NL9100067A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL9100067A
NL9100067A NL9100067A NL9100067A NL9100067A NL 9100067 A NL9100067 A NL 9100067A NL 9100067 A NL9100067 A NL 9100067A NL 9100067 A NL9100067 A NL 9100067A NL 9100067 A NL9100067 A NL 9100067A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
soil
shaft
machine according
tillage
Prior art date
Application number
NL9100067A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9100067A priority Critical patent/NL9100067A/nl
Priority to EP19920200083 priority patent/EP0497396B1/en
Priority to DE1992611168 priority patent/DE69211168T2/de
Publication of NL9100067A publication Critical patent/NL9100067A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/14Attaching the tools to the rotating shaft, e.g. resiliently or flexibly-attached tools
    • A01B33/146Attaching the tools to the rotating shaft, e.g. resiliently or flexibly-attached tools the rotating shaft being oriented vertically or steeply inclined

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

GRONDBEWERKINGSMACHINE
De-onderhavige uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine met een gesteldeel en hierin gelagerde om opwaarts gerichte assen aandrijfbare grondbewerkingsorganen. Deze grondbewerkingsorganen omvatten veelal een houder voor één of meer grondbewerkingselementen, zoals tanden of messen. De houder voor één of meer van dergelijke grondbewerkingselementen is voorzien van een huls, welke kan zijn voorzien van splines. Deze huls kan om een in het gesteldeel gelagerde aandrijfbare as worden aangebracht. Aan het in het gesteldeel gelegen einde van de as van een grondbewerkings-orgaan kan, eveneens met behulp van splines, een tandwiel voor de aandrijving van het grondbewerkingsorgaan worden aangebracht. Door zowel de houder voor één of. meer grondbewerkingselementen als het tandwiel met behulp van splines op de as aan te brengen, kan een gemakkelijke monteerbaarheid en demonteerbaarheid worden gerealiseerd. In bedrijf echter staan de grondbewerkingsorganen aan enorme krachten bloot en treedt slijtage in de splines-verbinding op, waardoor de houder voor het of de grondbewerkingselement(en) bij gebruik van de machine in een steenrijke bodem los kan komen te ziten.
De uitvinding heeft ten doel de kans hierop aanmerkelijk te verminderen en een steviger constructie van de verbinding van de huls van de houder vóór een of meer grondbewerkingselementen op de as te verschaffen. Overeenkomstig de uitvinding heeft de grondbewerkingsmachine, zoals deze in de aanhef is omschreven, daartoe het kenmerk, dat . een grondbewerkingsorgaan een op een desbetreffende as aangebrachte huls van een houder voor één of meer grondbewerkingselementen omvat die aan het boveneinde cilindrisch, onder weglating van splines, is uitgevoerd en daaronder is voorzien van splines, waarbij het cilindrische deel van de huls op een cilindrisch deel van de as aanligt. Met andere woorden, de huls omvat aan het boveneinde een glad cilin- drisch gedeelte, terwijl onder dit glad cilindrisch deel splines zijn aangebracht, waarbij het glad cilindrisch deel van de huls op een glad cilindrisch deel van de as aanligt. Het aanbrengen van dergelijke gladde cilindrische delen van de as kan met grote precisie gebeuren, waardoor de houder beter op de as kan worden aangebracht. Door de lengte van de huls groter te maken dan voorheen gebruikelijk was, kan de huls aan het boveneinde direkt of nagenoeg direkt tegen het kogellager, waarmede de as in de onderwand van het gesteldeel is gelagerd, aanliggen. Ook deze maatregel leidt tot een betere bevestiging van het grondbewerkingsorgaan in het gesteldeel. In een bijzondere uitvoeringsvorm is daarbij de huls tegen het kogellager aanklfembaar. In een speciale uitvoeringsvorm is de huls zowel aan het boveneinde als aan het ondereinde cilindrisch, onder weglating van splines uitgevoerd. Met andere woorden, de huls kan zowel aan het boveneinde als aan het ondereinde een glad cilindrisch deel hebben. In dat geval zal de as ter plaatse van het boveneinde en van het ondereinde van de huls vrij van splines zijnde cilindrische delen hebben, op welke delen de vrij van splines zijnde cilindrische delen van de huls aanliggen.
