NL9201751A

NL9201751A - Planting device

Info

Publication number: NL9201751A
Application number: NL9201751A
Authority: NL
Original assignee: Visser S Gravendeel Holding
Priority date: 1992-10-09
Filing date: 1992-10-09
Publication date: 1994-05-02
Also published as: NL194357C; NL194357B

Abstract

The invention relates to a method and device for placing plants into a cultivating medium, comprising: at least one cylindrical container; means for introducing a downwardly directed air flow into the container; gripper means for gripper means which can be moved to above the container and above the cultivating medium; and means for moving the gripper device. The use of this method and this device avoids large amounts of manual work; it is simply necessary for the plants which are to be planted to be placed in the vicinity of the container. This is an action which can easily be carried out at high speed and for which it is possible to use less well-trained labour. Preferably, the means for introducing a downwardly directed air flow into the container are formed by a grate which is arranged in the container, the underside of the container being connected to a vacuum source.

Description

STEKINRICHTINGSTITCHER

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in een teeltmedium plaatsen van planten.The invention relates to a method for placing plants in a cultivation medium.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het tot in een teeltmedium plaatsen van planten.The invention also relates to a device for placing plants up to a cultivation medium.

Het in een teeltmedium plaatsen van planten, hetgeen in het kwekerijbedrijf veelvuldig voorkomt, wordt tot nu toe veelal met de hand uitgevoerd. Dit geldt in het bijzonder voor het zogenaamde stekken, waarbij kleine of jonge planten in een teeltmedium worden geplaatst. Dit teeltmedium kan gevormd worden door bijvoorbeeld minerale wol, zand, aarde, turfmolm, en het teeltmedium kan zijn aangebrach in bijvoorbeeld zogenaamde stekbakken, bloempotten, grondpotten of tabletten in een kas.Placing plants in a cultivation medium, which is a common occurrence in the nursery, has hitherto often been carried out by hand. This is especially true for so-called cuttings, in which small or young plants are placed in a growing medium. This cultivation medium can be formed by, for example, mineral wool, sand, earth, peat dust, and the cultivation medium can be applied in, for example, so-called cutting pots, flower pots, soil pots or tablets in a greenhouse.

Het is duidelijk dat deze met de hand uit te voeren handelingen veel arbeid vereisen, en dat het resultaat tamelijk onregelmatig kan zijn, in het bijzonder met betrekking tot poothoogte en dergelijke.Obviously, these manual operations require a lot of labor, and the result can be quite irregular, especially with regard to leg height and the like.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het vermijden van bovengenoemde problemen.The object of the present invention is to avoid the above-mentioned problems.

Dit doel wordt bereikt door het verschaffen van een werkwijze voor het in een teeltmedium plaatsen van planten, omvattende de volgende stappen: het tot in de nabijheid van een langgerekte, zich hoofdzakelijk vertikaal uitstrekkende houder brengen van de plant; het aanleggen van een van boven naar beneden gerichte luchtstroom in de houder, waardoor de plant ten minste met zijn steel tot in de houder wordt bewogen; het in de houder fixeren van de steel; het door middel van een grijpinrichting aangrijpen van de plant; en het door middel van een grijpinrichting in het teeltmedium plaatsen van de plant.This object is achieved by providing a method for placing plants in a growing medium, comprising the following steps: bringing the plant close to an elongated, substantially vertically extending container; applying a top-down flow of air into the container, whereby the plant is moved at least with its stem into the container; fixing the stem in the holder; gripping the plant by means of a gripping device; and placing the plant in the cultivation medium by means of a gripping device.

Bij het toepassen van deze werkwijze wordt gebruik gemaakt van een inrichting voor het tot in een teeltmedium plaatsen van planten, omvattende: ten minste één cilin dervormige houder; middelen voor het in de houder aanleggen van een van boven naar beneden gerichte luchtstroom; grijpmiddelen voor tot boven de houder en tot boven het teeltmedium beweegbare grijpmiddelen; en middelen voor het bewegen van de grijpinrichting.In applying this method, use is made of a device for placing plants up to a cultivation medium, comprising: at least one cylindrical container; means for applying an air flow directed from the top downwards into the container; gripping means for gripping means movable up to above the container and up to above the cultivation medium; and means for moving the gripping device.

