NL1023590C2 - Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken. - Google Patents

Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken. Download PDF

Info

Publication number
NL1023590C2
NL1023590C2 NL1023590A NL1023590A NL1023590C2 NL 1023590 C2 NL1023590 C2 NL 1023590C2 NL 1023590 A NL1023590 A NL 1023590A NL 1023590 A NL1023590 A NL 1023590A NL 1023590 C2 NL1023590 C2 NL 1023590C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
holder
transport device
plant cuttings
plant
Prior art date
Application number
NL1023590A
Other languages
English (en)
Inventor
Willem Hubert Heuterman
Jan Bakkerweerd
Original Assignee
H B Engineering B V I O
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1022993A external-priority patent/NL1022993C2/nl
Application filed by H B Engineering B V I O filed Critical H B Engineering B V I O
Priority to NL1023590A priority Critical patent/NL1023590C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1023590C2 publication Critical patent/NL1023590C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/083Devices for setting plants in pots
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C11/00Transplanting machines
    • A01C11/006Other parts or details or planting machines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C11/00Transplanting machines
    • A01C11/02Transplanting machines for seedlings
    • A01C11/025Transplanting machines using seedling trays; Devices for removing the seedlings from the trays

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET POTEN VAN PLANTENSTEKKEN EN HOUDER VOOR PLANTENSTEKKEN
De uitvinding betreft een inrichting voor het poten van plantenstekken in kweekbakken, omvattend een eerste transportinrichting voor het in een eerste aanvoerrichting aanvoeren van met een teeltmedium gevulde kweekbakken, een 5 met de eerste transportinrichting samenwerkende tweede transportinrichting voor het in een tweede aanvoerrichting aanvoeren van plantenstekken en een met de eerste en tweede transportinrichting samenwerkende derde transportinrichting voor het transporteren van plantenstekken van de tweede naar 10 de eerste transportinrichting.
Uit het Nederlandse octrooi nr. 194357 is bekend een inrichting voor het in een teeltmedium plaatsen van planten. Bij deze bekende inrichting is een groot aantal van gaten voorziene staven bevestigd op een transportband die langzaam 15 wordt aangedreven. De planten worden met de hand in de nabijheid van desbetreffende openingen aangebracht, waarna de planten worden gefixeerd en aangegrepen door een meervoudige aangrijpinrichting, die in verticale en. horizontale richting verplaatsbaar is.
20 Het is een inherent nadeel van de bekende inrichting dat de te poten planten op handmatige wijze ingevoerd moeten worden. Dit proces, dat zoals beschreven met een grote snelheid kan plaatsvinden, is monotoon, arbeidsintensief en daarmee duur.
25 Het is een doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen voor het machinaal poten van plantenstekken in een teeltmateriaal, bijvoorbeeld aarde, die een alternatief biedt voor het op handmatige wijze poten, zonder dat monotone en dure arbeid vereist is voor het invoeren van afzonderlijke 30 plantenstekken in die inrichting.
Het is voorts een doel een dergelijke inrichting te verschaffen die eenvoudig te bedienen is, en waarvan de onderhouds- en exploitatiekosten relatief laag gehouden _ _ _ MM Jfc H kunnen worden.
Deze doelen worden bereikt met een inrichting van het in de aanhef genoemde type, waarbij overeenkomstig de uitvinding de tweede transportinrichting ten minste een 5 houdertransporteur omvat voor het opeenvolgend aanvoeren van in langwerpige strookvormige houders opgenomen I plantenstekken.
In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de I uitvinding strekt de tweede aanvoerrichting zich in 10 bedrijfstoestand horizontaal en evenwijdig aan of dwars op de I eerste aanvoerrichting uit.
De houdertransporteur in een inrichting volgens de I uitvinding omvat bijvoorbeeld een van meeneemelementen I voorziene transportketting, die bij voorkeur om twee in I 15 bedrijfstoestand verticale kettingwielen is geslagen.
I De meeneemelementen zijn bedoeld voor het daaraan losbaar bevestigen van de strookvormige houders. Door de verticale I stand van de kettingwielen neemt de transportketting in een I horizontaal vlak relatief weinig ruimte in, zodat het op I 20 eenvoudige wijze mogelijk is meerdere transportkettingen I evenwijdig aan elkaar in een inrichting volgens de uitvinding op te nemen.
