NL9000725A - Inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoervoorraad. - Google Patents

Description

Inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoer-voorraad

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoervoorraad, voorzien van een snijbord, dat aan het ondereinde een snijorgaan draagt en aan het boveneinde is verbonden met tenminste een zwenkarm voor het op en neer bewegen van het snijbord, welke zwenkarm aan het tegenover het snijbord gelegen uiteinde draaibaar is ondersteund in een gestel met een laadbak voor het opnemen van het uitgesneden kuilvoer, welke laadbak is voorzien van een bodem, twee tegenover elkaar liggende zijwanden, een eindwand en een open invoer-zijde.

Gewoonlijk is bij de bekende inrichting van deze soort het snijbord draaibaar verbonden met de zwenkarm en door middel van een hydraulisch cilinder-zuigersamenstel ten opzichte van de zwenkarm verdraaibaar, teneinde het snijbord in een gewenste stand te brengen voor het uitsnijden van een stuk kuilvoer. Voor het uitsnijden van kuilvoer wordt de inrichting met de open invoerzijde van de laadbak ongeveer tegen de wand van de kuilvoervoorraad gezet en vanuit deze vaste positie worden opeenvolgende plakken kuilvoer uitgesneden. Hierdoor heeft deze bekende inrichting het bezwaar, dat de stand van het snijorgaan ten opzichte van de snij-cirkel steeds ongunstiger wordt en de snijwerking steeds slechter wordt.

De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit bezwaar op eenvoudige wijze is ondervangen.

Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat tenminste een op de invoerzijde aansluitend deel van tenminste een zijwand althans aan de aan de bodem grenzende zijde in de richting van de eindwand beweegbaar is.

Op deze wijze wordt bereikt, dat de inrichting na het uitsnijden van één of enkele plakken kuilvoer verder in de richting van de kuilvoervoorraad kan worden verschoven, doordat het beweegbare deel van de zijwand naar de eindwand toe beweegt. Hierdoor kan voor het uitsnijden van de opeen- volgende plakken kuilvoer telkens een gunstige stand van het snijorgaan ten opzichte van de snijcirkel worden gehandhaafd. Bovendien wordt hierdoor bereikt, dat de bodem voor een deel onder het kuilvoer schuift, zodat de tijdens het snijden optredende reactiekrachten de inrichting niet kunnen optillen.

Bij voorkeur is volgens de uitvinding de (elke) zijwand voorzien van een op de eindwand aansluitend vast zijwanddeel en tenminste een beweegbaar zijwanddeel, dat zich tussen de invoerzijde en het vaste zijwanddeel bevindt.

Indien zich in één of beide zijwanden nabij de eindwand een afvoeropening met doseerwals bevindt, bestaat bij voorkeur het beweegbare zijwanddeel uit twee of meer tevens ten opzichte van elkaar beweegbare delen.

Een eenvoudige constructie wordt verkregen, indien het (elk) beweegbare zijwanddeel aan boven- en/of onderzijde met geleidingsmiddelen verschuifbaar is ten opzichte van het vaste zijwanddeel resp. een aangrenzend beweegbaar zijwanddeel.

Als alternatief is het volgens een gunstige uitvoeringsvorm mogelijk, dat het (elk) beweegbaar zijwanddeel wordt gevormd door één of meer verdraaibare delen. In dit geval kunnen die beweegbare zijwanddelen aan de bovenzijde draaibaar zijn verbonden met de aan de invoerzijde grenzende bovenrand van het vaste zijwanddeel.

Bij voorkeur is het (elk) beweegbare deel van de (elke) zijwand tegen de werking van een terugstelmiddel, bijvoorbeeld een drukveer, in naar de eindwand toe beweegbaar.

Als alternatief kan volgens de uitvinding tenminste een zijwand aan de aan de invoerzijde grenzende eindrand zodanig zijn uitgevoerd, dat deze tot in de kuilvoervoorraad verplaatsbaar is.

