BE1026890B1 - Een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels - Google Patents
Een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels Download PDFInfo
- Publication number
- BE1026890B1 BE1026890B1 BE20185909A BE201805909A BE1026890B1 BE 1026890 B1 BE1026890 B1 BE 1026890B1 BE 20185909 A BE20185909 A BE 20185909A BE 201805909 A BE201805909 A BE 201805909A BE 1026890 B1 BE1026890 B1 BE 1026890B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- leg
- supporting
- support frame
- supporting frame
- legs
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/12—Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/04—Flower-pot saucers
- A01G9/047—Channels or gutters, e.g. for hydroponics
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Of Plants (AREA)
- Supports For Plants (AREA)
Abstract
De huidige uitvinding heeft betrekking op een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels of stengeldelen van planten, het draagraam omvattende twee ophangbeugels, welke een overeenkomstig eerste en tweede been omvatten, en waarbij de eerste benen aan het distale vrije einde een lip omvatten, en waarbij de ophangbeugels verbonden zijn met een corresponderend in hoofdzaak horizontaal draagbeen, waarbij de draagbenen verder verbonden zijn met een opwaarts uitstrekkend schutbeen, waarbij een hoek tussen het draagbeen en het schutbeen groter is dan 90°. De uitvinding heeft eveneens betrekking op het gebruik het draagraam.
Description
t BE2018/5909
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels of stengeldelen. In een ander aspect heeft de uitvinding eveneens betrekking op een gebruik van het draagraam. Meer bepaald bevindt de uitvinding zich in het technisch deelgebied van de glastuinbouw.
STAND DER TECHNIEK Verscheidene vruchtdragende gewassen groeien in West-Europa in kassen, gebruik makend van een hogedraadsysteem. Dit systeem is al decennia lang de standaard in de professionele tomatenteelt. Verticaal hangende leidraden worden met behulp van een gewashaak hoog in de kas bevestigd aan een horizontale gewasdraad, die gespannen is volgens de richting van de plantrijen. De gewassen groeien langs de leidraad omhoog, waarbij de leidraad op regelmatige basis wordt verlengd zodat de gewassen terug lager in de kas komen te hangen en opnieuw omhoog kunnen groeien langs de leidraad. Naast het verlengen van de leidraad, wordt de leidraad ook langs de gewasdraad verschoven in een richting weg van de wortels die verankerd zitten in het teeltsubstraat. Bijgevolg komen de onderste delen van de plantgewassen horizontaal te liggen en ontstaat na verloop van tijd een dik stengelpakket. Een kasteelt van dergelijke vruchtdragende gewassen gebeurt in hangende teeltgoten voorzien van een teeltsubstraat waarin de jonge planten in een rij worden aangeplant. In de stand der techniek zijn reeds structuren geschikt voor het ondersteunen van stengels beschreven. Echter zijn deze onvoldoende om de omvangrijke stengelpakketten te ondersteunen en bemoeilijken deze de doorgang in de aan- en afvoerbaan tussen de teeltgoten voor transport-, oogst- en onderhoudswerkzaamheden. De kans op vruchtval en bijgevolg een aanzienlijk productieverlies is bij dergelijke stengelondersteunende structuren groot. Ook is de kans op beschadiging van de plantgewassen en vruchten groot bij deze structuren. Aldus is het risico groot dat de stengels en vruchten via hun verwondingen aangetast worden door allerlei plantenziekten of bederven, wat uiteindelijk leidt tot minder vruchten alsook vruchten van lagere kwaliteit en minder opbrengsten.
De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een draagraam volgens conclusie
1. Voorkeursvormen van het draagraam worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 13.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een draagraam te verschaffen die het mogelijk maakt dat de planten vrij blijven groeien, hun productiviteit blijven behouden en gevrijwaard zijn van schade.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding om een draagraam te verschaffen die de stengel van de plant optimaal ondersteunt gedurende zijn groeiperiode, ongeacht de hoogte van de stengeltop.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding om een draagraam te verschaffen dat is ontworpen en gefabriceerd om hoge mechanische belastingen te dragen en om de planten vrij te laten groeien zonder breuk.
