NL2006175C2 - Transportinrichting voor houders voor planten en/of bloemen. - Google Patents

Description

Transportinrichting voor houders voor planten en/of bloemen

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting zoals is 5 gedefinieerd in de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke transportinrichting is op zich bekend uit BE-1017716. In deze transportinrichting wordt het overbrengorgaan tussen twee transportbanden aangeduid met middelen (verwijzingscijfer 13 in de figuren) om houders zoals bloempotten van transportlijn te veranderen en deze middelen omvatten een 10 mesband, welk is aangeduid in figuur 2 van BE-1017716 met het verwijzingscijfer 14. De bekende transportinrichting is verder voorzien van wielen en derhalve verplaatsbaar. De transportinrichting positioneert een met behulp van de transportbanden getransporteerde rij op de ondergrond en verplaatst zich daarna met behulp van de wielen over een kleine afstand voor het neerzetten van een 15 volgende rij potten op een ondergrond.

Een nadeel van de bekende transportinrichting is dat door de werkingswijze van de inrichting de capaciteit voor het transporteren van potten en het eventueel tijdens transport veranderen van de afstand tussen de potten en tussen de door potten gevormde rijen relatief laag is.

20 Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een transportinrichting te vervaardigen waarmee per tijdseenheid een relatief groot aantal houders kan worden getransporteerd alsmede de afstand tussen de houders kan worden ingesteld.

Een dergelijke doel wordt met behulp van de transportinrichting 25 volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat het overbrengorgaan is voorzien van een arm die van een eerste boven de eerste transportband gelegen positie verplaatsbaar is naar een tweede positie voor het verplaatsen van de rij houders van de overdrachtzone op de eerste transportband naar de tweede transportband waarop verschillende rijen houders te vormen zijn voor verder transport, waarbij de arm bij 30 het terug verplaatsen van de tweede naar de eerste positie de overdrachtzone op de eerste transportband ontwijkt, zodat de houders in de overdrachtzone op de eerste transportband verplaatsbaar zijn tijdens de verplaatsing van de arm van de tweede naar de eerste positie.

2

Een groot voordeel van het gebruik van de arm is dat er rijen houders kunnen worden gevormd op de tweede transportband voor verder transport. Met houders worden in deze tekst zowel potten als trays voor planten en/of bloemen bedoeld. Bovendien doordat de arm tijdens het terug verplaatsen de overdrachtzone 5 en meer in het bijzonder het volume gedefinieerd door de overdrachtzone en de daarop te verzamelen planthouders met inhoud niet doorsnijdt, kan simultaan met het terug verplaatsen van de arm de overdrachtzone van de eerste transportband via aanvoer vanaf de eerste transportband worden gevuld met houders. Door het simultaan vullen van de overdrachtzone en het terug verplaatsen van de arm kunnen 10 er in een bepaalde tijdseenheid meer houders worden getransporteerd tussen de eerste en de tweede transportband, met andere woorden de capaciteit van de transportinrichting wordt vergroot. Verder kunnen op de tweede transportband met behulp van de arm en de variabel in te stellen transportsnelheid van de tweede transportband rijen houders op een gewenste afstand van elkaar worden geplaatst. 15 Als eenmaal voldoende rijen met een gewenste afstand daartussen zijn gevormd kunnen de houders met behulp van bijvoorbeeld een heftruck voorzien van een speciale grijpvork worden opgepakt en verder worden getransporteerd zoals bijvoorbeeld worden geplaatst op een ondergrond.

Een uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding 20 wordt gekenmerkt, doordat de overdrachtzone van de eerste transportband op een nagenoeg identiek verticaal niveau is gelegen als de tweede transportband.

De overdrachtzone vormt slechts een gedeelte van de eerste transportband en de afmetingen komen overeen met de lengte van de arm of de lengte van een te vormen rij houders en de breedte met de maximale diameter van 25 de houders. Indien de overdrachtzone op dezelfde hoogte is gelegen als de tweede transportband dan hoeft slechts een rechtlijnige nagenoeg horizontale verplaatsing te worden uitgevoerd met behulp van de arm. Met behulp van deze rechtlijnige verplaatsing van de arm kunnen de houders dan relatief snel met behulp van de arm van de eerste transportband naar de tweede transportband worden versleept.