De uitgesneden plakken kuilvoer kunnen door het binnenwaarts zwenken van het snijbord in de laadbak worden geschoven, doordat het snijbord draaibaar is verbonden met de zwenkarm en door middel van een tussen het snijbord en de zwenkarm gemonteerd cilinder-zuigersamenstel vanuit een neutrale stand heen en weer verzwenkbaar is.

Volgens de uitvinding wordt de inrichting bij voorkeur gekenmerkt door middelen voor het in verticale richting verplaatsen van het snijbord althans tijdens het vanuit de neutrale stand in de laadbak zwenken van het snijbord, zodanig dat het ondereinde van het snijbord met een althans nagenoeg constante speling over de bodem van de laadbak beweegt.

Op deze wijze wordt bereikt, dat het uiteinde van het snijbord zich nagenoeg op een constante geringe afstand van de bodem naar de eindwand toe beweegt, zodat nagenoeg geen kuilvoer achter blijft bij de kuilvoervoorraad.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de zwenkarm bedienbaar is door middel van een cilinder-zuigersamenstel, dat enerzijds boven of onder de ondersteuning van de zwenkarm in het gestel draaibaar met dit gestel is verbonden, is het cilinder-zuigersamenstel voor het bedienen van de zwenkarm anderzijds draaibaar verbonden met het snijbord, zodanig dat het draaibare verbindingspunt van het snijbord met de zwenkarm in zijn neutrale stand ongeveer in lijn ligt met de verbindingslijn van de verbindingspunten van het cilinder-zuigersamenstel van de zwenkarm.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin drie uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding schematisch zijn weergegeven.

Fig. 1 is een schematisch gedeeltelijk in doorsnede weergegeven zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van de inrichting uit fig. 1.

Fig. 3 is een met fig. 1 overeenkomend zij-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 4 is een met fig. 3 overeenkomend zij-aanzicht, waarbij het snijbord zich in ingetrokken toestand bevindt.

Fig. 5 is een met fig. 1 overeenkomend zij-aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 6 is een bovenaanzicht van de inrichting uit fig. 5.

In fig. 1 is een inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoervoorraad weergegeven, die is voorzien van een snijbord 1, dat aan het ondereinde een niet nader aangeduid snijorgaan 2 draagt. Dit snijorgaan 2 kan bijvoorbeeld bestaan uit een stationair snijmes en een op de binnenzijde daarvan heen en weer beweegbaar snijmes. Het snijorgaan kan ook slechts uit vaste tanden bestaan, die door het omlaag drukken en intrekken van het snijbord 1 het kuilvoer moeten losmaken uit de kuilvoervoorraad. Met de uitdrukking "snijbord" wordt derhalve elk type kuilvoer-uithaalbord bedoeld. Aan het boveneinde is het snijbord 1 draaibaar verbonden met het ene uiteinde van een zwenkarm 3, die aan het andere uiteinde draaibaar is ondersteund in een gestel 4. Tussen het gestel 4 en de zwenkarm 3 is een hydraulisch cilinder-zuigersamenstel 5 aangebracht voor het bedienen van de zwenkarm, zodat het snijbord 1 op en neer kan worden bewogen voor het uitsnijden van een plak kuilvoer uit een schematisch aangeduide kuilvoervoorraad 6. De stand van het snijbord 1 ten opzichte van de zwenkarm 3 is instelbaar door middel van een cilinder-zuigersamenstel 7, dat tussen het snijbord 1 en de zwenkarm 3 is gemonteerd.

Het gestel 4 is door middel van stangen 8 koppel-baar met de driepuntshefinrichting van een niet weergegeven trekker voor het verplaatsen van de inrichting. Uiteraard is het ook mogelijk de inrichting van wielen te voorzien, zodat deze verrijdbaar is.