Het is nog een ander doel van de onderhavige uitvinding om een draagraam te verschaffen die bij verschillende gewassen kan worden geïmplementeerd en die de opbrengst maximaliseert.
In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een gebruik volgens conclusie 14. Voorkeursvormen van het gebruik worden beschreven in de volgconclusies 14 tot en met 17.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een vooraanzicht weergave van een voorkeursvorm van het draagraam.
Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van het draagraam van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij meerdere draagramen aan een gootstructuur zijn opgehangen.
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van meerdere draagramen aan een teeltgootsysteem van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij kale stengeldelen van de tomatenplanten ondersteund worden door het draagbeen van de draagramen, onder het teeltgootsysteem.
a hoek B scherpe hoek Y binnenhoek 1 draagraam 2a, 2b ophangbeugel 3a, 3b eerste been 4a, 4b tweede been 5a, 5b lip 6a, 6b draagbeen 7a, 7b schutbeen 8 afstand tussen de lippen 9 verstevigingsbeen 10a, 10b bocht 11 teeltgootsysteem 11a, 11b opstaande rand 12 tomatenplant 12a kaal stengeldeel 12b productieve stengeldeel 12c tomatentros 13 teeltsubstraat 14 stengelpakket
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
De term ‘stengelpakket’ volgens huidige uitvinding omvat het geheel van één of meerdere stengels die in een stengelondersteunde structuur, zoals het draagraam volgens huidige uitvinding, naast of op elkaar gepositioneerd worden.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels of stengeldelen van planten, omvattende twee ophangbeugels, welke een overeenkomstig eerste been en tweede been omvatten, en waarbij de eerste benen aan het distale vrije einde een lip omvatten, en waarbij de ophangbeugels verbonden zijn met een corresponderend in hoofdzaak horizontaal draagbeen, waarbij de draagbenen verder verbonden zijn met een opwaarts uitstrekkend schutbeen, waarbij een hoek a tussen het draagbeen en het schutbeen groter is dan 90°.
Het draagraam volgens huidige uitvinding is compact vervaardigd volgens een zo weinig mogelijk aantal plooibewegingen. Door de compacte vorm van het draagraam
> BE2018/5909 is er ruimte tussen de plantenrijen om transport-, oogst- en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren zonder beschadiging of verlies van planten en vruchten.
Desondanks de compacte vorm is het mogelijk om omvangrijke stengelpakketten in het draagraam te positioneren, waardoor deze worden ondersteund zonder geklemd of beschadigd te worden.
Tevens zorgt de vorm van het draagraam ervoor dat de stengelpakketten onder de teeltgootsystemen liggen en de vruchten beter kunnen doorhangen zonder gehinderd te worden van de omvangrijke stengelpakketten of het draagraam zelf.
Volgens een uitvoeringsvorm is de hoek a begrepen tussen 90° en 170°, bij voorkeur tussen 110° en 160°, meer bij voorkeur tussen 130° en 140°. De hoek a maakt het mogelijk om de stengels of de stengeldelen in een vlotte beweging tijdens het verlengen en verschuiven van de leidraad in het draagraam te positioneren.
De stengels of stengeldelen worden in het draagraam ondersteund door het in hoofdzaak horizontaal draagbeen en in plaats gehouden door het opwaarts uitstrekkend schutbeen.
Volgens een uitvoeringsvorm is het draagraam volgens huidige uitvinding spiegelsymmetrisch t.o.v. de lengterichting van het eerste been.
Dankzij de spiegelsymmetrie van het draagraam, is het draagraam geschikt om zonder extra bevestigingsmiddelen aan een teeltgootsysteem opgehangen te worden.
