
In elk van de blokken is een uitsparing gemaakt die, wanneer de blokken naar elkaar toe zijn bewogen, de vorm heeft van een kegelvormige uitsparing 8. De kegelvormige uitsparing 8 gaat over in een kanaal 9, waarij de as van de kegelvormige uitsparing 8 samenvalt met die van het kanaal 9 en het kanaal 2.
Verder is de onderzijde van het kanaal 2 verbonden met een niet in de tekening weergegeven slang die via een klep leidt naar een bron van vacuüm. Overigens is de onderzijde van het kanaal 2 afgesloten door middel van een rooster 10.
In de plaat 2 zijn twee groepen van elk drie kanalen 11,12 aangebracht die verbonden zijn met een kanaal 13, respectievelijk 14. De kanalen 13 en 14 zijn via een slang 15, respectievelijk 16 verbonden met een in de tekening niet weergegeven bron van perslucht.
Ten slotte omvat de inrichting een grijpinrichting die gevormd wordt door twee grijparmen 17,18. De grijparm 17 is voorzien van vier grijpvingers 19, terwijl de grijparm 18 voorzien is van twee grijpvingers 20. In de positie, waarin de grijpinrichting een plant 21 aangrijpt, welke positie eveneens in de tekening is weergegeven, grijpen de vingers 20 tussen de paren vingers 19 in.
Nu zal de werking van deze inrichting worden beschreven. In de uitgangspositie zijn beide blokken 3,4 naar elkaar toe bewogen, zoals in de tekening is getoond. Verder wordt de bron van vacuüm ingeschakeld, zodat in het kanaal 2,9 een luchtstroom van boven naar beneden ontstaat. Deze luchtstroom strekt zich eveneens in de kegel-of trechtervormige opening heen uit, zodat, wanneer met de hand in de nabijheid van de opening 8 een plant wordt aangebracht, deze met zijn steel naar beneden zal worden gezogen. Deze beweging zet zich voort, totdat de plant met zijn onderzijde tegen het rooster 10 aan rust.
Vervolgens worden door middel van de aandrijfinrichtingen de blokken 3,4 uit elkaar bewogen, en wordt door middel van perslucht een opwaartse luchtstroom opgewekt uit de kanalen 11,12. Overigens wordt hierbij de bron van vacuüm ingeschakeld, zodat de steel van de plant op zijn beweegt. Door de zich aan de zijden van de plant uitstrekkende bovenwaartse luchtstroom worden de bladeren van de plant naar boven bewogen, zodat het voor de grijp-inrichting mogelijk is de steel aan te grijpen. Hiervoor is het van belang dat de blokken 3,4 uit elkaar zijn bewogen.
Daarna grijpt de grijpinrichting, gevormd door de grijparmen 7,17 de grijpvingers 19,20 de plant 21 aan, zodat de in de figuur getekende positie wordt verkregen. Door middel van het besturen van de grijpinrichting kan de plant naar de gewenste positie worden aangebracht, en daar in een reeds vooraf aangebracht gat in een geschikt teelt-medium worden aangebracht.
De in fig. 2 afgebeelde inrichting volgens de uitvinding omvat een balk 22, waarin een aantal kegelvormige openingen 23 is aangebracht. De kegelvormige openin-gen 23 monden uit in kanalen 24. Onder de balk 22 is een hol profiel 25 aangebracht. Op gezette afstanden zijn op het profiel 25 pijpen 26 aangebracht die zodanig gepositioneerd zijn, dat zij door de kanalen 24 en door de trechtervormige openingen 23 van de bovenliggende balk 22 heen beweegbaar zijn.
Het holle profiel 25 is in vertikale richting beweegbaar ten opzichte van de stang 22.