30 Een andere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat tijdens de verplaatsing van de arm van de tweede naar de eerste positie, de arm zich via een andere hoogte verplaatst dan tijdens de verplaatsing van de arm van de eerste naar de tweede positie.

3

Verschillende verplaatsingen van de arm zijn denkbaar om via een verticale verplaatsing daarvan het volume gedefinieerd door de overdrachtzone en de daarop te verzamelen plantpotten met inhoud te ontwijken, zodat de overdrachtzone tijdens deze terug verplaatsing van de arm van de tweede naar de 5 eerste positie niet door de arm wordt doorsneden en de overdrachtzone simultaan kan worden gevuld.

Bijvoorbeeld kan de arm vanuit de tweede positie verticaal omhoog worden verplaatst, om daarna een horizontale verplaatsing uit te voeren over de overdrachtzone om daarna weer een verticale verplaatsing naar beneden tot in de 10 eerste positie uit te voeren. Er zijn echter vele combinaties van verticale en horizontale verplaatsing met de arm mogelijk om terug te keren van de twee naar de eerste positie, en om daarbij de overdrachtzone niet te doorsnijden.

Een voorkeurs uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de verplaatsing van de arm van de eerste naar 15 de tweede positie zich in hoofdzaak parallel aan de horizontaal uitstrekt, terwijl de arm rondom een zich horizontaal uitstrekkende scharnieras scharniert tijdens de verplaatsing van de tweede naar de eerste positie.

Een dergelijke verplaatsing van de arm is relatief energiegunstig en is constructietechnisch relatief eenvoudig en kostengunstig vervaardigbaar. Met 20 behulp van de rotatie om de scharnieras kan op eenvoudige wijze de overdrachtzone worden ontweken, zodat deze tijdens de rotatie van de arm kan worden gevuld.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de arm telescopisch invouwbaar of inklapbaar is, zodat de arm in de tweede positie in te vouwen of in te klappen is 25 voordat deze van de tweede positie naar de eerste positie wordt verplaatst.

Met behulp van een dergelijke arm is het eveneens mogelijk om de overdrachtzone te ontwijken tijdens het terug verplaatsen van de arm van de tweede positie naar de eerste positie doordat de afmetingen van de arm zodanig worden aangepast dat deze bij het terug verplaatsen niet de overdrachtzone doorkruisen / 30 doorsnijden. Eenmaal in de eerste positie aangekomen kan de arm zich uitvouwen of uitklappen, zodat met behulp van de arm de volgende rij houders kunnen worden verplaatst van de eerste naar de tweede transportband.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens 4 de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de arm scharnierbaar is bevestigd rondom een zich verticaal uitstrekkende scharnieras waaromheen de arm zich vanuit de tweede positie naar de eerste positie verplaatst in een gebied dat in hoofdzaak buiten de transportbanden is gelegen.

5 Door de arm te scharnieren naar een gebied dat buiten de transportbanden is gelegen voor of tijdens het uitvoeren van de verplaatsing van de arm van de tweede naar de eerste positie, kan eveneens de arm om de overdrachtzone heen worden verplaatst, zodat deze simultaan met deze verplaatsing van de arm kan worden gevuld.

10 Een verdere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de eerste transportband is voorzien van twee opeenvolgende transportbanddelen, waarbij de snelheid tussen de twee transportdelen varieerbaar is voor het instellen van de afstand tussen opeenvolgende potten.

15 Met behulp van een dergelijke eerste transportband kan op eenvoudige wijze de afstand tussen de houders in een enkele rij worden aangepast en ingesteld.

Een andere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de twee opeenvolgende transportbanddelen 20 een eerste en een tweede transportbanddeel omvatten, waarbij de overdrachtzone zich op het tweede transportbanddeel bevindt, en waarbij het eerste transportbanddeel is voorzien van sensoren alsmede houdergeleidingsmiddelen.

Met behulp van de sensoren kunnen de houders voor het vormen van een bepaalde rij worden geteld en kan het eerste transportbanddeel tijdelijk 25 worden stilgezet als de rij met behulp van de arm van de overdrachtzone naar de tweede transportband wordt verplaatst. Met behulp van de geleidingsmiddelen kunnen de houders in een rij worden uitgelijnd.

Een verdere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de transportinrichting is voorzien van een 30 verplaatsbaar onderstel.