Het gestel 4 omvat voorts een laadbak 9, die is voorzien van een bodem 10, opstaande zijwanden 11, 12 en een eindwand 13, waarbij tegenover de eindwand 13 een open invoer zij de 14 ligt, waar het door het snijbord 1 uitgesneden kuilvoer door het snijbord in de laadbak 9 kan worden geschoven. Bij de eindwand 13 is in de ene zijwand 11 een afvoeropening 15 aangebracht, via welke afvoeropening 15 het kuilvoer gedoseerd aan het vee kan worden afgegeven. Hiertoe is in de laadbak 9 een dwarstransporteur 16 aangebracht, die nabij de afvoeropening 15 samenwerkt met een doseerwals 17.

De zijwand 11 is bij de inrichting volgens de fig. 1 en 2 opgebouwd uit een op de eindwand 13 aansluitend vast zijwanddeel 18 en drie' in de richting van de eindwand 13 verschuifbare zijwanddelen 19, 20, 21. De afmetingen van deze verschuifbare zijwanddelen 19-21 zijn zodanig, dat de doseerwals 17 vrij blijft.

De zijwand 12 omvat een op de eindwand 13 aansluitend vast zijwanddeel 22 en twee beweegbare zijwanddelen 23, 24.

Tijdens het gebruik van de inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit de kuilvoervoorraad 6 wordt de inrichting eerst door de trekker met de open invoerzijde 14 ongeveer tegen de kuilvoervoorraad geplaatst, waarna door het bedienen van de cilinder-zuigersamenstellen 5 en 7 één of meer plakken kuilvoer uit de kuilvoervoorraad kunnen worden gesneden, zoals door een onderbroken lijn schematisch is aangeduid. Na enkele plakken kuilvoer wordt de stand van het snijorgaan 2 ten opzichte van de snijcirkel echter ongunstig en gaat de snijwerking nagenoeg verloren. De inrichting kan nu verder in de kuilvoervoorraad 6 worden geschoven door de trekker achteruit te rijden, waarbij de beweegbare zijwanddelen 23, 24 van de zijwand 12 tegen de werking van een niet nader weergegeven terugstelmiddel, zoals een drukveer, in naar binnen worden geschoven. De bodem 10 schuift hierbij onder het kuilvoer, waardoor optillen van de inrichting ten gevolge van de tijdens het snijden optredende reactiekrachten nagenoeg niet meer kan plaatsvinden. Nadat de inrichting aldus verder in de kuilvoervoorraad is verplaatst, kunnen volgende plakken kuilvoer worden uitgesneden, waarbij het snijorgaan 2 zich weer in een gunstige stand ten opzichte van de snijcirkel bevindt.

De zijwand 11 omvat de beweegbare zijwanddelen 19-21 voor gebruik van de inrichting in een rijkuil met opstaande muren, waarbij gewoonlijk in het midden van de kuilvoervoorraad wordt begonnen, zodat dan beide zijwanden 11, 12 naar de eindwand toe beweegbaar moeten zijn. Voor toepassing bij rijkuilen zonder opstaande muren, kan met een beweegbare zijwand worden volstaan.

Opgemerkt wordt, dat hoewel bij de weergegeven inrichting volgens de fig. 1 en 2 elke zijwand enkele beweegbare delen omvat, het ook mogelijk is de zijwand 12 met één beweegbaar deel uit te voeren. Indien een ander type afvoermechanisme wordt toegepast, kan ook de zijwand 11 met slechts één beweegbaar zijwanddeel zijn uitgevoerd.

De beweegbare zijwanddelen 19-21 en 23, 24 zijn bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld aan de boven- en onderzijde met geleidingsprofielen 25 in elkaar en in een geleidingsprofiel 26 van het vaste zijwanddeel 18 resp. 22 verschuifbaar. Aan de onderzijde zijn de beweegbare zijwanddelen 19-21 van de zijwand 11 echter in een geleidingsprofiel 27 verschuifbaar, dat tussen het boven- en onderpart van de dwarstransporteur 16 is gelegen.

In de fig. 3 en 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de beschreven inrichting weergegeven, die in hoofdzaak op dezelfde wijze is uitgevoerd als de inrichting volgens de fig. 1 en 2 en waarbij overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid.