Het inwendige van het holle profiel 25 is verbonden met een niet in de tekening weergegeven bron van perslucht. Verder strekt zich een vacuümleiding 27 door het holle profiel heen uit die met een niet weergegeven vacuümbron verbonden is, terwijl ter plaatse van elk van de pijpen 24 de vacuümleiding 27 voorzien is van een aftakleiding 28 die leidt naar een in de pijp 26 aangebracht rooster 29. Rondom elk kanaal 24 is een verdeelka-naal 30 aangebracht dat door middel van een toevoermecha-nisme 31 met het inwendige van het profiel 25 is verbon den. Vanaf het verdeelkanaal strekt zich een aantal verti-kale kanalen 32 naar boven toe uit. Het toevoermechanisme is zodanig ingericht, dat bij het naar beneden bewegen van de balk 22 ten opzichte van het profiel 25 het toevoermechanisme geopend wordt en lucht uit. de kanalen 32 treedt, zodat een bovenwaarts gerichte luchtstroom wordt gecre-eerd.
Boven de balk 22 is een met het aantal kegelvormige openingen 23 overeenkomend aantal grijpinrichtingen 33 aangebracht. Elk van de grijpinrichtingen wordt gevormd door twee grijparmen 34,35 die op een draaipunt verend met elkaar zijn verbonden, zodanig, dat aan de einden van beide grijparmen bevestigde grijpstempels 36,37 uit elkaar worden gedrongen.
Beide grijparmen 34,35 zijn van een boiling 38, respectievelijk 29 voorzien, welke elk geleid worden door in een geleideplaat 40 aangebrachte openingen 41, respectievelijk 42. De geleideplaat 40 is in vertikale richting door middel van een bewegingsmechanisme 43 beweegbaar verbonden met een constructiestang 44. Door het in vertikale richting doen bewegen van 'de geleideplaat 40 openen, respectievelijk sluiten de grijpstempels.
Ten slotte is een doseerorgaan 45 aangebracht voor het toedienen van groeistof. Het doseerorgaan 45 wordt gevormd door een bak 46, waarin een hoeveelheid groeistof 47 is aangebracht, en waarboven een langharige borstel 48 door middel van een in de tekening niet weergegeven rota-tie-inrichting roteerbaar is aangebracht.
Vervolgens zal de werking van deze inrichting worden besproken. Aanvankelijk vindt het holle profiel 25 zich in zijn onderste, niet in de tekening weergegeven positie, waarin de ketelvormige uithollingen 23 elk leiden naar het inwendige van de pijpen 26. Daarna wordt de niet in de tekening weergegeven vacuüminrichting ingeschakeld, zodat, evenals bij de vorige uitvoeringsvorm, een benedenwaarts gerichte luchtstroom in de kegelvormige openingen 23 en de daarop aansluitende kanalen 26 ontstaat. Dan worden met de hand de te planten planten toegevoerd aan de omgeving van elk van de openingen 23, hetgeen door zelfs ongeoefend personeel in een hoog tempo kan plaatsvinden.
De planten worden hier elk door de luchtstroom gegrepen, waarbij zij, evenals bij de vorige uitvoeringsvorm, tot in het inwendige van de pijpen 26 worden gezogen, totdat zij met hun bodem tegen het rooster 29 aan rusten.
Vervolgens wordt, bij het ingeschakeld houden van de vacuümbron, de balk 25 naar boven bewogen, naar de in fig. 2 weergegeven positie. Het is uiteraard eveneens mogelijk de balk 22 naar beneden te bewegen. Automatisch wordt door het toevoermechanisrae 31 de toevoer van perslucht ingeschakeld, zodat uit elk van de openingen 32 perslucht treedt, en bladeren van de planten naar boven worden geblazen. Vervolgens worden de grijpinrichtingen 33 bekrachtigd door het naar beneden bewegen van de plaat 40, zodat de grijpstempels 36,37 geopend worden, en de construct iebalk 33 naar beneden bewogen wordt, waarna de geleideplaat 40 weer omhoog wordt bewogen en de grijpstempels 36,37 zich sluiten. Vervolgens kunnen door de beweging van de balk 44 de planten naar de gewenste eindpositie worden bewogen, waarbij het aantrekkelijk is, wanneer zij voor het toedienen van groeistof de doseerinrichting 45 passeren.
