NL9001022A - Bandlaadinrichting. - Google Patents

Bandlaadinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9001022A
NL9001022A NL9001022A NL9001022A NL9001022A NL 9001022 A NL9001022 A NL 9001022A NL 9001022 A NL9001022 A NL 9001022A NL 9001022 A NL9001022 A NL 9001022A NL 9001022 A NL9001022 A NL 9001022A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arm
guide
loading device
spring
tape
Prior art date
Application number
NL9001022A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mitsubishi Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitsubishi Electric Corp filed Critical Mitsubishi Electric Corp
Publication of NL9001022A publication Critical patent/NL9001022A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/66Threading; Loading; Automatic self-loading
    • G11B15/665Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/66Threading; Loading; Automatic self-loading
    • G11B15/665Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container
    • G11B15/6653Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container to pull the record carrier against drum
    • G11B15/6656Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container to pull the record carrier against drum using two-sided extraction, i.e. "M-type"

Landscapes

  • Registering, Tensioning, Guiding Webs, And Rollers Therefor (AREA)
  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Description

Titel: Bandlaadinrichting
De onderhavige uitvinding heeft; betrekking op een bandlaadinrichting door welke een magnetische band wordt voortbewogen terwijl deze in aanraking is met een roteerbare koptrommel van een registreerinrichting voor een digitale audioband (DAT).
Figuur 6 is een bovenaanzicht van een mechanisme van een bekende registreerinrichting voor digitale audioband zoals beschreven in de Japanse octrooipublikatie 63-211152, en figuur 7 is een uitvergroot aanzicht van een essentieel onderdeel van het mechanisme van figuur 6.
Een bandcassette 3 wordt vastgehouden door een geschikte houdinrichting die wordt gedragen door een chassis 1. Een magnetische band 4 van een voorraadspoel 24 is opgespoeld door een opneemspoel 23. In het chassis 1 is een paar geleide-sleuven 5 en 6 gevormd waarin een paar geleideposten 7 en 8 schuifbaar zijn gedragen. Aan het chassis 1 zijn geleide-stoppers 9 en 10 bevestigd om de geleideposten 7 en 8 te ontvangen wanneer het laden van de magnetische band 4 is voltooid. Een kaapstandermotor 11 drijft een kaapstanderas 12 tot in rotatie door een ring 27 en een vliegwiel 12a.
Een klemrolarm 13 is draaibaar gedragen door een draagpen 14 die in een rechtopstaande positie is bevestigd aan het chassis 1. Een klemrol 15 is roteerbaar bevestigd aan het eindgedeelte van de arm 13. Een spiraalveer 29 wordt aan elk uiteinde daarvan vastgehouden op haken 13a en 13b op een samengedrukte manier, zoals getoond in figuur 7. Een span-ningsveer 30 dwingt de klemrolarm 13 zodanig dat de klemrolarm 13 de neiging heeft om tegen de wijzers van de klok te draaien. Een klemhefboom 31 is draaibaar gedragen door het chassis 1 door middel van een draagpen 32. Een noktandwiel 33 is aan zijn buitenomtrek voorzien van een (niet weergegeven) tandwielgedeelte, en voorts van een eerste nokgroef 35 op zijn voorvlak aan een tweede nokgroef 65 op zijn achtervlak. Het noktandwiel 33 is draaibaar gedragen door een draagpen 34 die is bevestigd aan de onderzijde van, het chassis 1.
Figuur 8 is een perspektiefaanzicht van de klemhefboom 31 en het noktandwiel 33. In de figuur strekt een aangrijppen 36 zich uit door de klemhefboom 31 bij het eindgedeelte daarvan en is daaraan bevestigd. Een ondereind 36a van de pen 36 is in aangrijping met de eerste nokgroef 35 om daarin in een draai-beweging te worden geleid. Wanneer de klemhefboom 31 door de nokgroef 35 tegen de wijzers van de klok wordt geleid in een draaibeweging, grijpt een boveneinde 36b van de pen 36 één van de benen 29a van de spiraalveer 29 zodat de veer 29 verder wordt samengedrukt.
