NL9200888A - Werkwijze en inrichting voor de verwijdering van ammoniumverbindingen uit afvalwater. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor de verwijdering van ammoniumverbindingen uit afvalwater. Download PDF

Info

Publication number
NL9200888A
NL9200888A NL9200888A NL9200888A NL9200888A NL 9200888 A NL9200888 A NL 9200888A NL 9200888 A NL9200888 A NL 9200888A NL 9200888 A NL9200888 A NL 9200888A NL 9200888 A NL9200888 A NL 9200888A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
packed column
waste water
adsorber
liquid
condenser
Prior art date
Application number
NL9200888A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Envicon Eng Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Envicon Eng Gmbh filed Critical Envicon Eng Gmbh
Publication of NL9200888A publication Critical patent/NL9200888A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F1/00Treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F1/20Treatment of water, waste water, or sewage by degassing, i.e. liberation of dissolved gases
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D19/00Degasification of liquids
    • B01D19/0036Flash degasification
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D5/00Condensation of vapours; Recovering volatile solvents by condensation
    • B01D5/0078Condensation of vapours; Recovering volatile solvents by condensation characterised by auxiliary systems or arrangements
    • B01D5/009Collecting, removing and/or treatment of the condensate
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/34Chemical or biological purification of waste gases
    • B01D53/74General processes for purification of waste gases; Apparatus or devices specially adapted therefor
    • B01D53/84Biological processes
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F1/00Treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F1/58Treatment of water, waste water, or sewage by removing specified dissolved compounds
    • C02F1/586Treatment of water, waste water, or sewage by removing specified dissolved compounds by removing ammoniacal nitrogen
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F2101/00Nature of the contaminant
    • C02F2101/10Inorganic compounds
    • C02F2101/16Nitrogen compounds, e.g. ammonia
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A50/00TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE in human health protection, e.g. against extreme weather
    • Y02A50/20Air quality improvement or preservation, e.g. vehicle emission control or emission reduction by using catalytic converters

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Physical Water Treatments (AREA)
  • Gas Separation By Absorption (AREA)
  • Removal Of Specific Substances (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor de verwijdering van ammoniumverbindingen uit afvalwater.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor de verwijdering van ammoniumverbindin-gen uit afvalwater, in het bijzonder uit door filtreren van actief slib verkregen afvalwater.
Het is bekend om het sedimenteerslib uit fermenta-tieprocessen van zuiveringsinrichtingen na te behandelen door het onder druk te filtreren of te centrifugeren. Terwijl de daarbij gewonnen vaste stof vervolgens verbrand of gestort wordt, levert het afwerken van het ammoniumhoudende filtraat aanzienlijke moeilijkheden. De concentratie van ammoniumverbindingen in dergelijke filtraten ligt in het algemeen tussen 0,7 en 1,6 g NH4-N/1.
Uit de cokesindustrie is een werkwijze voor de verwijdering van ammoniumverbindingen uit ammoniumhoudend afvalwater met een concentratie van ongeveer 8-20 g/1 door middel van het zogenaamde strippen met stoom bekend. Het cokesafvalwater bevat naast ammoniak ook C02, H2S en geringe hoeveelheden HCN. Deze werkwijze is niet geschikt voor de behandeling van het genoemde filtraatafvalwater, omdat dit een stoechiometrische overmaat kooldioxyde bevat, dat alle ammonium in de vorm van vluchtig ammoniumwaterstofcar-bonaat (NH4HC03) bindt.
Het is niet mogelijk om het afvalwater in de zuiveringsinrichting te leiden, omdat dit tot een ammonium-kringloop zou leiden.
Aan de andere kant eist de wetgever een beperking van de ammoniumconcentratie tot waarden lager dan 50 mg NH4-N/1.
Om aan deze wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen is het bekend aan het afvalwater een stoechiometrische overmaat natronloog toe te voegen en het afvalwater vervolgens aan een lucht- of stoomstripbehandeling te onderwerpen.. Door het toevoegen van het natronloog wordt de pH waarde van de oplossing op een waarde tussen 10,5_en 11 gebracht. Hierbij wordt het evenwicht van de reaktie door het verschuiven van de pH waarde in de richting van de vrije ammoniak verschoven. Door het toevoegen van natronloog wordt C02 gebonden.