Door het toepassen van deze werkwijze en deze inrichting wordt een grote hoeveelheid menselijke arbeid vermeden; het is slechts noodzakelijk de aan te brengen planten in de nabijheid van de houder te brengen. Dit is een handeling die gemakkelijk met een hoge snelheid kan worden uitgevoerd, en waarvoor gebruik gemaakt kan worden van minder geschoolde krachten.A large amount of human labor is avoided by applying this method and this device; it is only necessary to place the plants to be applied in the vicinity of the container. This is an operation that can be easily performed at a high speed, and for which less skilled forces can be used.

Bovendien is het resultaat niet afhankelijk van menselijke factoren.In addition, the result does not depend on human factors.

Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: fig. 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2: een schematisch perspectivisch gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; fig. 3: een doorsnede-aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding; en fig. 4: een gedeeltelijk weggebroken schematisch perspectivisch aanzicht van een meervoudige machine, waarin de uitvinding is geïncorporeerd.The invention will now be elucidated with reference to the annexed drawings, in which: fig. 1 shows a schematic perspective view of a first embodiment of the device according to the invention; fig. 2 is a schematic perspective partly broken away view of a second embodiment of the invention; fig. 3 is a cross-sectional view of a third embodiment of the invention; and Fig. 4 is a partly broken away schematic perspective view of a multiple machine incorporating the invention.

De in fig. 1 afgeheelde inrichting omvat een basisplaat 1. In de basisplaat 1 is een zich vertikaal uitstrekkend, cilindervormig kanaal 2 aangebracht dat als houder dient. Op de basisplaat 2 zijn twee blokken 3,4 aangebracht die in eenzelfde longitudinale richting naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn. Aan de basisplaat 1 is een met 4 aangeduid bewegingsmechanisme aangebracht dat via een stang 6 het blok 4 kan bewegen. Op eenzelfde wijze is het blok 3 aandrijfbaar door middel van een niet in de tekening weergegeven aandrijfmechanisme dat via een stang 7 met het blok 3 verbonden is.The device shown in fig. 1 comprises a base plate 1. In the base plate 1 a vertically extending, cylindrical channel 2 is arranged which serves as a holder. Two blocks 3,4 are arranged on the base plate 2, which are movable towards and away from one another in the same longitudinal direction. A movement mechanism, denoted by 4, is mounted on the base plate 1 and can move the block 4 via a rod 6. Likewise, the block 3 is drivable by means of a drive mechanism not shown in the drawing, which is connected to the block 3 via a rod 7.

In elk van de blokken is een uitsparing gemaakt die, wanneer de blokken naar elkaar toe zijn bewogen, de vorm heeft van een kegelvormige uitsparing 8. De kegelvormige uitsparing 8 gaat over in een kanaal 9, waarij de as van de kegelvormige uitsparing 8 samenvalt met die van het kanaal 9 en het kanaal 2.A recess is made in each of the blocks, which, when the blocks have moved towards each other, has the shape of a conical recess 8. The conical recess 8 merges into a channel 9, where the axis of the conical recess 8 coincides with that of channel 9 and channel 2.

Verder is de onderzijde van het kanaal 2 verbonden met een niet in de tekening weergegeven slang die via een klep leidt naar een bron van vacuüm. Overigens is de onderzijde van het kanaal 2 afgesloten door middel van een rooster 10.Furthermore, the bottom side of the channel 2 is connected to a hose not shown in the drawing, which leads via a valve to a source of vacuum. Incidentally, the bottom side of the channel 2 is closed by means of a grid 10.

In de plaat 2 zijn twee groepen van elk drie kanalen 11,12 aangebracht die verbonden zijn met een kanaal 13, respectievelijk 14. De kanalen 13 en 14 zijn via een slang 15, respectievelijk 16 verbonden met een in de tekening niet weergegeven bron van perslucht.In the plate 2, two groups of three channels 11, 12 each are arranged, which are connected to a channel 13 and 14 respectively. The channels 13 and 14 are connected via a hose 15 and 16, respectively, to a source of compressed air not shown in the drawing. .