Tandwielen 37 en 38 zijn door middel van respektievelijk draagpennen 39 en 40 roteerbaar gemonteerd aan de onderzijde van het chassis 1. Aan de tandwielen 37 en 38 zijn respektie-velijk armen 41 en 42 stevig bevestigd.. De arm 41 is door een koppeling 43 gekoppeld met de geleidepost 7 zodat de rotatie van het tandwiel 37 de geleidepost 7 in de geleidesleuf 5 doet schuiven, terwijl de arm 42 door een koppeling 44 is gekoppeld met de geleidepost 8 zodat de rotatie van het tandwiel 38 de geleidepost 8 in de geleidesleuf 6 doet schuiven. Een schuifplaat 45 is losjes gedragen door aan de onderzijde van het chassis 1 bevestigde draagpennen 46, 39 en 40 zodat de schuifplaat heen en weer kan schuiven in de richting van de pijlen A en B. De schuifplaat 45 is voorzien van eerste en tweede tand-staven 47 en 48, die beide door spanningsveren 49 en 50 tegen stoppers 51 en 52 worden gedwongen zodat zij schuifbaar zijn ten opzichte van de schuifplaat. De tandstaven 47 en 48 zijn in ineengrijpende aangrijping met respektievelijk de tandwielen 37 en 38.
Een roteerbaar orgaan 35 is roteerbaar gedragen door de draagpen 39 waaromheen het tandwiel 37 roteert. Het roteerbare orgaan 53 wordt volgens de wijzers van de klok tegen een stopper 41a gedwongen door een spanningsveer 54 die gemonteerd is tussen de arm 41 en het eindgedeelte van het roteerbare.orgaan 53. Een aan het chassis 1 bevestigde steun 55 draagt roteer baar een tussentandwiel 56 dat door een gat la in het chassis 1 reikt, zoals in figuur 9 getoond, zodat de onderkant van het tandwiel 56 in ineengrijpende aangrijping is met het roteerbare orgaan 53 en de bovenkant van het tandwiel 56 in ineengri jpende aangrijping is met een vertand gedeelte op de band-geleide-arm 58.
In de figuren 6 en 7 is de bandgeleide-arm 58 draaibaar aan het chassis 1 gemonteerd door middel van een aan het chassis 1 bevestigde draagpen 57. De arm 58 is voorzien van een bandgeleiderol 17 die roteerbaar wordt gedragen aan een eind-gedeelte van de arm 58.
Onder verwijzing naar figuur 7 roteert de bandgeleide-arm 58 volgens de wijzers van de klok tot een aanslag 58b in aanraking komt met een aan het chassis 1 bevestigde stopper 60 zodat de bandgeleiderol 17 wordt gestopt bij een vooraf bepaalde positie. Een aangedreven arm 61 is aan één uiteinde daarvan door middel van een draagpen 62 draaibaar aan het chassis 1 gemonteerd, en is bij een gedeelte nabij het uiteinde daarvan voorzien van een aangrijppen 64 die in aangrijping is met de tweede nokgroef 65 op het noktandwiel 33 om in rotatie te worden geleid wanneer het noktandwiel 33 geroteerd wordt. De aangedreven arm 61 heeft een overdrachtpen 63 die in aangrijping is met een in een eindgedeelte van de schuifplaat 45 gevormd langwerpig gat 45c om daardoor de schuifplaat 45 in de richtingen A en B te doen bewegen wanneer de arm 61 draait.
Thans zal de werking worden beschreven van de bovenbeschreven bekende registreerinrichting voor digitale audio-band.
Wanneer de magnetische band 4 zich in de niet-geladen toestand bevindt zoals in figuur 6 getoond, zijn al de gelei-deposten 7a en 8, de klemrol 15, en de bandgeleiderol 17 binnen de cassette 3 gepositioneerd. De aangrijppen 64 van de overdrachtarm 61 bevindt zich bij een gedeelte van de tweede nokgroef 65 met een grote straal, en daarom bevindt de schuifplaat 45 zich bij het uiterste uiteinde van zijn slag in de richting B. Aldus bevindt de in aangrijpende relatie met het tussentandwiel 56 verkerende bandgeleide-arm 58 zich in de positie die het meest tegen de wijzers van de klok in is.
Omdat de klemrolarm 13 door de spanningsveer 30 wordt gedwongen tegen de wijzers van de klok in te draaien, bevindt de klemrolarm 13 zich in een aanliggende relatie bij een aanslag 13c daarvan met de bandgeleide-arm 58 om de bandgeleide-arm 58 te allen tijde tegen de wijzers van de klok in te dwingen, waardoor de speling die anders tussen het tussentandwiel 56 en de arm 58 zou optreden, wordt geëlimineerd.
Wanneer een laadmotor 66 in figuur 6 werkzaam is om het noktandwiel 33 tegen de wijzers van de klok te roteren, wordt de aangrijppen 64 langs de tweede nokgroef 65 geleid, hetgeen tot gevolg heeft dat de overdrachtarm 61 volgens de wijzers van de klok draait. Dit doet de schuifplaat 45 in de richting A schuiven. Omdat zij tegen de stoppers 51 en 52 wordt gedwongen, worden de tandstaven 47 en 48 samen met de schuifplaat 45 in de richting A bewogen, hetgeen tot gevolg heeft dat het tandwiel 37 volgens de wijzers van de klok roteert er. dat het tandwiel 38 tegen de wijzers van.de klok roteert. De rotatie volgens de wijzers van de klok van het tandwiel 37 doet de geleidepost 7 