Om deze nogal hoge pH waarden te bereiken zijn aanzielijke hoeveelheden natronloog nodig. Bij gebruik van 30%-ig natronloog wordt bijvoorbeeld 20 liter NaOH per m3 afvalwater gebruikt. Het gevolg is een sterker verzouting van het afvalwater. Door het hoge chemicaliënverbruik zijn bovendien de bedrijfskosten ongewenst hoog.
Ook andere chemische werkwijzen, zoals de zogenaamde MAP-werkwijze (magnesium-ammonium-fosfaat-werkwij ze) brengen een hoog verbruik van chemicaliën met zich mee.
De uitvinding heeft daarom tot doel een werkwijze voor de zuivering van ammoniumhoudend afvalwater te verschaffen, die het mogelijk maakt de ammoniumverbindingen te verwijderen zonder grote hoeveelheden chemicaliën toe te voegen.
De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze die gekenmerkt wordt door de volgende stappen: 1 het afvalwater wordt op weg naar een gepakte kolom verhit tot tenminste 95°C en doorloopt vervolgens een inrichting voor de scheiding van een overwegend uit C02 en NH3 bestaande gasfase van de vloeibare fase die verdere ammoniumverbindingen bevat, 2.1 terwijl de vloeibare fase wordt toegevoerd aan de top van een gepakte kolom en van onderen behandeld wordt met hete stoom, worden 2.2 de in de top van de gepakte kolom vrijkomende stoom, eventueel samen met de eerder uit het afvalwater afgescheiden gasfase, toegevoerd naar een condensator 3 het uit de condensator komende, in wezen ammonium-water stof carbonaatbevattende, condensaat wordt na het toevoegen van een base teruggevoerd naar de top van de gepakte kolom, 4 het uit de condensator als nevel afgevoerd ammoni-umwaterstofcarbonaat wordt aansluitend in een adsorbeerder uitgewassen in een vloeistofkring-loop, 5 het uit de adsorbeerder afkomstige ammoniumwater-stofcarbonaat wordt vervolgens verwijderd, en 6 de uit de gepakte kolom afkomstige, in wezen van ammoniumverbinding vrije afgevoerde vloeistof wordt toegevoerd aan een zuiveringsinrichting of iets dergelijks.
In zijn algemeenste uitvoeringsvorm omvat de werkwijze dus de volgende stappen: - Het ammoniumhoudende afvalwater wordt toegevoerd aan een gepakte kolom. Voordat het in de gepakte kolom wordt geleid wordt het (bij omgevingsdruk) tot een temperatuur van tenminste 95°C verwarmd. Het afvalwater wordt bij voorkeur verwarmd tot de kooktemperatuur. Hiertoe dienen bijvoorbeeld warmteuitwisselaars of andere indirecte verwarmings-inrichtingen. Als gevolg van de verwarming van het afvalwater heeft een sterke ontgassing plaats. Hierbij moet de * scheiding van de gasfase van de vloeibare fase in een afgeschelde inrichting plaats hebben. De gasfase bestaat hierbij overwegend uit ammoniak (NH3) en kooldioxyde (C02).
In de vloeibare fase zijn nog gebonden ammoniumverbindingen . \ (in het bijzonder met organische bestanddelen) aanwezig.
Als gevolg van deze ontgassing wordt ongeveer 70-90% van de totale hoeveelheid C02 gewonnen.
- Na deze eerste scheidingsstap wordt de vloeibare fase toegevoerd aan de gepakte kolom. Van onderen wordt de gepakte kolom zelf gevuld met heet gas (inert gas). Dit hete gas dient hierbij als dragergas, om de hiervoor ingestelde temperatuur (ongeveer 100°C) ook in de stripko-lom te handhaven.
De gepakte kolom heeft bovendien het doel een zo groot mogelijk stofuitwisselingsoppervlak ter beschikking te stellen.
Aan het ondereinde van de gepakte kolom wordt het uitstromende vloeistof, die praktisch vrij is van ammoniumhoudende verbindingen, afgezogen en bijvoorbeeld toegevoerd aan een zuiveringsinrichting.