De in fig. 3 afgeheelde uitvoeringsvorm wijkt slechts af van de in fig. 2 afgeheelde uitvoeringsvorm door het feit dat in de buis 26 een huls 49 van flexibel materiaal is aangebracht. Deze huls dient er zorg voor te dragen dat planten, waarvan de steel een geringe dikte heeft, nauwkeurig gecentreerd in de pijp 26 worden gefixeerd, zodat de grijpstempels 36,37 de steel van de plant op de juiste positie kunnen aangrijpen.
De huls 49 die bijvoorbeeld van elastisch rubber is vervaardigd, is aan zijn bovenzijde verbonden met een ring 50 en aan zijn onderzijde met een ring 51 die ingelaten is in het rooster 29. Verder is onder het rooster 29 een stop 52 aangebracht, waarin een zich rondom uitstrek- kend kanaal 53 is aangebracht dat door middel van een kanaal 54 verbonden is met het inwendige van het holle profiel 25. Het kanaal 53 staat in verbinding met de ruimte tussen de huls 49 en de binnenwand van de buis 26.
Wanneer de plant 21 in de buis 26 terecht is gekomen en met zijn onderzijde op het rooster 29 rust, kan de bron voor vacuüm worden uitgeschakeld, en wordt door middel van perslucht aan de ruimte tussen de huls 49 en de binnenwand van de pijp 26 perslucht toegevoerd, zodat de huls de in fig. 3 weergegeven positie zal bereiken. Vervolgens kan het grijpproces plaatsvinden, waarbij het mogelijk, doch niet noodzakelijk is via de kanalen 32 een bovenwaartse luchtstroom op te roepen, en waarbij, nadat het aangrijpen heeft plaatsgevonden, de toevoer van perslucht aan de huls 49 kan worden stopgezet, zodat de plant 21 vrijelijk kan worden gegrepen.
Ten slotte toont fig. 4 een complete plantinrich-ting, waarbij de onderhavige uitvinding is toegepast. Hierbij is een groot aantal staven 22 op een transportband 53 bevestigd die langzaam wordt aangedreven. Met de hand worden de planten 21 in de nabijheid van de desbetreffende openingen 23 aangebracht, welk proces met een grote snelheid kan plaatsvinden. Daarna worden de planten gefixeerd en aangegrepen door een meervoudige grijpinrichting 54, zoals uiteengezet is aan de hand van fig. 2.
Voor het aandrijven van de aangrijpinrichting wordt gebruik gemaakt van een op zich bekend transportme-chanisme 55, hetgeen geen deel vormt van de uitvinding, en hetgeen hier dan ook niet zal worden toegelicht. Het mechanisme dient slechts voor het in vertikale en in horizontale richting verplaatsen van de meervoudige grijp-inrichting 54.
Verder is op de aandrijfinrichting 55 een inrichting 56 aangebracht voor het aanbrengen van gaten. De inrichting 56 wordt gevormd door een balk 57, waaraan een aantal zich naar beneden uitstrekkende staven 58 zijn aangebracht. Aan de onderzijde van de staven 58 zijn naalden 59 bevestigd, waarmee in het teeltmateriaal 60 gaten kunnen worden geprikt. Deze gaten worden daarna gebruikt voor het aanbrengen van de planten 21. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is het teeltmateriaal 60 aangebracht in een bak 61 van een type dat in de tuinbouw algemeen gebruikelijk is.
Voor het steunen van de bladeren van de planten 21 is op de bak een rooster 62 aangebracht dat gevormd wordt door een frame, waarvan de lange zijden van U-vormige profielen 63 zijn voorzien. Met behulp van de profielen 63 rust het frame op de randen van de lange zijden van de bak 61. Tussen de korte zijde van het frame 62 strekken zich staven 64 uit, die de vereiste steunende funktie uitvoeren. Het is uiteraard mogelijk in plaats van een afneembaar rooster gebruik te maken van een vast in de bak 60 aangebracht rooster, hetgeen dan bij voorkeur van kunststof is vervaardigd.
Het is mogelijk in plaats van staven 64 gebruik te maken van wanden die zich tot aan de onderzijde van het teeltmateriaal 60 uitstrekken. Dit kan zowel het geval zijn bij losse als bij vast in de bak aangebrachte roosters .

