NL2031568B1 - Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen - Google Patents
Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen Download PDFInfo
- Publication number
- NL2031568B1 NL2031568B1 NL2031568A NL2031568A NL2031568B1 NL 2031568 B1 NL2031568 B1 NL 2031568B1 NL 2031568 A NL2031568 A NL 2031568A NL 2031568 A NL2031568 A NL 2031568A NL 2031568 B1 NL2031568 B1 NL 2031568B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cultivation
- pots
- hanging
- plants
- designed
- Prior art date
Links
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 title claims description 5
- 241000220223 Fragaria Species 0.000 claims abstract description 51
- 241000196324 Embryophyta Species 0.000 claims abstract description 33
- 235000021012 strawberries Nutrition 0.000 claims abstract description 19
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 17
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 9
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 5
- 235000013399 edible fruits Nutrition 0.000 description 4
- 235000013305 food Nutrition 0.000 description 3
- CURLTUGMZLYLDI-UHFFFAOYSA-N Carbon dioxide Chemical compound O=C=O CURLTUGMZLYLDI-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 2
- 238000012272 crop production Methods 0.000 description 2
- 239000012530 fluid Substances 0.000 description 2
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 2
- 239000000725 suspension Substances 0.000 description 2
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 description 2
- 235000016623 Fragaria vesca Nutrition 0.000 description 1
- 235000011363 Fragaria x ananassa Nutrition 0.000 description 1
- 244000267823 Hydrangea macrophylla Species 0.000 description 1
- 229910002092 carbon dioxide Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000001569 carbon dioxide Substances 0.000 description 1
- 238000001816 cooling Methods 0.000 description 1
- 201000010099 disease Diseases 0.000 description 1
- 208000037265 diseases, disorders, signs and symptoms Diseases 0.000 description 1
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 1
- 230000000977 initiatory effect Effects 0.000 description 1
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 description 1
- 230000017260 vegetative to reproductive phase transition of meristem Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G22/00—Cultivation of specific crops or plants not otherwise provided for
- A01G22/05—Fruit crops, e.g. strawberries, tomatoes or cucumbers
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/12—Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/14—Greenhouses
- A01G9/143—Equipment for handling produce in greenhouses
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Botany (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
- Cultivation Of Plants (AREA)
Abstract
Teeltsysteem voor het produceren van gewassen, in het bijzonder aardbeien, waarbij het teeltsysteem een teeltiniichting, ingericht voor het opgroeien van planten, in het bijzonder 5 aardbeiplanten, omvat, waarbij onder de teeltiniichting een onderruimte is gevormd, waarbij het teeltsysteem voorts een aantal teeltpotten, ingericht voor het daarin opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, en een hangmechanisme omvat, waarbij het hangmechanisme is ingericht om de teeltpotten hangend in de onderruimte te dragen.
Description
TEELTSYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET PRODUCEREN VAN GEWASSEN
De onderhavige uitvinding ziet toe op een teeltsysteem voor het produceren van gewassen. in het bijzonder aardbeien, dat een teeltinrichting voor het opgroeien van planten omvat, welke verhoogd is opgesteld. Voorts betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het produceren van gewassen, in het bijzonder aardbeien.
Dergelijke teeltsystemen worden veelal in broeikassen, ofwel (glazen) warenhuizen, toegepast om onder glas bijvoorbeeld aardbeien te telen, welke zo gedurende bijna het hele jaar geoogst kunnen worden. Bijvoorbeeld is een kas voorzien van meerdere langwerpige teeltgoten, die horizontaal en onderling evenwijdig zijn opgesteld, om rijen aardbeiplanten op te groeien. De teeltgoten, ofwel kweektafels of andere dergelijke teeltinrichtingen, zijn bij voorkeur verhoogd opgesteld, onder meer om het aardbeiplukken te vergemakkelijken, met name doordat de aardbeien ergonomisch, oftewel met een rechtopstaande werkhouding, geplukt kunnen worden. De teeltinrichtingen kunnen inde kas middels een draagsysteem verhoogd opgesteld worden, bijvoorbeeld door de teeltinrichting op steunen te plaatsen of aan een draagconstructie van de kas op te hangen.