Volgens een niet-limitatief voorbeeld worden de plantgewassen in een plantenrij alternerend afgelegd langs het teeltgootsysteem in het draagraam.
Dit heeft als voordeel dat de stengeldelen van een enkele plantenrij in het teeltgootsysteem verdeeld worden in de draagramen die aan het teeltgootsysteem hangen en zo de omvangrijke stengelpakketten ondersteunen.
Volgens een uitvoeringsvorm heeft het draagraam een binnenhoek y groter dan 90° tussen het eerste been en het tweede been.
De binnenhoek y van het draagraam kan 180° groot zijn.
Bijgevolg zijn het eerste been en tweede been op een lijn gepositioneerd worden de stengels zowel door het — schutbeen als door het tweede been in plaats gehouden.
Bij heel erg omvangrijke stengelpakketten kan ook het eerste been de stengels in plaats houden, aangezien het schutbeen verder uitstrekt dan het tweede been lang is.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de binnenhoek y begrepen tussen 110° en 160°, meer bij voorkeur tussen 120° en 150°. Het verkleinen van de binnenhoek y heeft als voordeel dat de stengeldelen die op het draagbeen rusten volledig of gedeeltelijk onder het teeltgootsysteem liggen en zo maximaal gevrijwaard worden van schade.
De positie van deze stengeldelen heeft verder als voordeel dat het verticaal groeiende stengeldeel in een boog komt te hangen langs het teeltgootsysteem.
Bijgevolg kunnen de tomatentrossen los naar beneden doorhangen zonder verhinderd te worden van het productieve deel van de stengel, het stengelpakket of het draagraam.
Bijkomstig kunnen de vruchten beter en gelijkmatiger rijpen, door een betere lichtinval.
Daarnaast is er ook minder vruchtval omdat de doorgang tussen de teeltgootsystemen niet versperd wordt.
Volgens een niet-limitatief voorbeeld is de binnenhoek y 135°. Volgens een uitvoeringsvorm hebben de hoek a en de binnenhoek y eenzelfde hoekgrootte.
Eenzelfde hoekgrootte bij hoek a en binnenhoek y geeft het draagraam de geschikte vorm om de stengels te ondersteunen en op hun plaats te houden onder de teeltgootsysteem.
Bij voorkeur is de hoekgrootte begrepen tussen 110° en 160°, meer bij voorkeur tussen 120° en 150°, meer bij voorkeur tussen 130° en 140°, meer bij voorkeur tussen 132° en 138°, meest bij voorkeur tussen 134° en 136°. Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt de lip gevormd door het buigen van het vrije einde van het eerste been en is de afstand tussen de lipeinden begrepen tussen 90 en 350 mm, meer bij voorkeur begrepen tussen 180 en 240 mm.
De lippen van het draagraam volgens huidige uitvoeringsvorm zijn geschikt om bijvoorbeeld een opstaande rand van het teeltgootsysteem te omvatten en zo aan het teeltgootsysteem te hangen zonder extra bevestigingsmiddelen.
Het draagraam is gemakkelijk te bevestigen aan het gootstructuur en ook gemakkelijk afneembaar.
Daarnaast is de afstand tussen de lipeinden begrepen tussen 90 en 350 mm, meer bij voorkeur begrepen tussen 180 en 240 mm.
Volgens een niet-limitatief voorbeeld worden preferentieel teeltgoten van 240 mm gebruikt bij tomatenteelten en dient de afstand tussen de lipeinde van het draagraam deze afstand te overbruggen zonder te groot te zijn, om voldoende goed om aan het teeltgootsysteem te klemmen.
Het is ongewenst om loshangende draagramen aan het teeltgootsysteem te hebbenhangen. Deze zouden kunnen verschuiven en hierdoor de stengels of de stengeldelen beschadigen of de stengeldelen te weinig ondersteunen door de te grote afstand die ontstaat tussen twee opeenvolgende draagramen die aan het teeltgootsysteem hangen.