Ten slotte omvat de inrichting een grijpinrichting die gevormd wordt door twee grijparmen 17,18. De grijparm 17 is voorzien van vier grijpvingers 19, terwijl de grijparm 18 voorzien is van twee grijpvingers 20. In de positie, waarin de grijpinrichting een plant 21 aangrijpt, welke positie eveneens in de tekening is weergegeven, grijpen de vingers 20 tussen de paren vingers 19 in.Finally, the device comprises a gripping device which is formed by two gripping arms 17, 18. The gripping arm 17 is provided with four gripping fingers 19, while the gripping arm 18 is provided with two gripping fingers 20. In the position in which the gripping device engages a plant 21, which position is also shown in the drawing, the fingers 20 engage between the pairs of fingers 19 in.

Nu zal de werking van deze inrichting worden beschreven. In de uitgangspositie zijn beide blokken 3,4 naar elkaar toe bewogen, zoals in de tekening is getoond. Verder wordt de bron van vacuüm ingeschakeld, zodat in het kanaal 2,9 een luchtstroom van boven naar beneden ontstaat. Deze luchtstroom strekt zich eveneens in de kegel-of trechtervormige opening heen uit, zodat, wanneer met de hand in de nabijheid van de opening 8 een plant wordt aangebracht, deze met zijn steel naar beneden zal worden gezogen. Deze beweging zet zich voort, totdat de plant met zijn onderzijde tegen het rooster 10 aan rust.The operation of this device will now be described. In the starting position, both blocks 3,4 have moved towards each other, as shown in the drawing. Furthermore, the source of vacuum is switched on, so that an air flow from top to bottom is created in channel 2.9. This air flow also extends into the conical or funnel-shaped opening, so that when a plant is manually placed in the vicinity of the opening 8, it will be sucked down with its stem. This movement continues until the plant rests its underside against the grid 10.

Vervolgens worden door middel van de aandrijfinrichtingen de blokken 3,4 uit elkaar bewogen, en wordt door middel van perslucht een opwaartse luchtstroom opgewekt uit de kanalen 11,12. Overigens wordt hierbij de bron van vacuüm ingeschakeld, zodat de steel van de plant op zijn beweegt. Door de zich aan de zijden van de plant uitstrekkende bovenwaartse luchtstroom worden de bladeren van de plant naar boven bewogen, zodat het voor de grijp-inrichting mogelijk is de steel aan te grijpen. Hiervoor is het van belang dat de blokken 3,4 uit elkaar zijn bewogen.The blocks 3,4 are then moved apart by means of the driving devices, and an upward air flow is generated from the channels 11,12 by means of compressed air. Incidentally, the source of vacuum is switched on here, so that the stem of the plant moves upwards. Due to the upward airflow extending on the sides of the plant, the leaves of the plant are moved upwards, so that it is possible for the gripping device to grip the stem. It is important for this that the blocks 3,4 are moved apart.

Daarna grijpt de grijpinrichting, gevormd door de grijparmen 7,17 de grijpvingers 19,20 de plant 21 aan, zodat de in de figuur getekende positie wordt verkregen. Door middel van het besturen van de grijpinrichting kan de plant naar de gewenste positie worden aangebracht, en daar in een reeds vooraf aangebracht gat in een geschikt teelt-medium worden aangebracht.Then the gripping device, formed by the gripping arms 7,17, the gripping fingers 19,20 engages the plant 21, so that the position shown in the figure is obtained. By controlling the gripping device, the plant can be arranged in the desired position and placed there in an already pre-arranged hole in a suitable cultivation medium.

De in fig. 2 afgebeelde inrichting volgens de uitvinding omvat een balk 22, waarin een aantal kegelvormige openingen 23 is aangebracht. De kegelvormige openin-gen 23 monden uit in kanalen 24. Onder de balk 22 is een hol profiel 25 aangebracht. Op gezette afstanden zijn op het profiel 25 pijpen 26 aangebracht die zodanig gepositioneerd zijn, dat zij door de kanalen 24 en door de trechtervormige openingen 23 van de bovenliggende balk 22 heen beweegbaar zijn.The device according to the invention shown in Fig. 2 comprises a beam 22 in which a number of conical openings 23 are arranged. The conical openings 23 open into channels 24. A hollow profile 25 is arranged under the beam 22. Pipes 26 are arranged at set intervals on the profile 25, such that they can be moved through the channels 24 and through the funnel-shaped openings 23 of the upper beam 22.

Het holle profiel 25 is in vertikale richting beweegbaar ten opzichte van de stang 22.The hollow profile 25 is movable in vertical direction relative to the rod 22.

Het inwendige van het holle profiel 25 is verbonden met een niet in de tekening weergegeven bron van perslucht. Verder strekt zich een vacuümleiding 27 door het holle profiel heen uit die met een niet weergegeven vacuümbron verbonden is, terwijl ter plaatse van elk van de pijpen 24 de vacuümleiding 27 voorzien is van een aftakleiding 28 die leidt naar een in de pijp 26 aangebracht rooster 29. Rondom elk kanaal 24 is een verdeelka-naal 30 aangebracht dat door middel van een toevoermecha-nisme 31 met het inwendige van het profiel 25 is verbon den. Vanaf het verdeelkanaal strekt zich een aantal verti-kale kanalen 32 naar boven toe uit. Het toevoermechanisme is zodanig ingericht, dat bij het naar beneden bewegen van de balk 22 ten opzichte van het profiel 25 het toevoermechanisme geopend wordt en lucht uit. de kanalen 32 treedt, zodat een bovenwaarts gerichte luchtstroom wordt gecre-eerd.The interior of the hollow profile 25 is connected to a source of compressed air not shown in the drawing. Furthermore, a vacuum line 27 extends through the hollow profile which is connected to a vacuum source (not shown), while at the location of each of the pipes 24 the vacuum line 27 is provided with a branch line 28 leading to a grate 29 arranged in the pipe 26 A distribution channel 30 is provided around each channel 24 and is connected to the interior of the profile 25 by means of a feed mechanism 31. A number of vertical channels 32 extend upwardly from the distribution channel. The supply mechanism is arranged such that when the beam 22 moves downwards relative to the profile 25 the supply mechanism is opened and air is expelled. channels 32 enter to create an upwardly directed airflow.

Boven de balk 22 is een met het aantal kegelvormige openingen 23 overeenkomend aantal grijpinrichtingen 33 aangebracht. Elk van de grijpinrichtingen wordt gevormd door twee grijparmen 34,35 die op een draaipunt verend met elkaar zijn verbonden, zodanig, dat aan de einden van beide grijparmen bevestigde grijpstempels 36,37 uit elkaar worden gedrongen.Above the beam 22 a number of gripping devices 33 corresponding to the number of conical openings 23 is arranged. Each of the gripping devices is formed by two gripping arms 34, 35 which are resiliently connected to one another at a pivot point, such that gripping dies 36, 37 attached to the ends of both gripping arms are pushed apart.

Beide grijparmen 34,35 zijn van een boiling 38, respectievelijk 29 voorzien, welke elk geleid worden door in een geleideplaat 40 aangebrachte openingen 41, respectievelijk 42. De geleideplaat 40 is in vertikale richting door middel van een bewegingsmechanisme 43 beweegbaar verbonden met een constructiestang 44. Door het in vertikale richting doen bewegen van 'de geleideplaat 40 openen, respectievelijk sluiten de grijpstempels.Both gripping arms 34,35 are provided with a bilge 38, 29 respectively, each of which is guided by openings 41 and 42 respectively arranged in a guide plate 40. The guide plate 40 is movably connected in vertical direction by means of a movement mechanism 43 to a construction rod 44 By moving the guide plate 40 in the vertical direction, the gripping dies close or close.

Ten slotte is een doseerorgaan 45 aangebracht voor het toedienen van groeistof. Het doseerorgaan 45 wordt gevormd door een bak 46, waarin een hoeveelheid groeistof 47 is aangebracht, en waarboven een langharige borstel 48 door middel van een in de tekening niet weergegeven rota-tie-inrichting roteerbaar is aangebracht.Finally, a dosing member 45 is provided for administering liquid. The dosing member 45 is formed by a tray 46, in which an amount of liquid 47 is arranged, and above which a long-haired brush 48 is rotatably mounted by means of a rotation device (not shown in the drawing).

