NL9001815A - Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen. Download PDF

Info

Publication number
NL9001815A
NL9001815A NL9001815A NL9001815A NL9001815A NL 9001815 A NL9001815 A NL 9001815A NL 9001815 A NL9001815 A NL 9001815A NL 9001815 A NL9001815 A NL 9001815A NL 9001815 A NL9001815 A NL 9001815A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
receiving means
load receiving
bridge
hoisting
parking
Prior art date
Application number
NL9001815A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Thomas Cornelis Maria Ammeraal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Thomas Cornelis Maria Ammeraal filed Critical Thomas Cornelis Maria Ammeraal
Priority to NL9001815A priority Critical patent/NL9001815A/nl
Priority to JP3287349A priority patent/JPH04327430A/ja
Priority to EP91202053A priority patent/EP0471411A1/en
Priority to CN91105545A priority patent/CN1060075A/zh
Priority to KR1019910014159A priority patent/KR920004272A/ko
Publication of NL9001815A publication Critical patent/NL9001815A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C19/00Cranes comprising trolleys or crabs running on fixed or movable bridges or gantries
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66DCAPSTANS; WINCHES; TACKLES, e.g. PULLEY BLOCKS; HOISTS
    • B66D5/00Braking or detent devices characterised by application to lifting or hoisting gear, e.g. for controlling the lowering of loads
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G67/00Loading or unloading vehicles
    • B65G67/60Loading or unloading ships
    • B65G67/603Loading or unloading ships using devices specially adapted for articles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)
  • Warehouses Or Storage Devices (AREA)
  • Carriers, Traveling Bodies, And Overhead Traveling Cranes (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het laden en/of lossen van goederen, in het bijzonder op pallets geladen goederen, welke in het bijzonder is voor het laden en lossen van schepen.
Bij een bekende werkwijze voor het laden of lossen van een schip wordt telkens een lading met behulp van een la-dingopneemmiddel tussen het schip en de kade overgebracht. Dit geschiedt door het ophijsen van het ladingopneemmiddel met de lading, het vervolgens horizontaal verplaatsen daarvan en het weer neerlaten daarvan. De capaciteit van deze werkwijze wordt bepaald door de cyclustijd van het heen en terugvoeren van het ladingopneemmiddel tussen het schip en de kade en de hoeveelheid lading die per keer wordt overgebracht. Uitgaande van een maximale lading die per keer kan worden overgebracht en een maximale transportsnelheid van het ladingopneemmiddel, kan de capaciteit slechts worden verhoogd door het meervoudig parallel uitvoeren van de werkwijze, hetgeen echter een verveelvoudiging van de installatiekosten met zich meebrengt.
De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze voor het laden en/of lossen van een schip te verschaffen met een hogere overslagcapaciteit, zonder dat aanzienlijk hogere investeringen noodzakelijk zijn.
Voor dit doel verschaft de uitvinding een werkwijze voor het laden en/of lossen van een schip, waarbij door een eerste hijsorgaan een eerste ladingopneemmiddel tussen het schip en een parkeerstation wordt bewogen voor het overbrengen van een lading hiertussen, terwijl door een tweede hijsorgaan een tweede ladingopneemmiddel tussen het parkeerstation en de kade of dergelijke wordt bewogen voor het overbrengen van een verdere lading hiertussen, waarbij de genoemde ladingopneem-middelen bij het parkeerstation door de genoemde hijsorganen van elkaar worden overgenomen.
Op deze wijze wordt bijna een verdubbeling van de capaciteit bereikt, doordat de cyclustijd van een ladingop- neemmiddel bijna wordt gehalveerd, terwijl geen dubbele investering nodig is.
In één uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding zetten de beide hijsorganen hun ladingopneemmiddel op een eerste en tweede parkeerplaats in het parkeerstation neer en pakken na elkaar het door het andere hijsorgaan neergezette ladingopneemmiddel op en brengen het naar het schip respectievelijk de kade of dergelijke over.
Met deze uitvoering werken de beide hijsorganen dubbel in serie, waarbij de ladingopneemmiddelen door de hijsorganen direkt aan elkaar worden overgegeven.
Een alternatieve uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat het eerste ladingopneemmiddel door het eerste hijsorgaan vanuit het schip wordt gehesen en op een eerste parkeerplaats van het parkeerstation wordt neergezet, het op een tweede parkeerplaats staand tweede ladingopneemmiddel door het hijsorgaan wordt opgenomen en naar het schip wordt overgebracht, tegelijkertijd door het tweede hijsorgaan een derde ladingopneemmiddel vanaf de kade of dergelijke wordt gehesen en op de eerste parkeerplaats wordt neergezet, waarna door dit tweede hijsorgaan het door het eerste hijsorgaan neergezette eerste ladingopneemmiddel wordt opgenomen en naar de kade of dergelijke wordt overgebracht.
Door het gebruik van het derde ladingopneemmiddel kunnen de beide hijsorganen onafhankelijk van elkaar een ladingopneemmiddel neerzetten en weer oppakken, zodat in het parkeerstation geen wachttijden ontstaan en derhalve de capaciteit nog verder wordt verhoogd.
Een capaciteitsverhoging wordt verder bereikt met een werkwijze waarbij volgens de uitvinding door het eerste hijsorgaan een van de ladingopneemmiddelen in het schip wordt neergezet en een gereedstaand verder ladingopneemmiddel direkt daarna wordt opgepakt en naar het parkeerstation wordt overgebracht .
Op deze manier gaat geen tijd verloren door het laden of lossen van een ladingopneemmiddel, daar dit kan gebeuren terwijl een ander ladingopneemmiddel wordt overgebracht. Een zelfde werkwijze kan uiteraard ook bij het tweede hijsorgaan worden gerealiseerd.
De uitvinding omvat tevens een inrichting voor het laden en/of lossen van in het bijzonder op pallets gestapelde ladingen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen, voorzien van een frame met een in hoofdzaak horizontale brug, een langs de brug verplaatsbaar hijsorgaan voor het heffen/neerlaten en verplaatsen van een daaraan hangend ladingopneemmiddel, die volgens de uitvinding is gekenmerkt door een tweede langs de brug verplaatsbaar hijsorgaan en tenminste een tweede ladingopneemmiddel, terwijl de brug is uitgevoerd met een tussenge-legen parkeerstation met ten minste twee parkeerplaatsen voor het tijdelijk opnemen van ten minste twee ladingopneemmidde-len, waarbij het eerste hijsorgaan verplaatsbaar is tussen het ene uiteinde van de brug en het parkeerstation en het tweede hijsmiddel verplaatsbaar is tussen het andere uiteinde van de brug en het parkeerstation.
Een eenvoudige uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is daardoor gekenmerkt, dat de twee parkeerplaatsen van het parkeerstation stationair zijn, terwijl de banen van de hijsorganen elkaar gedeeltelijk overlappen.
Voor het verder verhogen van de capaciteit van de inrichting is het van voordeel wanneer ten minste een derde ladingopneemmiddel is aangebracht, waarbij telkens ten minste een van de drie ladingopneemmiddelen in het parkeerstation is geparkeerd.
Het parkeerstation van de inrichting volgens de uitvinding kan zodanig zijn uitgevoerd, dat de twee parkeerplaatsen van het parkeerstation in de lengterichting van de brug naast elkaar zijn opgesteld, terwijl tevens mogelijk is dat de twee parkeerplaatsen van het parkeerstation in de dwarsrich-ting van de brug naast elkaar zijn opgesteld, terwijl de hijsorganen tevens in de dwarsrichting van de brug verplaatsbaar zijn.
In het laatste geval kunnen ook op de kade respectievelijk het schip twee parkeerplaatsen voor ladingopneemmiddelen naast elkaar worden gerealiseerd, zodat één ladingopneemmiddel wordt neergezet en direkt daarna een klaarstaand ladingopneemmiddel weer wordt opgepakt. Het zou in de eerst genoemde uitvoering van het parkeerstation ook mogelijk zijn op de kade respectievelijk in het schip twee in de lengterichting van de brug naast elkaar staande parkeerplaatsen te realiseren, indien hiertoe de loopkatten in voldoende mate langs de brug kunnen worden verplaatst.
Normaal zullen de ladingopneemmiddelen bij voorkeur zijn uitgevoerd als een kooi voor het opnemen van één of een aantal palletladingen. Op deze wijze kunnen de ladingen door de inrichting worden getransporteerd zonder zelf te worden gehanteerd, hetgeen de kans op ongelukken of storingen met de lading aanzienlijk verkleind.
In het geval van in slings verpakte palletladingen is het van voordeel wanneer de ladingopneemmiddelen zijn uitgevoerd als een draagraam met haken voor het opnemen van aan slings hangende palletladingen, waarbij de parkeerplaatsen zodanig zijn ingericht dat de draagramen kunnen worden ondersteund met de van slings voorziene palletladingen daaraan hangend.
In deze inrichting leveren de slings geen enkel probleem op en behoeven zij alleen in het schip respectievelijk op de kade te worden gehanteerd, terwijl zij in de inrichting aan het draagraam blijven hangen, dat van het ene hijsorgaan naar het andere hijsorgaan wordt overgegeven.
Als alternatief is het mogelijk een van slings voorziene palletlading in de inrichting van bovenaf in een als speciale van bovenaf laadbare kooi uitgevoerd ladingopneemmid-del over te brengen.
De inrichting volgens de uitvinding kan geheel automatisch worden bestuurd, waarbij de stopplaatsen van de hijsorganen bijvoorbeeld elektrisch kunnen worden geregeld, waardoor zeer nauwkeurig kan worden gewerkt en een goed overnemen van de ladingopneemmiddelen door de hijsorganen kan worden gewaarborgd.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een aantal uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding weergeeft.
Fig. 1 is een schematisch zij-aanzicht van een inrichting voor het laden en/of lossen van een schip volgens de uitvinding, gedeeltelijk in de doorsnede.
Fig. 2 is een bovenaanzicht van de inrichting volgens fig. 1.
Fig. 3 is een vooraanzicht van de inrichting volgens fig. 1.
Fig. 4 is een met fig. 1 overeenkomend aanzicht, waarbij de inrichting in zijn stand buiten bedrijf is weergegeven.
Fig. 5 is een op grotere schaal weergegeven detail van de inrichting in het aanzicht volgens fig. 3, in een andere stand.
Fig. 6a en 6b tonen op grotere schaal een detail van de inrichting volgens fig. 1, in twee verschillende standen.
Fig. 7 toont op grotere schaal een detail van de inrichting volgens fig. 1, waarbij duidelijkheidshalve de omhulling het weergegeven parkeerstation is weggelaten.
De fig. 8a-d tonen in een perspectivisch schema vier fasen van een uitvoeringsvoorbeeld van de met de inrichting volgens fig. 1 uit te voeren werkwijze voor het laden en/of lossen van een schip.
Fig. 9 is een met fig. 8 vergelijkbaar schematisch aanzicht van het illustreren van een werkwijze voor het laden en/of lossen van een schip met een enigszins gewijzigde uitvoering van de inrichting volgens fig. 1.
De figuren, en in eerste instantie de fig. 1-4 tonen schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het laden en/of lossen van goederen, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in en uit een laadruim, in het bijzonder van een schip. In fig. 1 is te zien, dat een palletlading 1 vanuit het ruim 2 van een schip 3 naar de kade 4 kan worden getransporteerd, van waar de palletlading verder kan worden vervoerd, of bijvoorbeeld in een niet weergegeven opslagruimte kan worden opgeslagen. Het zou in principe natuurlijk ook mogelijk zijn de inrichting te gebruiken voor het overbrengen van goederen tussen twee schepen of vanuit een ander transportmiddel dan een schip.
De inrichting volgens de uitvinding is voorzien van een portaalframe 5, dat met behulp van aandrijfbare wielen 6 over rails 9 langs de kade 4 kan rijden. Aan het frame 5 is een brug 7 bevestigd, dat uit een boven de kade 4 verlopend stationair brugdeel 7' en een in het verlengde daarvan geplaatst, vrij uitstekend en bovenwaarts verzwenkbaar aangebracht brugdeel 7 * 1, dat met behulp van een hij swerk 8 omhoog en omlaag verzwenkbaar is.
In de inrichting zijn een als hijsorgaan dienende eerste loopkat 11 en een tweede loopkat 12 aanwezig. Deze loopkatten 11 en 12 kunnen met behulp van een eigen aangedreven loopwerk 13 onafhankelijk van elkaar over op de brug 7 gevormde rails 14 of dergelijke worden verplaatst.
Door de brug 7 is verder een parkeerstation 15 met in lengterichting van de brug 7 naast elkaar opgestelde parkeerplaatsen 15a en 15b verplaatsbaar ondersteund, waarbij het parkeerstation 15 is uitgevoerd met wielen 16, die over horizontale flenzen 17 van de brug 7 kunnen rollen. Op deze wijze kan de plaats van het parkeerstation 15 met de daarmede samenwerkende loopkat 11 enerzijds worden aangepast aan de positie van de toegang 2a van scheepsruim 2 van een bepaald schip 3, terwijl anderzijds het parkeerstation 15 naar het stationaire brugdeel 7' van de brug 7 kan worden verplaatst, zodat dan het verzwenkbare brugdeel 7'' omhoog kan worden verzwenkt, waardoor een voor de kade manoeuvrerend schip geen hinder van de inrichting volgens de uitvinding kan ondervinden (zie fig. 4). De loopkat 11 maakt daarbij de bewegingen van het parkeerstation mee. Onder het parkeerstation 15 hangt een harmonikavor-mige schacht 18 voor aansluiting op de toegang 2a tot het scheepsruim 2 voor het op beschermde wijze door de loopkat 11 overbrengen van de ladingen 1 tussen tussendekken 2b in het ruim van het schip 3 en het van een omhulling 19 voorziene parkeerstation 15.
In het bijzonder in fig. 5 is te zien, dat de loopkat 11 en daarmede ook de loopkat 12 is voorzien van gekoppelde lierwerken 20, die elk een kabel 21 kunnen hijsen en neerlaten, waarbij aan de kabels 21 een draagorgaan 22 is opgehangen. Dit draagorgaan 22 is bedoeld voor het op snelle wijze kunnen oppakken en weer neerzetten van een ladingopneemmiddel 23, dat in fig. 5 bestaat uit een kooi, waarin vier in een vierkant opgestelde palletladingen 1 kunnen worden opgenomen. Het overbrengen van deze palletladingen 1 tussen het schip 3 en de kade 4 is daardoor mogelijk zonder dat de pallets zelf behoeven te worden gehanteerd. Voor het koppelen van het ladingopneemmiddel 23 aan het draagorgaan 22, zijn deze voorzien van koppelingen 24, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit bij het containertransport bekende "twist-locks", waarvan de gren-delpen door een verstelorgaan, bijvoorbeeld een elektrische verstelling, verstelbaar aan het draagorgaan 22 is aangebracht en in een bijbehorende holte in het ladingopneemmiddel 23 kan grijpen en daarin door verdraaiing kan worden vergrendeld.
Voor het eventueel in horizontale richting geleiden van het draagorgaan 22 naar het ladingopneemmiddel 23 ten behoeve van het aan elkaar koppelen daarvan, is het draagorgaan 22 uitgevoerd met een trechtervormige geleiding 25, waarin als het ware het ladingopneemmiddel 23 kan worden gevangen, wanneer onverhoopt het draagorgaan 22 en het ladingopneemmiddel 23 niet geheel juist zijn uitgelijnd.
Een trechtervormige geleiding 26 is ook aan de loop-katten 11 en 12 gevormd voor het invangen van het draagorgaan 22 bij het opheffen hiervan. Deze trechtervormige geleiding 26 heeft tevens ten doel het draagorgaan 22 en eventueel het daaraan hangende ladingopneemmiddel 23 ten opzichte van de loopkat 11, 12 te fixeren, zodat wordt voorkomen dat het aan de kabels 21 hangende draagorgaan 22 ten opzichte van de loopkat 11, 12 gaat slingeren bij acceleraties en déceleraties van de loopkat 11, 12 tijdens het starten en stoppen hiervan. Dit maakt het mogelijk snelle bewegingen uit te voeren zonder de plaatsingsnauwkeurigheid van het draagorgaan 22 en het ladingopneemmiddel 23 op de parkeerplaatsen 15a en 15b in het par-keerstation 15 nadelig te beïnvloeden.
Zoals in het bijzonder de fig. 1 en 6 tonen, is voor het beschermen van de palletlading 1 tijdens het transport door de inrichting het draagorgaan 22 van de loopkat 12 uitgevoerd met een kap 27, die over het draagorgaan 22 en het daaronder hangende ladingopneemmiddel 23 kan schuiven en zodoende de palletlading 1 aan de bovenkant en de zijkant tegen invloeden van buitenaf kan beschermen. In het geval van een kooi als ladingopneemmiddel 23 is aan de onderkant geen bescherming nodig, daar de vloer van de kooi daar bescherming biedt. In het geval van in slings gepakte aan het ladingopneemmiddel 23 hangende palletlading 1, zou de kap 27 eventueel met een open en dicht beweegbare bodem kunnen worden uitgevoerd, zodat deze palletlading 1 aan alle zijden wordt beschermd. Daarbij wordt opgemerkt dat deze alzijdige bescherming slechts bij zeer gevoelige produkten in extreme klimaten noodzakelijk is. Meestal is bescherming aan de bovenkant en zijkant, teneinde de lading tegen neerslag te beschermen voldoende.
Zoals in het bijzonder in fig. 6 is te zien, wordt de kap 27 bij het neerlaten van het ladingopneemmiddel 23 door de loopkat 12 op een afstand boven de kade 4 opgevangen, zodat het draagorgaan 22 met het daaraan hangende opneemmiddel 23 onder uit de kap 27 schuift en het ladingopneemmiddel 23 vrijkomt, teneinde het ladingopneemmiddel 23 van het draagorgaan 22 af te koppelen en af te voeren, of om mogelijk te maken dat de palletlading 1 uit het ladingopneemmiddel 23 wordt verwijderd.
Voor het opvangen van de kap 27 zijn aan het portaal-frame 5 van de inrichting in de baan van uitstekende steunen 28 aan de buitenzijde van de kap 27 aan weerszijden van de baan van de kap 27 horizontale balken 29 bevestigd met buffers 30, waarop de steunen 28 kunnen rusten. De vertikale plaats van de steunen 28 aan de kap 27 en van de balken 29 is zodanig gekozen, dat het draagorgaan 22 juist onder de kap 27 uitkomt wanneer het ladingopneemmiddel 23 op de kade 4 staat. Bij het weer ophijsen van het draagorgaan 22 wordt de kap 27 op een gegeven moment ook weer naar boven meegenomen, waarbij de kap 27 met buffers 38 op het draagorgaan 22 rust. Eventueel kan nog om de plaats waar het ladingopneemmiddel 23 op de kade 4 wordt neergezet een overkapping (niet weergegeven) met een opening voor het doorlaten van het ladingopneemmiddel 23 zijn aangebracht voor het tegen neerslag beschermen van de neergezette palletlading 1. Daarbij is het ook mogelijk het ladingopneemmiddel 23 met de palletlading 1 niet helemaal aan het van het schip afgekeerde uiteinde van de brug 7 neer te laten, doch bijvoorbeeld tussen de rails 9 op de kade 4. In fig. 1 is voor dit doel een overkapping 31 aan het portaalframe 5 bevestigd met afsluitbare doorlaatopeningen 32 daarin voor het doorlaten van het ladingopneemmiddel 23 met de palletlading 1 daaraan.
Voor het binnen- en uitlaten van de loopkat 12 met het draagorgaan 22 en het ladingopneemmiddel 23 daaraan, dient de omhulling 19 van het parkeerstation 15 aan de kadezijde met een al dan niet door een flexibele of beweegbare afsluiting afsluitbare opening te zijn uitgevoerd. Anderzijds is het uiteraard ook mogelijk de omhulling 19 van het parkeerstation 15 in de richting van het stationaire brugdeel 71 te verlengen, al dan niet harmonikavormig, en ook aan de kadezijde een beschermende schacht aan te brengen, zodat ook op deze wijze een volledige bescherming van de palletlading 1 tijdens het trans port hiervan door de inrichting is gewaarborgd. Indien de omstandigheden dit toelaten, kan ook zonder of slechts met een minimale bescherming worden gewerkt.
Fig. 7 toont het zonder omhulling 19 weergegeven par-keerstation 15 in de situatie waarin de ladingopneemmiddelen 23 niet uit kooien, doch uit draagramen bestaan, die zijn voorzien van haken 33 voor het oppakken van door slings 34 omgeven palletladingen 1. Hiertoe zijn de parkeerplaatsen 15a en 15b van het parkeerstation 15 uitgerust met parkeerbalken 35 voor het ondersteunen van de als draagraam uitgevoerde ladingopneemmiddelen 23, op zodanige wijze dat de in slings hangende palletladingen 1 niet worden neergezet, doch net aan de ladingopneemmiddelen 23 blijven hangen. Het hanteren van deze als draagframe uitgevoerde ladingopneemmiddelen vindt derhalve op dezelfde wijze plaats als bij de als kooien uitgevoerde ladingopneemmiddelen 23. In de fig. 7 is verder nog een met de steunbalk 29 vergelijkbare steunbalk 36 te zien, die de kap 27 ondersteunt, zodat het betreffende ladingopneemmiddel 23 en de daaraan hangende palletlading 1 onder de kap 27 uitkomen.