Er is een blijvende behoefte om de opbrengst van de teeltsystemen, met betrekking tot althans gewasproductie, op kostenefficiënte wijze te vergroten. Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterd teeltsysteem te verschaffen waarmee de opbrengst kostenefficiënt vergroot kan worden.
Daartoe omvat het teeltsysteem voorts een aantal teeltpotten, ingericht voor het daarin opgroeien van planten, m het bijzonder aardbeiplanten, en een hangmechanisme, waarbij het hangmechanisme is ingericht om de teeltpotten hangend in een onder de teeltinrichting gevormde onderruimte te dragen. In het bijzonder voorziet de onderhavige uitvindmg in een teeltsysteem voor het produceren van gewassen, in het bijzonder aardbeien, waarbij het teeltsysteem een teeltinrichting, ingericht voor het opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, omvat, waarbij de teeltinrichting verhoogd is opgesteld, waarbij onder de teeltinrichting een onderruimte is gevormd, waarbij het teeltsysteem voorts een aantal teeltpotten, ingericht voor het daarin opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, en een hangmechanisme omvat, waarbij het hangmechanisme is ingericht om de teeltpotten hangend in de onderruimte te dragen. Door de teeltinrichting verhoogd op te stellen kan onder de teeltinrichting de onderruimte worden gevormd.
Door bovendien teeltpotten te verschaffen en deze onder de teeltinrichtmg hangend aan te brengen, kan de opbrengst per kasoppervlak vergroot worden zonder de reeds bestaande teeltsystemen ingrijpend aan te passen. Zo kan het voor teelt beschikbare oppervlak in de kas efficiënt gebruikt worden.
Daarbij worden, door het onder de teeltinrichting hangen van de teeltpotten, eenzelfde voordelen genoten die het verhoogd opstellen van de teeltinrichting met zich brengt, waaronder een verlaagde ziektedruk en een verbeterde ventilatie. In het bijzonder indien de teeltpotten nabij de teeltinrichting, oftewel op een hoogte vlak onder de teeltinrichting, aangebracht worden, ondervinden de teeltpotten dezelfde omstandigheden als de teeltinrichting met betrekking tot bijvoorbeeld temperatuur en ventilatie.
Bovendien kunnen de in de teeltpotten gekweekte gewassen op eenvoudige wijze met pot en al van het teeltsysteem gehaald en vervoerd worden. In algemene zin kan derhalve opgemerkt worden dat de onder de teeltinrichting aangebrachte teeltpotten met plant en al als hangpotten met bijvoorbeeld voedsel- en/of siergewassen aan afnemers ofwel consumenten aangeboden kunnen worden. Zo hoeven, bijvoorbeeld in het geval van aardbeien, de in de teeltpotten gekweekte aardbeien, althans terwijl de teeltpotten op een relatief lage hoogte onder de teeltinrichting hangen, niet geplukt te worden. In plaats daarvan kan een pot. zodra de eerste nog groene vruchten zichtbaar worden, uitgeleverd worden aan een afnemer of consument, die de aardbeien na verloop van tijd kan plukken.
Bijvoorbeeld is het teeltsysteem ingericht voor het produceren van aardbeien, waarbij de teeltpotten zijn mgericht voor het daarm opgroeien van aardbeiplanten. Het is eveneens mogelijk om in de teeltpotten andere soorten (hang)potplanten, ofwel hangplanten, op te groeien, in het bijzonder voedsel- en/of siergewassen zoals hortensiaplanten. Ook de teeltinrichting kan zijn ingericht voor het daarin opgroeien van verscheidene planten, waaronder voedsel- en/of siergewassen, in het bijzonder aardbeiplanten. Bij voorkeur komen de in de teeltpotten geteelde gewassen overeen met de in de teeltinrichting geteelde gewassen. Zo kunnen de teeltomstandigheden, met betrekking tot bijvoorbeeld temperatuur, op eenvoudige wijze geoptimaliseerd worden ten aanzien van zowel de planten in de teeltinrichting alsook de planten in de teeltpotten.
In een uitvoeringsvorm van het teeltsysteem is het hangmechanisme bij voorkeur ingericht om de teeltpotten aan de teeltinrichting hangend te dragen. Zodoende kan voor het verhoogd dragen van de teeltpotten gebruik gemaakt worden van constructies die reeds deel uitmaken van de bestaande teeltinrichtingen, waardoor nauwelijks aanpassingen aan het teeltsysteem nodig zijn. Zo kan op kostenefficiënte wijze de gewasproductie vergroot worden. Als alternatief omvat het hangmechanisme een aanvullende hangconstructie met bijvoorbeeld steunen om de teeltpotten aan de steunen onder de teeltinrichting op te hangen, om te voorkomen dat de teeltinrichting te veel gewicht draagt. Het is als verder alternatief eveneens mogelijk om de teeltinrichting te voorzien van structurele versterking.
Om op eenvoudige wijze de teeltpotten aan de teeltpotten hangend te kunnen dragen, is het aantal teeltpotten bij voorkeur voorzien van hangmiddelen, ingericht om de teeltpotten aan de teeltinrichting te hangen. Bijvoorbeeld zijn de teeltpotten en de teeltinrichting voorzien van onderling samenwerkende hangmiddelen, zoals een combinatie van haken en ogen of andere middelen die geschikt zijn om de teeltpotten aan de teeltinrichting te bevestigen en ervan af te halen, waarbij de hangmiddelen het hangmechanisme vormen. Het aantal teeltpotten kan van een overeenkomstig aantal hangmiddelen voorzien zijn, waarbij elke pot voorzien is van een afzonderlijk hangmiddel. Ook kan het aantal teeltpotten voorzien zijn van hangmiddelen die elk zijn ingericht om meerdere teeltpotten tezamen aan de teeltinrichting te hangen. Op eenzelfde wijze kan de teeltinrichting voorzien zijn van ten minste één hangmiddel of van een met het aantal teeltpotten overeenkomstig aantal hangmiddelen.
Bij voorkeur omvatten de hangmiddelen haken die zijn ingericht om de teeltpotten aan de teeltinrichting te hangen. Ingeval de teeltpotten van haken voorzien zijn, kunnen de teeltpotten met haak en al van het teeltsysteem gehaald worden en op een andere plaats weer opgehangen worden, bijvoorbeeld voor vervoer of, indien bijvoorbeeld de aardbeien aan de aardbeiplanten in de teeltpotten verhandeld worden, om als hangpotten uitgestald te kunnen worden.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de teeltinrichting bij voorkeur een teeltgoot, ingericht voor het over de lengte daarvan opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, waarbij het aantal teeltpotten evenwijdig aan de teeltgoot 1s opgesteld. De teeltpotten, op een rij of in rijen onder de teeltgoot hangend. zijn zodoende eenvoudig te bereiken, bij voorkeur vanaf weerszijden van de teeltgoot.
In het bijzonder indien het aantal teeltpotten voorzien is van de hangmiddelen, is de teeltinrichting over de lengte van de teeltgoot bij voorkeur voorzien van ten minste één stang die zich over de teeltpotten, en bij voorkeur onder de teeltgoot. uitstrekt, waarbij de hangmiddelen zijn ingericht om de teeltpotten met de ten minste ene stang te verbinden. Zo kunnen de teeltpotten op elke gewenste plaats langs de teeltgoot aan de stang opgehangen worden, waarbij de onderlinge afstand tussen de teeltpotten vrij te kiezen is.
Ingeval de afmetingen van de haken en de stang het niet toelaten de haken direct met de stang te verbinden, bijvoorbeeld omdat de stang te dik is, kunnen de haken middels tussenliggende bevestigingsmiddelen, zoals rmgen, lussen, kabelbinders of haken die daarvoor wel geschikt zijn, met de stang verbonden worden. Met behulp van dergelijke tussenliggende bevestigingsmiddelen kunnen teeltpotten, ongeacht de hangmiddelen waarmee de teeltpotten voorzien zijn, onderling met de teeltinrichting verbonden worden.
Onder stang wordt eveneens verstaan een rand, richel of elk ander langwerpige structuur die geschikt is om de teeltpotten over de lengte van die structuur daaraan op te hangen, bijvoorbeeld een rand van de teeltgoot. De stang kan een buis zijn die is ingericht om erdoorheen water te laten stromen. Teeltgoten, al dan niet met daaronder een stang of buis voor warm water, zijn op zichzelf bekend. Indien een teeltinrichting niet van een dergelijke buis voorzien is, kan bijvoorbeeld een draad gespannen zijn waaraan de teeltpotten kunnen hangen. In algemenere zin heeft het derhalve de voorkeur dat de teeltgoot, of welke teeltinrichting dan ook, voorzien is van een dergelijk langwerpig draagorgaan dat is ingericht om met de hangmiddelen van de teeltpotten samen te kunnen werken om de teeltpotten aan de teeltinrichting op te kunnen hangen.
Een verdere uitvoeringsvorm van het teeltsysteem omvat voorts een watertoevoersysteem, ingericht om de teeltpotten van water te voorzien. Bij voorkeur omvat het toevoersysteem een zich over de teeltpotten uitstrekkende aanvoerbuis voor het aanvoeren van water, waarbij de aanvoerbuis is voorzien van een aantal afgifteopeningen, ingericht om door de aanvoerbuis aangevoerd water over de teeltpotten te verdelen. De aanvoerbuis is bijvoorbeeld evenwijdig aan de teeltgoot aan de teeltinrichting bevestigd.
Een dergelijk toevoersysteem voor een ander fluïdum, waaronder lucht die behandeld is met betrekking tot bijvoorbeeld temperatuur, vochtigheid en/of koolstofdioxidegehalte, is eveneens denkbaar. Het fluidumtoevoersysteem is dan ingericht om behandelde lucht naar de planten te geleiden en daarover te verdelen om de planten aan de behandelde lucht bloot te stellen. Hetzelfde toevoersysteem kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden, bijvoorbeeld om zowel de tecltpotten alsook de teeltinrichting daarboven van water te voorzien. Ook kunnen meerdere eenzelfde toevoersystemen voorzien zijn die verschillende functies dienen. Voorts kan de aanvoerbuis gebruikt worden om de teeltpotten op te hangen, waarbij de aanvoerbuis in wezen als de hiervoor genoemde stang fungeert.
Omdat het teeltsysteem bij voorkeur in een broeikas is geplaatst, 1s volgens een verder aspect voorzien in een broeikas voor het daarin telen van gewassen, in het bijzonder aardbeien, waarbij de broeikas is voorzien van een aantal teeltsystemen volgens een van de hiervoor omschreven uitvoeringsvormen.
Bijvoorbeeld is de broeikas een broeikas van glas of een kunststof broeikas zoals een plastic of 5 folie tunnel of een plastic kas. Onder broeikas kunnen verder eveneens andere overkappingen voor het daaronder telen van gewassen verstaan worden.
Bij voorkeur zijn de teeltsystemen in de kas, of althans ten minste twee van het aantal teeltsystemen, op onderlinge afstand geplaatst om tussen de teeltsystemen een looppad te vormen.
Door de teeltsystemen op onderlinge afstand te plaatsen kunnen de afzonderlijke teeltsystemen, in het bijzonder de hangende teeltpotten, eenvoudig bereikt worden via de een of meer looppaden die tussen de teeltsystemen zijn gevormd.
Volgens een verder aspect 1s voorzien in een werkwijze voor het produceren van gewassen, in het bijzonder aardbeien. De werkwijze omvat het verschaffen van een teeltinrichting, ingericht voor het opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, omvat, waarbij onder de teeltinrichting een onderruimte is gevormd, en het verschaffen van een aantal in de onderruimte hangende teeltpotten, mgericht voor het daarin opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, waarbij de teeltpotten bij voorkeur aan de teeltinrichting hangen. Bij voorkeur omvat de werkwijze het verschaffen van een teeltsysteem volgens een van de hiervoor omschreven uitvoermgsvormen.
De werkwijze omvat voorts het in de teeltpotten opgroeien van planten, bij voorkeur aardbeiplanten, waarbij de gewassen bij voorkeur met 10.500 tot 12.000 groeigraaduren (Engels: “growing degree hours (GDH)™) worden opgekweekt. Met andere woorden, na het planten van bijvoorbeeld de aardbeienplanten kunnen de aardbeien na ongeveer 11.000 GDH geoogst en/of afgeleverd worden, zoals hiernavolgend nader wordt toegelicht.
Bijvoorbeeld worden aardbeiplanten rond de maand juli gestekt en opgekweekt, waarbij de aardbeiplanten bij voorkeur tussen 12.000 en 13.000 GDH, oftewel circa 12.500 GDH, genieten tot bijvoorbeeld de eerstvolgende december- of januarimaand, rond welke periode de aardbeiplanten bij voorkeur het voor bloemaanleg gewenste aantal koude-uren genoten hebben en bloemen kunnen aanleggen, waarbij vanaf dat moment de planten uit de koeling gehaald worden om, bij voorkeur in de broeikas, te beginnen met bloeien na circa 7.000 GDH, oftewel na een totaal aantal van circa 19.500 GDH.
Om rot bij de aardbeien van de aardbeiplanten in hangpotten te voorkomen, worden de hangpotten bij voorkeur afgeleverd rond de tijd dat de aardbeiplanten daarin nog groene vruchten, en bij voorkeur nog geen rode vruchten, hebben. In dat geval krijgen de aardbeiplanten bij voorkeur doorgaans circa een week na aflevering van de hangpotten rode vruchten. Hiertoe genieten de aardbeiplanten, zoals hiervoor vermeld, bij voorkeur tussen 10.500 en 12.000 GDH, bijvoorbeeld circa 11.500 GDH, vanaf het moment dat de planten uit de koeling gehaald worden, oftewel een totaal aantal van circa 24.000 GDH vanaf het stekken en/of opkweken.
De aardbeien van de aardbeiplanten in de teeltinrichting worden, anders dan bij de hangpotten, bij voorkeur geoogst na circa 16.000 GDH nadat de planten uit de koeling zijn gehaald, oftewel bij een totaal aantal van tussen 27.000 en 29.000 GDH, bijvoorbeeld 28.000 GDH.
Bij voorkeur omvat de werkwijze voorts de stap van het aan de teeltinrichting hangen van de teeltpotten en/of de stap van het van de teeltinrichting afhalen van de teeltpotten.
De onderhavige uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van in tekeningen weergegeven figuren, waarbij: - figuur 1 schematisch een aanzicht van een broeikas met teeltsystemen toont: - figuur 2 een zijaanzicht van een teeltsysteem met een rij hangpotten toont.
In figuur | wordt schematisch een glazen broeikas | weergegeven die daarin een kweekruimte 2 definieert waarin gewassen onder glas geteeld kunnen worden. De broeikas 1 is aan een bovenzijde van de kweekruimte 2 voorzien van een door tralieliggers gevormde draagconstructie 3. Aan de draagconstructie 3 zijn via ophangelementen 4, bijvoorbeeld stangen of kabels, een aantal teeltsystemen 10 opgehangen, waarvan vijf zijn afgebeeld in figuur 1. De hangende teeltsystemen 10 kunnen ten opzichte van het onderoppervlak van de kas 1, oftewel de vloer 5, verhoogd worden, waarbij de hoogte aanpasbaar is door aanpassing van de lengte van de ophangelementen 4. Als alternatief kunnen de teeltsystemen 10 op (niet weergegeven) steunen zijn geplaatst.
De teeltsystemen 10 zijn langwerpig, hetgeen zichtbaar is in figuur 2, welke een zijaanzicht van een lengtesegment van een van de teeltsystemen 10 toont, in plaats van een aanzicht in de lengterichting zoals figuur 1. Het teeltsysteem 10 omvat een teeltgoot 11 voor het telen van gewassen. Hoewel de getoonde teeltgoot 11 ter illustratie voor het opgroeien van aardbeiplanten 6 wordt toegepast, zijn andere planten ofwel gewassen eveneens denkbaar.
Doordat de teeltgoot 11 ten opzichte van de vloer 5 op een zodanige hoogte is aangebracht dat met een rechtopstaande werkhouding de aardbeien 7 van de planten 6 geplukt kunnen worden, kunnen onder de teeltgoot 11 een aantal hangpotten 12 gehangen worden, welke eveneens toegepast voor het opgroeien van in het bijzonder aardbeiplanten 6 zijn afgebeeld. De hangpotten 12 hangen met haken 13 aan een stang 14 die over ten minste een deel van de lengte met de teeltgoot 11 bevestigd is en zich onder de teeltgoot 11 uitstrekt. Zodoende vormen de haken 13 en de stang 14 tezamen een hangmechanisme waarmee de hangpotten 12 eenvoudig aan de teeltgoten 11 opgehangen en daarvan afgehaald kunnen worden.
Het teeltsysteem 10 is voorts voorzien van een watertoevoersysteem 20 om de hangpotten 12 van water te voorzien. Het watertoevoersysteem 20 omvat onder meer een aanvoerbuis 21 voor het aanvoeren van water. De aanvoerbuis 21 strekt zich onder de teeltgoot 11 en over de hangpotten 12 uit. De aanvoerbuis 21 is voorzien van een aantal openingen in de vorm van afgiftebuizen 22. Elke afgiftebuis 22 strekt zich vanaf de aanvoerbuis 21 uit richting een afzonderlijke pot 12 om gezamenlijk water uit de aanvoerbuis 21 gericht over de hangpotten 12 te verdelen.
Zoals getoond in figuur 1, zijn de teeltsystemen 10 op onderlinge afstand geplaatst en zijn tussen de teeltsystemen 10 looppaden gevormd. Tussen of onder de teeltsystemen 10 kunnen eveneens transportpaden gevormd zijn, bijvoorbeeld voorzien van spoorstaven 8. via welke de hangpotten 12 eenvoudig van en naar de teeltinrichtingen 11 vervoerd en daarover verdeeld kunnen worden.
De hiervoor beschreven figuren dienen slechts ter illustratie van de uitvinding en beperken op geen enkele wijze de door de hiernavolgende conclusies bepaalde beschermingsomvang.
Claims (14)
1. Teeltsysteem voor het produceren van gewassen, in het bijzonder aardbeien, waarbij het teeltsysteem een teeltinrichting, ingericht voor het opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, omvat, waarbij de teeltinrichting verhoogd is opgesteld, waarbij onder de teeltinrichting een onderruimte is gevormd, met het kenmerk dat het teeltsysteem voorts cen aantal teeltpotten, ingericht voor het daarin opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, en een hangmechanisme omvat, waarbij het hangmechanisme is ingericht om de teeltpotten hangend in de onderruimte te dragen.
2. Teeltsysteem volgens conclusie 1, waarbij het hangmechanisme is ingericht om de teeltpotten aan de teeltinrichting hangend te dragen.
3. Teeltsysteem volgens conclusie 2, waarbij het hangmechanisme hangmiddelen omvat, waarbij het aantal teeltpotten is voorzien van de hangmiddelen, waarbij de hangmiddelen zijn ingericht om de teeltpotten aan de teeltinrichting te hangen.
4. Teeltsysteem volgens conclusie 3, waarbij de hangmiddelen haken omvatten die zijn ingericht om de teeltpotten aan de teeltinrichting te hangen.
5. Teeltsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de teeltinrichting een teeltgoot omvat, waarbij de teeltgoot is ingericht voor het over de lengte daarvan opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, waarbij het aantal teeltpotten evenwijdig aan de teeltgoot is opgesteld.
6. Teeltsysteem volgens ten minste conclusies 3 en 5, waarbij de teeltimrichting over de lengte van de teeltgoot voorzien is van ten minste één stang die zich onder de teeltgoot en over de teeltpotten uitstrekt, waarbij de hangmiddelen zijn ingericht om de teeltpotten met de ten minste ene stang te verbinden.
7. Teeltsysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het teeltsysteem voorts een watertoevoersysteem, ingericht om de teeltpotten van water te voorzien, omvat.
8. Teeltsysteem volgens conclusie 7, waarbij het watertoevoersysteem een zich over de teeltpotten uitstrekkende aanvoerbuis voor het aanvoeren van water omvat. waarbij de aanvoerbuis is voorzien van een aantal afgifteopeningen, ingericht om door de aanvoerbuis aangevoerd water over de teeltpotten te verdelen.
9. Broeikas voor het daarin telen van gewassen, in het bijzonder aardbeien, waarbij de broeikas 1s voorzien van een aantal teeltsystemen volgens een van de voorgaande conclusies.
10. Broeikas volgens conclusie 9, waarbij ten minste twee van het aantal teeltsystemen op onderlinge afstand zijn geplaatst om tussen de twee teeltsystemen een looppad te vormen.
11. Werkwijze voor het produceren van gewassen, in het bijzonder aardbeien, waarbij de werkwijze omvat: — het verschaffen van een teeltinrichting, ingericht voor het opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten, omvat, waarbij onder de teeltinrichting een onderruimte is gevormd: — het verschaffen van een aantal in de onderruimte hangende teeltpotten, ingericht voor het daarin opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten; — het in de teeltpotten opgroeien van planten, in het bijzonder aardbeiplanten.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de teeltpotten aan de teeltinrichting hangen.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij de gewassen met 10.500 tot 12.000 groeigraaduren worden opgekweekt.
14. Werkwijze volgens conclusie 11, 12 of 13, waarbij de werkwijze het in de teeltpotten opgroeien van aardbeiplanten omvat.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2031568A NL2031568B1 (nl) | 2022-04-13 | 2022-04-13 | Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2031568A NL2031568B1 (nl) | 2022-04-13 | 2022-04-13 | Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2031568B1 true NL2031568B1 (nl) | 2023-11-03 |
Family
ID=88651319
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2031568A NL2031568B1 (nl) | 2022-04-13 | 2022-04-13 | Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2031568B1 (nl) |
-
2022
- 2022-04-13 NL NL2031568A patent/NL2031568B1/nl active
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US11369063B2 (en) | Agricultural apparatus and method | |
US9101099B2 (en) | Hydroponic growing system | |
KR970701493A (ko) | 다단식 식물 재배 방법 및 이에 사용되는 다단계 식물 재배 장치(multistage plant culture method and multistage plant culture apparatus for use therein) | |
EP2644025A1 (en) | Movable aeroponic growth unit for growing plants and an improved system for growing plants aeroponically | |
SA112330499B1 (ar) | طريقة وجهاز لإنماء نباتات | |
NL2031568B1 (nl) | Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen | |
JP6544745B2 (ja) | 園芸作物の温室栽培方法およびその栽培装置 | |
CA2413312C (en) | Method, device and warehouse for cultivating crop plants and grafts thereof | |
NL1007449C1 (nl) | Werkwijze voor het continu doortelen resp. oogsten van gewassen. | |
EP1695613A1 (en) | System and method for adjusting spacing of growing plants | |
KR100796460B1 (ko) | 행거형 분화식물 재배장치 | |
NL2028358B1 (en) | Plant growing system, plant carrier and method of growing vertically grown plants | |
KR20140001745U (ko) | 딸기 육묘포트 조립체 | |
RU2615837C1 (ru) | Способ выращивания огородных культур на гидропонике и устройство для его осуществления | |
NL1027366C2 (nl) | Draagorgaan, gewasondersteuningsinrichting, watertoevoerinrichting en transportinrichting en werkwijze voor het telen van gewassen. | |
Pickens et al. | Greenhouse crops and cropping systems for commercial aquaponics | |
BE1026890B1 (nl) | Een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels | |
NL1017406C2 (nl) | Ophangorgaan voor een gewas alsmede een werkwijze voor het telen daarvan. | |
NL1021845C2 (nl) | Meegroeiende plantpot. | |
CA2235777A1 (en) | Growing apparatus | |
RU32969U1 (ru) | Гидропонная установка | |
JP2005328824A (ja) | 誘引ヒモ取り付け用フック、及びそれを利用した農作物吊り下ろし方法 | |
NL8201120A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het kweken van planten. | |
Van Os et al. | A moving fruit vegetable crop | |
JP2024524141A (ja) | 植物の連続的な栽培 |