langs de geleidegroef 5 in een richting C verplaatsen, zoals in figuur 7 getoond, terwijl de rotatie tegen de wijzers van de klok van het tandwiel 38 de geleidepost 8 langs de geleidegroef 6 in de richting C doet verplaatsen. Het roteerbare orgaan 53, dat door de spanningsveer 54 tegen de aanslag 41a op de arm 41 wordt gedwongen, wordt samen met de arm 41 volgens de wijzers van de klok geroteerd om de bandgeleide-arm 13 door het tussentandwiel 56 in een rotatie volgens de wijzers van de klok aan te drijven. Op dat moment wordt de klemrolarm 13 door de spanningsveer 30 gedwongen, zodat de dwingkracht wordt overgedragen van de aanslag 13c door de ineengrijpende aangrijping tussen het tandwiel 56 en het . getande gedeelte 58a naar het roteerbare orgaan 53. De op het roteerbare orgaan 53 inwerkende voorspankracht van de spanningsveer 54 is echter groot genoeg voor de rotatie van het roteerbare orgaan 53 om de dwingende kracht door de spannings-veer 30 te overwinnen. Aldus wordt de klemrolarm 13 teruggedrukt door de bandgeleide-arm 58 die gedwongen wordt volgens de wijzers van de klok te draaien.
Op deze manier is de laadmotor 66 verder werkzaam, zodat de magnetische band 4 uit de cassette 3 wordt getrokken door de geleideposten 7 en 8,'de klemrol 15, en de bandgeleiderol 17 naar de bandlaadpositie tot de aanslag 58a van de bandgeleide-arm 58 de stopper 60 raakt. Wanneer de bandgeleide-arm 58 de stopper 60 raakt, zijn de geleideposten 7 en 8 nog niet in een rakende relatie met de geleidestoppers 9 en 10, en de schuifplaat 45 beweegt nog een beetje verder in de richting A.
Wanneer de bandgeleide-arm 58 de stopper 60 raakt, dwingt de veer 49 nog steeds de tweede tandstaaf 47 stevig tegen de zijplaat 45 waardoor het mogelijk is dat de tweede tandstaaf 47 het tandwiel 37 in een verdere rotatie aandrijft, maar de veer 54 strekt zich nu verder tengevolge van de daarop door de arm 58 via het tandwiel 56 uitgeoefende weerstandskracht, welke weerstandskracht tot gevolg heeft dat het roteerbare orgaan 53 de rotatie daarvan stopt. De geleideposten 7 en 8 worden verder in de richting C bewogen om uiteindelijk de stoppers 9 en 10 in te drukken, terwijl de bandgeleide-arm 58 de draaibeweging daarvan stopt bij een vooraf bepaalde hoek-positie, een eerste laadtoestand waarbij de klemrol 15 nog niet in een rakende relatie is met de kaapstanderas 12 zoals in figuur 10 getoond.
In de eerste laadtoestand heeft alleen de rotatie van de opneemhaspel 23 tot gevolg dat de magnetische band 4 loopt waardoor een met hoge snelheid zoeken naar het begin van een gewenste melodie mogelijk is aangezien de band 4 met de roteerbare koptrommel 2 bij een vooraf bepaalde hoek in een daaromheen gewikkelde relatie is.
Een verdere rotatie van de laadmotor 66 volgens de wijzers van de klok maakt het mogelijk, dat de aangrijppen 64 verder wordt geleid langs de tweede nokgroef 65 die nu een concentrische baan is met een kleine straal en met een centrum bij de pen 34. Dit heeft tot gevolg dat de overdrachtarm 61 de draaiende beweging daarvan stopt hetgeen op zijn beurt de schuifplaat 45 tot stoppen brengt. Tegelijkertijd wordt het benedenuiteinde 36 van de pen 36a, die in aangrijpende relatie is met dè eerste nokgroef 35, langs de groef 35 geleid van een concentrische baan met een grote straal naar een spiraalbaan, met als gevolg dat de klemhefboom 31 tegen de wijzers van de klok draait. De draaibeweging van de hefboom 31 laat toe, dat het bovenuiteinde 36b van de aangrijppen het been 29a van de spiraalveer 29 raakt zodat de veer 29 verder wordt samengedrukt . Aldus wordt de klemrolarm 13 nu door de sterke dwingende kracht van de veer 29 gedwongen om volgens de wijzers van de klok te draaien en de kracht van de spanningsveer 30 te overwinnen die de neiging heeft om de klemrol 13 tegen de wijzers van de klok te laten draaien.
De rotatie volgens de wijzers van de klok van de klemrolarm 13 en de spiraalveer 29 als een eenheid maakt het mogelijk dat de klemrol 15 de kaapstanderas 12 raakt met dè magnetische band 4 daartussen. Een verdere draaibeweging van de aangrijp-hefboom 31 volgens de wijzers van de klok heeft een verdere samendrukking van de spiraalveer 29 tot gevolg,waardoor een kléine speling wordt geproduceerd tussen het been 29a en de haken 13b waardoor het mogelijk wordt dat de. klemrol 15 de magnetische band 4 tegen de kaapstanderas 12 drukt. Het apparaat bevindt zich nu in een tweede laadtoestarid, waarbij de kaapstander door de kaapstandermotor 11 in rotatie wordt aangedreven om daardoor de magnetische band 4 te laten lopen voor registratie- en weergeefbewerkingen door de roteerbare kop-trommel 2.