- De stoom die bovenaan de gepakte kolom vrijkomt wordt aansluitend toegevoerd aan een condensator. Om een zo homogeen mogelijke gas (stoom) fase te verkrijgen kan tot dit doel ook het gas dat afgezogen wordt uit de ontgas-singsinrichting op deze plaats aan de kop van de gepakte kolom toegevoerd worden, zodat de gasfasen gezamelijk in de volgende condensatoreenheid gevoerd worden.
- Het grootste deel van de voor het strippen gebruikte hete stoom en de uit de ontgassingsinrichting toegevoerde stoom condenseren in de condensator waarna een warmteuitwisselaar kan volgen. Hierbij worden zowel de condensator als ook de warmteuitwisselaar bij voorkeur met koelwater of lucht gekoeld.
- Het in wezen ammoniumwaterstofcarbonaathoudende condensaat dat in de condensator dan wel de daarop volgende warmteuitwisselaar neer slaat, wordt vervolgens teruggevoerd naar de bovenkant van de gepakte kolom. Hierbij wordt aan het condensaat eerst een base, bij voorkeur natronloog, toegevoegd. De hoeveelheid natronloog die noodzakelijk is om een verdere afscheiding van de ammoniak te verkrijgen is hier ook gerelateerd aan de stoechiometrische hoeveelheid die voor een zo volledig mogelijke omzetting van het resterende ammoniumwaterstofcarbonaat noodzakelijk is. Deze is daarmee aanzienlijk geringer dan de in de stand van de techniek benodigde hoeveelheid natronloog.
Het condensaat wordt vervolgens op de hiervoor beschreven wijze opnieuw behandeld in de gepakte kolom.
- In de hierop volgende warmteuitwisselaar neemt bovendien het nog niet opgeloste kristallijne ammoniumwaterstofcarbonaat de vorm van een nevel aan. (hierna aerosol genoemd). Deze wordt uit de condensator gezogen en in een daarop volgende adsorbeerder met behulp van een kringloopvloeistof uitgewassen. Het uit de adsorbeerder vrijkomende ammoniumwaterstofcarbonaat wordt vervolgens verwijderd.
Als dit voor een verdere oplossing gewenst wordt, kan ook een hoeveelheid van een base, bij voorkeur natronloog, toegevoerd worden aan de vloeibare fase voordat deze in de gepakte kolom wordt geleid. Op deze manier wordt de pH van de vloeibare fase verhoogd en het nog aanwezige ammoniak wordt uitgedreven. Hierbij ontstaan natriumcarbo-naat en ammoniak. De hoeveelheid toegevoegde base is bij voorkeur zodanig dat er een stoechiometrische omzetting van de ammoniumverbinding in natriumcarbonaat en ammoniak leidt.
Om het aankoeken van het in de condensator resp. warmteuitwisselaar gevormde carbonaat aan de wanden te verhinderen is het voordelig om deze met een vloeistof te spoelen. Tot dit doel dient een bevoorkeurde uitvoeringsvorm, waarbij men van het oorspronkelijke afvalwater een deelstroom (ongeveer 3-10%) afneemt en deze deelstroom gebruikt voor het af spoelen van de oppervlakken van de condensatoren en warmteuitwisselaars. Door de beschreven terugloop uit de condensator in de gepakte kolom wordt ervoor gezord dat ook de hierin nog aanwezige ammoniumver-bindingen verwijderd worden.
Het aerosol wordt bij voorkeur van onderen aan de adsorbeerder toegevoegd. Als gevolg van de in de gepakte kolom aanwezige overdruk stroomt het aerosol van onder naar boven door de adsorbeerder. Gedesorbeerd kooldioxyde kan het aan het boveneinde van de adsorbeerder afgezogen worden en afgevoerd worden naar de atmosfeer. Omdat het gedesor-beerde C02 vaak nog ruikende verbindingen bevat, omvat een bevoorkeurde uitvoeringsvorm, om het kooldioxyde voor het in de atmosfeer wordt gebracht door een filter, bij voorkeur een biofilter, te leiden. Dit filter kan bijvoorbeeld met compost gevuld zijn.
Verder wordt de adsorbeerder bij voorkeur in een kringloop gebruikt, dat wil zeggen, de vloeistof wordt aan het ondereinde van de adsorbeerder afgenomen en aan de bovenkant van de adsorbeerder weer toegevoerd, zodat een concentratie van de ammoniumwaterstofcarbonaatoplossing plaats vindt, die vervolgens afgevoerd wordt. Om de hoeveelheid kringloopwater constant te houden wordt.vers water door de terugvoerleiding aangevoerd.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt voorgesteld om de gepakte kolom in tweeën gedeeld te verschaffen. Hierbij wordt de vloeibare fase aan het onderste deel van de kolom toegevoerd en met hete stoom - zoals beschreven -in tegenstroom behandeld, terwijl de gasvormige fase in het bovenste deel geleid wordt en daar met een koelvloeistof in contact wordt gebracht. Het vrijkomende kooldioxyde wordt hierbij aan het bovenste deel van de kolom onttrokken en -eventueel door een biofilter - naar de atmosfeer geleid.
Door de voortijdige afscheiding van de kooldioxyde wordt het mogelijk om als eindprodukt na de condensatie zogenaamd sterk water (15-20%-ige NH4-OH-oplossing) en ammoniak te verkrijgen.
Gelijktijdig heeft in het onderste deel van de beschreven voorgeschakelde kolom door de stoomtoevoer een verdere thermische omzetting van ammoniumwaterstofcarbonaat plaats.
De bij voorkeur weer op kooktemperatuur opgewarmde toevoer voor de gepakte kolom wordt hierbij gemengd met de terugvoer uit de condensator en de hierop volgende warmte-uitwisselaar. Ook hier dient het toevoegen van natronloog weer voor het verhogen van de pH en voor de binding van C02 in de oplossing als natriumcarbonaat.
De gegeven beschrijving van de werkwijze toont reeds de wezenlijke componenten van de bijbehorende inrichting. De inrichting volgens de uitvinding omvat een 1 tenminste één gepakte kolom (26, 70) , die voorafgegaan wordt door 2 tenminste één warmtewisselaar (16, 30) en 3 een inrichting (18) voor de scheiding van de gasfase van de vloeistoffase, 4 waarbij de gepakte kolom (26, 70) gevolgd wordt door een condensator (38, 40), die 5 gevolgd wordt door een adsorbeerder (52), vanwaar 6 een terugvoerleiding (46) naar de gepakte kolom (26) verloopt, waarbij 7 de bouwdelen door roerleidingen (14, 20, 28, 36, 42, 50) verbonden zijn. .... . .
Voor het overige wordt verwezen naar de volgende figuurbe-schrijving, die in zoverre ook algemeen geldige kenmerken omvat.
Hierbij tonen, telkens sterk geschematiseerd:
Figuur 1: een inrichting volgens de uitvinding in de eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 2: een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1.
In figuur 1 is met het cijfer 10 de toevoer leiding voor door filtreren verkregen afvalwater van de eerder genoemde soort aangegeven. Het afvalwater wordt met behulp van pomp 12 in een toevoerleiding 14 gebracht, waarlangs een warmtewisselaar 16 geplaatst is, om het afvalwater op een temperatuur van tenminste 80°C, bij voorkeur 100°C te verwarmen. Het verwarmde afvalwater komt vervolgens in een ontgas-singsinrichting 18. Het damp-vloeistofmengsel wordt hier gescheiden, waarbij het gas, dat overwegend uit C02 en NH3 bestaat, aan het bovenste einde door de leiding 20 wordt afgevoerd en de vloeistof (ongeveer 30% van de oorspronkelijke hoeveelheid) aan het onderste einde door leiding 22 wordt afgevoerd. Beide leidingen komen uit in de top 24 van een gepakte kolom 26. Aan de leiding 22 bevindt zich nog een doseerinrichting 28, waar natronloog toegevoegd wordt, en een tweede warmteuitwisselaar 30 om de gewenste verhoogde temperatuur (circa 100°C) te handhaven.
Door de leiding 32 wordt hete stoom van onder toegevoerd aan de gepakte kolom 26. De hete stoom stroomt de met de gebruikelijke vaste lichamen gepakte kolom 26 van onder naar boven. Door het voorverwarmen van de hoofdstroom van het afvalwater, de ontgassingsstap 18 en de verdere verwarming bij 30 heeft al een verregaande omzetting van ammoniumwaterstofcarbonaat plaats gevonden, als de vloeibare fase in de gepakte kolom 26 wordt gevoerd.
In de kolom heeft een verdere intensieve stofuit-wisseling plaats, zodat het vocht wat door leiding 34 de gepakte kolom 26 verlaat praktisch ammonium- en ammoniak-vrij is en bijvoorbeeld toegevoerd kan worden .aan. een zuiveringsinrichting.
De hete stoom en de uit de ontgassingsinrichting 18 vrijkomende gashoeveelheid wordt vervolgens door leiding 36 toegevoerd naar condensator 38, die gevolgd wordt door een warmteuitwisselaar 40. In de warmteuitwisselaar 40 mondt ook leiding 42 uit, waardoor een deelstroom van het bij 44 afgescheiden afvalwater in de warmteuitwisselaar gevoerd wordt, om het op de koude wanden van de koeler 40 gevormde ammoniumwaterstofcarbonaat af te spoelen.
Dit wordt door leiding 46 uit de warmteuitwisselaar 40 af gevoerd en in de top 24 van de gepakte kolom 26 teruggeleid. Op deze weg wordt weer natronloog (door leiding 48) toegevoegd aan de teruggevoerde vloeistof, om een nog betere NH3-scheiding te bereiken. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat deze deelstroom ook een deel van het ruwe afvalwater bevat.
Het in warmteuitwisselaar 40 en in kolom 26 gedesorbeerde kooldioxyde verlaat door de aansluitleiding 50 de condensator eenheid 38, 40. Hierbij wordt een nevel afgevoerd, die vooral nog niet opgelost ammoniumwaterstofcarbonaat bevat. Deze wordt vervolgens in een adsorbeerder 52 geleid. Het aerosol stroomt van onder naar boven door de adsorbeerder, waarbij het ammoniumwaterstofcarbonaat geadsorbeerd wordt in de in kringloop gevoerde vloeistof. Een warmteuitwisselaar 54 dient voor de koeling van de vloeistof. Door het kringloopproces wordt een concentratie van het ammoniumwaterstofcarbonaat bereikt. Hierbij wordt de oplossing tot in de buurt van de verzadigingsconcentra-tie geconcentreerd. Het concentraat wordt door leiding 56 weggeleid uit de adsorbeerder 52 en de resulterende vloeistof tekort wordt uit een verswatertoevoer (leiding 58) langs de hercirculeringsleiding 60 aangevuld. Een pomp 62 zorgt ervoor dat de vloeistof omgewenteld wordt.
In een verdere stap (bijvoorbeeld in een reaktor of een tweede gepakte kolom) kan men het afvoerprodukt (van leiding 56) bij verhoogde temperaturen verder behandelen. Door het toevoeren van waterige oplossingen van sterke basen (bijvoorbeeld natronloog) kunnen dan als produkten bijvoorbeeld calcium- of natriumcarbonaat en een geconcen treerde oplossing met bijvoorbeeld een concentratie van 15-20% NH4OH gebonden worden.
Als als eindprodukt de geconcentreerde NH4OH oplossing of ammoniak nodig is, dan maakt een kleine wijziging van de procesvoering in vergelijking met de figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm het mogelijk om het gasvormig kooldioxyde in een voorgeschakelde kolom 70 af te scheiden (figuur 2). De kolom is in tweeën gedeeld. Aan het bovenste deel 72 wordt het uit de ontgassingsinrichting 18 afgevoerde gas toegevoerd. Een koeling wordt bereikt, door een deelstroom van het afvalwater door de leiding 42 hieraan toe te voeren. Het uit de ontgassingsinrichting 18 na ontspanning toegevoerde gas, dat onder andere overtollig kooldioxyde bevat, wordt hier als gevolg van zijn geringe oplosbaarheid echter niet geadsorbeerd, maar in gasvorm afgevoerd (leiding 74) en door een biologisch filter 76 nagereinigd, voor het in de atmosfeer wordt geleid (figuur 1) -
Een dergelijk biologisch filter 76 kan ook in leiding 68 waardoor het uit adsorbeerder 52 afkomstige kooldioxyde afgevoerd wordt, geschakeld worden.
In het onderste deel van de kolom (figuur 2) heeft weer de toevoer van hete stoom (leiding 78) plaats, wat tot een verdere thermische omzetting van ammoniumwaterstofcar-bonaat leidt.
De tot op kooktempertuur verwarmde toevoer van de gepakte kolom 26 wordt daar met de terugvoer van de conden-satoreenheid 38, 40 gemengd (analoog aan het uitvoerings-voorbeeld volgens figuur 1).
Ook hier heeft in een gepakte kolom 26 de hoofd-stripstap plaats, waarbij in tegenstroom met de van boven naar onder afstromende vloeistof de stoom naar boven stroomt, die dan in condensator 38 of warmteuitwisselaar 40 neergeslagen wordt.
Een andere afwijking van figuur 2 in vergelijking met figuur 1 ligt in de afvoer 34 uit de gepakte kolom 26. De in hoofdzaak ammoniumvrije gevoerde vloeistof wordt door pomp 80 namelijk toegevoerd aan warmteuitwisselaar 16, om op die manier de warmteinhoud van de afgevoerde vloeistof te gebruiken voor de voorwarming van het afvalwater.
Voor het overige komt de inrichting van figuur 2 en de daarmee verbonden procesgang in wezen overeen met die volgens figuur 1.

Claims (14)

1. Werkwijze voor de verwijdering van ammoniumver-bindingen uit afvalwater, in het bijzonder filtraatafvalwa-ter uit biologische slib, met de volgende stappen: 1.1 het afvalwater wordt op weg naar een gepakte kolom verhit tot tenminste 95°C en doorloopt vervolgens een inrichting voor de scheiding van een overwegend uit C02 en NH3 bestaande gasfase van de vloeibare fase die verdere ammoniumverbindingen bevat, 1.2.1 terwijl de vloeibare fase wordt toegevoerd aan de top van een gepakte kolom en van onderen behandeld wordt met hete stoom, worden 1.2.2 de in de top van de gepakte kolom vrijkomende stoom, eventueel samen met de eerder uit het afvalwater afgescheiden gasfase, toegevoerd naar een condensator 1.3 het uit de condensator komende, in wezen ammonium-water stof carbonaatbevattende, condensaat wordt na het toevoegen van een base teruggevoerd naar de top van de gepakte kolom, 1.4 het uit de condensator als nevel afgevoerd ammoni-umwaterstofcarbonaat wordt aansluitend in een adsorbeerder uitgewassen in een vloeistofkring-loop, 1.5 het uit de adsorbeerder afkomstige ammoniumwater-stofcarbonaat wordt vervolgens verwijderd, en 1.6 de uit de gepakte kolom afkomstige, in wezen van ammoniumverbinding vrije afgevoerde vloeistof wordt toegevoerd aan een zuiveringsinrichting of iets dergelijks.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij aan de vloeibare fase voor het binnenvoeren in de gepakte kolom een base wordt toegevoegd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met de maatregel dat als base natronloog gebruikt wordt.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 2-3, waarbij de base in een zodanige hoeveelheid wordt gebruikt, dat deze tot een stoechiometrische omzetting van de ammoni-umverbinding in natriumcarbonaat en ammoniak leidt.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, waarbij een deelstroom van het afvalwater voor de verwarming wordt afgescheiden en direct in de condensator wordt geleid.
6. Werkwijze volgens één der conclusies 1-5, waarbij het afvalwater en/of de vloeibare fase voor het invoeren in de gepakte kolom verwarmd wordt tot kooktempe-ratuur.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, waarbij het in de adsorbeerde gedesorbeerde kooldioxyde in een filter gereinigd wordt voor het in de atmosfeer wordt geleid.
8. Werkwijze volgens één der conclusies 1-7, waarbij de ammoniumwaterstofcarbonaatoplossing in de adsorbeerder door een kringloop tot in de buurt van de verzadigingsconcentratie geconcentreerd wordt en het vloeistofverlies door het afnemen van het concentraat, gecompenseerd wordt door het toevoegen van een geschikte hoeveelheid vers water.
9. Werkwijze volgens één der conclusies 1-8, waarbij voor de gepakte kolom een in tweeën gedeelde kolom wordt geschakeld, waarbij de vloeibare fase in één deel van de kolom wordt gebracht in een tegenstroom in contact wordt gebracht met hete stroom, terwijl de gasvormige fase in een ander deel wordt geleid en daar in contact wordt gebracht met een koelvloeistof, waarbij het vrijkomende kooldioxyde wordt afgevoerd en de vloeibare fase aansluitend wordt toegevoerd aan de gepakte kolom.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij als koelvloeistof een deelstroom van het ruwe afvalwater wordt gebruikt.
11. Inrichting voor de uitvoering van de werkwijze volgens één der conclusies 1-10, met 11.1 tenminste één gepakte kolom (26, 70), die voorafgegaan wordt door 11.2 tenminste één warmtewisselaar (16, 30) en 11.3 een inrichting (18) voor de scheiding van de gasfase van de vloeistoffase, 11.4 waarbij de gepakte kolom (26, 70) gevolgd wordt door een condensator (38, 40), die 11.5 gevolgd wordt door een adsorbeerder (52), vanwaar 11.6 een terugvoer leiding (46) naar de gepakte kolom (26) verloopt, waarbij 11.7 de bouwdelen door roerleidingen (14, 20, 28, 36, 42, 50) verbonden zijn.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de condensator 28 gevolgd wordt door een warmteuitwisselaar (40).
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de adsorbeerder uitgerust is met een terugvoerleiding (60) om tenminste een gedeeltelijke hercirculatie van de door de adsorbeerder (52) geleide vloeistof te verschaffen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij een verswatertoevoerleiding (58) uitmondt in de terugvoerleiding (60) .
NL9200888A 1991-05-25 1992-05-20 Werkwijze en inrichting voor de verwijdering van ammoniumverbindingen uit afvalwater. NL9200888A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4117171A DE4117171C1 (nl) 1991-05-25 1991-05-25
DE4117171 1991-05-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9200888A true NL9200888A (nl) 1992-12-16

Family

ID=6432458

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200888A NL9200888A (nl) 1991-05-25 1992-05-20 Werkwijze en inrichting voor de verwijdering van ammoniumverbindingen uit afvalwater.

Country Status (7)

Country Link
AT (1) AT401048B (nl)
BE (1) BE1006843A3 (nl)
CH (1) CH684090A5 (nl)
DE (1) DE4117171C1 (nl)
FR (1) FR2676728B1 (nl)
GB (1) GB2256154B (nl)
NL (1) NL9200888A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4330570C1 (de) * 1992-11-23 1995-05-04 Preussag Noell Wassertech Verfahren und Vorrichtung zur Entfernung von ammoniumhaltigen Verbindungen aus Abwässern
DE4239637C1 (de) * 1992-11-23 1994-04-28 Preussag Noell Wassertech Verfahren und Vorrichtung zur Entfernung von ammoniumhaltigen Verbindungen aus Abwässern
DE102008011005A1 (de) 2007-06-01 2008-12-04 Matschiner, Barbara, Dr. Verfahren zur Gewinnung von Ammoniak aus ammoniumstickstoffhaltigen Lösungen
CN108408815A (zh) * 2018-02-02 2018-08-17 张国梁 一种氨氮吹脱塔
US11518720B2 (en) 2019-05-02 2022-12-06 California Organic Fertilizers, Inc. Manufacturing process for producing ammonia from anaerobic digestate liquid

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1062853A (fr) * 1951-09-18 1954-04-28 Metallgesellschaft Ag Procédé pour le traitement des eaux contenant des phénols, du sulfure d'hydrogène, du gaz carbonique, de l'ammoniac et éventuellement d'autres matières organiques ou inorganiques
DD131254B1 (de) * 1976-10-19 1979-08-29 Kurt Drews Verfahren zur gewinnung von ammoniak
CS198670B1 (en) * 1978-03-14 1980-06-30 Vaclav Hladky Method of removal nitrogen compounds ammonia type from industrial waste water
US4594131A (en) * 1984-08-13 1986-06-10 United States Steel Corporation Process for removing ammonia and acid gases from process streams
DD227948A1 (de) * 1984-09-10 1985-10-02 Dresden Komplette Chemieanlag Verfahren zur gewinnung von ammoniak aus schwefelwasserstoff- und/oder kohlendioxidhaltigem ammoniakwasser
DE3520934C1 (de) * 1985-06-12 1986-06-05 Metallgesellschaft Ag, 6000 Frankfurt Verfahren zum Gewinnen von Ammoniak aus einem NH3,CO2 und H2S enthaltenden Abwasser
DE3707446A1 (de) * 1987-03-07 1988-09-29 Steinmueller Gmbh L & C Verfahren zum entfernen von ammoniak aus einem abwasser eines rauchgasreinigungsprozesses
DD265886A1 (de) * 1987-11-09 1989-03-15 Leipzig Chemieanlagen Verfahren zur abtrennung von kohlendioxid aus einer kohlendioxid und ammoniak enthaltenden loesung
DE3831013C2 (de) * 1988-09-12 1995-01-19 Siemens Ag Verfahren und Vorrichtung zum Abtrennen von Ammoniak aus Abwässern

Also Published As

Publication number Publication date
GB9210956D0 (en) 1992-07-08
FR2676728A1 (fr) 1992-11-27
DE4117171C1 (nl) 1992-06-25
ATA91892A (de) 1995-10-15
FR2676728B1 (fr) 1995-01-20
BE1006843A3 (fr) 1995-01-03
GB2256154A (en) 1992-12-02
CH684090A5 (de) 1994-07-15
GB2256154B (en) 1994-08-31
AT401048B (de) 1996-05-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5236557A (en) Process for purification of aqueous solutions containing hydrogen sulfide, hydrogen cyanide, and ammonia
CA2659286C (en) Process for scrubbing ammonia from acid gases comprising ammonia and hydrogen sulfide
US4976935A (en) Regeneration of solvent in H2 S removal from gases
US8500864B2 (en) Method and plant for treating crude gas, in particular biogas, containing methane and carbon dioxide in order to produce methane
KR880003660A (ko) 시멘트 로(爐)의 배기 가스를 청정시키고 동시에 배기 가스 생성물을 유용한 생성물로 만드는 방법 및 장치
US4260462A (en) Process for separating acid gases and ammonia from dilute aqueous solutions thereof
CA1090281A (en) Process for separating acid gases and ammonia from dilute aqueous solutions thereof
MX2007000681A (es) Metodo para purificar el flujo de gas de dioxido de carbono (co2).
SU1378781A3 (ru) Способ выделени мочевины,аммиака и двуокиси углерода из разбавленных водных растворов
AU2012285707A1 (en) Method for removing impurities from flue gas condensate
JPH01231925A (ja) 排ガス中のイオウ含有有害物質を微生物により変換する方法
RU2460692C1 (ru) Способ очистки сульфидно-щелочных стоков
US4141961A (en) Production of H2 S from SO2 obtained from flue gas
JPS595031B2 (ja) 熱ガスにより液体から揮発成分を除去する方法および装置
NL9200888A (nl) Werkwijze en inrichting voor de verwijdering van ammoniumverbindingen uit afvalwater.
JPH11509586A (ja) 石灰と石灰スラッジからの不純物の分離法と、不純物、例えばケイ素を含有する緑液の2段階カセイ化法
CA2308704A1 (en) Process for the purification of an alkanolamine
US4522730A (en) Process for the treatment of an aqueous condensate
KR20020051011A (ko) 코크스가스 정제장치 및 방법
CA1168027A (en) Regenerable process for the selective removal of sulfur dioxide from effluent gases
US4029744A (en) Process for removing the salt of a weak acid and a weak base from solution
RU2124930C1 (ru) Способ подготовки природного газа
US4975255A (en) Removal of sour components from a gas stream
US4255388A (en) Apparatus for the production of H2 S from SO2 obtained from flue gas
CA2050407A1 (en) Process of desulfurizing a gas mixture which contains h2s, cos and co2 and scrubbing solution for use in that process

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed