NL2016641B1 - Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor. - Google Patents

Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL2016641B1
NL2016641B1 NL2016641A NL2016641A NL2016641B1 NL 2016641 B1 NL2016641 B1 NL 2016641B1 NL 2016641 A NL2016641 A NL 2016641A NL 2016641 A NL2016641 A NL 2016641A NL 2016641 B1 NL2016641 B1 NL 2016641B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cone
head
cones
stack
stop
Prior art date
Application number
NL2016641A
Other languages
English (en)
Inventor
Keijzer Edward
Original Assignee
Hortiquip Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hortiquip Holding B V filed Critical Hortiquip Holding B V
Priority to NL2016641A priority Critical patent/NL2016641B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2016641B1 publication Critical patent/NL2016641B1/nl

Links

Landscapes

  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien en een planten-tray met uitsparingen. Voor het snel en doelmatig uitvoeren daarvan wordt gebruik gemaakt van een inrichting, welke die i) een kop en ii) een draagoppervlak voor een stapel conussen omvat, waarbij met de kop een eerste wandsectie van een eerste conus wordt aangegrepen en met een stapelaanslag de rest van de stapel conussen wordt tegengehouden waarna de aangegrepen conus wordt vrijgegeven.

Description

Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray met uitsparingen, welke werkwijze omvat - het uitgaande van een stapel geneste conussen verenkelen van geneste conussen, waarbij de stapel geneste conussen een eerste uiteinde heeft en een tweede uiteinde heeft, waarbij - het eerste uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief breed uiteinde van een eerste conus bevindt, en - het tweede uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief smal uiteinde van een laatste conus bevindt; en - zich tussen een bovenrand van de eerste conus en een bovenrand van een tweede conus waarin de eerste conus is opgenomen zich een wandsectie van de eerste conus bevindt; en - het in de uitsparingen van de planten-tray brengen van de verenkelde conussen.
In de tuinbouw wordt gebruik gemaakt van planten-trays voor het in een beginstadium van planten op laten groeien van de planten. De planten-tray omvat een veelheid van uitsparingen waarin een substraat zoals zand of compost wordt gebracht dat stevigheid en mogelijk ook voeding biedt aan de jonge plant. De plant kan door ontkiemen van een zaadje in de uitsparing van de planten-tray zijn ontstaan of in een ander ontwikkelingsstadium in het substraat zijn gebracht (bijvoorbeeld na weefselkweek of door stekken). Het substraat biedt de opgroeiende plant stevigheid. Wanneer de jonge plant groter wordt, moet deze worden verpot. Een bekend probleem is dat het substraat bij het verpotten niet geheel uit de uitsparing wordt meegenomen, hetgeen ongewenst is. Een bekende oplossing is het gebruik van een compostplug waarin de compost met behulp van polyurethaan-schuim tot een geheel is gevormd. Deze oplossing is uit oogpunt van milieu en kosten bedenkelijk. Verder beperkt het de kweker de mogelijkheid zelf de samenstelling van het substraat te kiezen om een optimaal kweekresultaat te bereiken. Een alternatieve oplossing is het gebruik van een gazen conus met daarin groeisubstraat zoals compost. Een dergelijke gazen conus is op de markt verkrijgbaar onder de naam Growcoon®. Doordat de conus in de vorm van gaas is, wordt de conus door de wortels vastgehouden. Bij het verwijderen van het plantje uit de uitsparing van de tray, wordt al het substraat meegenomen. In geval van de Growcoon® is de gazen conus biologisch afbreekbaar en wordt deze in een later stadium vergaand afgebroken.
Een probleem van nestbare conussen is dat het arbeidsintenstief en daardoor kostbaar is de nestbare conussen in de uitsparingen van de planten-tray te brengen.
De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen om dit op een ten minste deels geautomatiseerde wijze te doen.
Hiertoe wordt een werkwijze volgens de aanhef gekenmerkt doordat bij de werkwijze gebruik wordt gemaakt van een inrichting, welke inrichting een frame omvat dat is voorzien van i) een kop en ii) een draagoppervlak voor de stapel conussen; waarbij - de kop en het draagoppervlak relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn gemonteerd tussen i) een eerste stand van de kop waarbij de afstand tussen de kop en het draagoppervlak relatief groot is en ii) een tweede stand waarbij de genoemde afstand relatief klein is, - de inrichting een aanslag voor de eerste conus van de stapel omvat wanneer de kop zich in de tweede stand bevindt, - de kop is ingericht voor het in de tweede stand van de kop aangrijpen van de wandsectie