NL2012671A - Draadrek. - Google Patents

Description

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een langgestrekt draadrek ingericht als drager voor substraat voor het daarin kweken van planten, omvattende zich op afstand van elkaar, zich dwars op de langsrichting van het langgestrekte draadrek uitstrekkende steunelementen omvattende een zich althans bij gebruik in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend draaggedeelte en een steungedeelte ingericht voor het op een ondergrond afsteunen van het langgestrekte draadrek, het langgestrekte draadrek verder omvattende een binnenste langsliginrichting omvattende ten minste één binnenste langsligger en ten minste twee, aan weerszijden van de binnenste langsliginrichting gelegen, buitenste langsliggers, welke binnenste langsliginrichting en buitenste langsliggers zich in hoofdzaak parallel aan elkaar in de langsrichting van het draadrek uitstrekken en met het draaggedeelte van de steunelementen verbonden zijn als substraatdragers.

Voor het dragen van substraat worden reeds draadrekken toegepast, die uiteraard veel lichter kunnen worden uitgevoerd dan van plaatstaal vervaardigde teeltgoten. Het substraat wordt bij toepassing, gewoonlijk in een verpakking van bijvoorbeeld kunststof, als baal op het draadrek gelegd. Een bekend draadrek voor het daarop plaatsen van een substraat heeft steunelementen van metaaldraad en althans een projectie ervan heeft de dwarsdoorsnede vorm van een trapezium waarvan de lange basis ontbreekt. De korte basis strekt zich aan de bovenzijde van de trapeziumvorm uit en draagt met andere steunelementen langgestrekte liggers van metaaldraad die bij toepassing een in een verpakking opgenomen substraat dragen. Aldus is het mogelijk met een relatief eenvoudige en lichte inrichting het substraat op een gewenste (werk)hoogte te ondersteunen. Een nadeel van de relatief open constructie van een draadrek ten opzichte van uit plaatstaal vervaardigde teeltgoten als substraatdrager is echter dat zich op de bodem van een verpakking van het substraat vocht kan ophopen, met het risico van de vorming van schimmels of andere voor de plantenwortels schadelijke stoffen. Ook wanneer in de onderzijde van de verpakking drainageopeningen zijn voorzien kan vocht zich in “verzakkingen” tussen dergelijke openingen ophopen. Bij gebruik van uit plaatstaal vervaardigde teeltgoten is het risico op ophoping van vocht onderin het substraat niet aanwezig omdat “verzakkingen” niet kunnen optreden. Dergelijke teeltgoten zijn evenwel duur in aanschaf.

Een doel van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding is derhalve een draadrek volgens de inleiding te verschaffen waarmee een kweeksysteem kan worden verschaft waarbij het risico op ophoping van vocht op de bodem van een op het draadrek gelegen substraatverpakking is gereduceerd ten opzichte van toepassing van het bekende draadrek, terwijl de inrichting lichter van gewicht is dan de bekende uit plaatstaal vervaardigde teeltgoot. Dit doel is bereikt met het langgestrekte draadrek volgens de onderhavige uitvinding, doordat de binnenste langsliginrichting zich bij toepassing van het langgestrekte draadrek hoger of lager bevindt ten opzichte van de ten minste twee buitenste langsliggers, zodanig dat een door de binnenste langsliginrichting en één van de buitenste langsliggers gedefinieerd eerste substraatdraagvlak zich in een stompe hoek uitstrekt ten opzichte van een door de binnenste langsliginrichting en de andere van de buitenste langsliggers gedefinieerd tweede substraatdraagvlak.