Claims (20)

1. Werkwijze voor het in een teeltmedium plaatsen van planten, omvattende de volgende stappen; - het tot in de nabijheid van een langgerekte, zich hoofdzakelijk vertikaal uitstrekkende houder brengen van de plant? - het aanleggen van een van boven naar beneden gerichte luchtstroom in de houder, waardoor de plant ten minste met zijn steel tot in de houder wordt bewogen; - het in de houder fixeren van de steel; - het door middel van een grijpinrichting aangrijpen van de plant; en - het door middel van een grijpinrichting in het teeltmedium plaatsen van de plant.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat na het aangrijpen van de plant de fixatie wordt opgeheven.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat na het positioneren van de plant in de houder aan de omtrek van de plant een bovenwaarts gerichte luchtstroom wordt aangelegd.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat een tijdens het positioneren naar de houder toe leidende trechter na het positioneren naar beneden toe wordt bewogen.
5. Inrichting voor het tot in een teeltmedium plaatsen van planten, omvattende: - ten minste één cilindervormige houder; - middelen voor het in de houder aanleggen van een van boven naar beneden gerichte luchtstroom? - grijpmiddelen voor tot boven de houder en tot boven het teeltmedium beweegbare grijpmiddelen; en - middelen voor het bewegen van de grijpinrichting.
6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door een lichaam met een trechtervormige, naar de houder toe leidende uitsparing.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het lichaam deelbaar is, en dat beide helften uit elkaar beweegbaar zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het lichaam met de ten minste ene trechtervormige uitsparing naar beneden toe beweegbaar is.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de middelen voor het in de houder aanleggen van een van boven naar beneden toe gerichte luchtstroom gevormd worden door een in de houder aangebracht rooster, waarbij de onderzijde van de houder met een bron van vacuüm verbonden is.
10. Inrichting volgens een van de conclusies 5-9, met het kenmerk, dat stromingsmiddelen zijn aangebracht voor het aan de rand van de plant opwekken van een naar boven toe gerichte luchtstroom.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de stromingsmiddelen gevormd worden door in het lichaam aangebrachte kanalen, waarvan het boveneinde uitmondt in de trechtervormige uitsparing, en waarvan het ondereinde met een bron van perslucht verbindbaar is.
12. Inrichting volgens een van de conclusies 5-11, met het kenmerk, dat in de houder een fixatie-inrichting aanwezig is.
13. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de fixatie-inrichting gevormd wordt door een van flexibel materiaal vervaardigde huls, waarbij tussen de wand van de houder en de huls lucht kan worden geblazen en de huls naar binnen toe vervormbaar is.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de fixatie-inrichting en de kanalen simultaan · met de bron voor perslucht verbindbaar zijn.
15. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies 4-14, met het kenmerk, dat de grijpers gevormd worden door twee grijparmen die van zodanig bollingen zijn voorzien, dat zij door middel van een een deze boiling omringend, in hoofdzakelijk vertikale richting bewegend hulpstuk bestuurbaar zijn, en dat de grijparmen elk van een haakvormig grijpelement zijn voorzien.
16. Inrichting volgens een van de conclusies 4-15, gekenmerkt door een doseerorgaan dat zodanig is gepositioneerd, dat de planten met hun wortels het positioneeror-gaan passeren.
17. Inrichting volgens een van de conclusies 4-16, met het kenmerk, dat de inrichting meervoudig en simultaan bestuurbaar is, en de lichamen door balken gevoerd worden.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de balken op een lopende band zijn bevestigd.
19. Bak, ten gebruike bij de inrichting volgens een van de conclusies 5-18, gekenmerkt door een op enige afstand boven het oppervlak van het teeltsubstraat aangebracht rooster.
20. Bak volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het rooster afneembaar is.
NL9201751A 1992-10-09 1992-10-09 Inrichting voor het in een teeltmedium plaatsen van planten. NL194357C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201751A NL194357C (nl) 1992-10-09 1992-10-09 Inrichting voor het in een teeltmedium plaatsen van planten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201751A NL194357C (nl) 1992-10-09 1992-10-09 Inrichting voor het in een teeltmedium plaatsen van planten.
NL9201751 1992-10-09