Een doel van de uitvinding is een bandlaadinrichting te verschaffen waarbij het bandlaadmechanisme is vereenvoudigd om het aantal onderdelen te verminderen.
Een bandlaadinrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat een nöktandwiel en eerste en tweede armen die draaibaar aan een chassis zijn bevestigd. De tweede arm heeft een gelei-depen, en is in aangrijping met de.eerste arm door een tussen de twee armen gemonteerde dwingende veer. Het eerste armorgaan is aan een eindgedeelte daarvan voorzien van een geleidepen die in aangrijping is met een nokgroef van het noktandwiel en langs de nokgroef wordt geleid van een eerste uiteinde^ naar een tweede uiteinde van de groef wanneer de nok wordt geroteerd. Voordat de geleidepen het tweede uiteinde van de nokgroef bereikt, raakt de klemrol een kaapstander en wordt dan tegen de kaapstander gedrukt door een dwingkracht van de veer wanneer de geleidepen het tweede uiteinde van de nokgroef bereikt .
De uitvinding zal nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuur 1 een bovenaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een bandlaadinrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede is van een essentieel deel van de inrichting van figuur 1; figuur 3 een bovenaanzicht is van de bandlaadinrichting van figuur 1, wanneer deze zich in een eerste laadtoestand bevindt; figuur 4 een bovenaanzicht is van de bandlaadinrichting van figuur 1, wanneer deze zich in een tweede laadtoestand bevindt; figuur 5 een algeheel bovenaanzicht is van de in figuur 1 getoonde bandlaadinrichting; figuur 6 een bovenaanzicht is dat een bandlaadinrichting toont, in het bijzonder, van een bekende bandregistreer-inrichting voor digitale audio; figuur 7 een uitvergroot aanzicht is van een essentieel deel van figuur 6; figuur 8 een perspektiefaanzicht is van een noktandwiel van figuur 6; figuur 9 een uitvergroot perspektiefaanzicht is van een essentieel deel van figuur 6; figuur 10 een bovenaanzicht is dat de bandlaadinrichting van figuur 6 toont wanneer deze zich in de eerste laadtoestand bevindt; en figuur 11 een bovenaanzicht is dat de bandlaadinrichting van figuur 6 toont wanneer deze zich in de tweede laadtoestand bevindt.
De onderhavige uitvinding zal thans worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 1-5. Elementen die vergelijkbaar zijn met die in de figuren 6-11 zijn aangeduid met vergelijkbare verwijzingscijfers, en een gedetailleerde beschrijving daarvan is achterwege gelaten. Een onderste klem-armplaat 71 als een eerste klemarmplaat is draaibaar gedragen samen met een bovenste klemarmplaat 70 als een tweede arm-plaat, door het chassis via een klemarmas 76. De tweede klemarmplaat 70 is in aangrijping met de eerste klemarm 71 door middel van een drukveer 72. De onderste klemarm 71 is voorzien van een daaraan bevestigde geleidepen 77 die in aangrijping is met een op het oppervlak van het noktandwiel 78 gevormde nokgroef 79, De bovenste klemarm 70 is voorzien van een klemrol 74 die roteerbaar daarop is gedragen door middel van een klem-rolas 73.
Thans zal de werking van een registreerinrichting voor digitale audioband van de bovenstaande constructie/· in detail worden beschreven.
Wanneer de inrichting zich in de ontlaadtoestand bevindt waarbij de cassette 3 slechts is behuisd in het chassis 1, bevinden de. geleideposten 7 en 8, de klemrol 74, en een band-geleiderol 75 zich alle in de inwendige ruimte van de cassette 3. Zoals in figuur 5 getoond, bevindt de aangrijppen 64 van de overdrachtarm 61 zich bij een positie met een grote straal van de tweede nokgroef 65 en de schuifplaat 45 bevindt zich bij het extreme uiteinde van de slag in de richting B. De geleidepen 77 bevindt zich in een in figuur 1 getoond gebied E; daarom is de onderste klemarmplaat 71 onder een hoek gepositioneerd bij het tegen-de-klok uiteinde van de nokgroef 79.
Wanneer de laadmotor 66 wordt bediend om te veroorzaken dat het noktandwiel 78 volgens de wijzers van de klok roteert, wordt de aangrijppen 64 geleid langs de tweede nokgroef 65, hetgeen tot gevolg heeft, dat de overdrachtarm 61 volgens de wijzers van de klok draait en daardoor de schuifplaat 45 in de richting A beweegt. De tandstaven 47 en 48 op de schuifplaat 45, die door de spanningsveren 49 en 50 respektievelijk tegen de stoppers 51 en 52 worden gedwongen, worden ook in de richting A bewogen om te veroorzaken dat het tandwiel 37 volgens de wijzers van de klok roteert en het tandwiel 38 tegen de wijzers van de klok. Als resultaat wordt de geleidepost 7 door de arm 41 en de koppeling 43 aangedreven om langs de geleide-groef 5 in de richting C te bewegen, en de geleidepost 8 wordt door de arm 42 en de koppeling 44 aangedreven om langs de geleidegroef 6 te bewegen. Wanneer het noktandwiel 78 volgens de wijzers van de klok roteert, wordt de aan de onderste klem-armplaat 71 bevestigde geleidepen 77 langs de nokgroef 79 geleid van een gebied E via een gebied F naar een gebied G (zie figuur 1), hetgeen tot gevolg heeft dat de onderste klem-armplaat 71 tegen de wijzers van de klok draait. Aangezien de onderste klemarmplaat 71 door middel van de drukveer 72 is verbonden met de bovenste klemarmplaat 70, beweegt de bovenste klemarmplaat 70 ook samen met de onderste klemarm. Aldus wordt de magnetische band 4 naar buiten getrokken naar de magnetische koptrommel 2 met de hulp van de geleideposten 7 en 8, de klemrol 74, en de bandgeleiderol 75.
Wanneer de geleideposten 7 en 8 respektievelijk de gelei-destoppers 9 en 10 raken, heeft de geleidepen 77 een positie ingenomen in een gebied G (zie figuur 3), en daarom zijn de bovenste en onderste klemarmplaten 70 en 71 gepositioneerd zoals in figuur 3 getoond. Dit is de eerste laadtoestangj. waarbij de klemrol 74 nog niet in rakende relatie is geweest met de kaapstanderas 12 en daarom wordt de magnetische band 4 alleen door de opneemhaspel 23 voortbewogen. In de eerste laad-toestand is de magnetische band 4 om de roterende koptrommel 2 gewikkeld bij de vooraf bepaalde hoek die het met hoge snel heid zoeken naar het begin van een gewenste melodie mogelijk maakt.
Een verdere bediening van de laadmotor 66 veroorzaakt de verdere rotatie van het noktandwiel 78 volgens de wijzers van de klok, gedurende welke de aangrijppen 64 langs een cirkelvormige baan met een kleine straal van de tweede nokgroef 65 in een gebied H wordt geleid. Dit heeft tot gevolg dat de overdrachtarm 61 de draaiende beweging daarvan volgens de wijzers van de klok stopt, hetgeen op zijn beurt de schuif-plaat 45 tot stilstand brengt. Aangezien de geleideposten 7 en 8 in rakende relatie zijn geweest, is geen verdere beweging daarvan toegestaan; daarom worden door de tandwielen 37 en 38 sterke weerstandskrachten uitgeoefend op de tandstaven 49 en 48. Als dergelijke krachten op de tandwielen worden uitgeoefend, schuiven de tandstaven 49 en 48 ten opzichte van de schuifplaat 45 met de hulp van de spanningsveer 47 en 50 om een onnodig overmatige ingrijpkracht tussen de tandwielen en de tandstaven te voorkomen. De geleidepen 77 beweegt dan van het gebied H naar het gebied I (zie figuur 4) wanneer het noktandwiel 78 weer verder volgens de wijzers van de klok roteert, gedurende welke de bandgeleiderol 75 in rakende relatie is met de magnetische band 4, en de geleidepen 77 laat de onderste klemarm 71 verder draaien volgens de wijzers van de klok. Daarom raakt de klemrol 74 de kaapstanderas 12, en wordt vervolgens tegen de kaapstanderas 12 gedwongen met de hulp van de dwingkracht van de drukveer 72 die is gestrekt door de f draaibeweging volgens de wijzers van de klok van de onderste klemarm 71. De bandlaadinrichting bevindt zich nu in de tweede laadtoestand waar de kaapstanderas 12 door de kaapstandermotor 11 in rotatie wordt aangedreven om de magnetische band 4 voort te bewegen voor een registreer- en/of weergeefhandeling van de roteerbare trommel 2.
Wanneer het noktandwiel 78 tegen de wijzers van de klok wordt aangedreven, draaien de eerste en tweede klemarmplaten tegen de wijzers van de klok met als gevolg dat de geleideposten 7 en 8 naar de "rust"-positie daarvan terugkeren, ter wijl wordt veroorzaakt dat de aangedreven arm 61 tegen de wijzers van de klok draait en de schuifplaat in de richting A duwt. Op deze manier keert de bovengenoemde bandlaadinrichting terug naar de ontlaadtoestand daarvan.

Claims (5)

1. Bandlaadinrichting, omvattende: een roteerbaar gedragen nokwiel dat op een oppervlak daarvan is voorzien van een nokgroef die een eerste en een tweede uiteinde heeft; een eerste draaibaar gedragen armorgaan, dat aan één eindgedeelte daarvan is voorzien van een geleidepen die in de genoemde nokgroef grijpt, en die langs de nokgroef wordt geleid van het eerste naar het tweede uiteinde wanneer het nokwiel wordt geroteerd; '. een tweede draaibaar gedragen armorgaan dat aan een distaai uiteinde daarvan een klemrol heeft om een.magnetische band tegen een kaapstander te drukken; een tussen de eerste en tweede armorganen opgestelde veer; waarbij de genoemde klemrol de kaapstander raakt voordat de geleidepen het genoemde tweede uiteinde bereikt en dan tegen de kaapstander wordt gedrukt door een dwingende kracht van de veer wanneer de geleidepen het tweede uiteinde bereikt.
2. Bandlaadinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de veer een spanningsveer is die de eerste en tweede armorganen naar elkaar toe trekt.
3. Bandlaadinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de veer een compressieveer is die de eerste en tweede armorganen van elkaar wegdrukt.
4. Bandlaadinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eerste en tweede armorganen draaibaar zijn gedragen door één draagpen.
5. Bandlaadinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het tweede armorgaan daarop is voorzien van een band-geleiderol.
NL9001022A 1989-04-28 1990-04-27 Bandlaadinrichting. NL9001022A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP10768689 1989-04-28
JP1107686A JPH02287960A (ja) 1989-04-28 1989-04-28 テープローディング装置