Vervolgens zal de werking van deze inrichting worden besproken. Aanvankelijk vindt het holle profiel 25 zich in zijn onderste, niet in de tekening weergegeven positie, waarin de ketelvormige uithollingen 23 elk leiden naar het inwendige van de pijpen 26. Daarna wordt de niet in de tekening weergegeven vacuüminrichting ingeschakeld, zodat, evenals bij de vorige uitvoeringsvorm, een benedenwaarts gerichte luchtstroom in de kegelvormige openingen 23 en de daarop aansluitende kanalen 26 ontstaat. Dan worden met de hand de te planten planten toegevoerd aan de omgeving van elk van de openingen 23, hetgeen door zelfs ongeoefend personeel in een hoog tempo kan plaatsvinden.The operation of this device will then be discussed. Initially, the hollow profile 25 is in its lower position, not shown in the drawing, in which the cauldron-shaped recesses 23 each lead to the interior of the pipes 26. Thereafter, the vacuum device not shown in the drawing is switched on, so that, as with the previous one embodiment, a downwardly directed air flow is created in the conical openings 23 and the channels 26 connecting thereto. Then the plants to be planted are manually supplied to the surroundings of each of the openings 23, which can be done at a rapid rate by even untrained personnel.

De planten worden hier elk door de luchtstroom gegrepen, waarbij zij, evenals bij de vorige uitvoeringsvorm, tot in het inwendige van de pijpen 26 worden gezogen, totdat zij met hun bodem tegen het rooster 29 aan rusten.Here, the plants are each gripped by the air stream, being drawn into the interior of the pipes 26, as in the previous embodiment, until they rest with their bottom against the grid 29.

Vervolgens wordt, bij het ingeschakeld houden van de vacuümbron, de balk 25 naar boven bewogen, naar de in fig. 2 weergegeven positie. Het is uiteraard eveneens mogelijk de balk 22 naar beneden te bewegen. Automatisch wordt door het toevoermechanisrae 31 de toevoer van perslucht ingeschakeld, zodat uit elk van de openingen 32 perslucht treedt, en bladeren van de planten naar boven worden geblazen. Vervolgens worden de grijpinrichtingen 33 bekrachtigd door het naar beneden bewegen van de plaat 40, zodat de grijpstempels 36,37 geopend worden, en de construct iebalk 33 naar beneden bewogen wordt, waarna de geleideplaat 40 weer omhoog wordt bewogen en de grijpstempels 36,37 zich sluiten. Vervolgens kunnen door de beweging van de balk 44 de planten naar de gewenste eindpositie worden bewogen, waarbij het aantrekkelijk is, wanneer zij voor het toedienen van groeistof de doseerinrichting 45 passeren.Then, when the vacuum source is kept switched on, the beam 25 is moved upwards to the position shown in Fig. 2. It is of course also possible to move the beam 22 downwards. The supply mechanism of compressed air is automatically switched on by the supply mechanism 31, so that compressed air exits from each of the openings 32 and leaves of the plants are blown upwards. Subsequently, the gripping devices 33 are actuated by moving the plate 40 downwards, so that the gripping dies 36,37 are opened, and the construction beam 33 is moved downwards, after which the guide plate 40 is moved up again and the gripping dies 36,37 are moved Close. Subsequently, by the movement of the beam 44, the plants can be moved to the desired end position, it being attractive when they pass through the dosing device 45 for the application of liquid.

De in fig. 3 afgeheelde uitvoeringsvorm wijkt slechts af van de in fig. 2 afgeheelde uitvoeringsvorm door het feit dat in de buis 26 een huls 49 van flexibel materiaal is aangebracht. Deze huls dient er zorg voor te dragen dat planten, waarvan de steel een geringe dikte heeft, nauwkeurig gecentreerd in de pijp 26 worden gefixeerd, zodat de grijpstempels 36,37 de steel van de plant op de juiste positie kunnen aangrijpen.The embodiment shown in FIG. 3 differs from the embodiment shown in FIG. 2 only in that a sleeve 49 of flexible material is arranged in the tube 26. This sleeve serves to ensure that plants, the stem of which has a small thickness, are accurately centered in the pipe 26, so that the gripping dies 36,37 can engage the stem of the plant in the correct position.

De huls 49 die bijvoorbeeld van elastisch rubber is vervaardigd, is aan zijn bovenzijde verbonden met een ring 50 en aan zijn onderzijde met een ring 51 die ingelaten is in het rooster 29. Verder is onder het rooster 29 een stop 52 aangebracht, waarin een zich rondom uitstrek- kend kanaal 53 is aangebracht dat door middel van een kanaal 54 verbonden is met het inwendige van het holle profiel 25. Het kanaal 53 staat in verbinding met de ruimte tussen de huls 49 en de binnenwand van de buis 26.The sleeve 49, which is for instance made of elastic rubber, is connected at its top with a ring 50 and at its bottom with a ring 51 which is inserted in the grid 29. Furthermore, a plug 52 is arranged under the grid 29, in which a all-round channel 53 is provided, which is connected by means of a channel 54 to the interior of the hollow profile 25. The channel 53 communicates with the space between the sleeve 49 and the inner wall of the tube 26.

Wanneer de plant 21 in de buis 26 terecht is gekomen en met zijn onderzijde op het rooster 29 rust, kan de bron voor vacuüm worden uitgeschakeld, en wordt door middel van perslucht aan de ruimte tussen de huls 49 en de binnenwand van de pijp 26 perslucht toegevoerd, zodat de huls de in fig. 3 weergegeven positie zal bereiken. Vervolgens kan het grijpproces plaatsvinden, waarbij het mogelijk, doch niet noodzakelijk is via de kanalen 32 een bovenwaartse luchtstroom op te roepen, en waarbij, nadat het aangrijpen heeft plaatsgevonden, de toevoer van perslucht aan de huls 49 kan worden stopgezet, zodat de plant 21 vrijelijk kan worden gegrepen.When the plant 21 has entered the tube 26 and rests its underside on the grid 29, the source of vacuum can be switched off, and compressed air is supplied to the space between the sleeve 49 and the inner wall of the pipe 26 by means of compressed air. supplied, so that the sleeve will reach the position shown in Fig. 3. The gripping process can then take place, whereby it is possible, but not necessary, to evoke an upward air flow via the channels 32, and wherein, after the engagement has taken place, the supply of compressed air to the sleeve 49 can be stopped, so that the plant 21 can be freely gripped.

Ten slotte toont fig. 4 een complete plantinrich-ting, waarbij de onderhavige uitvinding is toegepast. Hierbij is een groot aantal staven 22 op een transportband 53 bevestigd die langzaam wordt aangedreven. Met de hand worden de planten 21 in de nabijheid van de desbetreffende openingen 23 aangebracht, welk proces met een grote snelheid kan plaatsvinden. Daarna worden de planten gefixeerd en aangegrepen door een meervoudige grijpinrichting 54, zoals uiteengezet is aan de hand van fig. 2.Finally, Fig. 4 shows a complete planting device using the present invention. A large number of bars 22 are herein mounted on a conveyor belt 53 which is driven slowly. Plants 21 are placed by hand in the vicinity of the respective openings 23, which process can take place at a great speed. Then the plants are fixed and engaged by a multiple gripper 54 as explained with reference to FIG. 2.

Voor het aandrijven van de aangrijpinrichting wordt gebruik gemaakt van een op zich bekend transportme-chanisme 55, hetgeen geen deel vormt van de uitvinding, en hetgeen hier dan ook niet zal worden toegelicht. Het mechanisme dient slechts voor het in vertikale en in horizontale richting verplaatsen van de meervoudige grijp-inrichting 54.A drive mechanism 55, which is known per se, is used to drive the engaging device, which is not part of the invention, and which will therefore not be explained here. The mechanism serves only to move the multiple gripping device 54 vertically and horizontally.

Verder is op de aandrijfinrichting 55 een inrichting 56 aangebracht voor het aanbrengen van gaten. De inrichting 56 wordt gevormd door een balk 57, waaraan een aantal zich naar beneden uitstrekkende staven 58 zijn aangebracht. Aan de onderzijde van de staven 58 zijn naalden 59 bevestigd, waarmee in het teeltmateriaal 60 gaten kunnen worden geprikt. Deze gaten worden daarna gebruikt voor het aanbrengen van de planten 21. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is het teeltmateriaal 60 aangebracht in een bak 61 van een type dat in de tuinbouw algemeen gebruikelijk is.Furthermore, a device 56 is provided on the drive device 55 for making holes. The device 56 is formed by a beam 57, to which a number of downwardly extending bars 58 are mounted. Needles 59 are attached to the underside of the bars 58, with which holes can be pierced in the propagating material 60. These holes are then used for arranging the plants 21. In this exemplary embodiment, the propagating material 60 is arranged in a tray 61 of a type which is commonly used in horticulture.

Voor het steunen van de bladeren van de planten 21 is op de bak een rooster 62 aangebracht dat gevormd wordt door een frame, waarvan de lange zijden van U-vormige profielen 63 zijn voorzien. Met behulp van de profielen 63 rust het frame op de randen van de lange zijden van de bak 61. Tussen de korte zijde van het frame 62 strekken zich staven 64 uit, die de vereiste steunende funktie uitvoeren. Het is uiteraard mogelijk in plaats van een afneembaar rooster gebruik te maken van een vast in de bak 60 aangebracht rooster, hetgeen dan bij voorkeur van kunststof is vervaardigd.To support the leaves of the plants 21, a grid 62 is provided on the tray, which is formed by a frame, the long sides of which are provided with U-shaped profiles 63. With the aid of the profiles 63, the frame rests on the edges of the long sides of the tray 61. Rods 64 extend between the short side of the frame 62, which perform the required supporting function. It is, of course, possible to use instead of a removable grid a fixed grid arranged in the tray 60, which is then preferably made of plastic.

Het is mogelijk in plaats van staven 64 gebruik te maken van wanden die zich tot aan de onderzijde van het teeltmateriaal 60 uitstrekken. Dit kan zowel het geval zijn bij losse als bij vast in de bak aangebrachte roosters .Instead of rods 64, it is possible to use walls which extend to the underside of the propagating material 60. This can be the case with separate as well as with grids fixed in the box.

Claims

A method for placing plants in a cultivation medium, comprising the following steps; - bringing the plant in the vicinity of an elongated, mainly vertically extending container? - applying an air flow directed downwards from above into the container, whereby the plant is moved at least with its stem into the container; - fixing the stem in the holder; - gripping the plant by means of a gripping device; and - placing the plant in the cultivation medium by means of a gripping device.

Method according to claim 1, characterized in that the fixation is released after the plant has been gripped.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that an upwardly directed air flow is applied to the periphery of the plant after the plant has been positioned in the container.

Method according to claim 1, 2 or 3, characterized in that a funnel leading towards the container during positioning is moved downwards after positioning.

Device for placing plants up to a growing medium, comprising: - at least one cylindrical container; - means for applying an air flow directed from the top downwards in the holder? gripping means for gripping means movable up to above the container and up to above the cultivation medium; and - means for moving the gripping device.

Device according to claim 5, characterized by a body with a funnel-shaped recess leading to the container.

Device according to claim 6, characterized in that the body is divisible, and that both halves are movable apart.

Device according to claim 5, characterized in that the body is movable downwards with the at least one funnel-shaped recess.

Device as claimed in any of the claims 5-8, characterized in that the means for applying an air flow directed from the top downwards are formed by a grid arranged in the container, the bottom side of the container connected to a source of vacuum.

10. Device as claimed in any of the claims 5-9, characterized in that flow means are provided for generating an upwardly directed air flow at the edge of the plant.

11. Device as claimed in claim 10, characterized in that the flow means are formed by channels arranged in the body, the upper end of which opens into the funnel-shaped recess, and the lower end of which can be connected to a source of compressed air.

Device according to one of claims 5-11, characterized in that a fixation device is present in the holder.

Device as claimed in claim 9, characterized in that the fixing device is formed by a sleeve made of flexible material, wherein air can be blown between the wall of the container and the sleeve and the sleeve is deformable inwards.

14. Device as claimed in claim 13, characterized in that the fixing device and the channels can be connected simultaneously to the source of compressed air.

Device according to any one of the preceding claims 4-14, characterized in that the grippers are formed by two gripping arms which are provided with bulges such that they can be controlled in the substantially vertical direction by means of an attachment surrounding this boiling and that the gripping arms are each provided with a hook-shaped gripping element.

Device according to any one of claims 4-15, characterized by a metering member positioned in such a way that the plants start to pass the positioner with their roots.

Device according to any one of claims 4-16, characterized in that the device can be controlled multiple and simultaneously and the bodies are guided by beams.

Device according to claim 17, characterized in that the beams are mounted on a conveyor belt.

Tray, for use in the device according to any one of claims 5-18, characterized by a grid arranged some distance above the surface of the cultivation substrate.

A tray according to claim 19, characterized in that the grid is removable.