In dit geval zijn beweegbare zijwanddelen 28, 29 toegepast, die aan de bovenzijde bij 30 draaibaar zijn verbonden met de bovenrand 31 van het vaste zijwanddeel 12. Ook door deze draaibare zijwanddelen 28, 29 kan de inrichting na het uitsnijden van enkele plakken kuilvoer uit de kuilvoervoorraad 6 verder in de voorraad worden geschoven, aangezien het stuiten op de kuilvoervoorraad in feite alleen bij de bodem 10 plaatsvindt.

Het uitgesneden kuilvoer wordt door het intrekken van het cilinder-zuigersamenstel 7 door het snijbord 1 in de laadbak 9 geschoven. Teneinde zo weinig mogelijk kuilvoer te verliezen, is het gewenst dat het uiteinde van het snijbord 1 zo dicht mogelijk over de bodem 10 van de laadbak 9 beweegt. Bij de inrichting volgens de fig. 3 en 4 is het cilinder-zuigersamenstel 5 voor het bedienen van de zwenkarm 3 door middel van een koppelplaat 32 verbonden met het snijbord 1. In een neutrale stand van het snijbord 1, waarin het snijorgaan 2 zich ongeveer bij het uiteinde van de bodem 10 bevindt, ligt het draaipunt 33 van het snijbord 1 ongeveer in lijn met de verbindingslijn van de bevestigingspunten van het cilinder-zuigersamenstel 5 met de koppelplaat 32 resp. het gestel 4. Dit laatste verbindingspunt ligt uiteraard boven het ondersteuningspunt van de zwenkarm 3 in het gestel.

Uiteraard zijn de verbindingen van het cilinder-zuigersamen-stel 5 met het gestel 4 en de koppelplaat 32 draaibare verbindingen. Wanneer nu het snijbord 1 vanuit de genoemde neutrale stand naar de in fig. 4 getekende ingetrokken stand wordt verplaatst, zal tegelijkertijd de zwenkarm 13 omlaag bewegen, waardoor het uiteinde van het snijbord 1 zich op een nagenoeg constante geringe afstand van de bodem 10 naar binnen verplaatst.

Opgemerkt wordt, dat deze verbindingsconstructie van het cilinder-zuigersamenstel 5 uiteraard ook bij de inrichting volgens de fig. 1 en 2 kan worden toegepast.

Volgens een in de fig. 5 en 6 afgebeelde alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding kan tenminste een zijwand 11 of 12 aan de aan de invoerzijde grenzende eindrand zodanig zijn uitgevoerd, dat deze tot in de kuilvoervoorraad verplaatsbaar is. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt, doordat althans het op de invoerzijde aansluitende gedeelte van de (elke) zijwand 11, 12 is uitgevoerd als een vork 34 met gepunte tanden 35. Desgewenst is het mogelijk de eindrand van elke zijwand 11, 12 uit te voeren met een snijorgaan. De uitvoering met een vork 34 heeft het belangrijke voordeel, dat de inrichting hierdoor als het ware in het kuilvoer wordt verankerd, waardoor de reactiekrachten die tijdens het snijden optreden de inrichting niet kunnen optillen.

Ook de bodem 10 kan zijn uitgevoerd met een vork 36 met gepunte tanden 37. Hierdoor kan de inrichting ook op een boven de grond liggend niveau kuilvoer uit een kuilvoervoorraad snijden.