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9201751A true NL9201751A (nl) 1994-05-02
NL194357B NL194357B (nl) 2001-10-01
NL194357C NL194357C (nl) 2002-02-04

Family

ID=19861358

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201751A NL194357C (nl) 1992-10-09 1992-10-09 Inrichting voor het in een teeltmedium plaatsen van planten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194357C (nl)

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1241927A1 (en) * 1999-09-01 2002-09-25 Organitech LTD. Self contained fully automated robotic crop production facility
EP1444885A3 (en) * 2003-02-07 2004-08-18 L&P Group B.V. Method and apparatus for a separate arrangement of plants
NL1023590C2 (nl) * 2003-03-21 2004-09-22 H B Engineering B V I O Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken.
WO2005102028A1 (en) * 2004-03-26 2005-11-03 Tagawa Greenhouses, Inc. Plant punch methods and apparatus
US7984583B2 (en) 2001-01-24 2011-07-26 Tagawa Greenhouse Enterprises, Llc Plant punch methods and apparatus
CN104145779A (zh) * 2014-06-19 2014-11-19 铜陵翔宇商贸有限公司 一种植树机器人
FR3011714A1 (fr) * 2013-10-14 2015-04-17 Alpes Conseils Etudes Ingenierie Machine et procede pour la plantation de boutures de plantes, en particulier de boutures de lavande et de lavandin.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2413871A1 (fr) * 1978-01-04 1979-08-03 Pepinieres 4 Vents Machine pour empoter les plants
NL7900943A (nl) * 1979-02-06 1980-08-08 Stichting Inst Mech Plantenstekoverzetinrichting.
WO1990012491A1 (fr) * 1989-04-24 1990-11-01 Claude Ferrand Dispositif pour la mise en place et le positionnement automatique de plants
NL9001839A (nl) * 1990-08-17 1992-03-16 Adrianus Franciscus Maria Flat Werkwijze en inrichting voor het planten van stekken.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2413871A1 (fr) * 1978-01-04 1979-08-03 Pepinieres 4 Vents Machine pour empoter les plants
NL7900943A (nl) * 1979-02-06 1980-08-08 Stichting Inst Mech Plantenstekoverzetinrichting.
WO1990012491A1 (fr) * 1989-04-24 1990-11-01 Claude Ferrand Dispositif pour la mise en place et le positionnement automatique de plants
NL9001839A (nl) * 1990-08-17 1992-03-16 Adrianus Franciscus Maria Flat Werkwijze en inrichting voor het planten van stekken.

Cited By (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1241927A1 (en) * 1999-09-01 2002-09-25 Organitech LTD. Self contained fully automated robotic crop production facility
EP1241927A4 (en) * 1999-09-01 2008-02-20 Organitech Ltd ROBOTIZED, AUTOMATED AND AUTONOMOUS CULTURE PRODUCTION UNIT
US7984583B2 (en) 2001-01-24 2011-07-26 Tagawa Greenhouse Enterprises, Llc Plant punch methods and apparatus
EP1444885A3 (en) * 2003-02-07 2004-08-18 L&P Group B.V. Method and apparatus for a separate arrangement of plants
NL1023590C2 (nl) * 2003-03-21 2004-09-22 H B Engineering B V I O Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken.
WO2005102028A1 (en) * 2004-03-26 2005-11-03 Tagawa Greenhouses, Inc. Plant punch methods and apparatus
FR3011714A1 (fr) * 2013-10-14 2015-04-17 Alpes Conseils Etudes Ingenierie Machine et procede pour la plantation de boutures de plantes, en particulier de boutures de lavande et de lavandin.
CN104145779A (zh) * 2014-06-19 2014-11-19 铜陵翔宇商贸有限公司 一种植树机器人

Also Published As

Publication number Publication date
NL194357B (nl) 2001-10-01
NL194357C (nl) 2002-02-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5557881A (en) Seedling transplanter
US5353723A (en) Seedling array transplanter head
US5573558A (en) Automatic transplanting system
US5911631A (en) Seedling transplanter with easily detachable gripper
EP0746194B1 (en) Multistage plant culture method and multistage plant culture apparatus for use therein
EP1891852B1 (en) Method and collection vehicle for harvesting crops growing on stems
US5765491A (en) Seedling transfer apparatus and method
NL9201751A (nl) Stekinrichting.
CN112804873A (zh) 植物繁殖系统、装置和方法
US5860372A (en) Seedling transplanter with planting fingers
JP3205181B2 (ja) 接ぎ木苗製造装置
JP2002171840A (ja) 水耕苗の定植装置
US20180370740A1 (en) Method Of Providing A Plant Tray With Nestable Cones, As Well As A Device Therefor
GB2260474A (en) Transplanting apparatus for seedlings
JP3122410U (ja) 水耕苗用移植機
WO2022061467A1 (en) Closed loop vertical disengageable aeroponic growing system
JP3306841B2 (ja) 仮植装置
JP2589596B2 (ja) 植物栽培培地の作成装置
JP7196124B2 (ja) 苗の移植装置
US20230128494A1 (en) Arrangement for growing plants on multilayer principle
CN219847484U (zh) 一种可调节式青菜育苗的杀菌设备
JPH0457289B2 (nl)
KR102080277B1 (ko) 채소류 육묘공정용 그물망컵 자동 디스펜서
WO1991015110A1 (en) Methods and apparatus relating to micropropagation
WO2023200343A1 (en) Seedling lifting and root trimming machine

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501