NL9001486A - Inrichting voor het op een substraat telen van produkten. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het op een substraat telen van produk-ten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op een substraat telen van planten, bloemen, groenten en dergelijke, bestaande uit een houder voor het substraat en een goot voor de af voer van het water met resterende voedingsstoffen.

Het gebruik van een substraat, zoals steenwol, voor het kweken of telen van planten, bloemen, groenten en dergelijke is algemeen bekend en bijvoorbeeld beschreven in "Kali-Briefe" uitgegeven door Landwirtschafliche Forschungsanstalt Blintehof, band 16 (1982/83) blz. 175-190. In dit overzicht is aangegeven dat blokken steenwol of een ander substraat worden voorzien van een opening waarin de kiemplanten worden aangebracht. De substraatblokken worden vervolgens geplaatst op een houder en aan de substraatblokken wordt waterig voedingsmedium toegevoerd en het overtollige waterige voedingsmedium wordt afgevoerd uit de houder. Volgens genoemd artikel is de houder vervaardigd uit een folie van kunststof die kan zijn voorzien van toevoeren' voor het waterige voedingsmedium. Daarna zijn houders ontwikkeld uit roestvrijstaal of kunststof, welke houders zodanig zijn voorzien van een profiel dat de substraatblokken worden ondersteund, terwijl de vloeistof via een holte in de houder wordt afgevoerd. Een nadeel van de thans bekende systemen is dat het af te voeren kweekmedium, bestaande uit een waterige oplossing van resterende voedingsstoffen in aanraking komt met de diverse achter elkaar geplaatste planten en indien één van deze planten ziektekiemen bevat, het gevaar groot is dat ook de andere planten worden aangetast. Daarom is nu een verbeterde inrichting ontwikkeld waarmee het mogelijk is dat de resterende waterige oplossing van voedingsstoffen zo snel mogelijk wordt afgevoerd uit de direkte nabijheid van de te kweken plant zonder dat deze vloeistof in kontakt komt met andere planten of dat dit kontakt in elk geval wordt geminimaliseerd. Vervolgens kan de vloeistof worden verzameld en na controle en aanvulling worden gerecirculeerd.

De thans verbeterde, voorgestelde inrichting, zoals in de aanhef vermeld, wordt hierdoor gekenmerkt dat de houder een draadvormige constructie is, met draadvormige steunen voor het substraat en de goot direkt onder het substraat is geplaatst in draadvormige beugels. Bij voorkeur is de inrichting, behalve de goot, vervaardigd uit een draadvormig materiaal, welke draad bij voorkeur van gegalvaniseerd staal is terwijl de steunen voor de goot zijn geplastificeerd, zodat het kweekmedium zo min mogelijk in kontakt komt met het metaal van de draadvormige constructie. Het is ook mogelijk niet alleen de steunen te vervaardigen uit een geplastificeerde draad, maar de gehele draadvormige constructie te vervaardigen uit kunststof indien een draadvormige constructie van kunststof voldoende mechanische sterkte heeft.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving waarbij is verwezen naar de bijgevoegde tekening waarin: fig. 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft in perspectivisch aanzicht, voor het kweken van produkten.

fig. 2 een alternatieve uitvoeringsvorm is van de inrichting volgens de uitvinding met name bestemd voor het oogsten op normale werk-hoogte.

fig. 3 een bovenaanzicht is van de bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de goot, ^ fig. 4 een vooraanzicht is van de inrichting volgens fig. 1 en fig. 5 een andere uitvoeringsvorm is van een inrichting volgens fig.l, weergegeven in een vooraanzicht vergelijkbaar met fig. 4.

In fig. 1 is een perspectivisch aanzicht weergegeven van een inrichting volgens de uitvinding, bestaande uit een draadvormige constructie als houder 1 voor het substraat 3 en de goot 2, welke goot rust op de ondersteunende draden 9, 10. De draden 5, 6 zijn ter mechanische versteviging van de draadvormige constructie en de draden 7, 8 dienen voor het hieraan bevestigen van de steun 4, waarop het brokvormige substraat 3 is geplaatst. Bij voorkeur heeft het substraat 3 een lengte van één meter of meer en wordt ondersteund door drie of meer steunen 4. De goot 2 rust bij de onderzijde 11, op de ligger 13 van de houder 1. De inrichting is iets hellend opgesteld zodat het water dat wordt verzameld in goot 2 naar een verzamelplaats stroomt van waaruit het water kan worden opgewerkt en gerecirculeerd.

De verwijzingscijfers in de verschillende fig. zijn zodanig gekozen dat gelijke verwijzingscijfers betrekking hebben op dezelfde of vergelijkbare onderdelen. Zo is in fig. 2 de houder 1 aangegeven die een iets andere afmeting kan hebben als de houder 1 in fig. 4 maar dezelfde funktie heeft. Dit geldt ook voor de goot 2 en voor de substraatblokken of platen 3.

In fig. 2 is een inrichting weergegeven waarbij een grotere afstand is gekozen tussen de goot 2 en de houder 16 voor het hierin plaatsen van het substraat. Deze grotere afstand kan nodig zijn om de te oogsten planten te kunnen plukken op werkhoogte. De draadvormige beugel moet zodanig worden begrepen dat hiermee zowel beugel 15 van fig. 2 is bedoeld als het samenstelsel van ondersteunende draden 9, 10 en houder 1 van fig. 1. In fig. 2 zijn twee constructies 21 en 22 naast elkaar weergegven, met elkaar verbonden via staafvormige dragen 20.

De materiaalkeuze voor de inrichting volgens de uitvinding is van belang omdat het waterige medium sterk in kwaliteit kan verminderen doordat het in aanraking komt met metalen die ongewenst zijn in het voedingsmedium. Dit geldt met name voor zinkionen. Daarom zou het gewenst kunnen zijn de volledige inrichting te vervaardigen uit een kunststof, doch dit kan leiden tot een mechanisch minder sterke inrichting of tot een inrichting die kostbaar is. Daarom wordt gestreefd naar een goedkoop en op ruime schaal beschikbaar constructiemateriaal zoals gegalvaniseerd staal, waaruit makkelijk een draadvormige inrichting is te vervaardigen, terwijl de onderdelen die met het water in aanraking kunnen komen, zijn geplastificeerd. Dit geldt met name voor de steunen 4. De goot 2 is eveneens vervaardigd uit een kunststof. Om te voorkomen dat het water dat uit het substraat druppelt door spatten in aanraking komt met de ondersteunende draden 9, 10 verdient het de voorkeur de goot 2 zodanig uit te voeren dat deze over een bepaalde afstand uitsteekt over de ondersteundende draden 9, 10, door een constructie voor goot 2 te kiezen zoals aangegeven in fig. 3. In fig. 3 is een bovenaanzicht weergegeven van de goot 2, welke goot 2 is voorzien van uitsparingen 12 die in de opstaande draad 14, van houder 1 vallen, zodat de goot uitsteekt zoals aangegeven in fig. 4. In fig. 5 is de gootconstructie zodanig dat de uiteinden van de goot niet afdekkend zijn over de ondersteunende draden 9, 10. In fig. 5. is wel gekozen voor een mechanisch stabielere constructie door de ligger 13 van de houder 1 langer te kiezen dan de afstand tussen de verstevigende draden 5 en 6. Tevens is daarbij het substraat 3 beter gefixeerd dan in de uitvoeringsvorm van fig. 4

Bij de inrichting volgens fig. 1 is de hoogte van de inrichting 10-15 cm, bij voorkeur ongeveer 12 cm en de afstand tussen de houders 1 is 12-20 cm in het bijzonder ongeveer 15 cm. Deze afstand kan ook worden aangehouden tussen de steunen 4, hoewel het ook mogelijk is meer of minder steunen 4 aan te brengen afhankelijk van de aard, met name de afmetingen in de lengterichting van het substraat. In fig. 2 is een inrichting weergegeven waarbij de afstand tussen de onderzijde 11 van de goot (2) en de onderzijde van de houder (16) groter kan zijn dan bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1, te weten 5-30 cm, zodat een meer gewenste werkhoogte wordt verkregen voor het bediendend personeel en plukkers.

Het zal duidelijk zijn dat met name ten aanzien van de materiaalkeuze en de afmetingen diverse mogelijkheden besloten liggen binnen de inrichting volgens de uitvinding en dat de hierboven genoemde afstanden en materialen niet als beperkend moeten worden opgevat.

Claims (6)

1. Inrichting voor het op een substraat telen van planten, bloemen, groenten en dergelijke, bestaande uit een houder voor het substraat en een goot voor de af voer van het water met resterende voedingsstoffen, met het kenmerk, dat de houder (1) een draadvormige constructie is met steunen (4) voor het substraat (3) en de goot (2) direkt onder het substraat (3) is geplaatst in draadvormige beugels.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beugels (enerzijds 1, 9, 10 en anderzijds 15) en de andere draden zijn vervaardigd uit gegalvaniseerde draad, de steunen (4) zijn geplastificeerd en de goot (2) is vervaardigd uit kunststof.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de goot (2) aan de zijkanten is voorzien van insnijdingen (12) zodat de goot, rustend op de ligger 13 van de houder (1), passend ligt in de opstaande draad (14) van de houder (1).

4. Inrichting volgens conclusies 1-3, voor het kweken van groenten met een relatief kleine hoogte, met het kenmerk, dat de onderzijde 11 van de goot (2) op een afstand van 5-15 cm is geplaatst onder het substraat (3), de ópstaande draden 14 van de houder (1) op 12-20 cm van elkaar zijn geplaatst en de steunen (4) een lengte hebben van 15-20 cm.

5. Inrichting volgens conclusie 1, voor het kweken van bloemen, met het kenmerk, dat de afstand tussen de onderzijde 11 van de goot (2) en de onderzijde van de houder (16) 5-30 cm is.

6· Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de goot (2) is aangebracht in beugels (15).