Volgens een uitvoeringsvorm van huidige uitvinding zijn de ophangbeugels met elkaar verbonden middels een verstevigingsbeen dat zich uitstrekt in een richting loodrecht op de ophangbeugels.
Het draagraam wordt onderaan verstevigd met behulp van het verstevigingsbeen. Hierdoor wordt een steviger draagraam gegenereerd dat minder vatbaar is voor externe mechanische krachten en zijn vorm zo behoudt.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt het verstevigingsbeen gevormd door het plooien van het verstevigingsbeen in parallel met de draagbenen en de schutbenen, en waarbij het verstevigingsbeen met de schutbenen verbonden is door een boog. De boog tussen het verstevigingsbeen en het schutbeen geeft het draagraam extra versteviging. Verder is de boog een afgeronde, gesloten verbinding waaraan een persoon zich niet kwetsen tijdens het uitvoeren van werkzaamheden in de teelt. Volgens een voorkeursdragende uitvoeringsvorm zijn de ophangbeugels, de eerste benen, de tweede benen, de draagbenen, de schutbenen en het verstevigingsbeen in één vlak gepositioneerd.
Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de draagramen gemakkelijk tegen elkaar geplaatst kunnen worden, een rigide eenheid vormen en gemakkelijk getransporteerd kunnen worden. Verder zijn deze draagramen ook gemakkelijk te hanteren.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt het draagraam vervaardigd uit een metaaldraad gekozen uit de groep van staal, rvs of aluminium.
Het draagraam is gemaakt van materialen die sterk zijn onder het toenemende gewicht van de plant en duurzaam onder hoge temperatuur, vochtigheid en mechanische spanningen.
Het draagraam wordt vervaardigd uit één metaaldraad. Bij voorkeur wordt het draagraam vervaardigd uit staal. Staal vergt geen onderhoud, behoudt hetzelfde uitzicht en is bijzonder duurzaam én recyclebaar. Daarnaast is staal een geschikt metaal voor gebruik in teelten van gewassen om plantenstengels te ondersteunen zonder deze te beschadigen. Staal biedt de essentiële stevigheid aan het draagraam en is bestand tegen de omgevingscondities van de kasteelt. Daarnaast is staal ook ongevoelig voor uv-straling die in kasteelten kan worden ingezet om pathogenen te bestrijden. Andere metalen dreigen broos te worden onder invloed van uv-straling en hun stevigheid te verliezen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt het draagraam verkregen middels het plooien van het genoemde metaaldraad.
Het draagraam wordt vervaardigd door het plooien van één metaaldraad. Een CNC- gestuurde machine kan op een snelle en efficiënte manier deze draagramen vervaardigen. Daarnaast is het draagraam een modulair geheel en kan deze op een eenvoudige manier in een grotere of kleinere maten vervaardigd worden. Hierdoor is het draagraam gemakkelijk toepasbaar in verschillende teelten met teeltgootsystemen.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een gebruik van één of meerdere draagramen volgens huidige uitvinding bij het telen van gewassen, bij voorkeur tomatenplanten.
Het draagraam kan worden aangepast voor gebruik in een verscheidenheid aan teelten van groenten, fruit of andere gewassen, die een gebogen ondersteuning vereisen in gebieden waar sprake is van breuk als gevolg van een verandering in de richting van de stengel.
Volgens een uitvoeringsvorm worden één of meerdere draagramen aan een teeltgootsysteem voorzien, waarbij het teeltgootsysteem geschikt is voor gewassen die geteeld worden volgens een hogedraadteelt methode.
Hogedraadteelten zijn geschikt voor komkommer-, meloen-, staakboon-, tomatenteelten in de glastuinbouw. Deze planten hebben een flexibele stengel die tot 60 cm per week kan groeien. Deze flexibele stengel dient voldoende ondersteunt te worden in de verticale en horizontale richting om breuk te voorkomen.
Volgens een uitvoeringsvorm worden stengels van de gewassen tussen het tweede been en het schutbeen van het draagraam gepositioneerd, waarbij het draagbeen de stengels ondersteunt.
De samenwerking van het tweede been, het schutbeen en het draagbeen, biedt het horizontale stengeldeel voldoende ondersteuning om breuk van de stengel te voorkomen. Daarnaast beschermen de benen de stengel ook tegen schade en maken de benen van het draagraam het ook mogelijk om deze stengels op een compacte manier in de buurt van het teeltgootsysteem te verzamelen, en het risico op afvallende vrucht aanzienlijk te verlagen.
Volgens een voorkeursdragende uitvoeringsvorm worden één of meerdere draagramen gebruikt bij het telen van tomatenplanten.
De toenemende lengte van het horizontale stengeldeel van een tomatenplant wordt bij voorkeur op meerdere plaatsen ondersteund om breuk te voorkomen. Naarmate de tomatenplant verder groeit en dus meer ondersteuning vereist, worden meerdere draagramen gebruikt om het horizontale stengeldeel te ondersteunen. Het contactpunt tussen het draagraam en de stengel of het groeiende stengelpakket is minimaal. Hierdoor is de stengel of het groeiende stengelpakket niet afgesloten van de omgeving en is er voldoende verluchting tussen de stengels, waardoor het risico op schimmelvorming aanzienlijk wordt verlaagd met een gezonde, blijvend groeiende, vruchtdragende tomatenplant als resultaat. Verder is de specifieke vorm van het draagraam uitermate geschikt voor het ondersteunen van de flexibele stengels van tomatenplanten en het verhinderen van vruchtval door externe mechanische krachten. Bij voorkeur worden de draagramen volgens huidige uitvinding bij smaaktomaatvariëteiten gebruikt. Deze variëteiten dragen kleinere vruchten en hebben een langere tomatentros. Het aanhechtingsvlak tussen het kleine tomaatje en de tros is veel kleiner en kan in mindere mate grote mechanische krachten weerstaan. Deze smaaktomaatvariëteiten hebben ook meer tomaten per tros dan tomatenvariëteit met grotere vruchten, wat resulteert in een langere tros. De duur om een volledig, oogstrijpe tomatentros te verkrijgen duurt bij dergelijke smaaktomaatvariëteiten lang, waardoor deze tomatentrossen lager zakken, zelfs tot onder het stengelpakket. Dankzij de specifieke vorm van het draagraam worden de tomatentrossen maximaal gevrijwaard van ongewenste externe mechanische krachten, en wordt vruchtval maximaal verhindert. De productieverliezen mede door vruchtval worden dankzij de draagramen beduidend gereduceerd.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
FIGUURBESCHRIJVING Figuur 1 toont een vooraanzicht van het draagraam volgens een voorkeursvorm om de vorm van het draagraam duidelijk weer te geven. Het draagraam (1) is spiegelsymmetrisch en gevormd uit één draad. Het draagraam (1) omvat twee ophangbeugels (2a, 2b), die de bevestiging van het draagraam (1) aan een gootstructuur voorzien. De ophangbeugels (2a, 2b) zijn opgebouwd uit een overeenkomstig eerste been (3a, 3b) en tweede been (4a, 4b) die schuin gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar middels een binnenhoek (y). De eerste benen omvatten (3a, 3b) aan het distale uiteinde overeenkomstige lippen (5a, 5b), die gevormd zijn door het naar binnen plooien van de distale uiteinden, waarbij een open lus van 180° wordt gevormd. Beide lippen vormen ophangelementen die gemakkelijk aan een gootstructuur opgehangen worden, en waarbij de afstand tussen de lippen (8) de breedte tussen de ophangelementen van de gootstructuur omvat. De ophangbeugels zijn middels een scherpe hoek (B) verbonden met overeenkomstige draagbenen (6a, 6b) die zich horizontaal uitstrekken. Deze draagbenen (6a, 6b) liggen parallel ten opzichte van de onderzijde van de gootstructuur en ten opzichte van het grondoppervlak, in de veronderstelling dat het grondoppervlak waterpas ligt. De draagbenen zijn verder middels een hoek (a) verbonden met overeenkomstige schutbenen (7a, 7b), die zich schuin opwaarts uitstrekken. De tweede benen (4a, 4b), de draagbenen (6a, 6b) en de schutbenen (7a, 7b) vormen een in hoofdzaak U-vormige houder geschikt voor het ondersteunen en het in positie houden van horizontaal georiënteerde stengeldelen. Het draagraam (1) omvat verder een verstevigingsbeen (9) die aan beide uiteinden uitmondt in bogen (10a, 10b) die verder verbonden zijn met de schutbenen (7a, 7b). De bogen (10a, 10b) overspannen ongeveer een 180° en verstevigen het draagraam in zijn geheel. Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een voorkeursvorm waarop meerdere draagramen (1) aan een gootstructuur, meer bepaald een teeltgootsysteem (11), zijn opgehangen door middel van de lippen (5a, 5b) die een opstaande rand (11a, 11b) van het teeltgootsysteem (11) omvatten. Ongeveer iedere meter wordt een draagraam (1) aan het teeltgootsysteem (11) bevestigd, zodat de lange stengdelen
+ BE2018/5909 die in de draagramen geleid worden voldoende ondersteund worden en gevrijwaard worden van schade door bijvoorbeeld stengelbreuk. Dankzij de specifieke vorm van het draagraam (1) hangt deze grotendeels volledig of gedeeltelijk onder het teeltgootsysteem, waardoor tussen de verschillende teeltgootsystemen meer vrije plaats is en het risico op schade aan de tomatenplanten en afvallende vruchten aanzienlijk verlaagt. Zodoende is er minder productieverlies en verlopen de werkzaamheden efficiënter.
Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van meerdere draagramen (1) aan een teeltgootsysteem van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, waarbij kale stengeldelen van de tomatenplanten (12a) ondersteund worden door het draagbeen (6b) van de draagramen, onder het teeltgootsysteem. Tomatenplanten (12) groeien van nature naar boven. De wortels van de tomatenplant zijn verankerd in het teeltsubstraat (13) en de groeiende stengeltop van de plant groeit langs een leidraad naar boven. Naarmate de stengeltop verder groeit, worden stelselmatig nieuwe bladeren en bloemtrossen aangemaakt. Die bladeren zullen verder uitgroeien en de bloemtrossen worden bestoven, zodat daaruit tomaten ontwikkelen. Tijdens het uitgroeien van de bladeren en de tomaten zakt hun positie ten opzichte van de stengeltop, die steeds verder naar boven groeit. De leidraad waarlangs de stengeltop naar boven groeit wordt volgens het hogedraadsysteem geleidelijk gelost, waardoor de tomatenplant in hoogte verplaatst wordt, alsook zijdelings verschoven weg van de wortel in de richting van de plantenrijen. Door het in hoogte en zijdelings verplaatsen van de tomatenplant (12) komen de tomatentrossen (12c) en bladeren laag in de kas te hangen tot ze uiteindelijk geoogst worden. Zo ontstaat uiteindelijk een kaal stuk stengel (12a), zonder blad of tomatentrossen (12c) tussen de wortel en het productieve deel van de plant (12b). De kale stengeldelen (12a) komen uiteindelijk horizontaal te hangen door het toepassen van het hogedraadsysteem. Deze kale stengeldelen (12a) worden ondersteund door het draagbenen (6b) van de meerdere draagramen (1) die aan het teeltgootsysteem (11) bevestigd zijn. Door de specifieke vorm van het draagraam is het draagraam (1) onder de teeltgoot gepositioneerd en buigen de flexibele stengeldelen van onder het teeltgootsysteem (11), langs het teeltgootsysteem naar boven, waar zich het productieve deel van de plant (12b) situeert. Als gevolg van de vorm van het draagraam, maken de flexibele stengeldelen een gedwongen kromming en hangen de tomatentrossen (13) los van de stengel, zonder verhinderd te worden van het onderliggende stengelpakket (14) of het draagraam. Hierdoor is het risico op vruchtval aanzienlijk verlaagd en kunnen de tomatentrossen (12b) volledig afrijpen zonder beschadiging.
Claims (17)
1. Een draagraam (1) geschikt voor het ondersteunen van stengels of stengeldelen van planten, het draagraam omvattende twee ophangbeugels (2a, 2b), welke een overeenkomstig eerste been (3a, 3b) en een tweede been (4a, 4b) omvatten, en waarbij de eerste benen aan het distale vrije einde een lip (5a, 5b) omvatten, en waarbij de ophangbeugels verbonden zijn met een corresponderend in hoofdzaak horizontaal draagbeen (6a, 6b), waarbij de draagbenen verder verbonden zijn met een opwaarts uitstrekkend schutbeen (7a, 7b), met het kenmerk, dat een hoek (a) tussen het draagbeen en het schutbeen groter is dan 90°.
2. Draagraam volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoek begrepen is tussen 90° en 170°, bij voorkeur tussen 110° en 160°, meer bij voorkeur tussen 130° en 140°,
3. Draagraam volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een scherpe hoek (B) tussen het tweede been en het in hoofdzaak horizontaal draagbeen kleiner is dan 90°.
4. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het draagraam spiegelsymmetrisch is t.o.v. de lengterichting van het eerste been.
5. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, een binnenhoek (y) tussen het eerste been en het tweede been groter is dan 90°.
6. Draagraam volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de binnenhoek begrepen is tussen 110° en 160°, meer bij voorkeur tussen 120° en 150°.
7. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de hoek en de binnenhoek eenzelfde hoekgrootte hebben.
8. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de lip gevormd wordt door het buigen van het vrije einde van het eerste been en waarbij een afstand (8) tussen de lippen begrepen is tussen 90 en 350 mm, meer bij voorkeur begrepen tussen 180 en 240 mm.
9. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de ophangbeugels verbonden zijn met elkaar middels een verstevigingsbeen (9) dat zich uitstrekt in een richting loodrecht op de ophangbeugels.
10.Draagraam volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het verstevigingsbeen gevormd wordt door het plooien van het verstevigingsbeenin parallel met de draagbenen en de schutbenen, en waarbij het verstevigingsbeen met de schutbenen verbonden is door een boog (10a, 10b).
11. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de ophangbeugels, de eerste benen, de tweede benen, de draagbenen, de schutbenen en het verstevigingsbeen in één vlak gepositioneerd zijn.
12. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het draagraam vervaardigd is uit een metaaldraad gekozen uit de groep van staal, rvs of aluminium.
13. Draagraam volgens één der voorgaande conclusies 1-13, met het kenmerk, dat het draagraam verkregen is middels het plooien van het genoemde metaaldraad.
14. Gebruik van één of meerdere draagramen volgens één der voorgaande conclusies 1-13 bij het teelten van gewassen, bij voorkeur tomatenplanten (12).
15. Gebruik volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat één of meerdere draagramen aan een teeltsysteem worden voorzien, waarbij het teeltsysteem geschikt is voor gewassen die geteeld worden volgens een hogedraadteelt methode.
16. Gebruik volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat stengels van de gewassen tussen het tweede been en het schutbeen van het draagraam gepositioneerd worden, waarbij het draagbeen de stengels ondersteunt.
17. Gebruik volgens één der voorgaande conclusies 14-16, met het kenmerk, dat één of meerdere draagramen gebruikt worden bij het telen van tomatenplanten.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20185909A BE1026890B1 (nl) | 2018-12-19 | 2018-12-19 | Een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20185909A BE1026890B1 (nl) | 2018-12-19 | 2018-12-19 | Een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1026890A1 BE1026890A1 (nl) | 2020-07-14 |
BE1026890B1 true BE1026890B1 (nl) | 2020-07-22 |
Family
ID=65041502
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20185909A BE1026890B1 (nl) | 2018-12-19 | 2018-12-19 | Een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1026890B1 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1276944A (en) * | 1970-03-26 | 1972-06-07 | Geoffrey Leeming | Improvements in or relating to the supporting and training of plants |
JP2001016993A (ja) * | 1999-07-08 | 2001-01-23 | Iseki & Co Ltd | 栽培植物の茎部支持装置 |
NL1031693C2 (nl) * | 2006-04-26 | 2006-12-19 | Pb Techniek B V | Gewasondersteuningsinrichting voor gewassen. |
JP2010246415A (ja) * | 2009-04-10 | 2010-11-04 | Ryo Onoe | 植物栽培用吊りフックおよび植物栽培方法 |
-
2018
- 2018-12-19 BE BE20185909A patent/BE1026890B1/nl active IP Right Grant
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1276944A (en) * | 1970-03-26 | 1972-06-07 | Geoffrey Leeming | Improvements in or relating to the supporting and training of plants |
JP2001016993A (ja) * | 1999-07-08 | 2001-01-23 | Iseki & Co Ltd | 栽培植物の茎部支持装置 |
NL1031693C2 (nl) * | 2006-04-26 | 2006-12-19 | Pb Techniek B V | Gewasondersteuningsinrichting voor gewassen. |
JP2010246415A (ja) * | 2009-04-10 | 2010-11-04 | Ryo Onoe | 植物栽培用吊りフックおよび植物栽培方法 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1026890A1 (nl) | 2020-07-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP1123649A1 (en) | Method and device for harvesting agricultural products, in particular fruit | |
Burdon et al. | ‘Hort16A’kiwifruit: progress and issues with commercialisation | |
BR112020021808A2 (pt) | método para a produção de árvores frutíferas, e, árvore frutífera. | |
KR20180006217A (ko) | 양팔의 간격조절이 용이한 농작물지지대 | |
BE1026890B1 (nl) | Een draagraam geschikt voor het ondersteunen van stengels | |
EP1166621B1 (en) | Method, device and warehouse for cultivating crop plants and grafts thereof | |
WO2009019620A1 (en) | Fruit separation assembly | |
US4779375A (en) | Apparatus and method for training a plant to grow upright using a plant training stake | |
CN107996308A (zh) | 番茄种植方法 | |
CN108029464A (zh) | 番茄种植方法 | |
KR100749013B1 (ko) | 농작물 지주대 | |
JP4931966B2 (ja) | 果菜茎等支持具 | |
US20010037599A1 (en) | Assembly for hanging potted plants | |
WO2009019621A1 (en) | Fruit separation assembly | |
US20240206412A1 (en) | Support assembly and method for growing plants therein | |
NL2031568B1 (nl) | Teeltsysteem en werkwijze voor het produceren van gewassen | |
EP1695613A1 (en) | System and method for adjusting spacing of growing plants | |
NL1017406C2 (nl) | Ophangorgaan voor een gewas alsmede een werkwijze voor het telen daarvan. | |
EP2583546A1 (en) | Method and assembly for growing a hedge section displaceable as one whole, a displaceable hedge section and hedge | |
CN219961522U (zh) | 一种猕猴桃拱形栽培架 | |
WO2018011797A1 (en) | Arched stem support | |
CN220831003U (zh) | 一种西甜瓜的简易悬吊装置 | |
SU1586608A1 (ru) | Способ ведени виноградного куста в услови х механизированной уборки | |
JP2711992B2 (ja) | メロン栽培方法 | |
NL1025889C2 (nl) | Werkwijze voor het telen van planten. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20200722 |