Opgemerkt wordt dat desgewenst ook bij de andere uitvoeringen de bodem 10 met een dergelijke vork 36 kan zijn uitgevoerd. Voorts is het mogelijk ook bij de andere uitvoeringen een of beide eindranden van de zijwanden 11, 12 van één of meer tanden te voorzien, die tijdens het snijden in het kuilvoer steken voor het vasthouden van de inrichting en aldus reactiekrachten op te vangen.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

Claims (13)

1. Inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoervoorraad, voorzien van een snijbord, dat aan het ondereinde een snijorgaan draagt en aan het boveneinde is verbonden met tenminste een zwenkarm voor het op en neer bewegen van het snijbord, welke zwenkarm aan het tegenover het snijbord gelegen uiteinde draaibaar is ondersteund in een gestel met een laadbak voor het opnemen van het uitgesneden kuilvoer, welke laadbak is voorzien van een bodem, twee tegenover elkaar liggende zijwanden, een eindwand en een open invoerzijde, met het kenmerk, dat tenminste een op de invoerzijde aansluitend deel van tenminste een zijwand althans aan de aan de bodem grenzende zijde in de richting van de eindwand beweegbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de (elke) zijwand is voorzien van een op de eindwand aansluitend vast zijwanddeel en tenminste een beweegbaar zijwanddeel, dat zich tussen de invoerzijde en het vaste zijwanddeel bevindt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het beweegbare zijwanddeel bestaat uit twee of meer tevens ten opzichte van elkaar beweegbare delen.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het (elk) beweegbare zijwanddeel aan boven- en/of onderzijde met geleidingsmiddelen verschuifbaar is ten opzichte van het vaste zijwanddeel resp. een aangrenzend beweegbaar zijwanddeel.

5. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het (elk) beweegbaar zijwanddeel wordt gevormd door één of meer verdraaibare delen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de beweegbare zijwanddelen aan de bovenzijde draaibaar zijn verbonden met de aan de invoerzijde grenzende bovenrand van het vaste zijwanddeel.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het (elk) beweegbare deel van de (elke) zijwand tegen de werking van een terug-stelmiddel, bijvoorbeeld een drukveer, in naar de eindwand toe beweegbaar is.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de invoerzijde van de laadbak middelen zijn aangebracht voor het verankeren van de laadbak in de kuilvoervoorraad, zoals bijvoorbeeld één of meer tanden.

9. Inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoervoorraad, voorzien van een snijbord, dat aan het ondereinde een snijorgaan draagt en aan het boveneinde is verbonden met tenminste een zwenkarm voor het op en neer bewegen van het snijbord, welke zwenkarm aan het tegenover het snijbord gelegen uiteinde draaibaar is ondersteund in een gestel met een laadbak voor het opnemen van het uitgesneden kuilvoer, welke laadbak is voorzien van een bodem, twee tegenover elkaar liggende zijwanden, een eindwand en een open invoerzijde, met het kenmerk, dat tenminste een zijwand aan de aan de invoerzijde grenzende eindrand zodanig is uitgevoerd, dat deze tot in de kuilvoervoorraad verplaatsbaar is.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat althans het op de invoerzijde aansluitende gedeelte van de (elke) zijwand is uitgevoerd als een vork met gepunte tanden.

11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de eindrand van de (elke) zijwand met een snijorgaan is uitgevoerd.

12. Inrichting bij voorkeur volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het snijbord draaibaar is verbonden met de zwenkarm en door middel van een tussen het snijbord en de zwenkarm gemonteerd cilinder-zuigersamenstel vanuit een neutrale stand heen en weer verzwenkbaar is, gekenmerkt door middelen voor het in verticale richting verplaatsen van het snijbord althans tijdens het vanuit de neutrale stand in de laadbak zwenken van het snijbord, zodanig dat het ondereinde van het snijbord met een althans nagenoeg constante speling over de bodem van de laadbak beweegt.

13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de zwenkarm bedienbaar is door middel van een cilinder-zuigersamenstel, dat enerzijds boven of onder de ondersteuning van de zwenkarm in het gestel draaibaar met dit gestel is verbonden, met het kenmerk, dat het cilinder-zuigersamenstel voor het bedienen van de zwenkarm anderzijds draaibaar is verbonden met het snijbord, zodanig dat het draaibare verbindingspunt van het snijbord met de zwenkarm in zijn neutrale stand ongeveer in lijn ligt met de verbindingslijn van de verbindingspunten van het cilinder-zuigersamenstel van de zwenkarm.