van de eerste conus, - de inrichting een stapelaanslag omvat welke relatief beweegbaar is ten opzichte van het draagoppervlak voor het verschaffen van - een eerste doorlatende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag en het draagoppervlak relatief groot is, en - een tweede blokkerende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag en het draagoppervlak relatief klein is, voor het blokkeren van de tweede conus bij het uitvoeren van een relatieve beweging van de kop en het draagoppervlak van de tweede stand van de kop naar de eerste stand; waarbij de werkwijze de stappen omvat van - het uitvoeren van een relatieve beweging van de eerste stand van de kop naar de tweede stand waarbij in de genoemde tweede stand de eerste conus zich tegen de aanslag bevindt, - het met de kop aangrijpen van de eerste wandsectie van de eerste conus die zich aan het eerste uiteinde van de stapel bevindt op afstand van de bovenrand van de tweede conus waarin de eerste conus is opgenomen, en - het uitvoeren van een relatieve beweging van de kop waardoor deze zich in een stand anders dan de tweede stand bevindt in een toestand waarbij - de stapelaanslag zich in de tweede stand daarvan bevindt en als aanslag voor de bovenrand van de tweede conus fungeert, en - de wandsectie van de eerste conus door de kop is aangegrepen; en - het door de kop vrijgeven van de aangegrepen eerste conus in een relatieve stand van de kop anders dan de tweede stand aan de uitsparing van de planten-tray.
Aldus kan een nestbare conus betrouwbaar en doelmatig in een uitsparing van een planten-tray worden gebracht. Dit geldt ook in geval van een gazen conus die door zijn geringe gewicht, en grote flexibiliteit moeilijk te hanteren is.
Een nestbare conus zoals bruikbaar bij de werkwijze volgens de uitvinding heeft bij voorkeur ook een bodem. In geval van een gazen conus heeft deze bij voorkeur een gazen bodem, zoals bijvoorbeeld de Growcoon® heeft.
Het aangrijpen op de wandsectie van de eerste conus kan bijvoorbeeld onder gebruikmaking van een naald geschieden welke door de wandsectie van de eerste gazen conus wordt gestoken zonder door de wandsectie van de tweede conus te gaan.
De relatieve beweging kan op elke wijze worden bewerkstelligd, bijvoorbeeld door het met een servomotor bewegen van de kop..
De aanslag is met voordeel een aanslag voor de bovenrand (de relatief wijde wandsectie) van de eerste conus.
De stapel kan op een hellend draagoppervlak zijn geplaatst, waarbij de stapel onder invloed van de zwaartekracht over het draagoppervlak beweegt. In plaats daarvan kan ook een draagoppervlak met een aandrijving worden gekozen.
De stapel nestbare conussen maakt bij voorkeur een hoek met de horizontaal van ten hoogste 30°, bij voorkeur een hoek van minder dan 15°. Aldus worden de nestbare conussen niet in elkaar gedrukt. Met de werkwijze volgens de uitvinding kan de nestbare op eenvoudige wijze toch in de gewenste verticale oriëntatie in de planten-tray worden gebracht.
De stapelaanslag heeft bijvoorbeeld de vorm van een borstel (of zelfs een draaiende borstel), waarmee de tweede conus doelmatig kan worden tegengehouden terwijl de eerste conus zodanig stevig wordt aangegrepen dat deze weg van de stapelaanslag kan worden bewogen.
Ofschoon de uitvinding besproken wordt aan de hand gazen conussen, is de uitvinding niet tot dergelijke conussen beperkt, en omvat de term nestbare conussen ook nestbare bloempotjes, zoals van plastic of biologisch afbreekbaar materiaal. De doorsnede van de nestbare conussen kan elke vorm hebben, maar zal in de praktijk meestal rond zijn of polygonaaal, zoals bij voorkeur vierkant, al dan niet met afgeronde hoeken.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de nestbare conussen nestbare gazen conussen zijn.
Dit is een belangrijk toepassingsgebied van de werkwijze volgens de uitvinding.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kop een uitstekend deel omvat, welk uitstekende deel in de eerste conus van de stapel nestbare conussen wordt gebracht en de aanslag verschaft voor de eerste conus van de stapel nestbare conussen.
Dit draagt bij aan het doelmatig grijpen van de eerste conus.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de wandsectie van de eerste conus na het in contact komen van de eerste conus met de aanslag zich tussen een klemsectie van een klem van de kop in een eerste open stand bevindt, waarna de klem naar een tweede gesloten stand wordt gebracht waarbij de klemsectie de wandsectie van de eerste conus tegen het uitsteeksel drukt.
Aldus kan de wandsectie van de eerste conus op eenvoudige en doelmatige wijze worden aangegrepen.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de eerste conus met ten minste twee over de omtrek van de eerste conus verdeelde klemmen wordt aangegrepen.
Aldus wordt vermeden dat de eerste conus bij het van de stapel halen scheel wordt getrokken. Het aantal klemmen is met voordeel twee, aan twee tegenover elkaar gelegen delen van de eerste conus.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het draagoppervlak rollen omvat en de stapel conussen middels zich dwars op de lengterichting van de stapel uitstrekkende rollen in de richting van de kop worden gevoerd.
Rollen maken het mogelijk om weinig wrijving te hebben tussen de stapel conussen en de rollen, mede door het geringe contactoppervlak. Er is geen enkel probleem wanneer de eerste conus in contact met de aanslag komt. De rollen zullen bijvoorbeeld metalen of plastic (zoals PVC) rollen zijn. Met voordeel is ten minste een rol een aangedreven rol.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat na het verenkelen de eerste conus van substraat wordt voorzien.
Dit gebeurt bij voorkeur wanneer de conus in de uitsparing is gebracht. Het substraat is een granulair substraat, bijvoorbeeld een granulair substraat dat ten minste een materiaal gekozen uit zand en compost omvat.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de eerste conus via een onder een hoek geplaatste valbuis in de uitsparing wordt gedeponeerd.
De valbuis zorgt eenvoudig doelmatig en op passieve wijze voor het aanpassen van de oriëntatie van de door de kop vrijgegeven eerste conus, alsmede voor geleiding en positionering ten opzichte van de uitsparing van de planten-tray.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de werkwijze na het met de kop aangrijpen van de wandsectie en voorafgaande aan het uitvoeren van de relatieve beweging van de kop naar een stand anders dan de tweede stand de werkwijze de stap omvat van het verkleinen van de afstand van een deel van de wandsectie van de eerste conus tot de hartlijn van de stapel nestbare conussen ten opzichte van de afstand van de bovenrand van de tweede conus tot de genoemde hartlijn.
In een dergelijk geval kan de aanslag bijvoorbeeld eenvoudig een metalen strip zijn.
Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van een handeling bij een planten-tray, waarbij de inrichting een inrichting is voor het van nestbare conussen voorzien van de planten-tray met uitsparingen, welke inrichting geschikt is voor - het uitgaande van een stapel geneste conussen verenkelen van geneste conussen, waarbij de stapel nestbare conussen een eerste uiteinde en een tweede uiteinde heeft, waarbij - het eerste uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief breed uiteinde van een eerste conus bevindt, en - het tweede uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief smal uiteinde van een laatste conus bevindt; en - het in de uitsparingen van de planten-tray brengen van de verenkelde conussen; waarbij - de inrichting een frame omvat dat is voorzien van i) een kop en ii) een draagoppervlak voor de stapel conussen; waarbij de kop en het draagoppervlak relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn gemonteerd tussen een eerste stand waarbij de afstand tussen de kop en het draagoppervlak relatief groot is en een tweede stand waarbij de genoemde afstand relatief klein is, - de inrichting een aanslag voor de eerste conus van de stapel omvat, - de kop is ingericht voor het in de tweede stand van de kop aangrijpen van een wandsectie van de eerste conus, - de inrichting een stapelaanslag omvat welke relatief beweegbaar is ten opzichte van het draagoppervlak voor het verschaffen van - een eerste doorlatende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag en het draagoppervlak relatief groot is, en - een tweede blokkerende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag en het draagoppervlak relatief klein is, voor het blokkeren van de tweede conus bij het uitvoeren van een relatieve beweging van de kop en het draagoppervlak van de tweede stand van de kop naar de eerste stand.
Een dergelijke inrichting is zeer geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding.
De inrichting omvat bij voorkeur een reeks parallel geplaatste koppen, welke met elkaar verbonden zijn en als 1 geheel kunnen worden verplaatst ten opzichte van het draagoppervlak. Aldus kunnen tegelijk veel eerste conussen van de stapel worden genomen en aan een planten-tray worden afgegeven. Dit vergroot de snelheid waarmee een planten-tray van conussen kan worden voorzien.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting een valbuis omvat voor het in de eerste stand door de kop afgeven van een van de stapel verwijderde eerste conus.
De valbuis zorgt eenvoudig doelmatig en op passieve wijze voor geleiding en positionering.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de inrichting is voorzien van een lichtsensor voor het detecteren van de passage van de eerste door de kop aan de valbuis afgegeven conus.
De lijn tussen de lichtbron, welke de vorm kan hebben van een lichtdoorlatend gat in de valbuis, en de lichtsensor maakt bij voorkeur een hoek tussen 0,5° en 10°, bij voorkeur tussen 1 en 5°, met een vlak dwars op de hartlijn door de valbuis. Hiervan wordt gedacht dat dit de betrouwbaarheid van de detectie van een conus welke een bodem bezit vergroot en/of vergemakkelijkt. De valbuis is bij voorkeur niet-lichtdoorlatend, bijvoorbeeld van metaal en met voordeel donker kunststof, waardoor de lichtsensor in enige mate van omgevingslicht is afgeschermd, hetgeen de detectie vergemakkelijkt.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het draagoppervlak een veelheid van rollen omvat.
Rollen maken het mogelijk om weinig wrijving te hebben tussen de stapel conussen en de rollen, mede door het geringe contactoppervlak. De stapel wordt daardoor niet op ongewenste wijze wordt samengedrukt waardoor het verenkelen wordt bemoeilijk of zelfs onmogelijk wordt, ook niet wanneer de eerste conus in contact met de aanslag komt. De rollen zullen bijvoorbeeld metalen of plastic (zoals PVC) rollen zijn. Bij voorkeur is ten minste een rol een aangedreven rol.
Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kop een uitstekend deel omvat, welk uitstekende deel de aanslag voor de eerste conus van de stapel nestbare conussen verschaft, waarbij de kop een klem met een klemsectie omvat, waarbij de klemsectie zich in een eerste open stand kan bevinden voor het tussen de klemsectie en het uitsteeksel opnemen van de eerste conus van de stapel, en in een tweede gesloten stand de klemsectie de rand van de eerste conus tegen het uitsteeksel kan drukken.
Aldus kan de eerste conus doelmatig worden vastgegrepen. Met voordeel omvat de kop twee klemmen voor het aan tegenoverliggende zijden aangrijpen van de eerste conus van de stapel. Het uitstekende deel is bij voorkeur een taps-toelopend uitsteeksel dat over een deel van het oppervlak ervan zich parallel met de af te nemen eerste conus uitstrekt.
De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin
Fig. IA tot Fig. 1C een bovenaanzicht, een zijaanzicht en een achteraanzicht op een inrichting volgens de uitvinding tonen; en
Fig. 2A tot Fig. 2E middels bovenaanzichten op een kop voor het aangrijpen van een gazen conus van een stapel nestbare conussen een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding illustreren.
Fig. IA tot Fig. 1C tonen een bovenaanzicht, een zijaanzicht en een achteraanzicht op een inrichting 100 volgens de uitvinding.
De inrichting 100 omvat een frame 101 voorzien van een beweegbaar subframe 102 dat beweegbaar is ten opzichte van een draagoppervlak 103 verschaft door rollen 104. Het frame 101 is boven de rollen 104 voorzien van schotten 105 welke als geleiding fungeren voor een stapel 190 geneste conussen 191 (Fig. 1B) waarvan er in Fig. IA slechts twee zijn weergegeven. De rollen 104 zijn door een motor 106 aangedreven rollen 104. De rollen 104 zijn glad waardoor de stapel 190 weliswaar kan worden getransporteerd maar indien de stapel 190 wordt tegengehouden de rollen 104 zonder problemen voor de stapel 190 door kunnen blijven draaien.
Fig. IA toont een planten-tray 180 met uitsparingen 181, welke uitsparingen 181 voorzien moet worden van gazen conussen.
Het beweegbare subframe 102 is via twee scharende armen met het frame 101 verbonden, waarbij pneumatische cilinders 109 zijn verschaft voor het verschaffen van een lineaire beweging van het beweegbare subframe 102 dwars op de rollen 104 en evenwijdig met het draagoppervlak 103. Bij de getoonde uitvoeringsvorm is het subframe 102 voorzien van vier wielen 110 of lineaire lagers waarmee het subframe 102 over het frame 101 beweegt.
Het beweegbare subframe 102 is voorzien van een reeks koppen 120, waarvan de werking later in detail zal worden uitgelegd. De rol van de koppen 120 is om een gazen conus 191 van de stapel 190 af te nemen en in een valbuis 140 te deponeren, via welke de conus 191 in een uitsparing 181 van de planten-tray terechtkomt.
De inrichting 100 werkt als volgt. Het subframe 102 met de koppen 120 wordt van een eerste stand van de koppen naar de liggende stapels 190 gazen conussen gevoerd. De koppen 120 zijn conisch uitgevoerd en steken in een tweede stand in de gazen conussen en verschaffen een aanslag daarvoor. Doordat de stapels 190 over het draagoppervlak kunnen glijden ondanks de draaiende rollen 104 is daarmee in de tweede punt van de koppen de positie van de eerste conus die zich het dichtst bij de koppen bevindt gedefinieerd.
Een stapelaanslag 150 (Fig. 1B; weggelaten in Fig. IA) wordt naar de koppen 120 bewogen, zodanig dat de eerste conussen worden ingedrukt en de aanliggende tweede conussen niet. Dan worden de eerste conussen na het door de koppen 120 aangrijpen daarvan door het bewegen van het subframe 102 weg van het draagoppervlak 103 gevoerd, terwijl de stapels 190 gazen conussen door de stapelaanslag 150 worden tegengehouden.
De eerste conussen 191 die zich op de koppen 120 bevinden worden losgelaten en middels een afgifteaanslag 160 van de koppen 120 ter plaatse van de valbuizen 140 verwijderd waardoor zij in de valbuizen 140 vallen en in de uitsparingen 181 van de planten-tray 180 terecht komen.
De stapelaanslag 150 kan zeer eenvoudig de vorm hebben van een strip die middels twee pneumatische cilinders 159 tussen een ver van het draagoppervlak 103 gelegen stand (weergegeven in Fig. 1C) en een relatie f dicht bij het draagoppervlak 103 gelegen stand beweegbaar is .
Bij de in Fig. 1B getoonde uitvoeringsvorm is onder het draagoppervlak 103 een tweede stapelaanslag 150' verschaft.
Fig. 2A tot Fig. 2E illustreren middels bovenaanzichten op een kop 120 voor het aangrijpen van een gazen conus 191 van een stapel 190 gazen conussen een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.
Te zien zijn een deel van het subframe 102 voorzien van een kop 120. De kop 120 omvat twee klemmen 221, welke draaibaar zijn rond een as 222. Hefboomarmen 223 worden middels een actuator 230, zoals middels de zuiger van een pneumatische cilinder, ingedrukt waardoor de klemmen 221 in een geopende stand komen (Fig. 2A) en een tegenkracht leverende veren 224 worden ingedrukt. De klemmen 221 moeten bij deze uitvoeringsvorm dus actief gesloten worden en worden passief geopend.
In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de kop 120 een conus-vormig uitsteeksel 225 dat in een gazen conus 191 zal worden gebracht. De kop 120 omvat rondom het uitsteeksel 225 een aanslag 226 voor de bovenrand van de conus 191 van de stapel 190 gazen conussen waar het uitsteeksel 225 wordt ingebracht.
Door de beweging van het subframe 102 van de eerste stand naar de tweede stand wordt het uitsteeksel 225 in de eerste conus 191 van de stapel 190 conussen gebracht (Fig. 1B). Eventueel duwt de kop 120 daarbij de stapel 190 gazen conussen in een richting tegengesteld aan de transportrichting zoals die door de rollen 104 wordt bepaald.
De actuator 230 wordt teruggetrokken waardoor de veren 224 de hefboomarmen 223 wegduwen en de klemmen 221 met de vrije uiteinden 227 daarvan op de wandsectie 292 van alleen de eerste conus 191 van de stapel 190 aangrijpen.
Vervolgens of tegelijk wordt de stapelaanslag 150 in de richting van de hartlijn door de stapel 190 gazen conussen bewogen waardoor deze de conus van de stapel 190 aangrenzend aan de eerste conus 191 kan blokkeren. Daarbij kan de wandsectie van de eerste conus 191 worden ingedrukt in geval het uitsteeksel 225 is afgeplat, waardoor de stapelaanslag 150 als aanslag voor de bovenrand van de tweede conus van de stapel 190 kan fungeren.
In een toestand waarbij de tweede conus van de stapel 190 door de stapelaanslag 150 wordt tegengehouden wordt het subframe 102 en daarmee de kop 120 weg van het draagoppervlak 103 gevoerd onder medeneming van de met de klemmen 221 vastgehouden eerste conus 191.
Voor het afgeven van de door de kop 120 vastgehouden eerste conus 191 wordt de actuator 230 geactiveerd waardoor de klemmen 221 in de geopende stand terechtkomen. Door het bewegen van het subframe 102 met de koppen 120 langs de afgifteaanslag 160 wordt de niet langer vastgehouden eerste conus 191 door de afgifteaanslag 160 van het uitsteeksel 225 geschoven boven de valbuis 140, waardoor de eerste conus 191 in de valbuis 140 valt en door deze geleidt in de betreffende uitsparing 181 van de planten-tray 180 terecht komt. Deze laatste wordt iets verplaatst, waardoor een nieuwe rij van uitsparingen die van een gazen conus moeten worden voorzien onder de uitgaande openingen van de valbuizen 140 komen te staan.
Het zal duidelijk zijn dat de inrichting 100 volgens de uitvinding op eenvoudige wijze het in de uitsparingen brengen van gazen conussen mogelijk maakt, waarbij de verandering van de oriëntatie van de gazen conussen op passieve wijze (door de zwaartekracht) wordt bereikt en voor de koppen 120 met slechts één lineaire translatie (of één door een rotatie gedetineerd pad, in het bijzonder langs een segment van een cirkelbaan) kan worden volstaan.
De actuator 230 kan twee hefboomarmen en dus twee klemmen tegelijk bedienen. Desgewenst kan de actuator 230 daartoe een duwstang met een distale verdikking omvatten.

Claims (14)

  1. C O N C T. U S I E S
    1. Werkwijze voor het van nestbare conussen (191) voorzien van een planten-tray (180) met uitsparingen (181), welke werkwijze omvat - het uitgaande van een stapel (190) geneste conussen verenkelen van geneste conussen, waarbij de stapel (190) geneste conussen een eerste uiteinde heeft en een tweede uiteinde heeft, waarbij - het eerste uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief breed uiteinde van een eerste conus (191) bevindt, en - het tweede uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief smal uiteinde van een laatste conus (191) bevindt; en - zich tussen een bovenrand van de eerste conus (191) en een bovenrand van een tweede conus (191) waarin de eerste conus (191) is opgenomen zich een wandsectie (292) van de eerste conus (191) bevindt; en - het in de uitsparingen (181) van de planten-tray (180) brengen van de verenkelde conussen (191); met het kenmerk, dat bij de werkwijze gebruik wordt gemaakt van een inrichting (100), welke inrichting (100) een frame (101) omvat dat is voorzien van i) een kop (120) en ii) een draagoppervlak (103) voor de stapel (190) conussen; waarbij - de kop (120) en het draagoppervlak (103) relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn gemonteerd tussen i) een eerste stand van de kop (120) waarbij de afstand tussen de kop (120) en het draagoppervlak (103) relatief groot is en ii) een tweede stand waarbij de genoemde afstand relatief klein is, - de inrichting (100) een aanslag (226) voor de eerste conus (191) van de stapel (190) omvat wanneer de kop (120) zich in de tweede stand bevindt, - de kop (120) is ingericht voor het in de tweede stand van de kop (120) aangrijpen van de wandsectie (292) van de eerste conus (191), - de inrichting (100) een stapelaanslag (150) omvat welke relatief beweegbaar is ten opzichte van het draagoppervlak (103) voor het verschaffen van - een eerste doorlatende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag (150) en het draagoppervlak (103) relatief groot is, en - een tweede blokkerende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag (150) en het draagoppervlak (103) relatief klein is, voor het blokkeren van de tweede conus (191) bij het uitvoeren van een relatieve beweging van de kop (120) en het draagoppervlak (103) van de tweede stand van de kop (120) naar de eerste stand; waarbij de werkwijze de stappen omvat van - het uitvoeren van een relatieve beweging van de eerste stand van de kop (120) naar de tweede stand waarbij in de genoemde tweede stand de eerste conus (191) zich tegen de aanslag (226) bevindt, - het met de kop (120) aangrijpen van de eerste wandsectie (292) van de eerste conus (191) die zich aan het eerste uiteinde van de stapel (190) bevindt op afstand van de bovenrand van de tweede conus (191) waarin de eerste conus (191) is opgenomen, en - het uitvoeren van een relatieve beweging van de kop (120) waardoor deze zich in een stand anders dan de tweede stand bevindt in een toestand waarbij - de stapelaanslag (150) zich in de tweede stand daarvan bevindt en als aanslag (226) voor de bovenrand van de tweede conus (191) fungeert, en - de wandsectie (292) van de eerste conus (191) door de kop (120) is aangegrepen; en - het door de kop (120) vrijgeven van de aangegrepen eerste conus (191) in een relatieve stand van de kop (120) anders dan de tweede stand aan de uitsparing (181) van de planten-tray (180).
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de nestbare conussen (191) nestbare gazen conussen (191) zijn.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de kop (120) een uitstekend deel omvat, welk uitstekende deel in de eerste conus (191) van de stapel (190) nestbare conussen wordt gebracht en de aanslag (226) verschaft voor de eerste conus (191) van de stapel (190) nestbare conussen.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de wandsectie (292) van de eerste conus (191) na het in contact komen van de eerste conus (191) met de aanslag (226) zich tussen een klemsectie (227) van een klem van de kop (120) in een eerste open stand bevindt, waarna de klem naar een tweede gesloten stand wordt gebracht waarbij de klemsectie (227) de wandsectie (292) van de eerste conus (191) tegen het uitsteeksel (225) drukt.
  5. 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste conus (191) met ten minste twee over de omtrek van de eerste conus (191) verdeelde klemmen (221) wordt aangegrepen.
  6. 6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagoppervlak (103) rollen (104) omvat en de stapel (190) conussen middels zich dwars op de lengterichting van de stapel (190) uitstrekkende rollen (104) in de richting van de kop (120) worden gevoerd.
  7. 7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij na het verenkelen de eerste conus (191) van substraat wordt voorzien.
  8. 8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste conus (191) via een onder een hoek geplaatste valbuis (140) in de uitsparing (181) wordt gedeponeerd.
  9. 9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze na het met de kop (120) aangrijpen van de wandsectie (292) en voorafgaande aan het uitvoeren van de relatieve beweging van de kop (120) naar een stand anders dan de tweede stand de werkwijze de stap omvat van het verkleinen van de afstand van een deel van de wandsectie (292) van de eerste conus (191) tot de hartlijn van de stapel (190) nestbare conussen ten opzichte van de afstand van de bovenrand van de tweede conus (191) tot de genoemde hartlijn.
  10. 10. Inrichting (100) voor het uitvoeren van een handeling bij een planten-tray (180), met het kenmerk, dat de inrichting (100) een inrichting (100) is voor het van nestbare conussen (191) voorzien van de planten-tray (180) met uitsparingen (181), welke inrichting (100) geschikt is voor - het uitgaande van een stapel (190) geneste conussen verenkelen van geneste conussen, waarbij de stapel (190) nestbare conussen een eerste uiteinde en een tweede uiteinde heeft, waarbij - het eerste uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief breed uiteinde van een eerste conus (191) bevindt, en - het tweede uiteinde het uiteinde is waar zich een relatief smal uiteinde van een laatste conus (191) bevindt; en - het in de uitsparingen (181) van de planten-tray (180) brengen van de verenkelde conussen (191); waarbi j - de inrichting (100) een frame (101) omvat dat is voorzien van i) een kop (120) en ii) een draagoppervlak (103) voor de stapel (190) conussen; waarbij de kop (120) en het draagoppervlak (103) relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn gemonteerd tussen een eerste stand waarbij de afstand tussen de kop (120) en het draagoppervlak (103) relatief groot is en een tweede stand waarbij de genoemde afstand relatief klein is, - de inrichting (100) een aanslag (226) voor de eerste conus (191) van de stapel (190) omvat, - de kop (120) is ingericht voor het in de tweede stand van de kop (120) aangrijpen van een wandsectie (292) van de eerste conus (191), - de inrichting (100) een stapelaanslag (150) omvat welke relatief beweegbaar is ten opzichte van het draagoppervlak (103) voor het verschaffen van - een eerste doorlatende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag (150) en het draagoppervlak (103) relatief groot is, en - een tweede blokkerende stand waarbij de afstand tussen de stapelaanslag (150) en het draagoppervlak (103) relatief klein is, voor het blokkeren van de tweede conus (191) bij het uitvoeren van een relatieve beweging van de kop (120) en het draagoppervlak (103) van de tweede stand van de kop (120) naar de eerste stand.
  11. 11. Inrichting (100) volgens conclusie 10, waarbij de inrichting (100) een valbuis (140) omvat voor het in de eerste stand door de kop (120) afgeven van een van de stapel (190) verwijderde eerste conus (191).
  12. 12. Inrichting (100) volgens een van de conclusies 10 of 11, waarbij de inrichting (100) is voorzien van een lichtsensor voor het detecteren van de passage van de eerste door de kop (120) aan de valbuis (140) afgegeven conus (191).
  13. 13. Inrichting (100) volgens een van de conclusies 10 tot 12, waarbij het draagoppervlak (103) een veelheid van rollen (104) omvat.
  14. 14. Inrichting (100) volgens een van de conclusies 10 tot 13, waarbij de kop (120) een uitstekend deel omvat, welk uitstekende deel de aanslag (226) voor de eerste conus (191) van de stapel (190) nestbare conussen verschaft, waarbij de kop (120) een klem met een klemsectie (227) omvat, waarbij de klemsectie (227) zich in een eerste open stand kan bevinden voor het tussen de klemsectie (227) en het uitsteeksel (225) opnemen van de eerste conus (191) van de stapel (190), en in een tweede gesloten stand de klemsectie (227) de rand van de eerste conus (191) tegen het uitsteeksel (225) kan drukken.
NL2016641A 2016-04-20 2016-04-20 Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor. NL2016641B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016641A NL2016641B1 (nl) 2016-04-20 2016-04-20 Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016641A NL2016641B1 (nl) 2016-04-20 2016-04-20 Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016641B1 true NL2016641B1 (nl) 2017-11-07

Family

ID=61022937

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016641A NL2016641B1 (nl) 2016-04-20 2016-04-20 Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2016641B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR102080277B1 (ko) 2018-10-19 2020-02-21 (주)헬퍼로보텍 채소류 육묘공정용 그물망컵 자동 디스펜서

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR102080277B1 (ko) 2018-10-19 2020-02-21 (주)헬퍼로보텍 채소류 육묘공정용 그물망컵 자동 디스펜서

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0197976B1 (fr) Procede de prehension et de transfert de plants en mottes
EP2904369B1 (fr) Outil de prelevement de materiel vegetal, automate le comportant, cellule de prelevement equipee d'un tel automate et procede de prelevement
US5024048A (en) Apparatus for dispensing containers
US7316189B2 (en) Automated planter
NL2016641B1 (nl) Werkwijze voor het van nestbare conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor.
KR20220086551A (ko) 농업 생산 시스템을 위한 재배타워 구동 유닛
EP0243264A1 (fr) Planteuse et procédé de plantage de plants en mottes
US4970972A (en) Seedling planting machine
EP0609148A1 (fr) Machine automobile de manutention de pots notamment pour exploitations agricoles ou horticoles
US20190045706A1 (en) Systems, Devices and Components for Automated Planting and Supporting Automated Planters and Methods of Using Same
EP0464954A2 (en) Apparatus for transplant propagation
US10494201B2 (en) Method of providing a plant tray with nestable cones, as well as a device therefor
FR2693344A1 (fr) Machine de repiquage automatique de mini-mottes.
NL2018101B1 (nl) Werkwijze voor het van nestbare gazen conussen voorzien van een planten-tray, alsmede een inrichting daarvoor
JPH08140478A (ja) 収穫装置
EP2486783A1 (en) Conveying device for containers for plants and/or flowers
NL2003072C2 (nl) Plantinrichting en werkwijze voor het planten van houders met teeltmateriaal in een ondergrond.
GB2260474A (en) Transplanting apparatus for seedlings
EP1103466A2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Verarbeiten und Verpacken von Pilzen oder dgl.
JPH08205686A (ja) 仮植装置の苗植付機構
NL1021282C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verenkelen van potplanten.
KR102080277B1 (ko) 채소류 육묘공정용 그물망컵 자동 디스펜서
NL1030455C2 (nl) Teeltstelsel.
JPH01291728A (ja) 苗箱等の棚積装置
JPH08308389A (ja) 仮植装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: MAAN INTELLECTUAL PROPERTIES B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: HORTIQUIP HOLDING B.V.

Effective date: 20180528

QB Registration of licences with regard to patents

Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: LICENCE, NEW LICENCE REGISTRATION

Name of requester: MAAN GLUEING TECHNOLOGIES BV

Effective date: 20180802