De transportinrichting is bij voorkeur voorzien van een wielen omvattend onderstel zodat de transportinrichting op verschillende locaties kan worden ingezet. Met behulp van het onderstel kan de transportinrichting eenvoudig 5 worden verplaatst. Een bijkomend voordeel van de vergrote mobiliteit van de transportinrichting volgens de onderhavige uitvinding is dat deze geschikter wordt voor verhuur.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens 5 de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de transportinrichting is voorzien van een derde aanvoertransportband welke op een ander verticaal niveau is gelegen dan de tweede transportband, waarbij de derde aanvoertransportband via een vierde daaraan aansluitende transportband, een vijfde controletransportband alsmede de eerste transportband houders mee in het bijzonder potten aan de tweede 10 transportband kan aanleveren.

In het bijzonder bij de toepassing bij het opkweken van planten, kan de benodigde afstand tussen potten met planten in een eerste groeifase veel kleiner zijn dan in een tweede groeifase. Door het variëren van de afstand tussen de potten tijdens de groei van de planten kan economisch efficiënt worden omgegaan met de 15 voor een kweker beschikbare ruimte. Met behulp van de transportinrichting omvattende de vijf hierboven aangeduide transportbanden kan op de derde aanvoertransportband met behulp van een vorkheftruck een hoeveelheid rijen potten worden geplaatst, waarvan de afstand tussen de potten voor een volgende groeifase moet worden aangepast. Via de controletransportband waar operators de planten 20 kunnen inspecteren en eventueel onkruid kunnen wieden, worden de potten naarde eerste transportband getransporteerd. Met behulp van de eerste transportband is de afstand tussen de potten in een rij te variëren, terwijl met behulp van de arm en/of de transportsnelheid van de tweede transportband de afstand tussen de rijen aan te passen is indien de potten van de eerste naar de tweede transportband worden 25 verplaatst. De eenmaal op de tweede transportband verzamelde rijen potten kunnen met behulp van een vorkheftruck worden opgepakt en in het veld of in een kast worden neergezet, zodat de planten verder kunnen groeien.

Een nog andere uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de tweede transportband boven de derde 30 aanvoertransportband is gelegen, waarbij de eerste, vierde en vijfde transportbanden vanuit een bedrijfspositie voor het verplaatsen van de houders in te schuiven of in te klappen zijn naar een transportpositie.

De eerste, vierde en vijfde transportbanden zijn inschuifbaar of 6 inklapbaar zodat de ingeklapte transportinrichting voldoet aan de wettelijke afmetingen die gesteld zijn voor een aanhangwagen of voertuig om te worden verplaatst over de openbare weg. Op deze wijze kan de transportinrichting relatief snel en gemakkelijk klaar worden gemaakt voor transport en gebruik op verschillende 5 geografisch op afstand van elkaar gelegen locaties.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een mobiele transportrichting volgens de uitvinding in de transporttoestand, 10 figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van een mobiele transportrichting volgens de uitvinding in de bedrijfstoestand, figuur 3 een perspectivisch aanzicht toont van een mobiele transportrichting volgens de uitvinding in bedrijf, figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van een mobiele 15 transportrichting volgens de uitvinding in bedrijf, figuur 5 een perspectivisch aanzicht toont van een mobiele transportrichting volgens de uitvinding in bedrijf, figuur 6 een perspectivisch aanzicht toont van een mobiele transportrichting volgens de uitvinding in bedrijf, 20 In de verschillende figuren zijn dezelfde onderdelen voorzien van overeenkomende verwijzingscijfers.

De transportinrichting 1 volgens de uitvinding zal aan de hand van de figuren 1-6 worden uitgelegd. In de figuren zijn als houders potten getoond.

Met behulp van de transportinrichting 1 volgens de onderhavige 25 uitvinding zijn potten 2 voor planten en/of bloemen te transporteren van een eerste transportband 3 waarmee de potten 2 in een eerste door pijl P1 aangegeven transportrichting te transporteren zijn naar een tweede transportband 5 waarmee de potten 2 in een tweede zich in hoofdzaak haaks op de eerste transportrichting P1 uitstrekkende transportrichting P2 te transporteren zijn.

30 De transportinrichting 1 is voorzien van een overbrengorgaan omvattende een uitwisselbare arm 7 waarmee een rij potten (zie figuur 3) vanuit een overdrachtzone 9 op de eerste transportband 3 naar de tweede transportband 5 te verplaatsen is. De overdrachtzone 9 vormt slechts een gedeelte van de eerste 7 transportband 3 en de afmetingen komen overeen met de lengte L van de arm 7 en de breedte met de maximale diameter van de potten 2. De eerste transportband 3 is voorzien van twee opeenvolgende transportbanddelen 3a, 3b, waarbij de snelheid tussen de twee transportdelen 3a, 3b varieerbaar is voor het instellen van de afstand 5 tussen opeenvolgende potten 2.

Indien potten 2 met zaden of relatief jonge planten klaargezet moeten worden in een rijen verband, met een voorafbepaalde afstand tussen elke rij en elke pot in een rij dan worden slechts de in de figuren getoonde eerste 3 en tweede transportband 5 gebruikt. De potten worden dan met de hand of machinaal 10 op het begin van de eerste transportband 3 gezet en met behulp van de arm 7 en de tweede transportband 5 kan dan een verband van potten 2 worden vervaardigd op de tweede transportband 5 zoals is getoond in de figuren. Met name bij deze toepassing kunnen in plaats van potten ook trays met behulp van de transportinrichting volgens de onderhavige uitvinding worden getransporteerd.

15 Voor het regelen van de aanvoer in rijen is de eerste transportband 3, meer in het bijzonder het eerste transportbanddeel 3a voorzien van sensoren 11 alsmede pot geleidingsmiddelen 13, 15 voor het vormen van een uitgelijnde rij potten en met behulp waarvan de potten 2 op het juiste moment van het eerste transportbanddeel 3a naar het tweede transportbanddeel 3b worden verplaatst, 20 zodat de arm 7 daarna een in de overdrachtzone 9 gevormde rij naar de tweede transportband 5 kan verplaatsen. De geleidingsmiddelen 13, 15 omvatten onder andere een plank 13 waarmee een kanaal 12 tussen de sensoren 11 en de plank 13 te vormen is waarbij de afstand tussen de plank 13 en de sensoren 11 in te stellen is in afhankelijkheid van de diameter van de potten. Verder omvatten de 25 geleidingsmiddelen 13, 15 een stopmiddel 15 waarmee het transport tussen de transportbanden 3a en 3b tijdeliik stop te zetten is.

De arm 7 omvat de vorm van een beugel 17 waarvan de hoogte is aangepast aan de maximale hoogte van de planten die worden getransporteerd in de potten 2. De arm 7 is uitwisselbaar bevestigd aan de uiteinden 19a, 19b van de 30 beugel 17 zodat de arm met het juiste profiel afhankelijk van de diameter van de potten te bevestigen is aan de beugel 17. De beugel 17 is via een eerste scharnieras 21 verbonden met een verplaatsingsarm 23, welke eveneens via een niet getoonde kantelas over een relatief kleine hoek verplaatsbaar is tussen de in figuur 3 getoonde 8 positie en de in figuur 4 getoonde positie voor het verplaatsen van de beugel 17 met de arm 7 van een eerste boven de eerste transportband 3 gelegen positie die is getoond in figuur 3, naar een tweede nabij of boven de tweede transportband 5 gelegen positie voor het verplaatsen van de rij potten 2 van de overdrachtzone 9 op 5 de eerste transportband 3 naar de tweede transportband 5.

Een bijzonder aspect van de transportinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding is dat de arm 7 bij het terug verplaatsen van de tweede naar de eerste positie de overdrachtzone 9 op de eerste transportband 3 ontwijkt door de beugel 17 te roteren om de scharnieras 21 zoals is getoond in figuur 5. Door de 10 beugel 17 en daarmee de arm 7 te roteren om de scharnieras 21 kunnen de potten 2 in de overdrachtzone 9 op de eerste transportband worden verplaatst. De verplaatsing van de arm 7 om de scharnieras 21 om terug te keren naar de eerste positie zorgt er dus voor dat er per tijdseenheid meer potten 2 van de eerste transportband 3 naar de tweede transportband 5 kunnen worden getransporteerd.

15 Verder worden op de tweede transportband 5 met behulp van de arm 7 en de variabel in te stellen transportsnelheid van de tweede transportband 5 rijen potten 2 in een gewenst verband en op een gewenste afstand van elkaar geplaatst. Als eenmaal voldoende rijen met een gewenste afstand daartussen zijn gevormd kunnen de potten 2 met behulp van bijvoorbeeld een heftruck 40 voorzien 20 van een speciale grijpvork 42 worden opgepakt en verder worden getransporteerd zoals bijvoorbeeld worden geplaatst op een ondergrond.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de transportinrichting 1 voorzien van een derde aanvoertransportband 43 welke onder de tweede transportband 5 is gelegen en zich in dezelfde richting uitstrekt en waarmee potten in dezelfde 25 transportrichting P2 te transporteren zijn. De breedte van de aanvoertransportband 43 is gelijk aan de breedte van de tweede transportband 5, terwijl de lengte korter is maar voldoende lang om plaats te bieden aan een hoeveelheid met behulp van een volledig gevulde vork 42 van de heftruck 40 aan te leveren potten 2. Op het einde van de derde aanvoertransportband 43 is een schraper 45 voorzien die heen en weer 30 verplaatsbaar is voor het verplaatsen van de potten tussen de derde aanvoertransportband 43 naar een vierde transportband 47. Met behulp van de vierde transportband 47 worden de potten in een transportrichting verplaatst die tegengesteld is aan de door pijl P1 aangegeven richting. Via een geleidingsarm 49 9 worden de potten getransporteerd naar een vijfde een hoek met de horizontaal insluitende controletransportband 51 die de potten in een transportrichting verplaatst die tegengesteld is aan de door pijl P2 aangegeven richting. Door de helling van de controletransportband 51 worden de potten eveneens in verticale richting verplaatst.

5 Via een verdere geleidingsarm 53 worden de potten 2 getransporteerd naar de eerste transportband 3, via welke transportband 3 op de hierboven reeds beschreven wijze met behulp van de arm 7 de potten 2 naar de tweede transportband 5 worden verplaatst.

De in de figuren getoonde transportinrichting 1 is bijzonder geschikt 10 voor het opkweken van planten in potten, aangezien met behulp van de transportinrichting volgens de onderhavige uitvinding de benodigde afstand tussen potten 2 met planten kan worden gevarieerd. In een eerste groeifase kan de benodigde afstand tussen de potten veel kleiner zijn dan in een tweede groeifase, waarin de planten in volume toenemen. Door het variëren van de afstand tussen 15 potten tijdens de groei van de planten kan economisch efficiënt worden omgegaan met de voor een kweker beschikbare ruimte. Met behulp van de transportinrichting 1 omvattende de vijf hierboven aangeduide transportbanden 3, 5, 43, 47, 51 kan op de derde aanvoertransportband 43 met behulp van een vorkheftruck 40 een hoeveelheid rijen potten 2 worden geplaatst, waarvan de afstand tussen de potten 20 voor een volgende groeifase dient te worden aangepast. Via de transportband 47, de controletransportband 51 waar operators de planten kunnen inspecteren en eventueel onkruid kunnen wieden, worden de potten 2 naar de eerste transportband 3 getransporteerd. Met behulp van de eerste transportband 3 kan door het variëren van de snelheid tussen de transportdelen 3a, 3b de afstand tussen de potten in een 25 rij worden ingesteld, terwijl met behulp van de arm 7 en/of de transportsnelheid van de tweede transportband 5 de afstand tussen de rijen aan te passen is indien de potten van de eerste naar de tweede transportband worden verplaatst. De eenmaal op de tweede transportband 5 verzamelde rijen potten kunnen met behulp van een vorkheftruck 40 worden opgepakt en in het veld of in een kast worden neergezet, 30 zodat de planten in de potten 2 verder kunnen groeien. Eventueel kunnen de potten 2 met planten in een vrachtwagen of dergelijke worden gezet met behulp van de vorkheftruck 40 voor verder transport.

Afhankelijk van de afmetingen van de planten in de potten 2, kan de 10 beschikbare hoogte voor de planten op de derde aanvoertransportband 43 worden aangepast met behulp van de steunen 61 waarmee de afstand tussen de tweede transportband 5 en de ondergrond kan worden gevarieerd en daarmee de beschikbare hoogte voor de planten op de derde aanvoertransportband 43 .

5 De transportinrichting 1 is verder voorzien van een verplaatsbaar onderstel met wielen 63. Tevens is de transportinrichting voorzien van een koppelmechanisme 65 om te worden gekoppeld met een voertuig voor het verplaatsen van de inrichting. Voor transport worden een gedeelte van de eerste 3a, een gedeelte van de vierde 47 en de controletransportband 51 vanuit een 10 bedrijfspositie (zoals is getoond in figuren 2-6) voor het verplaatsen van de potten 2 ingeschoven of ingeklapt naar een transportpositie zoals is getoond in figuur 1.