I In weer een uitvoeringsvorm strekt de derde I transportinrichting zich in bedrijfstoestand boven de eerste I 25 en de tweede transportinrichting uit en omvat deze derde I transportinrichting ten minste een tussen de eerste en tweede I transportinrichting en in verticale richting verplaatsbare grijper voor het opnemen van een plantenstek uit een door de tweede transportinrichting aangevoerde houder en het lossen I 30 van die plantenstek in een door de eerste transportinrichting aangevoerde kweekbak.
I In een voordelige uitvoeringsvorm van een inrichting met I een grijper is de inrichting overeenkomstig de uitvinding I voorzien van een in bedrijfstoestand in verticale richting 35 beweegbaar afbuigelement voor het afbuigen van tenminste een tweede plantenstek in de door de tweede transportinrichting aangevoerde houder eerstvolgend op de door de grijper op te 3 nemen eerste plantenstek.
De verticale beweging van een afbuigelement in een dergelijke uitvoeringsvorm wordt op zodanige wijze gesynchroniseerd met het transport van de houder, dat een of 5 meer plantenstekken volgend op de op te nemen plantenstek tijdens het transport in contact komen met het zich neerwaarts bewegende afbuigelement, als gevolg waarvan deze plantenstekken worden weggebogen van de op te nemen plantenstek, die aldus geheel vrij komt voor opname door de 10 grijper.
In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding voor het in een kweekbak simultaan poten van een aantal van n plantenstekken, waarbij n een geheel getal z 2 is, omvat de tweede transportinrichting een aantal van n zich 15 onderling evenwijdig uitstrekkende houdertransporteurs.
Het aantal n wordt in beginsel bepaald door de vorm en afmetingen van de betreffende kweekbakken: in een praktisch veelvuldig maar zeker niet uitsluitend toegepast voorbeeld van een kunststof kweekbak omvat deze twee rijen van vijf 20 vierkante bakjes naast elkaar, die aan hun bovenrand onderling zijn gekoppeld.
In deze uitvoeringsvorm strekt de -derde transportinrichting zich in bedrijfstoestand bij voorbeeld boven de eerste en de tweede transportinrichting uit en omvat 25 deze derde transportinrichting een tussen de eerste en tweede transportinrichting en in verticale richting verplaatsbaar juk dat is voorzien van n grijpers voor het simultaan opnemen van telkens n door de tweede transportinrichting aangevoerde plantenstekken en het lossen van die plantenstekken in een 30 door de eerste transportinrichting aangevoerde kweekbak.
In een voorkeursuitvoeringsvorm waarbij de eerste en tweede aanvoerrichting in bedrijfstoestand horizontale richtingen zijn, is de onderlinge afstand van de n houdertransporteurs gelijk aan de onderlinge afstand van de 35 in kweekbakken op de eerste aanvoerrichting te poten plantenstekken en is het juk bij voorkeur in verticale projectie onder een hoek van 45° met de eerste en de tweede H aanvoerrichting geplaatst.
Plaatsing van het juk onder een hoek van 45° biedt het I voordeel dat de onderlinge afstand van de op te nemen en de I te poten plantenstekken een factor y/2 (» 1,4) groter is dan I 5 de ondelinge afstand tussen die plantenstekken in de I evenwijdige houdertransporteurs of in de kweekbakken. De grotere onderlinge afstand heeft als logisch gevolg dat de kans op onderling contact tussen de plantenstekken tijdens het uit de houders verwijderen en poten, en dus de kans op 10 beschadigingen van de plantenstekken, vrijwel uitgesloten is.
I Een bijkomend voordeel van de plaatsing van het juk onder I een hoek van 45° is van logistieke aard. De besturing van de tweede transportinrichting en van het juk kan op zodanige I wijze worden ingericht, dat de grijpers een eerste maal van I 15 de eerste houdertransporteur een eerste plantenstek, van de I tweede houdertransporteur een tweede plantenstek en van iedere volgende houdertransporteur een volgende plantenstek I grijpen, vervolgens een tweede maal van de eerste I houdertransporteur een tweede plantenstek, van de tweede I 20 houdertransporteur een derde plantenstek en zo voorts I grijpen, al gevolg waarvan de houders in de eerste I houdertransporteur, de houders in de tweede houdertransporteur en de houders in iedere volgende I houdertransporteur opeenvolgend leeg raken zodat volle 25 houders dus ook opeenvolgend in aangrenzende I houdertransporteurs geplaatst moeten worden. Het aldus I plaatsen van volle houders in de houdertransporteurs is een I overzichtelijke en eenvoudige werkwijze, waarbij de kans op I fouten, resulterend in lege plaatsen in de kweekbakken, I 30 vrijwel uitgesloten is.
De uitvinding betreft voorts een houder voor I plantenstekken, omvattend een langwerpige strook flexibel I materiaal, voorzien van houderelementen voor het daarin opnemen van telkens een plantenstek, geschikt voor het I 35 aanvoeren van plantenstekken in een hierboven beschreven I inrichting.
I Overeenkomstig de uitvinding is een dergelijke strook 5 voorzien van telkens paren van insnijdingen in langsrichting, welke paren van insnijdingen een brugelement begrenzen, welk brugelement in samenwerking met de in dwarsrichting van de strook aangrenzende delen van de strook een houderelement 5 verschaft voor het opnemen van een plantenstek.
De houderelementen in een houder volgens de uitvinding worden op eenvoudige wijze verkregen door de brugelementen in een eerste richting dwars op het oppervlak van het flexibele materiaal uit dat oppervlak te drukken, en de aangrenzende 10 delen van de strook in een aan de eerste richting tegengestelde tweede richting dwars op het oppervlak van het flexibele materiaal uit dat oppervlak te drukken. Doordat de insnijdingen zich in langsrichting van de houder uitstrekken, zijn brugelementen in langsrichting van de houder vast met 15 het materiaal van de houder verbonden, als gevolg waarvan de houderelementen bij transport in een pootmachine in langsrichting geen obstakels kunnen vormen, en de kans op obstructies in de pootmachine nihil althans bijzonder gering is.
20 Een houder volgens de uitvinding is bijvoorbeeld vervaardigd uit een kunststof materiaal of uit papier.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de houder vervaardigd uit karton, dat bijvoorbeeld een massa per oppervlakte-eenheid heeft groter dan 200 g/m2.
25 Gevonden is dat een kartonnen houder met een massa per oppervlakte-eenheid die 275 g/m2 bedraagt bijzonder geschikt is voor de beoogde toepassing, en dat deze bovendien op praktisch eenvoudige wijze is te vervaardigen.
Een houder voor plantenstekken volgens de uitvinding is 30 op relatief eenvoudige wijze te vervaardigen uit goedkoop flexibel materiaal tegen relatief lage kosten. Een dergelijke houder heeft bovendien het voordeel dat deze geschikt is voor eenmalig gebruik.
Een houder volgens de uitvinding is ook toepasbaar voor 35 het vervoer van plantenstekken, bijvoorbeeld als luchtvracht. De houder dient dan als alternatief voor het vervoer van plantenstekken in plastic zakjes. Deze plastic zakjes moeten 6 op de plaats van bestemming worden geopend# waarna de stekken moeten worden verenkeld# dat wil zeggen in afzonderlijke stekken worden gesplitst, en vervolgens op handmatige wijze in een teeltmateriaal, bijvoorbeeld aarde# worden gepoot. De 5 houder biedt het voordeel dat de stekken reeds in verenkelde vorm worden getransporteerd
De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekeningen.
10 In de tekeningen tonen
Fig. 1 in deels opengebroken perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van een pootmachine volgens de uitvinding,
Fig. 2 de in fig. 1 getoonde pootmachine in zijaanzicht, 15 Fig. 3 in sterk vereenvoudigd bovenaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een pootmachine volgens de uitvinding, en
Fig. 4 in perspectivisch aanzicht een deel van een uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding.
In de figuren worden overeenkomstige onderdelen aangeduid 20 door dezelfde verwijzingsgetallen.
Fig. 1 toont een pootmachine 30, die een gestel 31 omvat waaraan is bevestigd een horizontale transportband 32 voor het in een eerste aanvoerrichting, weergegeven door pijl 33, aanvoeren van met teelaarde gevulde kunststof kweekbakken 34. 25 In het gestel 31 zijn tussen vijf paar geleidestroken 36 vijf respectieve kettingtransporteurs 35 bevestigd (waarvan er vier niet zijn getoond), die zich horizontaal tot onder de transportband 32 uitstrekken voor het aanvoeren van plantenstekken 37 in een tweede aanvoerrichting, weergegeven 30 door pijl 38, dwars op de eerste aanvoerrichting 33. In het gestel 31 is voorts een derde transportinrichting bevestigd voor het transporteren van plantenstekken 37 van de kettingtransporteur 35 naar de kweekbakken 34 op de transportband 32. De derde transportinrichting omvat in 35 hoofdzaak een vijftal grijpers 39 (waarvan er vier niet zijn getoond), die zijn bevestigd aan een juk 40, dat opgehangen is aan verticale zuigerstang 41 die in een verticale cilinder 7 42 verplaatsbaar is opgenomen. De cilinder 42 is gelagerd aan een geleidestang 46 en gekoppeld met een tweetal kettingtransporteurs 44, aangedreven door een elektromotor 45, voor het verplaatsen van het juk 40 met de grijpers 39 in 5 een horizontale richting, weergegeven door pijl 43, evenwijdig aan de richting 38 van de lager gelegen kettingtransporteurs 35 voor de stekken 37. Boven de kettingtransporteurs 35 is een in verticale richting beweegbaar afbuigraam 51 geplaatst, gedragen door poten 52 10 die worden aangedreven door een aandrijfinrichting 53 (schematisch weergegeven in fig. 3). Dit afbuigraam 51 dient voor het afbuigen in een richting tegengesteld aan de transportrichting 38 van plantenstekken 37 die direct volgen op de door de grijper 39 op te nemen plantenstek 37, teneinde 15 te voorkomen dat behalve laatstbedoelde plantenstek 37 ook de opvolgende plantenstek(ken) 37 door de grijper worden opgenomen.
Fig. 2 toont de inrichting 30 van fig. 1 in zijaanzicht, waarin behalve hierboven genoemde onderdelen ook zijn getoond 20 meeneemelementen 47 aan de transportketting 35 voor de strookvormige houders 1 met plantenstekken 37, verticale kettingwielen 48, 49 voor de respectieve transportkettingen 35, 44 en een aandrijfmotor 29 voor de transportkettingen 35. De figuur toont een grijper 39 onder het aan zuigerstang 41 25 opgehangen juk 40 in drie posities A, B, C. In positie A bevindt de grijper 39 zich juist boven de voorste (in de figuur meest rechtse) plantenstek 37, en is de zuigerstang 41 in zijn meest neerwaartse stand. In deze positie kunnen grijperelementen van grijper 39, bijvoorbeeld twee op zich 30 bekende pneumatisch bediende, met hun open zijde naar elkaar gerichte V-vormige elementen, zich om de plantenstek 37 sluiten. In positie B is de zuigerstang 41 gedeeltelijk in de cilinder 42 getrokken en is de cilinder 42 met de daaraan gekoppelde onderdelen door de transportketting 44 langs de 35 geleidestang 46 in de richting van de transportband 32 (naar rechts in de figuur) getrokken. De grijper 39 omsluit een plantenstek 37, en bevindt zich op het traject tussen de houdertransporteur 35 en kweekbakken 34 op de transportband Η 32. In positie C bevindt de grijper 39 zich juist boven een door de transportband 32 aangevoerde kweekbak 34, en is de zuigerstang 41 zo ver neergelaten dat de grijperlelementen 5 van de grijper 39 met de omsloten plantenstek 37 juist in de I teelaarde in de kweekbak 34 steken. In deze positie kan de door de grijperelementen van grijper 39 omsloten plantenstek.
I 37 gelost worden en kan de zuigerstang 41 verder worden ingetrokken, waarbij de plantenstek 37 in de teelaarde achter 10 blijft. Vervolgens vindt transport van de lege grijper 39 in I omgekeerde richting van positie C naar positie A plaats.
Tijdens het transport van positie A naar positie C wordt de transportketting 35 door middel van een op zich bekende I besturingsschakeling voortbewogen over een zodanige afstand 15 dat de eerstvolgende plantenstek 37 de positie van de laatst I verwijderde plantenstek 37 inneemt. Tijdens het transport van positie C naar positie A wordt de transportband 32 door I middel van een op zich bekende besturingsschakeling I voortbewogen over een zodanige afstand dat de eerstvolgende I 20 plaats voor een te poten plantenstek 37 de positie van de I laatst gepote plantenstek 37 inneemt. Kweekbakken 34 met gepote plantenstekken 37 worden door een I besproeiingsinstallatie (niet getoond) geleid, waarbij de I teelaarde zich sluit om de gepote plantenstekken 37. Volle I 25 houders 1 worden aan het begin van de kettingtransporteur 35 I (links in de figuur) aan de meeneemelementen 47 vastgehaakt, lege houders 1 worden aan het eind van de kettingtransporteur I 35 (rechts in de figuur) handmatig of mechanisch op I eenvoudige wijze verwijderd.
I 30 Fig. 3 toont in sterk vereenvoudigd bovenaanzicht een pootmachine 50, met een transportband 32 voor het aanvoeren I van kweekbakken 34 die elk twee rijen van vijf vierkante I bakjes naast elkaar en dwars op de eerste aanvoerrichting 33 bevatten, die aan hun bovenrand onderling zijn gekoppeld. In 35 een richting voorgesteld door pijl 38 dwars op de transportband 32 strekken zich tien kettingtransporteurs 35 uit, waarvan de onderlinge afstand gelijk aan de onderlinge 9 afstand van de in de kweekbakken 34 te poten plantenstekken 37. Boven de transportband 32 en de kettingtransporteurs 35 zijn twee in de richting 38 verplaatsbare en door een dwarsbalk 54 onderling gekoppelde jukken 40, elk voorzien van 5 vijf in verticale richting verplaatsbare grijpers 39, in verticale projectie onder een hoek van 45° met de eerste 33 en de tweede aanvoerrichting 38 geplaatst. De werking van de pootmachine 50 is identiek aan die van de onder fig. 1 en 2 hierboven beschreven pootmachine 30, met dien verstande dat 10 in één bewegingscyclus van de jukken 40 in de aanvoerrichting 33 van de kweekbakken 34 telkens op tien opeenvolgende posities en dwars op die aanvoerrichting 33 telkens op twee maal vijf opeenvolgende posities een plantenstek 37 wordt gepoot, waarna de transportband 32 door middel van een op 15 zich bekende besturingsschakeling wordt voortbewogen over een _ zodanige afstand dat niet de eerstvolgende plaats maar de daarop volgende plaats voor een te poten plantenstek 37 de positie van de laatst gepote plantenstek 37 inneemt. Met andere woorden, de kweekbakken 34 worden diagonaalsgewijze 20 gevuld, waarbij telkens de diagonalen met plantenstekken 37 om en om door de grijpers 39 aan het ene juk 40 (links in de figuur) of door de grijpers 39 aan het andere juk 40 (rechts in de figuur) worden gepoot.
Fig. 4 toont een kartonnen strook 1, voorzien van paren 25 van insnijdingen 2, 3 in langsrichting, die telkens een brugelement 4 begrenzen. De brugelementen 4 vormen in samenwerking met de in dwarsrichting van de strook 1 aangrenzende delen 5, 6 van de strook 1 een houderelement voor het opnemen van een plantenstek (niet getoond). De 30 getoonde strook 1 is in het bijzonder geschikt om in te voeren in een kettingtransporteur 35 in een pootmachine 30 of 50 zoals getoond in de figuren 1, 2 of 3, waarbij de strook 1 met zijn eerste en laatste houderelement aan de meeneemelementen 47 van de kettingtransporteur 35 gehaakt kan 35 worden.

Claims (16)

1. Inrichting (30, 50) voor het poten van plantenstekken (37) in kweekbakken (34), omvattend I - een eerste transportinrichting (32) voor het in een I eerste aanvoerrichting (33) aanvoeren van met een teeltmedium I 5 gevulde kweekbakken (34), I - een met de eerste transportinrichting (32) I samenwerkende tweede transportinrichting (35) voor het in een tweede aanvoerrichting (38) aanvoeren van plantenstekken (37) I en 10 een met de eerste (32) en tweede transportinrichting I (35) samenwerkende derde transportinrichting (44) voor het I transporteren varT plantenstekken (37) van de tweede (35) naar I de eerste transportinrichting (32), met het kenmerk, dat de I tweede transportinrichting ten minste een houdertransporteur I 15 (35) omvat voor het opeenvolgend aanvoeren van in langwerpige I strookvormige houders (1) opgenomen plantenstekken (37).
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste I transportinrichting een in bedrijfstoestand horizontaal opgstelde transportband bevat, met het kenmerk, dat de tweede I 20 aanvoerrichting zich in bedrijfstoestand horizontaal en evenwijdig aan de eerste aanvoerrichting uitstrekt.
3. Inrichting (30, 50) volgens conclusie 1, waarbij de eerste transportinrichting een in bedrijfstoestand I horizontaal opgstelde transportband (32) bevat, met het I 25 kenmerk, dat de tweede aanvoerrichting (38) zich in I bedrijfstoestand horizontaal en dwars op de eerste I aanvoerrichting (33) uitstrekt.
4. Inrichting (30, 50) volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de houdertransporteur een van I 30 meeneemelementen voorziene transportketting (35) omvat.
5. Inrichting (30, 50) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de transportketting (35) om twee in I bedrijfstoestand verticale kettingwielen (48) is geslagen.
6. Inrichting (30, 50) volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de derde transportinrichting (44) zich in bedrijfstoestand boven de eerste (32) en de tweede transportinrichting (35) uitstrekt en ten minste een tussen de eerste (32) en tweede transportinrichting (35) en in 5 verticale richting verplaatsbare grijper (39) omvat voor het opnemen van een plantenstek (37) uit een door de tweede transportinrichting (35) aangevoerde houder (1) en het lóssen van die plantenstek (37) in een door de eerste transportinrichting (32) aangevoerde kweekbak (34).
7. Inrichting (30, 50) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een in bedrijfstoestand in verticale richting beweegbaar afbuigelement (51) voor het afbuigen van tenminste een tweede plantenstek (37) in de door de tweede transportinrichting (35) aangevoerde houder (1) 15 eerstvolgend op de door de grijper op te nemen eerste plantenstek (37).
8. Inrichting (30, 50) volgens een der conclusies 1-7 voor het in een kweekbak (34) simultaan poten van een aantal van n plantenstekken (37), waarbij n een geheel getal * 2 is, 20 met het kenmerk, dat de tweede transportinrichting een aantal van n zich onderling evenwijdig uitstrekkende houdertransporteurs (35) omvat.
9. Inrichting (30, 50) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de derde transportinrichting (44) zich in 25 bedrijfstoestand boven de eerste (32) en de tweede transportinrichting (35) uitstrekt en een tussen de eerste (32 en tweede transportinrichting (35) en in verticale richting verplaatsbaar juk omvat dat is voorzien van n grijpers (39) voor het simultaan opnemen van telkens n door 30 de tweede transportinrichting (35) aangevoerde plantenstekken (37) en het lossen van die plantenstekken (37) in een door de eerste transportinrichting (32) aangevoerde kweekbak (34).
10. Inrichting (30, 50) volgens conclusie 9, waarbij de 35 eerste (33) en tweede aanvoerrichting (38) in bedrijfstoestand horizontale richtingen zijn, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand van de n H houdertransporteurs (35) gelijk is aan de onderlinge afstand van de in kweekbakken op de eerste aanvoerrichting (32) te poten plantenstekken (37) en het juk (40) in verticale projectie onder een hoek van 45° met de eerste (33) en de 5 tweede aanvoerrichting (38) is geplaatst.
11. Houder (1) voor plantenstekken, omvattend een langwerpige strook (1) flexibel materiaal, voorzien van houderelementen (4, 5, 6) voor het daarin opnemen van telkens een plantenstek, geschikt voor het aanvoeren van H 10 plantenstekken in een inrichting (30, 50) volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de strook (1) is I voorzien van telkens paren van insnijdingen (2, 3) in I langsrichting, welke paren van insnijdingen (2, 3) een brugelement (4) begrenzen, welk brugelement (4) in I 15 samenwerking met de in dwarsrichting van de strook I aangrenzende delen (5, 6) van de strook (1) een houderelement verschaft (4, 5, 6) voor het opnemen van een plantenstek.
12. Houder (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat I deze is vervaardigd uit een kunststof materiaal.
13. Houder (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat I deze is vervaardigd uit papier.
14. Houder (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat I deze is vervaardigd uit karton.
15. Houder (1) volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat I 25 deze een massa per oppervlakte-eenheid heeft groter dan 200 g/m1.
16. Houder (1) volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de massa per oppervlakte-eenheid 275 g/m1 bedraagt.
NL1023590A 2003-03-21 2003-06-03 Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken. NL1023590C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023590A NL1023590C2 (nl) 2003-03-21 2003-06-03 Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022993 2003-03-21
NL1022993A NL1022993C2 (nl) 2003-03-21 2003-03-21 Houder voor plantenstekken en inrichting voor de vervaardiging van een dergelijke houder.
NL1023590 2003-06-03
NL1023590A NL1023590C2 (nl) 2003-03-21 2003-06-03 Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023590C2 true NL1023590C2 (nl) 2004-09-22

Family

ID=33455713

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023590A NL1023590C2 (nl) 2003-03-21 2003-06-03 Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1023590C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3739522A (en) * 1971-07-22 1973-06-19 G Greenbaum Horticultural cell system and method of manufacture
FR2543793A1 (fr) * 1983-04-09 1984-10-12 Hauni Werke Koerber & Co Kg Procede et dispositif pour introduire des plants sensiblement cylindrique dans un bac
US4947579A (en) * 1988-10-19 1990-08-14 Weirton Steel Corporation Computer operated automatic seedling plant transplanting machine
JPH04252113A (ja) * 1991-01-28 1992-09-08 Gumma Pref Gov 果菜類幼苗の接ぎ木方法および接ぎ木装置
NL9201751A (nl) * 1992-10-09 1994-05-02 Visser S Gravendeel Holding Stekinrichting.
JPH10136777A (ja) * 1996-11-06 1998-05-26 Yanmar Agricult Equip Co Ltd 苗接ぎ木におけるクリップの構造
JP2001128551A (ja) * 1999-11-09 2001-05-15 Max Co Ltd フリーサイズの接ぎ木ホルダー

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3739522A (en) * 1971-07-22 1973-06-19 G Greenbaum Horticultural cell system and method of manufacture
FR2543793A1 (fr) * 1983-04-09 1984-10-12 Hauni Werke Koerber & Co Kg Procede et dispositif pour introduire des plants sensiblement cylindrique dans un bac
US4947579A (en) * 1988-10-19 1990-08-14 Weirton Steel Corporation Computer operated automatic seedling plant transplanting machine
JPH04252113A (ja) * 1991-01-28 1992-09-08 Gumma Pref Gov 果菜類幼苗の接ぎ木方法および接ぎ木装置
NL9201751A (nl) * 1992-10-09 1994-05-02 Visser S Gravendeel Holding Stekinrichting.
NL194357C (nl) * 1992-10-09 2002-02-04 Visser S Gravendeel Holding Inrichting voor het in een teeltmedium plaatsen van planten.
JPH10136777A (ja) * 1996-11-06 1998-05-26 Yanmar Agricult Equip Co Ltd 苗接ぎ木におけるクリップの構造
JP2001128551A (ja) * 1999-11-09 2001-05-15 Max Co Ltd フリーサイズの接ぎ木ホルダー

Non-Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 0170, no. 30 (C - 1018) 20 January 1993 (1993-01-20) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 10 31 August 1998 (1998-08-31) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 22 9 March 2001 (2001-03-09) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1996007B1 (en) Device and method for harvesting crop and cropholder
BE1025212B1 (nl) Inrichting voor het transporteren van paddenstoelen
US5463858A (en) Mushroom harvester and method
JP5000135B2 (ja) 自動化プランター
BE1023881B1 (nl) Inrichting voor het plukken van fruit
NL1023590C2 (nl) Inrichting voor het poten van plantenstekken en houder voor plantenstekken.
JPH0675498B2 (ja) 植物裁断移植装置
RU2452671C2 (ru) Установка для упаковки продукта
EP1621061B1 (en) Harvesting device
JPH08140478A (ja) 収穫装置
AU2001100627A4 (en) Apparatus for loading objects into bags
JP2000175561A (ja) キノコの自動収穫装置
JP3047041B1 (ja) キノコの自動収穫装置
NL1018970C2 (nl) Bloemorientatiewijziging bij bossen.
NL1028486C2 (nl) Houder voor plantenstekken en inrichting voor de vervaardiging van een dergelijke houder.
NL1019295C2 (nl) Gerbera-verpakkingsmethode.
NL1021282C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verenkelen van potplanten.
KR101797159B1 (ko) 박스재배 농작물 수확장치
NL2002381C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een hengsel aan een houder met een plantaardig materiaal en houder voorzien van een hengsel.
JPH08205686A (ja) 仮植装置の苗植付機構
NL2010654C2 (nl) Oogstsysteem voor het oogsten van langstelige gewassen.
NL1024960C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van plantdelen.
JPH09121627A (ja) 苗植機
NL2023708B1 (nl) Oogsttransportinrichting en werkwijze
NL1020550C2 (nl) Flexibele pootmachine voor het poten van al dan niet ontkiemde planten.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130101