De fig. 8a-8d tonen vier stadia van een werkwijze voor het laden en/of lossen van een schip (waarvan hier slechts een tussendek 26 van het ruim is weergegeven), die met de inrichting volgens de fig. 1-7 kan worden uitgevoerd. In de weergegeven situatie wordt een schip gelost, doch de werkwijze vindt bij het laden van een schip op dezelfde manier plaats, waarbij slechts het al dan niet gevuld zijn van het ladingopneemmiddel 23 juist omgekeerd is. In de fig. 8-9 is een ladingopneemmiddel 23 zonder palletlading 1 als kubus weergegeven, en een ladingopneemmiddel met palletlading 1 als een kubus met kruizen op de buitenvlakken.
In fig. 8a wordt juist een met een palletlading 1 gevuld ladingopneemmiddel 23 door de kabels 21 van het lier-werk 20 van de loopkat 11 gehesen, terwijl aan het andere uiteinde van de inrichting juist een met een palletlading 1 gevuld ladingopneemmiddel 23 op de kade 4 wordt neergezet. Op één van de parkeerplaatsen 15a, 15b van het parkeerstation 15 (in dit geval de parkeerplaats 15b) bevindt zich een derde ladingopneemmiddel 23, dat als buffer dient doch dat in principe ook zou kunnen worden weggelaten, zoals later nog zal worden toegelicht.
In fig. 8b heeft de loopkat 11 juist na het volledig ophijsen en over enige afstand horizontaal in de richting van de kade 4 verplaatsen van het ladingopneemmiddel 23 met daarin de palletlading 1 dit op de parkeerplaats 15a neergezet. Vervolgens wordt het draagorgaan 22 aan deze loopkat 11 van het ladingopneemmiddel 23 losgekoppeld, zodat bij het enigszins omhoog hijsen van het draagorgaan 22 het ladingopneemmiddel 23 op de parkeerplaats 15a blijft staan. De loopkat 12 aan de kadezijde is met zijn draagorgaan 22 van het ladingopneemmiddel 23 met de palletlading 1 losgekoppeld (of als alternatief is de palletlading 1 uit het betreffende ladingopneemmiddel 23 verwijderd, bijvoorbeeld met behulp van vorkheftrucks), waarna een leeg ladingopneemmiddel 23 aan het draagorgaan 22 gekoppeld door het lierwerk 20 van de loopkat 12 wordt gehesen en vervolgens horizontaal langs de brug 7 in de richting van het parkeerstation 15 wordt verplaatst.
In fig. 8c is de situatie weergegeven, waarin de loopkat 11 inmiddels het lege ladingopneemmiddel 23, dat op de parkeerplaats 15b stond, aan zijn draagorgaan 22 heeft gekoppeld, heeft gehesen en over de brug in de richting van het schip heeft verplaatst. Hierbij is de loopkat 11 eerst van boven de parkeerplaats 15a naar de parkeerplaats 15b verplaatst, terwijl het opgetilde, lege ladingopneemmiddel 23 over het volle ladingopneemmiddel 23 op de parkeerplaats 15a wordt heengetild. De loopkat 12 is in de situatie volgens fig. 8c inmiddels boven de parkeerplaats 15b gearriveerd, en de loopkat 12 zal vervolgens het lege ladingopneemmiddel 23 op de parkeerplaats 15b neerzetten.
In de situatie volgens fig. 8d heeft het lierwerk 20 van de loopkat 11 inmiddels het lege ladingopneemmiddel 23 neergelaten, teneinde een nieuwe palletlading op te halen. De loopkat 12 is na het neerzetten van het lege ladingopneemmiddel 23 tot boven de parkeerplaats 15a langs de brug 7 verplaatst, vervolgens is het volle ladingopneemmiddel 23 aan het draagorgaan 22 van de loopkat 12 gekoppeld, waarna het volle ladingopneemmiddel 23 over het op de parkeerplaats 15b staande lege ladingopneemmiddel 23 wordt getild en in de richting van de kade 4 wordt getransporteerd.
De volgende fase in deze werkwijze komt weer overeen met die welke in fig. 8a is weergegeven. Op deze manier kan een schip op snelle en efficiënte wijze worden gelost of geladen.
Zoals eerder is vermeld, zijn verschillende varianten van deze werkwijze mogelijk. Zo kan slechts met twee ladingop-neemmiddelen 23 in de inrichting worden gewerkt, waarbij de loopkatten 11 en 12 ongeveer tegelijk een vol respectievelijk leeg ladingopneemmiddel 23 op de parkeerplaatsen 15a en 15b neerzetten, waarna de loopkatten 11 en 12 na elkaar het door de andere loopkat 12 respectievelijk 11 neergezette ladingopneemmiddel 23 oppakken en naar het schip respectievelijk naar de kade 4 overbrengen.
In fig. 9a en 9b is nog een verdere variant van de werkwijze weergegeven, die met een enigszins gewijzigde inrichting kan worden uitgevoerd. De inrichting is in dit geval uitgevoerd met loopkatten 11 en 12 die elk in dwarsrich-ting van de brug 7 verplaatsbaar zijn op een tussenframe 37, dat telkens langs de dubbel zo breed uitgevoerde brug 7 verplaatsbaar is. Met deze inrichting is het mogelijk, zowel aan de kadezijde als in het schip snel van ladingopneemmiddel 23 te wisselen. Als namelijk één ladingopneemmiddel 23 is neergezet met de betreffende loopkat 11, 12 in zijn ene uiterste dwarsstand, kan na loskoppeling van het ladingopneemmiddel 23 door het draagorgaan 22 de loopkat 11, 12 naar zijn andere uiterste dwarsstand worden verplaatst, waarna direkt het daaronder klaarstaande ladingopneemmiddel 23 kan worden aangekoppeld en opgehesen. Zodoende gaat geen tijd verloren met het inbrengen of uithalen van een palletlading 1 in of uit een ladingopneemmiddel 23, of met het wegvoeren van een neergezet ladingopneemmiddel en het aanvoeren van een op te hijsen ander ladingopneemmiddel 23.
Deze variant volgens fig. 9 is zowel met als zonder bufferladingopneemmiddel 23 in het parkeerstation 15 uit te voeren. Het parkeerstation 15 kan zowel twee parkeerplaatsen 15a en 15b in de lengterichting van de brug 7 als twee parkeerplaatsen 15a en 15b in de breedterichting van de brug 7 bezitten. Verder zou het zelfs nog mogelijk zijn de parkeerplaats 15 uit te rusten met vier, bijvoorbeeld in een vierkant geplaatste parkeerplaatsen, waarbij dan ook meerdere bufferla-dingopneemmiddelen 23 zouden kunnen worden toegepast. Verder zou het mogelijk kunnen zijn alleen aan de scheepszijde of aan de kadezijde van de inrichting een dubbele loopkat 11 respectievelijk 12 met tussenframe 37 toe te passen en aan de andere zijde slechts een enkele loopkat 12, 11. Dit zou van voordeel zijn in situaties, waarbij aan één zijde van de inrichting sneller moet worden gewerkt dan aan de andere zijde, teneinde de cycli van de beide loopkatten 11 en 12 althans ongeveer aan elkaar gelijk te maken.
Voor het verhogen van de capaciteit van de inrichting kan deze ook met twee afzonderlijke evenwijdige bruggen met bijbehorende hijsmiddelen en parkeerplaatsen worden uitgevoerd, of kan de brug 7 dubbel worden uitgevoerd.

Claims (22)

1. Werkwijze voor het laden en/of lossen van een schip (3), waarbij door een eerste hijsorgaan (11) een eerste ladingopneemmiddel (23) tussen het schip (3) en een parkeer-station (15) wordt bewogen voor het overbrengen van een lading (1) hiertussen, terwijl door een tweede hijsorgaan (12) een tweede ladingopneemmiddel (23) tussen het parkeerstation (15) en de kade (4) of dergelijke wordt bewogen voor het overbrengen van een verdere lading (1) hiertussen, waarbij de genoemde ladingopneemmiddelen (23) bij het parkeerstation (15) door de genoemde hijsorganen (11,12) van elkaar worden overgenomen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de beide hijsorganen (11,12) hun ladingopneemmiddel (23) op een eerste en tweede parkeerplaats (I5a,15b) in het parkeerstation (5) neerzetten en na elkaar het door het andere hijsorgaan (11,12) neergezette ladingopneemmiddel (23) oppakken en naar het schip (3) respectievelijk de kade (4) of dergelijke overbrengen.
3. Werkwijze volgens conclusies 1, waarbij het eerste ladingopneemmiddel (23) door het eerste hijsorgaan (11) vanuit het schip wordt gehesen en op een eerste parkeerplaats (15a) van het parkeerstation (15) wordt neergezet, het op een tweede parkeerplaats (15b) staand tweede ladingopneemmiddel (23) door het hijsorgaan (11) wordt opgenomen en naar het schip (3) wordt overgebracht, tegelijkertijd door het tweede hijsorgaan (12) een derde ladingopneemmiddel (23) vanaf de kade of dergelijke (4) wordt gehesen en op de eerste parkeerplaats (15a) wordt neergezet, waarna door dit tweede hijsorgaan (12) het door het eerste hijsorgaan (11) neergezette eerste ladingopneemmiddel (23) wordt opgenomen en naar de kade (4) of dergelijke wordt overgebracht.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij door het eerste hijsorgaan (11) één van de ladingopneemmiddelen (23) in het schip wordt neergezet en een gereedstaand verder ladingopneemmiddel (23) direkt daarna wordt opgepakt en naar het parkeerstation (15) wordt overgebracht.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij door het tweede hijsorgaan (12) een van de ladingopneemmiddelen (23) op de kade (4) of dergelijke wordt neergezet en een gereedstaand verder ladingopneemmiddel (23) direct daarna wordt opgepakt en naar het parkeerstation (15) wordt overgebracht.
6. Inrichting voor het laden en/of lossen van in het bijzonder op pallets gestapelde ladingen (1), in hoofdzaak voor toepassing bij schepen (3), voorzien van een frame (5) met een in hoofdzaak horizontale brug (7), een langs de brug (7) verplaatsbaar hijsorgaan (11) voor het heffen/neerlaten en verplaatsen van een daaraan hangend ladingopneemmiddel (23) gekenmerkt door een tweede langs de brug (17) verplaatsbaar hijsorgaan (12) en tenminste een tweede ladingopneemmiddel (23), terwijl de brug (7) is uitgevoerd met een tussengelegen parkeerstation (15) met ten minste twee parkeerplaatsen (15a,15b) voor het tijdelijk opnemen van ten minste twee la-dingopneemmiddelen (23), waarbij het eerste hijsorgaan (11) verplaatsbaar is tussen het ene uiteinde van de brug (7) en het parkeerstation (15) en het tweede hijsmiddel (12) verplaatsbaar is tussen het andere uiteinde van de brug (7) en het parkeerstation (15).
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de twee parkeerplaatsen (15a,15b) van het parkeerstation (15) stationair zijn, terwijl de banen van de hijsorganen (11,12) elkaar gedeeltelijk overlappen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij ten minste een derde ladingopneemmiddel (23) is aangebracht, waarbij telkens ten minste een van de drie ladingopneemmiddelen (23) in het parkeerstation (15) is geparkeerd.
9. Inrichting volgens een der conclusies 6-8, waarbij de twee parkeerplaatsen (15a,15b) van het parkeerstation (15) in de lengterichting van de brug (17) naast elkaar zijn opgesteld.
10. Inrichting volgens een der conclusies 6-8, waarbij de twee parkeerplaatsen (15a,15b) van het parkeerstation (15) in de dwarsrichting van de brug naast elkaar zijn opgesteld, terwijl de hijsorganen (11,12) tevens in de dwarsrichting van de brug (7) verplaatsbaar zijn.
11. Inrichting volgens een der conclusies 6-10, waarbij de ladingopneemmiddelen (23) zijn uitgevoerd als een kooi voor het opnemen van een palletlading (1).
12. Inrichting volgens een der conclusies 6-10, waarbij de ladingopneemmiddelen (23) zijn uitgevoerd als een draagraam met haken (33) voor het opnemen van in slings (34) verpakte palletladingen (1), waarbij de parkeerplaatsen (15a,15b) zodanig zijn ingericht dat de draagramen (23) kunnen worden ondersteund met de in slings (34) verpakte palletladingen (1) daaraan hangend.
13. Inrichting volgens een der conclusies 6-12, waarbij de hijsorganen bestaan uit over rails (14) verplaatsbare loopkatten (11,12).
14. Inrichting volgens een der conclusies 6-13, waarbij de hijsorganen (11,12) elk zijn voorzien van een aan vier hijskabels (21) hangend draagorgaan (22) dat door een koppeling (24) aan elk van de ladingopneemmiddelen (23) koppelbaar is.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de koppeling (24) bestaat uit vier op afstand, bijvoorbeeld elektrisch, hydraulisch of pneumatisch bedienbare "twist locks".
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk ladingopneemmiddel (23) in horizontale richting ten opzichte van een langs de brug verplaatsbaar deel (20) van elk hijsorgaan (11,12) kan worden gefixeerd.
17. Inrichting volgens een der conclusies 6-16, waarbij het parkeerstation (15) althans aan de zijkanten en bovenkant is afgeschermd, en tussen het parkeerstation (15) en het ruim (2) van het schip (3) een schacht (18) aanbrengbaar is, terwijl het tweede hijsorgaan (12) is uitgevoerd met een kap (27) voor het beschermen van de lading (1).
18. Inrichting volgens een der conclusies 6-16, waarbij de gehele baan van de beide hijsorganen (11,12) althans aan de zijkanten en bovenkant is afgeschermd.
19. Inrichting volgens een der conclusies 6-18, waarbij het parkeerstation (15) langs de brug (7) verplaatsbaar is.
20. Inrichting volgens een der conclusies 6-16, waarbij de brug (7) een stationair brugdeel (7') en een uitstekend verzwenkbaar brugdeel (7'') omvat, terwijl het parkeerstation (15) van het verzwenkbare (711) naar het stationaire brugdeel (7') verplaatsbaar is.
21. Inrichting volgens een der conclusies 6-20, waarbij de ladingopneemmiddelen (23) op verschillende plaatsen langs de brug (7) kunnen worden gehesen en neergelaten vanaf en naar verschillende laad- of losplaatsen.
22. Inrichting volgens een der conclusies 6-21, voorzien van twee evenwijdige bruggen (7) met eigen daarlangs verplaatsbare hijsorganen (11,12), of voorzien van evenwijdige banen voor onafhankelijke stellen hijsorganen (11,12).
NL9001815A 1990-08-13 1990-08-13 Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen. NL9001815A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001815A NL9001815A (nl) 1990-08-13 1990-08-13 Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen.
JP3287349A JPH04327430A (ja) 1990-08-13 1991-08-12 船への積込・積降方法及びその装置
EP91202053A EP0471411A1 (en) 1990-08-13 1991-08-12 Method and apparatus for loading and/or unloading goods, in particular goods stacked on pallets, generally for use with ships
CN91105545A CN1060075A (zh) 1990-08-13 1991-08-12 船舶装卸托盘货物的方法和装置
KR1019910014159A KR920004272A (ko) 1990-08-13 1991-08-16 선박과 함께 사용되는 팰리트(Pallet)상에 적재된 화물의 하역방법 및 장치

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001815 1990-08-13
NL9001815A NL9001815A (nl) 1990-08-13 1990-08-13 Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001815A true NL9001815A (nl) 1992-03-02

Family

ID=19857546

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001815A NL9001815A (nl) 1990-08-13 1990-08-13 Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0471411A1 (nl)
JP (1) JPH04327430A (nl)
KR (1) KR920004272A (nl)
CN (1) CN1060075A (nl)
NL (1) NL9001815A (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0573380A1 (en) * 1992-06-03 1993-12-08 Sociedad Anonima De Ingenieria Minera E Industrial Facility for the manoeuvreing of pallets in gantry cranes
DE4222099A1 (de) * 1992-07-07 1994-01-13 Krupp Foerdertechnik Gmbh Einrichtung zum Be- und/oder Entladen von Stückgut
DE4307254A1 (de) * 1993-03-08 1994-09-15 Tax Ingenieurgesellschaft Mbh Lastenverladekran
ES2084542B1 (es) * 1993-03-26 1998-10-16 Taim Tfg Sa Sistema de mecanismo para carga y descarga automatica de palets en barcos.
SE508472C2 (sv) * 1996-07-09 1998-10-12 Wiab Widholms Ind Ab Mobil godshanteringsenhet
DE19641190C1 (de) * 1996-09-24 1998-04-09 Mannesmann Ag Vorrichtung zur Stabilisierung eines Lastaufnahmemittels für Palettengut
DE10127448A1 (de) * 2001-06-07 2002-12-19 Ssg Schiffahrts Und Speditions Verfahren und Einrichtung zum Umschlagen von Umschlaggut zwischen zwei Lagerstellen
JP5555440B2 (ja) * 2009-03-31 2014-07-23 三井造船株式会社 岸壁クレーン
DE102018113542B4 (de) * 2018-06-06 2022-06-02 MBA Instruments GmbH Vorrichtung zum Entladen von Stückgut aus einem Laderaum eines Schiffes
CN108750733A (zh) * 2018-06-28 2018-11-06 耿全水 一种港口装卸集装箱系统
JP2020142909A (ja) * 2019-03-07 2020-09-10 鹿島建設株式会社 クレーン及び吊上げ方法
CN110255097B (zh) * 2019-06-03 2020-11-06 上海海事大学 一种与地下物流系统结合的自动化集装箱码头陆侧装卸系统
CN111391980A (zh) * 2020-04-22 2020-07-10 中国船舶重工集团公司第七0四研究所 一种船舶货物补给系统

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8700511A (nl) * 1987-03-03 1988-10-03 Weimar Nv Transportinrichting voor het laden en lossen van goederen, in het bijzonder voor toepassing bij schepen.
NL8702398A (nl) * 1987-10-08 1989-05-01 Marinus Giesselbach Sr Transportinrichting voor het laden en lossen van goederen, in het bijzonder voor toepassing bij schepen.
AT392254B (de) * 1988-04-18 1991-02-25 Hans Dipl Ing Dr Techn Jonke Krananlage mit einbahnigem foerdersystem fuer den stueckguttransport

Also Published As

Publication number Publication date
JPH04327430A (ja) 1992-11-17
CN1060075A (zh) 1992-04-08
KR920004272A (ko) 1992-03-27
EP0471411A1 (en) 1992-02-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0281181B1 (en) Conveying apparatus for loading and unloading goods, in particular for use with ships
US3164406A (en) Automatic holding device
NL9001815A (nl) Werkwijze en inrichting voor het laden en/of lossen van, in het bijzonder op pallets gestapelde goederen, in hoofdzaak voor toepassing bij schepen.
CA2184558C (en) Guide chute for cargo container handling cranes
US4946344A (en) General cargo crane
FI111157B (fi) Menetelmä ja sovitelma paperi-, kartonki- ja sellurullien lastaamiseksi kuljetusvälineeseen
RU2057701C1 (ru) Устройство для погрузки и разгрузки упакованных грузов
JPH065281Y2 (ja) 立体倉庫
US5197843A (en) Device for loading and unloading unitary cargo onto and from ships
JPH09150918A (ja) コンテナの立体格納設備
JP4514277B2 (ja) 製品コイルの船積方法
EP0827934A1 (en) A guide chute for cargo container handling cranes
JPH06255980A (ja) タイヤ搬送用吊具
JP2552338B2 (ja) 荷役機械
NL8702398A (nl) Transportinrichting voor het laden en lossen van goederen, in het bijzonder voor toepassing bij schepen.
JP2747370B2 (ja) 搬入出装置付き管体格納設備
JPH0243197A (ja) 荷役機械
JPH0243196A (ja) 荷役機械
JPH10194461A (ja) 内航用コンテナ専用船の荷役設備
JPH0266025A (ja) 荷役機械
JPS636101Y2 (nl)
JP2518454Y2 (ja) スタツクコーン自動着脱装置及びこの装置を備えたコンテナクレーン
JPH01299128A (ja) 小口貨物用輸送用シングルレーン不連続運搬システムであるクレーンシステム
JP2527714Y2 (ja) パレット積み物品保管倉庫の入出庫装置
NL9002480A (nl) Werkwijze en inrichting voor het lossen en/of laden van schepen met goederen.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed