NL1021282C2 - Inrichting en werkwijze voor het verenkelen van potplanten. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het verenkelen van potplanten 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het verenkelen van potplanten voor verdere behandeling daarvan. De inrichting omvat een eerste transporteur met hoofdzakelijk horizontaal transportvlak voor het naar de verenkelplaats transporteren 10 van rijen potplanten en op de verenkelplaats aangebrachte verenkelmiddelen voor het verenkelen van de potplanten.

Potplanten, zoals azalea's worden dikwijls gekweekt in kassen. Teneinde de ruimte in de kassen optimaal te benutten worden de potplanten aansluitend aan elkaar in rijen 15 opgesteld. De planten ondergaan tijdens de kweek verschillende behandelingen, zo moeten azalea's regelmatig worden gesnoeid om de plant in de gewenste vorm te krijgen.

De potplanten moeten vanuit hun kas opstelling worden verenkeld om de behandeling te kunnen ondergaan.

20 Een verenkelinrichting van het bovengenoemde type is algemeen bekend. Bij deze bekende verenkelinrichting bestaan de verenkelmiddelen uit leiplaten, welke dwars op het transportvlak en aan weerszijden van het midden daarvan zijn geplaatst. De afstand tussen de leiplaten wordt gezien in 25 transportrichting steeds kleiner. De op de transporteur geplaatste planten worden door de leiplaten als het ware in een trechter gevoerd, waarbij de verenkelde potplanten de trechter verlaten.

Het bezwaar van deze bekende inrichting is dat veel 30 potplanten tijdens het verenkelen omvallen, hetgeen vaak tot schade aan de plant leidt.

De uitvinding heeft ten doel bovenstaande inrichting en bijbehorende werkwijze te verbeteren.

1021282* 2

Volgens de uitvinding is de inrichting van het bovengenoemde type gekenmerkt doordat de eerste transporteur zowel in voorwaartse als achterwaartse transportrichting aandrijfbaar is en doordat de verenkelmiddelen omvatten 5 tegenhoudmiddelen voor het in achterwaartse transportrichting tegenhouden van een rij potplanten.

Hierdoor wordt bewerkstelligd dat telkens een rij potplanten op gecontroleerde wijze wordt gescheiden van de overige aansluitende rijen potplanten. Het omvallen van 10 potplanten, en daarmee schade aan de planten wordt tot een minimum gereduceerd.

Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vermeld in de volgconclusies.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een 15 werkwijze voor het verenkelen van potplanten voor verdere behandeling daarvan, zoals gedefinieerd in conclusies 9-11.

De uitvinding zal aan de hand van de bijgevoegde tekeningen nader worden verduidelijkt. In de tekeningen toont: 20 Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het verenkelen van potplanten volgens de uitvinding;

Figuur 2 een inrichting volgens figuur 1 in een eerste stand; 25 Figuur 3 de inrichting van figuur 1 in een tweede stand, en

Figuur 4 de inrichting van figuur 1 in een derde stand.

De inrichting voor het verenkelen van potplanten, 30 zoals azalea's, omvat een eerste brede transportband 1 met hoofdzakelijk horizontaal transportvlak voor het naar de verenkelplaats 2 transporteren van rijen potplanten 3 en op de verenkelplaats 2 aangebrachte verenkelmiddelen voor het 1021282· 3 verenkelen van de potplanten 3. De eerste transportband 1 is zowel in voorwaartse als achterwaartse transportrichting, aangegeven met de dubbele pijl, aandrijfbaar. Met voorwaartse richting wordt een richting naar de verenkelplaats 2 5 toegekeerde richting bedoeld. Met achterwaartse transportrichting wordt een van de verenkelplaats 2 afgekeerde richting bedoeld. Verder omvatten de verenkelmiddelen tegenhoudmiddelen voor het in achterwaartse transportrichting tegenhouden van telkens een rij potplanten 10 3. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de tegenhoudmiddelen een reeks haakvormige tegenhouders 4 die elk gezien in voorwaartse transportrichting achter een potplant 3 gehaakt kunnen worden. De haakvormige tegenhouders 4 strekken zich 15 hoofdzakelijk evenwijdig aan de transportrichtingen van de eerste transportband 1 uit. De tegenhouders 4 bestaan uit een holle buis 5 en een daarin opgenomen staaf 6 met een tot haak omgebogen eind. De staaf 6 kan om een as evenwijdig aan de langsrichting van de holle buis 5 worden gezwenkt. Hierdoor 20 is het haakvormige eind van de staaf 6 vanuit een onwerkzame, naar boven gerichte positie naar een werkzame, achter de potplanten 3 gehaakte positie te zwenken. Het zwenken van de staven 6 vindt plaats nadat sensor 7 potplanten 3 waarneemt.

Grenzend aan het uiteinde van de eerste transportband 25 1 is een bufferplaat 8 aangebracht en grenzend aan de bufferplaat 8 is een tweede, smalle transportband 9 aangebracht, welke aandrijfbaar is in een richting haaks op de transportrichting van de eerste transportband 1. De tweede transportband 9 brengt de verenkelde potplanten 3 naar een 30 locatie waar zij een verdere behandeling ondergaan. Een verdere behandeling kan bestaan uit snoeien of dergelijke.

Ook bij de tweede transportband 9 is een sensor 10 voorzien, 1021282· 4 welke de aanwezigheid van potplanten 3 op de transportband 9 waarneemt.

Verder omvatten de verenkelmiddel opduwmiddelen voor het telkens opduwen van een rij potplanten 3 naar de tweede 5 transportband 9. De opduwmiddelen kunnen zijn gevormd door de haakvormige tegenhouders 4 die in dat geval evenwijdig aan de transportrichtingen van de eerste transportband 1 verplaatsbaar moeten zijn. Echter zijn volgens de in de figuren getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting, de 10 opduwmiddelen gevormd door een balk 11 die zich dwars over de eerste transportband 1 uitstrekt. De balk 11 is verbonden cilinders 12 teneinde in het verticale vlak verplaatsbaar te zijn. De cilinders 12 zijn bevestigd aan een frame 13 voorzien van wielen 14 om te rijden op rails 15. De rails 15 15 zijn evenwijdig aan de eerste transportband 1 aangebracht. Hierdoor is de balk 11 evenwijdig aan de transportrichtingen van de eerste transportband 1 verplaatsbaar. Als alternatief voor het verrijdbare frame 13, kunnen de cilinders 12 in langsrichting van de eerste transportband 1 verplaatsbaar 20 zijn door middel van een verdere cilinder.

Tenslotte is in de tekeningen een derde transportband 16 met leiplaat 17 getoond voor het naar de behandelingsplek transporteren van de verenkelde potplanten 3. Uiteraard is het mogelijk de configuratie van de transportbanden 9, 16 ten 25 opzichte van die getoond in de figuren te wijzigen.

De werkwijze volgens de uitvinding zal aan de hand van de figuren 2-4 worden verduidelijkt. Een groot aantal rijen potplanten 3 worden tegelijkertijd met behulp van een voorheftruck 17 op de eerste transportband 1 geplaatst. De 30 transportband 1 wordt in voorwaartse richting aangedreven totdat de potplanten 3 van een rij tussen de buizen 5 zijn aangekomen, hetgeen wordt waargenomen door sensor 7. Vervolgens worden de staven 6 in de buizen 5 vanuit een 1021282« 5 onwerkzame naar boven stekende positie naar een achter de potplanten gehaakte positie gezwenkt, zoals getoond in figuur 2. Vervolgens wordt de eerste transportband 1 in achterwaartse richting aangedreven, waarbij de haakvormige 5 tegenhouders 4 de rij potplanten 3 tegenhoudt. De eerste transportband 1 wordt zolang in achterwaartse richting aangedreven totdat een gewenste afstand is gecreëerd tussen de verenkelde rij potplanten 3 en de overige rijen potplanten 3. Na of tijdens het in achterwaartse richting aandrijven van 10 de eerste transportband 1 wordt de verenkelde rij potplanten 3 vanaf de eerste transportband 1 overgebracht naar de bufferplaat 8. Hiertoe wordt de balk 11 naar de transportband 1 en richting het transportvlak daarvan verplaatst om op hoogte van de potten van de potplanten 3 te zijn gelegen.

15 Vervolgens wordt het verrijdbare frame 13 evenwijdig aan de voorwaartse richting van transportband 1 verplaatst onder meeneming van de balk 11 en de verenkelde rij potplanten 3 (zie figuur 3). Wanneer sensor 10 waarneemt dat er geen potplanten 3 aanwezig zijn op de tweede transportband 9, 20 wordt de verenkelde rij potplanten 3 overgebracht van de bufferplaat 8 naar de tweede transportband 9. Hiertoe wordt het verrijdbare frame 13 verder in een van de transportbanden 1,9 afgekeerde richting verplaatst. Hierop kan de tweede transportband 9 in een richting haaks op de 25 transportrichtingen van de eerste transportband 1 worden aangedreven om de verenkelde potplanten 3 naar de behandelingplaats te brengen (zie figuur 4).

Ondertussen wordt de balk 11 door de cilinders 12 naar boven verplaatst en wordt het verrijdbare frame 13 in 30 tegengestelde richting terug naar zijn uitgangspositie gereden. De eerste transportband 1 wordt wederom in voorwaartse richting aangedreven om een volgende rij 10it28t* 6 potplanten 3 op hoogte van de haakvormige tegenhouders 4 te brengen.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding is niet beperkt tot in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm.

1021282·

Claims (11)

1. Inrichting voor het verenkelen van potplanten voor verdere behandeling daarvan, omvattende een eerste 5 transporteur met hoofdzakelijk horizontaal transportvlak voor het naar de verenkelplaats transporteren van rijen potplanten en op de verenkelplaats aangebrachte verenkelmiddelen voor het verenkelen van de potplanten, met het kenmerk, dat de eerste transporteur zowel in voorwaartse als achterwaartse 10 transportrichting aandrijfbaar is en dat de verenkelmiddelen omvatten tegenhoudmiddelen voor het in achterwaartse transportrichting tegenhouden van een rij potplanten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tegen-15 houdmiddelen omvatten een reeks haakvormige tegenhouders die elk gezien in voorwaartse transportrichting achter een potplant gehaakt kunnen worden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, verder 20 omvattende een tweede transporteur met een hoofdzakelijk horizontaal transportvlak welke aandrijfbaar is in een richting haaks op de transportrichtingen van de eerste transporteur.

4. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de verenkelmiddelen verder omvatten opduwmiddelen voor het telkens opduwen van een rij potplanten naar de tweede transporteur.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de opduwmiddelen worden gevormd door de tegenhoudmiddelen die evenwijdig aan de transportrichtingen van de eerste transporteur verplaatsbaar zijn. 102128$·

6. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de opduwmiddelen omvatten een staafvormig orgaan, dat zich dwars over de eerste transporteur uitstrekt en evenwijdig aan de transportrichtingen van de eerste transporteur verplaatsbaar 5 is.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het staafvormige orgaan in het verticale vlak verplaatsbaar is.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 3-7, waarbij tussen de eerste en de tweede transporteur een bufferplaat is aangebracht.

9. Werkwijze voor het verenkelen van potplanten voor 15 verdere behandeling daarvan, omvattende de stappen van: - het op een transporteur plaatsen van rijen potplanten; - het in voorwaartse richting aandrijven van de transporteur totdat een rij potplanten is aangekomen op een 20 verenkelplaats; - het tegenhouden van de rij potplanten op de verenkelplaats, en - het in achterwaartse richting aandrijven van de transporteur totdat een vooraf bepaalde afstand is gecreëerd 25 tussen de verenkelde rij potplanten en de resterende rijen potplanten.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, omvattende verder de stappen van: 30. het overbrengen van de verenkelde rij potplanten van de eerste transporteur, eventueel via een bufferplaat, naar een tweede transporteur, en 1021282· - het aandrijven van de tweede transporteur in een richting haaks op de transportrichtingen van de eerste transporteur.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het overbrengen van de verenkelde rij potplanten plaatsvindt na of tijdens het in achterwaartse richting aandrijven van de eerste transporteur. 1021282·