Volgens een ander facet van de uitvinding is een uiteinde van de huls voorzien van een pasring, waarmede de huls op de as aanligt, waardoor een gemakkelijke en goede montage van de houder op de as mogelijk wordt. De uitvinding heeft dan ook verder nog betrekking op een grondbewerkings-machine met een gesteldeel en hierin gelagerde, om opwaarts gerichte assen aandrijfbare grondbewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een grondbewerkingsorgaan een op een desbetreffende as aangebrachte huls van een houder voor één of meer grondbewerkingselementen omvat die is voorzien van splines en dat een uiteinde van de huls is voorzien van een pasring waarmede de huls op de as aanligt. In het bijzonder kan deze pasring -tussen de as en de huls in axiale, richting verschuifbaar zijn. . De pasring kan voorts door een moer worden aangedrukt.
In een bijzondere uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is het deel van de huls, dat zich bevindt in het huis van het lager waarmede de as in de onderwand van het gesteldeel is gelagerd, kraagvormig. Ook hierdoor wordt het mogelijk de lengte van de huls te vergroten. Overeenkomstig de uitvinding kan de huls een lengte hebben die ten minste ongeveer twee maal zo groot is als de binnendiameter van de huls. Een lange huls, zeer zeker met een glad boveneinde, leidt tot een groter aanligvlak tussen as en houder, waardoor een betere bevestiging van de houder rond de as wordt verkregen. De uitvinding heeft dan ook verder nog betrekking op een grondbewerkingsmachine met een gesteldeel en hierin gelagerde, om opwaarts gerichte assen aandrijfbare grond-bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een grondbewerkings-orgaan een op een desbetreffende as aangebrachte huls van een houder voor één of meer grondbewerkingselementen omvat met een lengte die ten minste ongeveer twee maal zo groot is als de binnendiameter van de huls.
Volgens een verder facet van de uitvinding kan om een as een olieafdichting zijn aangebracht, waarbij zich tussen deze olieafdichting en de as ten minste een deel van de houder voor één of meer grondbewerkingselementen bevindt. De uitvinding heeft dan ook voorts nog betrekking op een grondbewerkingsmachine met een gesteldeel en hierin gelagerde, om opwaarts gerichte assen aandrijfbare grondbewerkings-organen, met het kenmerk, dat om een as een olieafdichting is aangebracht en zich tussen deze olieafdichting - en de as· ten minste een deel van de houder voor één of meer grondbewer-kingselemeriten bevindt. ·
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de in de figuren weergegeven uitvoerings-voorbeelden. - - - - Figuur 1 geeft-in-bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding;
Figuur 2 geeft op grotere schaal een doorsnede weer volgens de lijn II-II-in figuur 1;
Figuur 3 geeft op verder vergrote schaal een detail weer van de in figuur 2 afgêbeelde doorsnedè;
Figuur 4 geeft een soortgelijke doorsnede als in figuur 2 is afgebeeld voor een andere uitvoeringsvorm van een grondbewerkingsmachine volgens de uitvinding.
De in de figuren weergegeven inrichting heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed. De machine omvat een hol gesteldeel 1, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. In het gesteldeel 1, dat kokervormig is uitgevoerd, zijn op onderling gelijke afstand van bijvoorbeeld 25 cm, de zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting uitstrekkende assen 2 van grondbewerkingsorganen 3 gelagerd. Op het onder uit het gesteldeel 1 stekende einde van elke as 2 is een houder 4 aangebracht, die.zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekt en aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende grondbewerkingselementen 5 in de vorm van tanden. De einden van het gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van platen 6 die zich in opwaartse richting en althans nagenoeg evenwijdig aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken. Nabij de voorzijde is elk van de platen voorzien van een bout 7, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt, een en ander zodanig dat de langshartlijnen van de respectieve bouten 7 in eikaars verlengde zijn'gelegen. Om elk van de bouten 7 is een zich langs de binnenzijde van een plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8 vrij zwenkbaar. Elke arm 8 is door middel van een verstelinrichting, die zich nabij de achterzijde van het gesteldeel 1 bevindt en bij dit uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door een schroefspindel 9, in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar. Tussen de einden van de armen 8 is vrij draaibaar een rol 10 aangebracht, die is uitgevoerd als een pakkerrol. De rol 10 omvat een centrale cilindrische drager, waarvan de einden door middel van assen en in lagerhuizen ondergebrachte lagers vrij draaibaar in de armen 8 zijn ondersteund.
Binnen het kokervormige gesteldeel 1 is elk van de assen 2 van een grondbewerkingsorgaan 3 voorzien van een recht tandwiel, dat wil zeggen, een tandwiel 11 met rechte vertanding, een en ander zodanig dat de tandwielen 11 op de assen 2 van naast elkaar gelegen grondbewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden van de machine is de as 2 van het grondbewerkingsorgaan naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 12, waarbinnen de verlenging via een conische tandwieloverbrenging in verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die via een aan de achterzijde van de tandwielkast 12 gelegen toerenvariator 13 in aandrijvende verbinding staat met een daarboven en, in bovenaanzicht gezien, boven het midden van het kokervormig gesteldeel 1 gelegen, zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 14, die zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde buiten de tandwielkast 12 uitsteekt. De as 14 kan met behulp van een tussenas 15 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld. De voorzijde van het gesteldeel 1 is voorzien van een bok 16 die een driepuntsbevestiging heeft voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
De houder 4 voor de grondbewerkingselementen 5 is voorzien van een huls 17 met behulp waarvan de houder om het ondereinde van de as 2 kan worden aangebracht. Deze huls 17 is aan het boveneinde cilindrisch, onder weglating van splines, dat wil zeggen glad cilindrisch uitgevoerd, terwijl onder dit glad cilindrisch deel, de huls 17 is voorzien van splines. In de in de figuren 2 en 3 afgebeelde uitvoeringsvorm is de as 2 aan de onderzijde voorzien van splines en is daarboven voorzien van een cilindrisch, onder weglating van splines, dat wil zeggen een glad cilindrisch uitgevoerd deel, een en ander zodanig dat het glad cilindrische deel van de huls op een glad cilindrisch deel van de as 2 aanligt en de splines in de huls 17 ingrijpen in de splines op de as 2. De as 2 is gelagerd in een huis 18, bevestigd aan de ónderwand 19 van het gesteldeel 1, mét behulp van een kogellager 20*. Het boveneinde van de as 2 is gelagerd in een huis 21, bevestigd aan de bovenwand 22 van het gesteldeel 1, door middel van een kogellager 23. De huls 17 is verlengd met een kraagvormig gedeelte 24, dat zich uitstrekt tot in het huis 18. Op deze wijze heeft de huls 17 een lengte die ten minste ongeveer twee maal zo groot is als de diameter van de huls. De huls 17 ligt aan het boveneinde direct tegen het kogel- lager 20 en kan hiertegen worden aangeklemd met behulp van de sluitring 25 en de moer 26 (Figuur 2). In de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm is de huls 17 zowel aan het boveneinde als aan het ondereinde cilindrisch, onder weglating van splines, uitgevoerd; met andere woorden de huls 17 bezit zowel aan het boveneinde als aan het ondereinde een glad cilindrisch deel. Tussen het onderste glad cilindrisch deel van de huls 17 en het uiteinde van de as 2, dat een kleinere diameter heeft dan het daarboven gelegen, van splines voorziene deel van de as 2, kan een pasring 27 worden aangebracht, met behulp waarvan de huls 17 aan het ondereinde op de as 2 aanligt. Deze pasring 27 is enigszins in axiale richting verschuifbaar tussen de as 2 en de huls 17 en kan met behulp van de moer 26 tegen een daartoe in de huls aangebrachte pasrand worden geklemd.
Rondom het kraagvormig gedeelte 24 van de huls 17 is een geslepen bus 28 aangebracht, terwijl tussen deze geslepen bus 28 en het huis 18 een olieafdichting 29 aanwezig is.
In de in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm bezit de as 2 ter plaatse van het tandwiel '11 een grotere diameter dan op de plaats waar de houder 4 om de as 2 is aangebracht. Het tandwiel 11 is om dit verbrede asgedeelte aangebracht met behulp van splines.
In de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm bestaat de as 2 van een grondbewerkingsorgaan uit twee delen 30 en 31. Deze beide asdelen zijn voorzien van flenzen 32 en 33, welke aan elkaar zijn bevestigd met behulp van bouten 34. Elk van de flenzen 32, 33 en een bijbehorend .asdeel 30, respectievelijk 31 zijn bij voorkeur uit één stuk vervaardigd. Tussen de beide asdelen 30, 31 en in het bijzonder tussen de beide flenzen 32, 33 is het tandwiel 11 ingeklemd. Het tandwiel 11 is daartoe gelegen tegen een pasrand in de beide flenzen 32, 33 en wordt bevestigd met behulp van de bouten 34, welke bouten 34 elk via een borgring 35, een opening in de bovenste flens 32 en het tandwiel 11, in een onderste flens 33 zijn geschroefd. De beide flenzen 32, 33 vormen aldus een binnen de tandwielbak van de machine gelegen verbreed asgedeelte, dat wil zeggen dat ook hier de as 2 ter plaatse van het tandwiel 11 een grotere diameter heeft dan op de plaats waar de houder 4 op de as 2 is aangebracht.
Het bovenste asdeel 30 is gelagerd in het huis 21, terwijl het onderste asdeel 31 is gelagerd in het huis 18. De beide asdelen 30, 31 zijn van een verschillende materiaalsoort vervaardigd; daar op het bovenste asdeel 30 geen splines behoeven te worden aangebracht en dit asdeel overigens ook minder wordt belast dan het onderste asdeel 31, kan het uit een goedkoper materiaal zijn vervaardigd.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren, al dan niet beschreven.
%

Claims (15)

1. Grondbewerkingsmachine met een gesteldeel (1) en hierin gelagerde om opwaarts gerichte assen (2) aandrijfbare grondbewerkingsorganen (3), met het kenmerk, dat een grond-bewerkingsorgaan (3) een op een desbetreffende as (12) aangebrachte huls (17) van een houder (4) voor één of meer grond-bewerkingselementen (5) omvat die aan het boveneinde cilindrisch, onder weglating van splines, is uitgevoerd en daaronder is voorzien van splines, waarbij het cilindrische deel van de huls (17) op een cilindrisch deel van de as (2) aanligt. ...
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de huls (17) aan het boveneinde direct of nagenoeg direct tegen het kogellager (20), waarmede de as (2) in de onderwand (19) van het gesteldeel (1) is gelagerd, aanligt.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de huls (17) tegen het kogellager (20) aanklembaar is.
4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de huls (17) zowel aan hét boveneinde als aan het ondereinde cilindrisch, onder weglating van splines, is uitgevoerd.
5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de as (2) ter plaatse van het boveneinde en van het ondereinde van de huls (17) vrij van splines zijnde cilindrische delen heeft, op welke delen de vrij van splines zijnde cilindrische delen van de huls (17) aanliggen.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een uiteinde van de huls (17) is voorzien van een pasring (27) waarmede de huls (17) op de as (2) aanligt.
7. Grondbewerkingsmachine met een gesteldeel (1) en hierin gelagerde, om opwaarts gerichte assen (2) aandrijfbare grondbewerkingsorganen (3), met het kenmerk, dat een grond-bewerkingsorgaan (3) een op een desbetreffende as (2) aangebrachte huls (17) van een houder (4) voor één of meer grondbewerkingselementen (5) omvat die is voorzien van splines, en dat een uiteinde van de huls (17) is voorzien van een pasring (27) waarmede de huls (17) op de as (2) aanligt.
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de pasring (27) tussen de as (2) en de huls (17) in axiale richting verschuifbaar is.
9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de pasring (27) door een moer (26) kan worden aangedrukt.
10. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het deel van de huls (17), dat zich bevindt in het huis (18) van het lager (20), waarmede de as (2) in de onderwand (19) van het gesteldeel (1) is gelagerd, kraagvormig is.
11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de huls (17) een lengte· heeft die ten minste ongeveer twee maal zo groot is als de binnendiameter van de huls (17).
12. Grondbewerkingsmachine met een gesteldeel (1) en hierin gelagerde, om opwaarts gerichte assen (2) aandrijfbare grondbewerkingsorganen (3) , met het kenmerk, dat een grond-bewerkingsorgaan (3) een op een desbetreffende as (2) aangebrachte huls (17) van een houder (4) voor één of meer grondbewerkingselementen (5) omvat met een lengte die ten minste ongeveer twee maal zo groot is als de binnendiameter van de huls (17).
13. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat om een as (2) een olie-afdichting (29) is aangebracht en zich tussen deze olie-afdichting (29) en de as (2) ten minste een deel van de houder (4) voor één of meer grondbewerkingselementen (5) bevindt.
14. Grondbewerkingsmachine met een gesteldeel (1) en hierin gelagerde, om opwaarts gerichte assen (2) aandrijfbare grondbewerkingsorganen (3), met het kenmerk, dat om een as (2) een olieafdichting (29) is aangebracht en zich tussen deze olieafdichting (29) en de as (2) ten minste een deel van de houder (4) voor één of meer grondbewerkingselementen (5) bevindt.
15. Grondbewerkingsmachine volgens een of meer der voorgaande conclusies en/of zoals aangegeven in de bijgaande beschrijving en tekening.
NL9100067A 1991-01-16 1991-01-16 Grondbewerkingsmachine. NL9100067A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100067A NL9100067A (nl) 1991-01-16 1991-01-16 Grondbewerkingsmachine.
EP19920200083 EP0497396B1 (en) 1991-01-16 1992-01-14 A soil cultivating machine
DE1992611168 DE69211168T2 (de) 1991-01-16 1992-01-14 Bodenbearbeitungsmaschine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100067 1991-01-16
NL9100067A NL9100067A (nl) 1991-01-16 1991-01-16 Grondbewerkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100067A true NL9100067A (nl) 1992-08-17

Family

ID=19858730

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100067A NL9100067A (nl) 1991-01-16 1991-01-16 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0497396B1 (nl)
DE (1) DE69211168T2 (nl)
NL (1) NL9100067A (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8701604A (nl) * 1976-11-29 1987-11-02 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
FR2441995A1 (fr) * 1978-11-24 1980-06-20 Kuhn Sa Perfectionnement aux toupies de herse rotative
NL8300913A (nl) * 1983-03-14 1984-10-01 Texas Industries Inc Grondbewerkingsmachine.
NL8602972A (nl) * 1986-11-24 1988-06-16 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0497396B1 (en) 1996-06-05
DE69211168D1 (de) 1996-07-11
DE69211168T2 (de) 1997-01-23
EP0497396A1 (en) 1992-08-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
DE2443915A1 (de) Motor-landmaschine
NL8300453A (nl) Trekker of dergelijk voertuig.
DE3333852A1 (de) Landwirtschaftlicher schlepper
AT394833B (de) Landwirtschaftlicher schlepper
EP0512326B1 (de) Verwendung einer lösbaren Flanschverbindung an einer Deichsel und gezogene Erntemaschine
NL9100067A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0534127B1 (de) Heuwerbungsmaschine
NL8001383A (nl) Meervoudige machine met vertikale assen voor het bewerken van landbouwgrond met rijen planten.
DE2652739A1 (de) An einen traktor anbaubare vorrichtung zur bodenlockerung
NL9100068A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8601048A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203047A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8001263A (nl) Landbouwwerktuig, in het bijzonder grondbewerkingsmachine.
NL8102623A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204259A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9002567A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300913A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303528A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192557C (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL8501212A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602972A (nl) Grondbewerkingsmachine.
GB2128147A (en) Agricultural tractor
NL8602430A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9000990A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed