NL8302793A - Werkwijze voor het vervaardigen van een geluidwerend bouwwerk van vuilniscompost. - Google Patents

Description

» « ♦ VO 5018

Betr.: Werkwijze voor het vervaardigen van een geluidwerend "bouwwerk van vuilniscompost.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een geluidwerend bouwwerk van eventueel met kleimineralen verrijkte vuilniscompost, dat in een omhulling wordt gebracht.

De bescherming tegen lawaai vormt tegenwoordig een steeds meer 5 aan betekenis winnende maatregel in de strijd tegen de milieubelasting-factor "lawaai-overlast". Lawaai-uitstotingen kunnen, wanneer zij vanaf een lawaaibron (bijvoorbeeld lawaai van de straat, van vliegtuigen, van de industrie en van de bouw) onbelemmerd de mensen raken, deze kritisch en fysisch sterk beïnvloeden. Lawaaiwerende inrichtingen moeten tegen ’ 10 lawaai-overlast beschermen. Er bestaan terugkaatsende stelsels met la-waaidempende werking (bijvoorbeeld betonnen wanden) e.d., waarbij de geluiden aanvullend worden vernietigd door absorptie van de geluidsgolven (longitudinale geluidsgolven worden tenslotte omgezet in warrnte-energie).

15 Voor het vervaardigen van dergelijke geluidverende bouwwerken kan dikwijls gebruik worden gemaakt van vuilnis.

In het Oostenrijkse octrooischrift 3^1.163 bijvoorbeeld wordt een bouwelement voorgesteld voor een voor het absorberen van geluid dienend geluidwerend bouwwerk, welk element aan althans een buitenzijde 20 bestaat uit geconrposteerd vuilnis.

In het Oostenrijkse octrooischrift 355*078 respectievelijk het Duitse "Offenlegungsschrift"' 2.6^3.73^ wordt een geluidwerend bouwwerk voorgesteld, dat in het gebied van een naar de verkeersweg gekeerde buitenzijde althans gedeeltelijk respectievelijk in gebieden bestaat uit 25 vuilnis, dat door middel van vormhoudende hulpmiddelen wordt vastgehouden. Dergelijke vormhoudende hulpmiddelen kunnen bijvoorbeeld een vlak of ruimtelijk draagwerk zijn, bijvoorbeeld een vakwerk, een roosterwerk of een netwerk.

Deze literatuurplaatsen geven echter geen aanwijzing over de 30 aard, die het vuilnis moet hebben om een zo goed mogelijke lawaai:.-ab-sorptie en eigen stabiliteit van het bouwwerk te bereiken.

Uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 2 Λ15.023 is een lawaai-werende wand bekend, die bestaat uit boven elkaar en naast elkaar aangebrachte, geperste blokken vuilnis, welke blokken zijn omgeven door een 35 omhullingslaag van ontwaterd zuiveringsslib en een omhulling, die bij 8302793 - 2 - r ' f * voorkeur bestaat uit moedermateriaal. Over de korrelgrootte en bet stort-gewicht van bet vuilnis bevat bet Duitse "Offenlegungsschrift” 2.^15.023 geen opgaven, en met betrekking tot de vochtigheid van bet vuilnis wordt in bet Duitse "Offenlegungs schrift" 2Λ15·023 voorgesteld, 5 om bet zuiveringsslib te ontwateren, d.w.z. zoveel mogelijk droog toe te passen.

Het Duitse "Offenlegungsschrift" 2.808Λ86 beeft betrekking op een lawaai verende wand van vuilnis-zuiveringsslibcompost. Dit vuilnis-zuiveringsslibcompost wordt aangebracht in een buitenhuid, die wordt 10 gevormd door een draadvlechtwerk met kunststofmatten. Steunramen met een elliptisch boogprofiel maken de buitenhuid hierbij niet meegevend. De buitenhuid kan zich met andere woorden niet aanpassen aan de bewegingen van het vuilniscompost.

Het is de opgave van de uitvinding een werkwijze te verschaffen 15 voor het vervaardigen van een geluidwerend bouwwerk, dat een optimale geluidabsorptie waarborgt, en tevens een grote eigen stabiliteit bezit, zodat de eventueel benodigde steunconstructie op een gewicht besparende wijze kan worden uitgevoerd.

Dit wordt volgens de uitvinding bij een werkwijze van de in de 20 aanhef vermelde soort bereikt, doordat de vochtige vuilniscompost met een — korrelgrootte van 0,01 - 50 mm, bij voorkeur 0,06' - 20 mm, een los stort-gewicht van 600 - 900 g/1, bij voorkeur 750 g/1, en een vatergehalte van 35 - 50$ bij voorkeur 48$, in de meegevend uitgevoerde omhulling, in het bijzonder laagsgewijs wordt aangebracht en eventueel op een op zichzelf 25 bekende wijze wordt verdicht.

Op grond van deze samenstelling van de vuilniscompost is het mogelijk een geluidwerend bouwwerk op te richten, waarbij op grond van het grote binnenoppervlak en de kleine dichtheid van de onderlaag, de absorp-tiegraad in vrijwel alle frequentiegebieden 100$ is, en met een waarde 30 van A LA ^ ^ > 8 dB overeenkomt met de norm voor volledig absorberen de lawaaiwerende wanden. Bovendien waarborgt deze samenstelling een grote eigen samenhang, die het oprichten van steile wanden mogelijk maakt. Wanneer het aangegeven watergehalte niet wordt aangehouden, kan het aanbrengen van de vuilniscompost in de meegevende omhulling niet op juiste 35 wijze plaats vinden, en kan de vereiste sterkte niet worden bereikt.

Met de onderhavige werkwijze wordt zodoende een geluidwerend bouwwerk verkregen, waarbij op grond van het grote binnenoppervlak en de 8302793 V Λ - 3 - geschikte dichtheid van de onderlaag, de absorptiegraad overeenkomt met de norm voor volledig absorberende lawaaiwerende wanden. Door het aan weerszijden voorzien van groen, respectievelijk beplanten van het bouwwerk kan een optisch aansprekende en aan het landschap aangepaste maat-5 regel worden getroffen.

Het is voordelig waaneer de vochtdiehtheid van de ingebrachte 3 vuilniscompost 0,95 - 1,0 t/m bedraagt. Deze vochtdiehtheid komt over-

O

een met een droogdichtheid van 0,65 - 0,85 t/m .

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, 10 waarin : fig. 1 een dwarsdoorsnede is van het geluidwerende bouwwerk bij een vlakke grond; fig. 2 een aan fig. 1 gelijke doorsnede is bij een helling; fig. 3 een zij-aanzicht is van het bouwwerk volgens fig. 1; '15 fig. U een ruimtelijk aanzicht is van een deel van de bovenzijde van het bouwwerk volgens fig. 1; en fig. 5 het inbrengen verduidelijkt van de vuilniscompost.

Het in de fig. 1-5 afgeheelde, door middel van de onderhavige werkwijze vervaardigde geluidverende bouwwerk omvat een aantal in het 20 lengtemiddenvlak van de wand aangebrachte, in de grond respectievelijk het terrein verankerde, in hoofdzaak vertikale staanders 1. De afstand tussen de afzonderlijke staanders 1 wordt bepaald door de statische eisen en bedraagt bij voorkeur in hoofdzaak 1 - 2 m. Elke staander 1 heeft aan . . het bovenste einde een dwarsschoor 2, die bijvoorbeeld door lassen of 25 schroeven vast is verbonden met de staander 1, en in het onderste gebied nabij het terreinoppervlak een dwarsarm 3, die rond een in hoofdzaak horizontale, geometrische as h draaibaar is gelegerd voor aanpassing aan de hellingen van glooiingen. Deze dwarsarm 3 kan in de juiste standen aan de staander 1 worden geschroefd. De buitenste einden van de 30 dwars schoren 2 en de dwarsarmen 3 zijn met elkaar verbonden door middel van spanorganen 5, bijvoorbeeld kabels, draden e.d., die dienen voor het bevestigen van een rooster- respectievelijk net vormige buitenhuid 6.

Omdat de onderste dwarsarmen 3 langer zijn dan de bovenste dwarsschoren 2, en de dwarsarmen 3 en de dwarsschoren 2 elk in het gebied van het 35 lengtemidden zijn verbonden met de staander 1, ontstaat zodoende een in hoofdzaak trapeziumvormige dwarsdoorsnede van de lawaaiwerende wand. De buitenhuid 6 wordt aan de bovenzijde vastgehouden, in het bijzonder ge- _ __ _ _ 8302793 -1+- # * spannen gehouden, door middel van een de buitenste einden van de bovenste dwarsschoren 2 verbindend spanorgaan J, bijvoorbeeld een kabel, een draad e.d., en aan de onderzijde door middel van een de buitenste einden van de onderste dwars armen 3 verbindend, gelijk of soortgelijk span-5 orgaan 8.

De staanders 1 zijn bij voorkeur gewapend betondragers of thermisch vertinde of anderszins corrosiebestendig beklede, respectievelijk aan het oppervlak behandelde buizen, in het bijzonder vormbuizen of profielen. De buitenhuid 5 bestaat bij voorkeur uit maasroostervelden, 10 die vertikaal zijn aangebracht. De breedte van de maasroostervelden is afhankelijk van de afstand tussen de vertikale drager. Voor het aanvullend opnemen van de windkrachten, de sneeuwbelasting, de belasting door het vulmateriaal, eventueel andere optredende belastingen, alsmede het vastzetten van de maasroostervelden, worden stalen kabels gespannen 15 (bemeting volgens de eisen) tussen de bovenste en onderste dwarsdragers. Om uitstulpingen van. de maasroostervelden tegen te gaan kunnen in afhankelijkheid van de eisen spandraden of spankabels worden aangebracht (dwars of vertikaal). De einddelen van de wand bestaan eveneens uit maasroostervelden. De bevestiging van de maasroosters vindt plaats zoals 20 die van de aan de buitenzijden van de wand aangebrachte maasroostervelden.

De beschreven constructie wordt volgens de onderhavige werkwijze gevuld met vuilniscompost met de volgende samenstelling:

Fysische gunstigste Toelaatbare parameters : waarde_ speling_ 25 Los stortgewicht, vochtig (g/1) 750 (600 - 900)

Stortgewicht bij inbouw 1050 (950-1100) vochtig verdicht

Watergehalte (l FG) 1+8 (1+0-50) 30 Watervasthoudvermogen {% TS) . 110 (80 - 120) pH-waarde 7S0 (6,5 - T,é)

Wisselvermogen (mval/100 g) 25 ( > 20)

Organische ^ parameters ;

Totaal org. stof (GV), {% TS) 30 (20 - 35) 8302793 t * vervolg - 5 -

Organische parameters :

Afbreekbare org. stof {% TS) (Humus) 22 ( > 15) C/H-verhouding 1 : 20 ( "> 1 : 25)

Inerte org. stof (% TS) 6 ( < 8) 5 Hoofdvoedingsstoffen :

Totaal org. stikstof (*jd) (JÈ T5) . 0,7 0 0,5-1,2)

Ammonium, HELWIT

(f tsï J - ( < 0,01)

Fosfor ?5Qc (gs) {% TS) 0,4 (0,4 - 0,8)

Kalium, Kp0 (gs) {% TS) * 0,5 (0,3-1,0) 10 Magnesium, MgO (gs) 2,0 (0,5 - 3,0)

Calcium, CaO. (gs) (K TS) 8,0 (2 - 12)

Het inbouwen moet in lagen (bij voorkeur 30 - 50 cm) plaats vinden, en de compastmassa moet worden verdicht.

Ten behoeve van de vormbestendigheid kunnen tijdens het inbouwen 15 starre begrenzingsplaten (vandtafels) worden aangebracht.

Wanneer slechts een deel van de wand wordt vervaardigd en op een later tijdstip een verlenging wordt uitgevoerd, moet de overgang overlappend worden uitgevoerd (schuine aansluitvlakken van de compostwand volgens fig. 5)· 20 Omdat de "mate van samenhang" afhankelijk is van de opslagdicht- heid en de ouderdom van de compostwand, moet de afvalcampost door het weefsel, respectievelijk het omhulsel 6 met zijdelingse steun worden vastgehouden. Dit weefsel respectievelijk omhulsel moet hierbij voldoen aan de volgende voorwaarden.

25 Bestendigheid tegen verwering tot aan het bereiken van de eigen sterkte van het compostmateriaal (althans vijf jaar). Bewegingsvrijheid voor het zetten van de compostvulmassa, bijvoorbeeld door een ruitvorm van het roosterweegsel.

Trekverahkering van net- naar netoppervlak, uitgerust met een 30 trekkracht en een trekverahkering volgens de statische eisen.

Bij voorkeur oppervlaktebegroeiing ter bescherming van de vochtig- 8302793 *' '· i - 6 - heidshuishouding.

i heikabels, bemeten voor het opnemen van een trekkracht van ca.

15 kH volgens de statische eisen.

Mogelijkheid van een materiaaloverschot voor het vereffenen van 5 het zetten van de compostmassa.

Qm de afvoer van oppervlaktewater uit aangrenzende vlakken niet tegen te gaan, kan, indien nodig, een laag 10 met grof steenslag worden aangebracht in de voet van de wand, waarbij tussen de laag met grof steenslag en de compostaarde, een kunststoffoelie 11 moet worden aangebracht.

10

De keuze van de soort beplanting vindt plaats volgens de eisen van de groeiplaats en de plaats van oprichting onder het rekening houden van de kriteria : weerstand tegen droogte, weerstand tegen ontdooizout, klimplanten of struiken, bestendigheid tegen vorst, bebladering in de winder, of de plaats aan de zonzijde of de schaduwzijde is, de waarde als 15 ' sierplanten en de geluidshoogte verminderende eigenschappen.

Om het wortelschieten van de jonge planten beter te waarborgen, wordt bij voorkeur een bevloeiïngsinrichting aangebracht in het vul- lichaam van de wand, welke inrichting tegelijk op bijvoorbeeld twee plaatsen (vlak onder de bovenzijde en boven het midden) kan worden aange-20 ....

bracht, en die, indien nodig, volledig automatisch werkend kan worden uitgevoerd.

Met de onderhavige werkwijze vindt een met het milieu rekening • houdend benutten plaats van tot humus gevormd bewoningsafval (vuilais- reinigingsslibcompost) en een onderhoudsarme groenvoorziening door lang-25 .

x durige voedingsstofvoorziening, alsmede een tegen erosie bestendig vullen. Er ontstaat geen vorming van holle ruimten, en dus een gunstige waterhuishouding voor planten en een duurzame lawaaiwering. De plantensoorten moeten in afhankelijkheid van het vulmateriaal worden aangepast aan de betreffende plaats van oprichting (klimaat, milieufactoren, topografie), 30 ...

en de betreffende eisen met betrekking tot de dichtheid van de groenvoorziening, de versiering met bloemen, en de mogelijkheid van groenvoorziening in de winter.

Eet kunstmatige bevloeien kan met de hand of automatisch plaats vinden.

Door de naar beneden breder wordende constructie van de wand is het naderhand zetten van de compost mogelijk zonder belasting van de net-constructie, waardoor bovendien elke vorming van holle ruimten wordt 35 8302793 - T - voorkomen.

Ha het wortelschieten van de planten, alsmede het samenhangen van de compost fra-n worden uitgegaan van een toereikende stevigheid van de wand, ook zonder de mede opgerichte netconstructie.

·* 8302793

Claims (3)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een geluidverend bouwwerk van, eventueel met kleimineralen verrijkte, vuilnis compost, die wordt aangebracht in een omhulling met het kenmerk, dat de vochtige vuilnis com-post met een korrelgrootte van 0,01 - 50 mm, bij voorkeur 0,06 - 5 20 mm, een los stortgewicht van 600 - 900 g/1, bij voorkeur 750 g/1, en een watergehalte van 35 - 50$, bij voorkeur k8%, in het bijzonder in lagen wordt aangebracht in de meegevend uitgevoerde omhulling, en eventueel wordt verdicht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de vochtige 3 10 dichtheid van de ingebrachte vui Inis compost 0,95 - 1,1 t/m bedraagt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de meegevende omhulling volledig wordt gevuld met vuilniscompost. 330 2 793