Een voordeel van het langgestrekte draadrek volgens de onderhavige uitvinding is dat op het langgestrekte draadrek geplaatst substraat zich onder een hoek ten opzichte van de ondergrond bevindt. Door deze hoek kan het substraat aan een lager gelegen langslijn draineren en kan het gedraineerde vocht eventueel relatief eenvoudig worden opgevangen, waarbij de langslijn is gevormd door het snijvlak van twee zijvlakken van het substraat. In het geval van in een verpakking verpakt substraat zal overtollig vocht over de bodem van het substraat naar het laagste punt van de bodem gaan, alwaar drainage-openingen kunnen zijn voorzien. Door de schuine oriëntatie van de bodem is het risico op ophoping van vocht eveneens aanzienlijk gereduceerd. Het uit het substraat drainerend vocht kan nu eenvoudig onder het relatief laag gelegen gedeelte van het substraat worden opgevangen, waardoor het niet verloren gaat, bijvoorbeeld doordat het wordt opgenomen in een ondergrond onder de kweekinrichting.

Bij voorkeur omvat de binnenste langsliginrichting twee, aan weerszijden van het midden van het draaggedeelte van een steunelement gelegen, zich in de langsrichting van het draadrek uitstrekkende binnenste langsliggers. De aanwezigheid van twee binnenste langsliggers is gunstig voor het op het draadrek naast elkaar plaatsen van twee verpakkingen met substraat. Verder is de aanwezigheid van twee binnenste langsliggers gunstig omdat de afstand tussen twee langsliggers kleiner is, waardoor de kans op uitzakkingen in de bodem van een substraatverpakking is gereduceerd.

Bij verdere voorkeur is tussen een binnenste en een meest nabij gelegen buitenste langsligger ten minste één zich in de langsrichting van het draadrek uitstrekkende verdere langsligger voorzien. Door het gebruik van ten minste één verdere langsligger kan de onderlinge afstand tussen naburige langsliggers worden verkleind. Daardoor wordt het risico op ophoping van vocht op de bodem van een op het draadrek gelegen substraatverpakking verder gereduceerd.

Bij voorkeur omvat het draaggedeelte van een steunelement nabij het midden een knik. Door het verschaffen van een knik in het draaggedeelte zijn op eenvoudige wijze twee draagvlakken gevormd die zich schuin uitstrekken ten opzichte van de ondergrond waar het langgestrekte draadrek bij toepassing op afsteunt.

Bij voorkeur is de door het eerste en tweede substraatdraagvlak ingesloten hoek gelegen in het bereik van 140 tot 170 graden, verder bij voorkeur tussen 150 en 160 graden. Aldus is enerzijds een substraatdraagvlak voldoende schuin om vocht over de bodem van een substraatverpakking naar beneden te laten lopen en wordt anderzijds voorkomen dat het substraat over het substraatdraagvlak gaat schuiven.

Het is in het kader van de onderhavige uitvinding denkbaar dat het steungedeelte van een steunelement ten minste twee aan beide uiteinden van het draaggedeelte voorziene draagsteunen omvat. Het is voordelig draagsteunen aan de uiteinden van het draaggedeelte te voorzien voor het op hoogte plaatsen van de substraten. Door het op hoogte plaatsen van substraten kunnen werkzaamheden zoals verzorging van de planten op een prettige werkhoogte worden uitgevoerd.

Het is hierbij gunstig indien de tenminste twee draagsteunen zich divergerend van het draaggedeelte weg uitstrekken. Het is gunstig voor de stabiliteit van het langgestrekte draadrek wanneer de draagsteunen zich divergerend ten opzichte van elkaar uitstrekken.

Bij voorkeur zijn de steungedeelten van steunelementen aan de respectieve zijden van het langgestrekte draadrek onderling verbonden door middel van een verbindingselement. Door dit verbindingselement wordt de stabiliteit in lengterichting van het langgestrekte draadrek verbeterd.

Bij voorkeur strekt een steunelement zich althans tenminste in hoofdzaak in een, bij voorkeur verticaal georiënteerd, plat vlak uit. Een steunelement dat zich in een plat vlak uitstrekt is voordelig voor het verkrijgen van een eenvoudige constructie. Het is denkbaar dat het langgestrekte draadrek in volledig vlakke toestand wordt getransporteerd, waarbij ter plaatse van de gebruiker het draadrek in vorm wordt gebogen.

Bij voorkeur strekt een steunelement zich haaks ten opzichte van de langsrichting van het langgestrekte draadrek uit. Het is in het kader van de onderhavige uitvinding denkbaar, maar heeft niet de voorkeur, dat een steunelement zich onder een hoek in het bereik van 30 tot 90 graden ten opzichte van de langsrichting van het langgestrekte draadrek uitstrekt. Door de steunelementen onder een hoek ten opzichte van de langsrichting te voorzien is de ruimte onder de draaggedeelten beter toegankelijk.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm is een steunelement gevormd als samengesteld steunelement. Een samengesteld steunelement is voordelig voor het kunnen plaatsen van substraten met grotere of kleinere afmetingen. Bij samengestelde steunelementen kunnen de langsliggers over twee of meer steunelementen zijn verdeeld. Aldus kan naar wens een smal of relatief breed draadrek worden samengesteld.

Bij voorkeur is een steunelement gevormd als samengesteld steunelement voorzien van ten minste één verdere draagsteun nabij het midden van het samengestelde steunelement. Het is voordelig indien een verdere draagsteun is voorzien voor een verbeterde stabiliteit van het langgestrekte draadrek en een hoger draagvermogen.

Het is in het kader van de onderhavige uitvinding denkbaar dat de langsliggers, de verbindingselementen en de steunelementen zijn gevormd uit metaal, bij voorkeur van metaaldraad. Metaal is een voordelig materiaal voor het vervaardigen van een langgestrekt draadrek aangezien dit een hoge stijfheid heeft waardoor weinig materiaal benodigd is voor het vervaardigen van een langgestrekt draadrek. Vervaardiging van een langgestrekt draadrek van een ander materiaal, bijvoorbeeld plastic of hout zoals bamboe is eveneens denkbaar, mits de aldus verschafte elementen voldoende stijfheid hebben om substraat te dragen zonder zodanig door te buigen dat alsnog uitzakkingen in de substraatverpakking ontstaan waarin vocht zich in ongewenste mate kan opeenhopen.

Bij verdere voorkeur is het metaaldraad een staaldraad is met een diameter in het bereik van 2 tot 6 mm, bij voorkeur van 3 tot 4 mm. Staaldraad met een dergelijke diameter zorgt voor een relatief lichte constructie met voldoende draagvermogen. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat een afweging tussen gewicht en draagvermogen van het langgestrekte draadrek wordt gemaakt. Grotere diameters zijn denkbaar voor het vergroten van draagvermogen en verbeterde stabiliteit. Toepassing van kleinere diameters is denkbaar voor een kleiner draagvermogen.

Bij voorkeur is een langgestrekt wandelement bevestigd aan het langgestrekte draadrek, dat bij toepassing samen met zich op het draadrek bevindend substraat een in hoofdzaak rondom gesloten tunnel vormt ingericht voor het naar het substraat voeren van een gas, bij voorkeur C02. Het wandelement kan een in hoofdzaak vormvast wandelement zijn, maar het is eveneens mogelijk dat het wandelement wordt gevormd door flexibel folie, bijvoorbeeld van kunststof. De vorming van een tunnel op deze wijze is voordelig voor het op eenvoudige wijze aanvoeren van een gas ter bevordering van de plantengroei.

De uitvinding heeft volgens een tweede aspect betrekking op een langgestrekte teeltinrichting, waarbij een langgestrekt draadrek met de van de draagvlakken afgekeerde uiteinden van de steungedeelten van de steunelementen op een ondergrond afsteunt en waarop substraat wordt gedragen. Een dergelijke teeltinrichting is bekend in de vorm van een bekend draadrek zoals besproken in de inleiding van dit document, dat op een ondergrond is geplaatst. Zoals tevens in de inleiding besproken is een nadeel van de bekende teeltinrichting dat water zich kan ophopen op de bodem van het substraat.

De onderhavige uitvinding beoogt volgens het tweede aspect een teeltinrichting volgens de eerste zin van de vorige alinea te verschaffen, waarmee op eenvoudige wijze het water dat uit het substraat draineert kan worden opgevangen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door een teeltinrichting omvattende een langgestrekt draadrek volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding en een afvoerinrichting, die een zich in de lengte van het draadrek onder het draadrek uitstrekkende afvoergoot, bij voorbeeld van plastic folie, voor het bij toepassing van het langgestrekte draadrek opvangen en afvoeren van uit het substraat gedraineerde vloeistof omvat, waarbij de afvoergoot onder de laagst gelegen langslijn van het bij voorkeur verpakt substraat is gepositioneerd. Een voordeel van deze teeltinrichting is dat de uit een substraat drainerende of althans gedraineerde vloeistof wordt opgevangen en kan worden hergebruikt waardoor het totale waterverbruik kan worden gereduceerd. In het geval dat het substraat niet is verpakt zal vocht toch de neiging hebben naar het laagste punt van het substraat te zakken en daar uit het substraat te draineren. In het geval van verpakt substraat kunnen (slechts) aan de lager gelegen langslijn van de verpakking drainage-openingen worden voorzien, die verzekeren dat het vocht op de juiste plek, dus boven de afvoergoot, uit de verpakking lekt. Ook is denkbaar dat vocht op een hoger punt uit de verpakking verdwijnt, bij voorbeeld door hoger gelegen drainage-openingen, en via de onderzijde (de buitenzijde) van de verpakking naar het laagste punt van de verpakking loopt en daar naar beneden valt, om in de afvoergoot te worden afgevoerd.

De uitvinding heeft volgens een derde aspect betrekking op toepassing van een langgestrekt draadrek volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding als draaginrichting, waarbij het langgestrekte draadrek met de steungedeelten afsteunt op een ondergrond en het substraat op het langgestrekte draadrek op een hoogte ten opzichte van de ondergrond op de substraatdraagvlakken is aangebracht voor het daarin kweken van planten. De voordelen van een dergelijke toepassing zijn hiervoor reeds besproken.

De uitvinding heeft volgens een vierde aspect betrekking op een alternatieve toepassing van een langgestrekt draadrek, bijvoorbeeld volgens, maar niet noodzakelijk beperkt tot, het eerste aspect van de onderhavige uitvinding. De uitvinder is tot de nieuwe en inventieve gedachte gekomen dat een draadrek ook als teeltgoot zou kunnen worden toegepast. Namelijk als teeltgoot, ingericht als drager voor los substraatmateriaal voor het daarin kweken van planten, waarbij de steungedeelten zich vanuit het draaggedeelte naar boven uitstrekken en een langgestrekt wandelement, bijvoorbeeld een plasticfolie, dat zich aan de binnenzijde van de steungedeelten en het draaggedeelte uitstrekt en daarbij een goot vormt waarin los substraat is opgenomen, of althans kan worden gestort, voor het daarin kweken van planten. Een op deze wijze gevormde teeltgoot is voordelig door de beperkte investeringen voor het mogelijk maken van kweken met behulp van substraatmateriaal zoals kokos. Het zal de vakman direct duidelijk zijn dat ook het eerder besproken bekende draadrek, dus met één zich in één vlak uitstrekkend substraatdraagvlak, als zodanig in 180 graden gedraaide uitvoeringsvorm, dat wil zeggen, ondersteboven, als teeltgoot kan worden toegepast. De beschermingsomvang volgens het vierde aspect strekt zich aldus uit tot toepassing van een draadrek ingericht als drager voor substraat voor het daarin kweken van planten, omvattende zich op afstand van elkaar, zich dwars op de langsrichting van het langgestrekte draadrek uitstrekkende steunelementen omvattende een zich althans bij gebruik in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend draaggedeelte, en een steungedeelte ingericht voor het op een ondergrond afsteunen van het langgestrekte draadrek, het langgestrekte draadrek verder omvattende een binnenste langsliginrichting omvattende ten minste één binnenste langsligger en ten minste twee, aan weerszijden van de binnenste langsliginrichting gelegen, buitenste langsliggers, welke binnenste langsliginrichting en buitenste langsliggers zich in hoofdzaak parallel aan elkaar in de langsrichting van het draadrek uitstrekken en met het draaggedeelte van de steunelementen verbonden zijn als substraatdragers, waarbij het draadrek ten opzichte van de bekende toepassing 180 graden om een zich parallel aan de langsrichting van het draadrek uitstrekkende as is gedraaid en de steungedeelten zich aldus vanuit het draaggedeelte naar boven uitstrekken en een langgestrekt wandelement omvat dat zich aan de binnenzijde van de steungedeelten en het draaggedeelte uitstrekt en daarbij een goot vormt waarin los substraat is opgenomen, of althans kan worden gestort, voor het daarin kweken van planten.

De onderhavige uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen van een langgestrekt draadrek en een teeltinrichting volgens de uitvinding, en van toepassingen volgens de onderhavige uitvinding van een langgestrekt draadrek onder verwijzing naar de navolgende schematische figuren, waarin: - figuur 1 in perspectivisch schematisch aanzicht een voorkeursuitvoering van een langgestrekt draadrek volgens de onderhavige uitvinding toont, - figuur 1a in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van het in figuur 1 getoonde langgestrekte draadrek toont, - figuur 2 in perspectivisch schematisch aanzicht de in figuur 1 getoonde voorkeursuitvoering van een langgestrekt draadrek met daarop geplaatste substraten toont, - figuur 2a in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van het in figuur 2 getoonde langgestrekte draadrek met daarop geplaatste substraten toont, - figuur 3 in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van een alternatieve voorkeursuitvoering van een langgestrekt draadrek volgens de uitvinding toont, - figuur 3a in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van een verdere alternatieve voorkeursuitvoering van een langgestrekt draadrek voorzien van samengestelde steunelementen volgens de uitvinding toont, - figuur 4 in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van nog een alternatieve voorkeursuitvoering van een langgestrekt draadrek volgens de uitvinding toont, - figuur 5 in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van nog een alternatieve voorkeursuitvoering van een langgestrekt draadrek volgens de uitvinding toont, - figuur 6 in perspectivisch schematisch aanzicht nog een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm van een langgestrekt draadrek toegepast als een teeltgoot toont, - figuur 6a in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van het in figuur 6 getoonde langgestrekt draadrek toegepast als een teeltgoot toont, - figuur 7 in perspectivisch schematisch aanzicht een teeltinrichting met een langgestrekt draadrek voorzien van een langgestrekt wandelement volgens de onderhavige uitvinding toont, - figuur 7a in dwarsdoorsnede haaks op de langsrichting een schematisch aanzicht van een teeltinrichting voorzien van een langgestrekt wandelement volgens de onderhavige uitvinding toont.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een langgestrekt draadrek 1 volgens de uitvinding getoond in figuur 1 en figuur 1a, omvat zich dwars op de langsrichting van het langgestrekte draadrek 1, weergegeven door pijl 2, uitstrekkende steunelementen 3. De steunelementen 3 strekken zich in een plat vlak uit en omvatten een draaggedeelte 4 en aan weerszijden van het draaggedeelte twee steungedeelten 5 die afsteunen op ondergrond 12. De zich aan één langszijde bevindende steungedeelten 5 van de steunelementen 3 zijn onderling verbonden door middel van een verbindingselement 6. Het draaggedeelte 5 heeft een knik in het midden, aangeduid als hoek 15. Aan het draaggedeelte 4 zijn twee buitenste langsliggers 7 en twee, gezamenlijk een binnenste langsliginrichting vormende, langsliggers 8 bevestigd. Zowel de steunelementen 3, de verbindingselementen 6 als de draagelementen 7, 8 zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld vervaardigd van staaldraad met een diameter van 4 mm. De dikte van het staaldraad kan voor de verschillende elementen in afhankelijkheid van de functie verschillen.

In figuur 1a zijn de door de langsliggers 7 en 8 gevormde substraatdraagvlakken 13 en 14 getoond. De draagvlakken vormen onderling een hoek 15 waardoor de substraten 9 (zie figuur 2) onder een hoek ten opzichte van de horizontaal, hier overeenstemmend met de ondergrond 12 , zijn geplaatst. Deze door draagvlakken 13, 14 ingesloten hoek bedraagt 160 graden. Door de plaatsing onder een hoek van de substraten 9 vindt afvoer van vocht uit de substraten 9 plaats aan de lager gelegen langslijn. Dit zal verder in dit hoofdstuk nader worden besproken.

In figuren 2 en 2a is het in figuur 1 getoonde langgestrekte draadrek getoond met daarop geplaatst substraat. Het substraat 11 is verpakt in balen 9 van kunststof verpakking 10 met daarin substraatmateriaal 11. Een baal met substraat heeft doorgaans een lengte in het bereik van 1 tot 1,20 meter en een breedte van 12 tot 25 cm.

De afstand tussen naast elkaar gelegen langsliggers 7 en 8 is in het bereik van 3 tot 10 cm ter voorkoming van ongewenste doorzakking van de balen 9 tussen de naast elkaar gelegen langsliggers 7 en 8. De totale breedte van het draadrek komt in hoofdzaak overeen met de breedte van het substraat en bedraagt bij deze voorbeelduitvoeringsvorm 26 cm. Indien twee balen 9 naast elkaar zijn geplaatst is het rek in hoofdzaak gelijk aan de breedte van de twee naast elkaar geplaatste balen. De hoogte van het draadrek is 14 cm. Voor het verkrijgen van een stevige constructie is het draadrek vervaardigd van staaldraad met een diameter van 4 mm.

In de figuren 3, 3a, 4, 5, 6, 6a, 7 respectievelijk 7a zijn verdere voorkeursuitvoeringsvormen van een langgestrekte draadrek 21, 41, 61, 81, 101, respectievelijk 121 getoond. De uitvoeringsvormen verschillen in hoofdzaak in de onderlinge oriëntatie van steunelementen en langsliggers. De verwijzingscijfers in deze figuren voor onderdelen vergelijkbaar met de onderdelen in de figuren 1 en 1a zijn respectievelijk met 20, 40, 60 en 80, 100, 100, 120 en 120 opgehoogd.

De steungedeelten 25 van de in figuur 3 getoonde dwarsdoorsnede van een voorkeursuitvoering van draadrek 21 zijn zodanig geplaatst dat de steungedeelten 25 onder een hoek op de ondergrond afsteunen voor het verkrijgen van verbeterde stabiliteit in de dwarsrichting van het draadrek 21.

In figuur 3a is een uitvoeringsvorm getoond waarbij het steunelement een samengesteld steunelement 43 is met een draagsteun 49 nabij het midden van het samengestelde steunelement 43 en een draagsteun 45.

Bij het in figuur 4 getoonde draadrek 61, heeft het steunelement 63 een horizontaal draaggedeelte 64. De hoek tussen de draagvlakken 73 en 74 is bij deze uitvoeringsvorm verkregen door de binnenste langsliggers 68 aan de onderzijde van het draaggedeelte 64 aan te brengen en de buitenste langsliggers 67 aan de bovenzijde van het draaggedeelte 64 aan te brengen.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van een draadrek 81 waarbij het draaggedeelte 84 een hoek 95 heeft in het midden waardoor het draaggedeelte 84 in het midden hoger is dan nabij de draagsteunen 85. Het draadrek 81 is geplaatst in goten 89 die in de ondergrond 92 zijn voorzien. Alternatief kunnen geprefabriceerde goten van bijvoorbeeld kunststof of metaal op een ondergrond worden aangebracht., waarop dan bijvoorbeeld de draagsteunen 85 kunnen afsteunen. Doordat het draaggedeelte 84 in het midden hoger is zullen op de langsliggers 87 en 88 geplaatste balen 9 draineren aan de zijde nabij de draagsteunen 85. Het gedraineerde vocht wordt opgevangen en afgevoerd in de goten 89.

Onder gebruikmaking van een langgestrekt draadrek 101 in combinatie met een wandelement 147 getoond in de figuren 6 en 6a is een teeltgoot volgens de uitvinding gerealiseerd. Het langgestrekte draadrek 101 is zo geplaatst dat de draagsteunen 105 zich naar boven uitstrekken. Het wandelement 147 is bevestigd aan de bevestigingselementen 106. De op deze wijze gevormde teeltgoot kan worden gevuld met los substraatmateriaal 111 zoals bijvoorbeeld kokos, turf of ander voor het kweken van gewassen geschikt los materiaal. Vervolgens kan in het aldus verkregen substraat dat aan de onderzijde door wandelement 147 is omsloten planten worden gekweekt. Drainage van vloeistof uit het substraat vindt analoog plaats aan de hiervoor beschreven wijze voor verpakt substraat.

In figuur 7 is een draadrek 121 getoond waaraan een wandelement 137 is aangebracht. Het wandelement 137 is bevestigd aan langsliggers 127. In de door het wandelement gevormde goot is een goot 136 geplaatst voor het afvoeren van uit substraten gedraineerd vocht die op de langsliggers 127 en 128 kunnen worden geplaatst. Als alternatief kan het wandelement ook zelf dienst doen als goot voor het afvoeren van gedraineerd vocht. Het wandelement 137 vormt samen met op het draadrek 121 geplaatste substraten tevens een tunnel waardoor C02 aan de onderzijde van substraten kan worden aangevoerd.

De onderhavige uitvinding is in de figuren en de bovenstaande beschrijving weergegeven en besproken onder verwijzing naar enkele voorbeeld-uitvoeringsvormen van een langgestrekt draadrek volgens de onderhavige uitvinding. Het moge duidelijk zijn, dat de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot deze voorbeelduitvoeringsvormen en dat andere, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies.

Claims (18)

1. Langgestrekt draadrek ingericht als drager voor substraat voor het daarin kweken van planten, omvattende zich op afstand van elkaar, zich dwars op de langsrichting van het langgestrekte draadrek uitstrekkende steunelementen omvattende een zich althans bij gebruik in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend draaggedeelte en een steungedeelte ingericht voor het op een ondergrond afsteunen van het langgestrekte draadrek, het langgestrekt draadrek verder omvattende een binnenste langsliginrichting omvattende ten minste één binnenste langsligger en ten minste twee, aan weerszijden van de binnenste langsliginrichting gelegen, buitenste langsliggers, welke binnenste langsliginrichting en buitenste langsliggers zich in hoofdzaak parallel aan elkaar in de langsrichting van het draadrek uitstrekken en met het draaggedeelte van de steunelementen verbonden zijn als substraatdragers, met het kenmerk, dat de binnenste langsliginrichting zich bij toepassing van het langgestrekte draadrek hoger of lager bevindt ten opzichte van de ten minste twee buitenste langsliggers, zodanig dat een door de binnenste langsliginrichting en één van de buitenste langsliggers gedefinieerd eerste substraatdraagvlak zich in een stompe hoek uitstrekt ten opzichte van een door de binnenste langsliginrichting en de andere van de buitenste langsliggers gedefinieerd tweede substraatdraagvlak.

2. Langgestrekt draadrek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnenste langsliginrichting ten minste twee, aan weerszijden van het midden van het draaggedeelte van een steunelement gelegen, zich in de langsrichting van het draadrek uitstrekkende binnenste langsliggers omvat.

3. Langgestrekt draadrek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen een binnenste en een meest nabij gelegen buitenste langsligger ten minste één zich in de langsrichting van het draadrek uitstrekkende verdere langsligger is voorzien.

4. Langgestrekt draadrek volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het draaggedeelte van een steunelement nabij het midden een knik omvat.

5. Langgestrekt draadrek volgens conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de door het eerste en tweede substraatdraagvlak ingesloten hoek zich in het bereik van 140 tot 170 graden bevindt.

6. Langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat het steungedeelte van een steunelement ten minste twee, aan beide uiteinden van het draaggedeelte voorziene, draagsteunen omvat.

7. Langgestrekt draadrek volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de tenminste twee draagsteunen zich divergerend van het draaggedeelte weg uitstrekken.

8. Langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de steungedeelten van steunelementen aan de respectievelijke zijden van het langgestrekte draadrek onderling verbonden zijn door middel van een verbindingselement.

9. Langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk, dat een steunelement zich althans tenminste in hoofdzaak in een, bij voorkeur verticaal georiënteerd, plat vlak uitstrekt.

10. Langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 9, met het kenmerk, dat een steunelement zich bij voorkeur haaks ten opzichte van de langsrichting van het langgestrekte draadrek uitstrekt.

11. Langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 10, met het kenmerk, dat een steunelement is gevormd als samengesteld steunelement.

12. Langgestrekt draadrek volgens conclusie 6 of 7 in afhankelijkheid van conclusie 11, met het kenmerk, dat een steunelement is gevormd als samengesteld steunelement voorzien van ten minste één verdere draagsteun nabij het midden van het samengestelde steunelement.

13. Langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, met het kenmerk, dat de langsliggers, de verbindingselementen en de steunelementen zijn gevormd uit metaal, bij voorkeur van metaaldraad.

14. Langgestrekt draadrek volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het metaaldraad een staaldraad is met een diameter in het bereik van 2 tot 6 mm, bij voorkeur van 3 tot 4 mm.

15. Langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk, dat een langgestrekt wandelement is bevestigd aan het langgestrekte draadrek, welk langgestrekt wandelement bij toepassing samen met zich op het draadrek bevindend substraat een in hoofdzaak rondom gesloten tunnel vormt ingericht voor het naar het substraat voeren van een gas, bij voorkeur C02.

16. Langgestrekte teeltinrichting ingericht als drager voor een substraat voor het daarin kweken van planten, omvattende een langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 15 en een afvoerinrichting, die een zich in de lengte van het draadrek onder het draadrek uitstrekkende afvoergoot voor het bij toepassing van het langgestrekte draadrek opvangen en afvoeren van uit het substraat gedraineerde vloeistof omvat, waarbij de afvoergoot onder de laagst gelegen langslijn van het substraat is gepositioneerd.

17. Toepassing van een langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 15 als draaginrichting met substraat, met het kenmerk, dat het langgestrekte draadrek met de steungedeelten afsteunt op een ondergrond en het substraat op het langgestrekte draadrek op een hoogte ten opzichte van de ondergrond op de substraatdraagvlakken is aangebracht voor het daarin kweken van planten.

18. Toepassing van een langgestrekt draadrek volgens één van de conclusies 1 tot en met 14 als teeltgoot, ingericht als drager voor los substraatmateriaal voor het daarin kweken van planten, met het kenmerk, dat de steungedeelten zich vanuit het draaggedeelte naar boven uitstrekken en dat zich een langgestrekt wandelement aan de binnenzijde van de steungedeelten en het draaggedeelte uitstrekt en daarbij een goot vormt waarin los substraat is opgenomen, of althans kan worden gestort, voor het daarin kweken van planten.