Zoals geclaimd in de conclusies zijn er ook andere verplaatsingsmogelijkheden dan de getoonde scharnierverplaatsing voor het verplaatsen van de arm 7 vanuit de tweede positie naar de eerste positie, zodat 15 tegelijkertijd de overdrachtzone 9 met potten 2 kan worden gevuld.

Claims (14)

1. Transportinrichting voor houders voor planten en/of bloemen, welke transportinrichting is voorzien van ten minste een eerste transportband waarmee de 5 houders in een eerste transportrichting te transporteren zijn, alsmede van ten minste een tweede transportband waarmee de houders in een zich onder een hoek bij voorkeur haaks op de eerste transportrichting uitstrekkende tweede transportrichting te transporteren zijn, waarbij de transportinrichting verder is voorzien van een overbrengorgaan waarmee een rij houders vanuit een overdrachtzone op de eerste 10 transportband naar de tweede transportband te verplaatsen is, met het kenmerk, dat het overbrengorgaan is voorzien van een arm die van een eerste boven de eerste transportband gelegen positie verplaatsbaar is naar een tweede positie voor het verplaatsen van de rij houders van de overdrachtzone op de eerste transportband naar de tweede transportband waarop verschillende rijen houders te vormen zijn voor 15 verder transport, waarbij de arm bij het terug verplaatsen van de tweede naar de eerste positie de overdrachtzone op de eerste transportband ontwijkt, zodat de houders in de overdrachtzone op de eerste transportband verplaatsbaar zijn tijdens de verplaatsing van de arm van de tweede naar de eerste positie.

2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 overdrachtzone van de eerste transportband op een nagenoeg identiek verticaal niveau is gelegen als de tweede transportband.

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tijdens de verplaatsing van de arm van de tweede naar de eerste positie, de arm zich via een andere hoogte verplaatst dan tijdens de verplaatsing van de arm van de 25 eerste naar de tweede positie.

4. Transportinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verplaatsing van de arm van de eerste naar de tweede positie zich in hoofdzaak parallel aan de horizontaal uitstrekt, terwijl de arm rondom een zich horizontaal uitstrekkende scharnieras scharniert tijdens de verplaatsing van de tweede naar de 30 eerste positie.

5. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de arm telescopisch invouwbaar is, zodat de arm in de tweede positie in te vouwen is voordat deze van de tweede positie naar de eerste positie wordt verplaatst.

6. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2 of 5, met het kenmerk, dat de arm scharnierbaar is bevestigd rondom een zich verticaal uitstrekkende scharnieras waaromheen de arm zich vanuit de tweede positie naar de eerste positie verplaatst in een gebied dat in hoofdzaak buiten de transportbanden is gelegen.

7. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste transportband is voorzien van twee opeenvolgende transportbanddelen, waarbij de snelheid tussen de twee transportdelen varieerbaar is voor het instellen van de afstand tussen opeenvolgende houders.

8. Transportinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 10 twee opeenvolgende transportbanddelen een eerste en een tweede transportbanddeel omvatten, waarbij de overdrachtzone zich op het tweede transportbanddeel bevindt, en waarbij het eerste transportbanddeel is voorzien van sensoren alsmede houdergeleidingsmiddelen.

9. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de transportinrichting is voorzien van een verplaatsbaar onderstel.

10. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportinrichting is voorzien van een derde aanvoertransportband welke op een ander verticaal niveau is gelegen dan de tweede transportband, waarbij de derde aanvoertransportband via een vierde daaraan aansluitende transportband, 20 een vijfde controletransportband alsmede de eerste transportband houders aan de tweede transportband kan aanleveren.

11. Transportinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tweede transportband boven de derde aanvoertransportband is gelegen, waarbij de eerste, vierde en vijfde transportbanden vanuit een bedrijfspositie voor het 25 verplaatsen van houders in te schuiven of in te klappen zijn naar een transportpositie.

12. Transportinrichting volgens conclusie 10 of 11 met het kenmerk, dat de tranportinrichting is voorzien van een instelmechanisme voor het instellen van de hoogte tussen de tweede en de derde transportband.

13. Voertuig, zoals een vrachtwagen, voorzien van een transport inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

14. Gebruik van een transportinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, en/of gebruik van een voertuig volgens conclusie 12. 5