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001022A true NL9001022A (nl) 1990-11-16

Family

ID=14465399

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001022A NL9001022A (nl) 1989-04-28 1990-04-27 Bandlaadinrichting.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US5128814A (nl)
JP (1) JPH02287960A (nl)
KR (1) KR940000647B1 (nl)
DE (1) DE4013396A1 (nl)
NL (1) NL9001022A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE69231231T2 (de) * 1991-04-17 2001-02-22 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Gerät zur magnetischen Aufnahme/Wiedergabe
KR950006299B1 (ko) * 1992-12-02 1995-06-13 주식회사 엘지전자 브이씨알의 브레이크장치
KR0138357B1 (ko) * 1993-02-26 1998-05-15 김광호 테이프 레코더의 리뷰아암 압착장치
US5430585A (en) * 1993-05-21 1995-07-04 Sanyo Electric Co., Ltd. Magnetic recording-reproduction apparatus having a tape tension control slide movable in a circular motion
KR970003700Y1 (ko) * 1994-03-18 1997-04-23 Lg전자 주식회사 카세트 테이프 인출장치
US5597130A (en) * 1995-06-21 1997-01-28 Industrial Technology Research Institute Tape winding linkage of drum type magnetic recording and reproducing apparatus
JP3612502B2 (ja) * 2001-07-17 2005-01-19 Necパーソナルプロダクツ株式会社 磁気テープ装置

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5823348A (ja) * 1981-08-05 1983-02-12 Sanyo Electric Co Ltd ビデオテ−プレコ−ダのモ−ド設定機構
JPS6352147A (ja) * 1986-08-22 1988-03-05 Minolta Camera Co Ltd 感光体
US4907110A (en) * 1987-01-19 1990-03-06 Canon Kabushiki Kaisha Tape loading device for recording and/or reproducing apparatus
JPH0664802B2 (ja) * 1987-02-26 1994-08-22 三菱電機株式会社 テ−プロ−デイング機構
JPS63285751A (ja) * 1987-05-19 1988-11-22 Matsushita Electric Ind Co Ltd ピンチロ−ラ移動装置
US4985789A (en) * 1987-10-02 1991-01-15 Sanyo Electric Co., Ltd. Signal recording-reproducing apparatus for use with cassette
JPH01140456A (ja) * 1987-11-27 1989-06-01 Nakamichi Corp 磁気記録再生装置

Also Published As

Publication number Publication date
KR940000647B1 (en) 1994-01-26
KR900016997A (ko) 1990-11-15
US5128814A (en) 1992-07-07
DE4013396A1 (de) 1990-10-31
JPH02287960A (ja) 1990-11-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4837645A (en) Drive mechanism for cassette-enclosed magnetic tape
US4975793A (en) Tape loading mechanism for causing a length of tape to travel along a rotary head drum
EP0028928B1 (en) A magnetic tape recording and/or reproducing apparatus
NL8003289A (nl) Magneetbandlaadinrichting.
NL9001022A (nl) Bandlaadinrichting.
NL192280C (nl) Bandlaadinrichting.
JPH0413780Y2 (nl)
JPH0535461Y2 (nl)
US3563493A (en) End of tape sensing apparatus
US3984870A (en) Magnetic video recording and reproducing apparatus having a tape threading mechanism
JP2607634B2 (ja) 磁気記録再生装置
JPS6158900B2 (nl)
US4162756A (en) Automatic stop mechanism
JPH08339595A (ja) テープローディング機構及び記録又は再生装置
JPS61296557A (ja) カセツト式記録再生装置
JPS6260160A (ja) カセツト式記録再生装置
JPH073476Y2 (ja) ピンチローラ圧接機構
JPS61145749A (ja) テープレコーダにおけるテープ終端検出及び走行方向反転装置
US5513052A (en) Brake mechanism for tape player
JPS63211152A (ja) テ−プロ−デイング機構
JP2512930B2 (ja) テ−プ駆動装置
US3643963A (en) Signal recording and/or playback apparatus
JPH0329782Y2 (nl)
JPH0450589Y2 (nl)
JPH0648595Y2 (ja) テープ案内体位置決め装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed