NL9001733A - Afgifteinrichting voor van kleefmiddel voorzien band en overbrengingsmechanisme. - Google Patents

Description

Afgifteinrichting voor van kleefmiddel voorzien band en overbrengingsmechanisme .

Inrichtingen voor het aan een ondergrond afgeven van van kleefmiddel voorzien band zijn bekend, bijvoorbeeld uit het Duitse ’Offenlegungsschrift' DE 3109735, het Duitse 'Offenlegungsschrift' 2801540 en de Europese octrooiaanvrage EP-A-0092187. Hiermee kan band op een ondergrond, zoals vellen papier op een enveloppe gekleefd worden door het langs die ondergrond trekken van de inrichting en uiteindelijk afsnijden van de band.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een handzame afgifteinrichting voor van kleefmiddel voorzien band te verschaffen, die tevens goed bruikbaar is voor het afgeven van stukken band waarbij een stuk band handmatig van de inrichting wordt afgenomen. Bestaande inrichtingen voor dit doel zijn onhandig in gebruik en bovendien benodigen deze veelal een electrische aandrijving.

De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting volgens conclusie 1.

Bij voorkeur verschaft een onderhavige uitvinding een inrichting volgens conclusie 2, opdat wordt verhinderd dat gebruikers (kinderen) niet hun vingers verwonden aan de snij-middelen.

Bij voorkeur verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting volgens conclusie 3, opdat een stuk band van de gewenste lengte gemakkelijk van de afgifteinrichting af te nemen is waarbij wordt voorkomen dat het band nodeloos vouwt of anderszins in ongerede geraakt.

Bij voorkeur verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting volgens conclusie 4, waardoor de bediening van de snijmiddelen met een eenvoudige handbeweging kan worden uitgevoerd .

Bij voorkeur verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting volgens conclusie ,.5, opdat wordt voorkomen dat, nadat de snij middelen in een voor het snijden gerede stand zijn gebracht nog verder transport van band kan plaatsvinden.

Bij voorkeur verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting volgens conclusie 6, opdat deze compact kan worden uitgevoerd.

De inrichting volgens de onderconclusies 7, 8 en/of 9, maakt een verdere compacte opbouw van de inrichting mogelijk.

De inrichting volgens conclusie 11 biedt de mogelijkheid tot het gemakkelijker verwisselen van een rol band.

Voorts verschaft de onderhavige uitvinding een mechanisme voor het in één richting overbrengen van een beweging volgens conclusie 12.

Dit overbrengingsmechanisme is elegant simpel uitgevoerd en verschaft een ratelconstructie met eenvoudige terugloop.

Verdere details, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van een beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan met referentie aan een tekening waarin tonen: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding in een eerste gebruiksstand; fig. 2 een aanzicht in perspectief van de uitvoeringsvorm uit fig. 1 in een een tweede gebruiksstand; fig. 3 een aanzicht in perspectief van uit elkaar getrokken onderdelen van de uitvoeringsvorm uit fig. 1 en 2; fig. 4-10 zijaanzichten in doorsnede van de uitvoeringsvorm uit fig. 1 ter verduidelijking van de werking daarvan; fig. 11 een aanzicht in perspectief van een tweede uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 12 een schematisch aanzicht van een overbrengings-principe, volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding.

De in fig. 1 en 2 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van een afgifteinrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding is zowel te gebruiken in plaats van bekende afgifteinrichtingen die op een bureau te plaatsen zijn, voor afgifte van een, van kleefmiddel voorzien stuk band B door plaatsing van de inrichting 1 in een houder 2, alsmede voor het in de hand H nemen van de inrichting, deze uit de houder 2 te nemen en om gekeerd te gebruiken voor het vanaf een rol band R over een ondergrond, bijv. twee vellen papier SI en S2, afrollen van een stuk band B'.

De inrichting is voorzien van een hefboom 3 die bij in-drukking van de in fig. 1 getoonde stand een stuk band B van in te stellen of grotere lengte afgeeft, daar bij volledige indrukking van de hefboom 3 een stuk band B wordt afgesneden, zoals uit de hieronder volgende beschrijving zal blijken, terwijl bij het 'pompend' bedienen van de hefboom 3 een telkens langer stuk band uit de afgifteinrichting 1 verkregen kan worden. De slag van de hefboom 3 wordt bepaald door een in een sleuf 47 beweegbare pen 48 (fig. 4). De hefboom 3 wordt door een veer 49 naar zijn bovenste stand gedwongen.

Bij de in fig. 2 getoonde gebruikstoestand van inrichting 1 is de hefboom 3 (op niet getoonde wijze) in een huis 4 van de inrichting gedrukt en vindt het afsnijden van de gewenste lengte van een stuk band B' plaats door het indrukken van een neusrol 5, zoals eveneens uit de beschrijving hieronder zal blijken. Bij dergelijk omgekeerd gebruik kan de hefboom 3 met behulp van een omzetelement 29 in een tweede ruststand gebracht worden, waarbij de hefboom in geringere mate uit het huis steekt en gemakkelijker bruikbaar is in de in fig. 2 getoonde gebruiksstand.

De in fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvormen zijn voor i de overzichtelijkheid ontdaan van een esthetisch gevormd buitenhuis, zoals dat de afgifteinrichting wel dient te omhullen .

Zoals in fig. 3 te zien is, wordt door beweging van de hefboom 3 via overbrengingsmiddelen 6 een draaibeweging aan i trekmiddelen 7 overgedragen. De trekmiddelen 7 omvatten bij voorkeur van vertandingen voorziene, in elkaar stekende rollen 8, 9 van verschillende diameter.

De hefboom 3 is door middel van as 10 (fig. 3, 4) in een tussenwand 11 van het huis 4 roteerbaar gelagerd, terwijl i een stel tandheugels 12, 13, 14 door de hefboom 3 worden bewogen .

Een eerste tandheugel 12 is voorzien van een schuine vertanding die in, aan rollen 8, 9 bevestigde tandwielen 16, 17 eveneens met schuine vertanding grijpen. Bij rotatie van de rollen 8, 9 wordt de band B via de geribde oppervlakken van de rollen getransporteerd terwijl het met behulp van een geleiderol 18 waarlangs het band geleid wordt, het band B enigszins wordt gebogen of gevouwen teneinde een band (tijdelijk) enigszins te verstijven bij het transport naar buiten. De rol 9 heeft bij voorkeur een enigszins kleinere diameter dan de rol 8, teneinde de band B, waarvan de van plakmiddel voorziene zijde naar rol 9 is gericht, enigszins slippend langs deze rol 9 te laten bewegen, waarbij wordt voorkomen dat de band B zich tussen rollen 8 en 9 door beweegt.

De tandheugel 12 kan bij voorkeur tenminste in enige mate bewegen om scharnieras 19, daar het in hoofdzaak cirkelvormige segment 20 waaraan de tandheugel 12 is aangebracht, voorzien is van een nok 21 en daarmede beweegbaar is ten opzichte van een tweede segment 22 en een derde segment 23 en er bovendien een speling 24 in het segment 20 is aangebracht. Bijgevolg kan de hefboom 3, indien een langer stuk band B gewenst is, alvorens het band wordt afgesneden, op-waarts worden bewogen en wederom neerwaarts worden bewogen, daar bij de opwaartse beweging de tandheugel 12 loskomt uit de (schuine) tanden van de tandwielen 16, 17. Dit "pompen" van de hefboom 3 kan vanzelfsprekend herhaald plaatsvinden.

Een en ander is geïllustreerd in fig. 5.

Na een bepaalde slag van hefboom 3 (fig. 6) komt de tandheugel 13 in aangrijping met een getand wiel 31, waaraan tevens excentrisch een spanveer 32 is bevestigd die anderzijds via pen 33 aan het huis is bevestigd.

Nadat de tandheugel 13 en tandwiel 31 over enige afstand bewogen (fig. 7) zijn, vergrendelt een, de derde tandheugel 14 vergrendelende, neus 36 van een roteerbaar gelagerd vergrendelelement 37, dat tevens met een bladveer 38 tussen een pen 39 aan het huis is bevestigd, de hefboom 3 tegen opwaartse beweging. Intussen is de spanveer 32 onder spanning gebracht. Het tandwiel 31 kan, zoals zichtbaar is in fig. 7 en 8 over de vertanding van een rondsel 41 lopen, daar het rondsel 41 door middel van een om pennen 44, 45 gevouwen veerelement 46 en een lagerelement 47 in één richting verend tegen de vertanding van het tandwiel 31 wordt gehouden.

Bij verdere indrukking van de hefboom 3 (fig. 9) wordt een ontgrendelelement 51 ingedrukt, waardoor een aanslag 52 wordt gelicht van een aanslag 53 aan een van twee vleugel-or-ganen 54 voorzien wiel 55.

Zoals vooral in fig. 8 te zien is, bedienen de vleugels 54 een deelelement 56 dat deel uitmaakt van een meshouder 57 (fig. 3) voorzien van een mes 58, die door middel van een bladveer 59 verend is opgesteld.

Het moge duidelijk zijn dat door middel van de veer na het ontgrendelen van de vleugels 54 het mes met grote snelheid beweegt en door de band B slaat, zoals te zien is in fig. 10. Na ontgrendeling wordt de kracht van de spanveer 32 via tandwiel 31, rondsel 41 en vleugelorganen 54 (fig. 9) aan het mes 58 overgedragen.

Nadat het wiel 55 een halve slag heeft gemaakt, wordt door een pal 61 aan wiel 31 (fig. 6) het blokkeerelement 37 vrijgegeven, opdat de derde tandheugel 14 vrijloopt en de hefboom 3 zich bovenwaarts tot zijn bovenste evenwichtsstand kan bewegen. De tandheugels 12, 13 worden door een aanslag 38 en pen 21 vrijgehouden.

Bij voorkeur is de lengte van de hefboom 3 zodanig nauwkeurig gedimensioneerd, dat bij terugvering een stuk band B daaraan blijft kleven (zie fig. 1).

Wanneer de afgifteinrichting in de in fig. 2 getoonde stand wordt gebruikt, dat wil zeggen met de hefboom 3 in ingeklapte stand en met het ontgend el element 51 ingedrukt. Het neuswiel 5 wordt op een ondergrond gedrukt en de band B wordt afgerold.

Bij het indrukken wordt het neuswiel 5 tegen een verend element in een sleuf 74 (fig. 8) verschoven en wordt het wiel 55 vergrendeld door een aanslag 60. Bij het heffen wordt de vergrendeling opgeheven en wordt de band gesneden.

Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een afgifteinrichting volgens de onderhavige uitvinding (fig. 11) is voorzien van een cassette 75 waarin een rol band (niet getoond) is opgenomen en die is voorzien van transportwielen 76 terwijl de afgifteinrichting 74 voorzien is van tweede trans- portwielen 77 en het tussen wiel 78 alsmede een snij inrichting 79 en een neuswiel 80 zoals schematisch aangegeven.

Tussen de eerste en tweede transportwielen 76 resp. 77 is een rondsel 81 opgenomen voor het overbrengen van de beweging van de tweede transportwielen 77 die op niet getoonde wijze door een hefboom worden aangedreven, naar de eerste transportwielen 76 met dezelfde omlooprichting. De cassette 75 is bij voorkeur voorzien van een veerbelaste hefboom 82 en een zich dwars daarop uitstrekkende arm 83 voorbij het in af-gifteinrichting 74 stekende cassette 75 in enige mate afrollen van het band van de rol, opdat met de hefboom het band verder tussen de transportrollen 76 en 77 langs het neuswiel 80 tot buiten de afgifteinrichting 74 kan worden getransporteerd. Bij het insteken van de cassette 75 wordt de arm 82 langs een aanslag 84 en een wiel 85 gedrongen waardoor de dwarsarm 83 het band doet afrollen en er zich een losse lus aan de band in de casette 75 vormt.

Zoals duidelijk moge zijn is de onderhavige uitvinding niet beperkt tot de beschreven en getoonde uitvoeringsvormen, maar zijn verdere vereenvoudigingen voor het overbrengen van de bewegingen van de hefboom mogelijk.

Een overbrengingsprincipe voor een dergelijke vereenvoudiging is verder verduidelijkt in fig. 12, waarbij een segment 91 is voorzien van een eerste tandheugel 92 voor vergrendeling en een tweede verend uitgevoerd element 95 dat is voorzien van een tweede tandheugel 93 die aangrijpt op de vertanding 94 van een tweede overbrengingsorgaan 95 dat eveneens is uitgerust met een verende tandheugel 96 die aangrijpt op een tandwiel 97. Het element 95 is eventueel voorzien van een derde tandheugel die niet is afgebeeld.

Claims (12)

1. Inrichting voor het afgeven van een, van kleefmiddel voorzien stuk band, omvattendé: - een huis; - trekmiddelen voor het van een rol band aftrekken van een stuk band, die in het huis zijn opgenomen; - snijmiddelen voor het afsnijden van een stuk band, die in het huis zijn opgenomen; en - een hefboom die mechanisch zowel met de trekmiddelen als de snijmiddelen is gekoppeld en die bedienbaar is door het op een ondergrond drukken van het huis of het handmatig indrukken van de hefboom.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de hefboom bij het in werking stellen van de snijmiddelen een zodanige stand inneemt, dat de snijmiddelen van de buitenomgeving zijn afgeschermd.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij in de snij stand bij handmatige bediening van de hefboom de hefboom een zodanige stand inneemt dat het stuk band aan de hefboom blijft kleven bij opvolgende buitenwaartse beweging van de hefboom.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, voorzien van een neusrol die bij indrukking de snijmiddelen in werking stelt.

5. Inrichting volgens één van de conclusies 1-4, waar-' bij in het huis blokkeermiddelen zijn opgenomen, voor het blokkeren van een teruggaande beweging van de hefboom, wanneer de snijmiddelen in een voor het snijden gerede stand zijn gebracht.

6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, waarbij in het huis een tussenwand is opgesteld aan één zijde waarvan de bedieningshefboom, de rol band en de trekmiddelen zijn opgesteld, tewijl aan de andere zijde daarvan koppel- -en overbrengingsmiddelen zijn opgesteld voor de koppeling en overbrenging van de beweging van de hefboom naar de trek- en snijmiddelen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de hefboom vast is verbonden met een of meer tandheugels die deel uit-'maken van de koppel- en overbrengingsmiddelen.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de hefboom is gekoppeld met drie tandheugels, waarvan een eerste is gekoppeld met de trekmiddelen, een tweede is gekoppeld met de snijmiddelen en een derde tandheugel deel uit maakt van de blokkeermiddelen.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij een tandheugel verend is uitgerust en van schuine tanden is voorzien teneinde in één richting een aandrijvende beweging op in de schuine vertanding aangrijpende tandwiel uit te oefenen en in een tweede richting vrij langs dat tandwiel te kunnen bewegen .

10. Inrichting volgens een van de conclusies 1-9, waarbij de trekmiddelen omvatten een eerste rol met geribd oppervlak, een tweede rol met geribd oppervlak waarvan de diameter kleiner is dan de diameter van de eerste rol, waarbij het geribde oppervlak van de tweede rol naar de van kleefmiddel voorziene zijde van de band gericht is, en een tussenrol die tussendelen van het geribde oppervlak van de eerste en/of tweede rol steekt, teneinde het band in dwarsrichting te buigen of enigszins te vouwen.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 1-10, voorzien van een verwisselbare cassette waarin de rol band is opgenomen.

12. Mechanisme voor het over brengen van een beweging, omvattende: - een tandheugel die in een richting dwars op de bewegingsrichting van de tandheugel verend is uitgevoerd; en - een in de tandheugel grijpend tandwiel waarop enige weerstand wordt uitgeoefend, waarbij het tandheugel in één richting het tandwiel aandrijft en in een tweede richting langs het tandwiel ratelt.