NL8302598A - Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor. - Google Patents

Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL8302598A
NL8302598A NL8302598A NL8302598A NL8302598A NL 8302598 A NL8302598 A NL 8302598A NL 8302598 A NL8302598 A NL 8302598A NL 8302598 A NL8302598 A NL 8302598A NL 8302598 A NL8302598 A NL 8302598A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
harvesting machine
harvesting
conveyor belt
transport unit
cloth
Prior art date
Application number
NL8302598A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Munckhof J M Maschf
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Munckhof J M Maschf filed Critical Munckhof J M Maschf
Priority to NL8302598A priority Critical patent/NL8302598A/nl
Priority to DE8484201079T priority patent/DE3475689D1/de
Priority to EP19840201079 priority patent/EP0133334B1/en
Publication of NL8302598A publication Critical patent/NL8302598A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D46/00Picking of fruits, vegetables, hops, or the like; Devices for shaking trees or shrubs
    • A01D46/26Devices for shaking trees or shrubs; Fruit catching devices to be used therewith
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D46/00Picking of fruits, vegetables, hops, or the like; Devices for shaking trees or shrubs
    • A01D46/26Devices for shaking trees or shrubs; Fruit catching devices to be used therewith
    • A01D2046/262Collecting surfaces extended around a tree in order to catch the fruit

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)

Description

«· '* * P HP/JS/18
Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor.
De uitvinding heeft betrekking op een oogstmachine voor het oogsten van aan bomen hangende vruchten, zoals kersen, omvattende: een op een wagen opgestelde, een transportband omvattende transporteenheid? een in langsrichting van de 5 transportband aangebracht, lossend daarop aansluitend opvang-doek? een op een afvoereinde van de transporteenheid aansluitende elevator die de geoogste vruchten tot in een houder kan voeren? en aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de transporteenheid en de elevator.
10 Een dergelijke oogstmachine is bekend. De uitvinding beoogt een verbeterde oogstmachine te verschaffen, waarvan de produktiekosten lager zijn. Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat de transporteenheid in hoofdzaak een chassis van de wagen vormt. Zodoende kan bij een dergelijke, 15 bijvoorbeeld 7 meter lange oogstmachine afgezien worden van een tot de wagen behorend draaggestel waarop de transporteenheid moet worden bevestigd. Bovendien is het gewicht van de oogstmachine volgens de uitvinding lager, hetgeen de manou-vreerbaarheid en de toepasbaarheid binnen kersenboomgaarden 20 aanmerkelijk ten goede komt.
Indien bij voorkeur de transporteenheid in hoofdzaak de vorm heeft van een koker die gevormd wordt door een goot en een de goot sluitende dekplaat waaromheen de transportband is geleid, verkrijgt met een nagenoeg starre en torsievrije 25 transporteenheid die bovendien licht van gewicht is.
Indien bij voorkeur de goot is voorzien van ten minste één tussen keerrollen van de transportband gelegen, dwars op de transportrichting van de transportband zih uitstrekkend verstevigingsstuk dat een onderpart van de transportband 30 ondersteunt, kan de totale hoogte van de transporteenheid beperkt worden, doordat het doorhangende onderpart van de transportband door het verstevigingsstuk wordt ondersteund en □bovenwaarts opgetild. Hiermee wordt tevens voorkomen dat het onderpart van de transportband over de bodem van de goot \ 8302598 Λ » -2- sleept hetgeen een overmatige slijtage en een lagere transportsnelheid als gevolg van de dan optredende wrijving voorkomt.
Indien bij voorkeur de oogstmachine is voorzien van een 5 een stuurinrichting omvattende besturingseenheid en van een motor voor het aandrijven van de wagen, welke motor geplaatst is op een tegen een zijkant van de transporteenheid bevestigd freem, verkrijgt men een zichzelf aandrijvende oogstmachine, zodat bijvoorbeeld van een afzonderlijke landbouwtrekker voor 10 het verplaatsen van de oogstmachine in de kersenboomgaard kan worden afgezien. De manoevreerbaarheid wordt aanmerkelijk verbeterd, indien bij voorkeur met de besturingseenheid voor-en achterwielen van de wagen tegelijkertijd in tegengestelde zin draaibaar zijn. De besturing van een dergelijke oogst-15 machine kan op goedkope wijze verbeterd en verlicht worden, indien bij voorkeur de besturingseenheid ten minste één stuurstang omvat die enerzijds is verbonden met de stuurinrichting en anderzijds is verbonden met respectievelijk de voor- en achterwielen, en verder twee de voor- respectieve-20 lijk achterwielen met het chassis verbindende hydraulische systemen omvat.
Een ander aspect van de uitvinding met betrekking tot de oogstmachine voor het oogsten van aan bomen hangende vruchten heeft betrekking op het opvangdoek, dat bij voorkeur ener-25 zijds is verbonden met een zich in langsrichting van de transportband uitstrekkende trommel waaromheen het opvangdoek kan worden opgenomen en anderzijds met een met de transporteenheid verbonden gestel dat bij het uitspreiden van het opvangdoek schaart. Zodoende zijn voor het uitrollen en weer 30 over de trommel heen opnemen van het opvangdoek tijdens het oogsten, geen additionele arbeidskrachten noodzakelijk en kan men in principe vanaf de oogstmachine het gehele oogstproces besturen.
Indien bij voorkeur het gestel is voorzien van ten mins-35 te een steunwiel dat bij het uitspreiden van het opvangdoek, tijdens het scharen van het gestel, over een door een bodem------------------------- r ft -3- bodemsteun afsteunt op de grond, kan worden voorkomen dat bij het uitspreiden van het relatief grote opvangdoek de oogst-machine in de richting van de te plukken kersenboom te ver gaat overhellen. Indien bij voorkeur een met het opvangdoek 5 verbonden balk van het gestel is voorzien van een opstaande rand en meer bij voorkeur een met de vruchten in contact komend vlak van het opvangdoek is voorzien van opstaande, zich in langsrichting van de trommel bevindende ribben, kunnen op eenvoudige wijze de geoogste, op het opvangdoek opgevangen 10 kersen tijdens het over de trommel heen opnemen van het opvangdoek gelost worden op de transportband.
Indien bij voorkeur een afval van de vruchten scheidende schoningseenheid ter hoogte van de aansluiting van het af-voereinde van de transporteenheid en de elevator is opge-15 steld, kan het afval op een relatief gemakkelijke wijze worden afgescheiden en de vruchten relatief geschoond in de houder worden opgenomen, omdat door de plaatsing van de schoningseenheid overeenkomstig de uitvinding tijdens de neerwaartse valbeweging van de kersen vanaf het afvoereinde van 20 de transportband in de richting van de elevator schoepen het afval in een aan de valrichting tegengestelde richting worden afgescheiden.
Indien bij voorkeur de oogstmachine is voorzien van een wisselaar voor de houder, waarvan de laad- en lospositie is 25 gelegen in het verlengde van de wagen, kan het oogstproces voortdurend voortgang vinden en behoeft niet gewacht te worden totdat een nieuwe houder onder de elevator is geplaatst, omdat relatief snel met de wisselaar een andere, lege houder onder de elevator gebracht kan worden. Daartoe verdient het 50 de voorkeur, dat de wisselaar een op een om een verticale aslijn heen draaibare schijf geplaatst plateau omvat.
Een volledig zelfwerkende oogstmachine wordt verkregen indien de oogstmachine is voorzien van een met een stam van de bomen te koppelen stamschudder. Zodoende kan van een 55 andere landbouwtrekker worden afgezien die in andere gevallen bestemd is voor het bekrachtigen, ondersteunen en positio-neren van de stamschudder.
z De uitvinding heeft tevens betrekking op een oogstin- \ 8302598 η -4- « * richting die gekenmerkt wordt door een oogstmachine volgens de uitvinding en een schermwagen met een inwerkstand van de oogstinrichting op het opvangdoek lossend schermf waarbij het opvangdoek en het scherm in hoofdzaak de bodem onder de boom 5 afschermen.
Genoemde en andere kenmerken zullen aan de hand van een niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld worden verduidelijkt onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: fig.1 een uit een oogstmachine en een schermwagen samen-10 gestelde oogstinrichting volgens de uitvinding is; fig.2 op grotere schaal een deels weggebroken perspectivisch aanzicht van de transporteenheid van de oogstmachine volgens de uitvinding is; fig.3 en 4 zijaanzichten met een van een scharend gestel 15 voorziene ophangdoek in een opgerolde, respectievelijk uitgespreide stand zijn; fig.5 schematisch een besturingsinrichting van de oogstmachine volgens de uitvinding is; en fig.6 een monsterwisselaar voor de oogstmachine volgens 20 de uitvinding is.
Fig.1 toont een oogstinrichting 1 volgens de uitvinding die een oogstmachine 2 en een schermwagen 3 omvat. De oogstinrichting 1 is bestemd voor het oogsten van aan bomen 4 hangende vruchten 5, zoals kersen.
25 De oogstmachine 2 volgens de uitvinding omvat een op een wagen 6 opgestelde, een transportband 7 omvattende transporteenheid 8; een in langsrichting van de transportband 7 aangebracht, lossend daarop aansluitend opvangdoek 9; een op een afvoereinde 10 van de transporteenheid 8 aansluitende eleva-30 tor 11 die de geoogste vruchten 12 tot in een houder 13 voert; en aandrijfmiddelen 14 voor het aandrijven van de transporteenheid 8 en de elevator 11. Voorts omvat de oogstmachine 2 een stamschudder 15.
De stamschudder 15 omvat een hefboom 16 die aan één ein-35 de is voorzien van een tweebekken 17 omvattende trilinrich-ting 18, waarmee via de een stam 19 van de boom 4 vastgrijpende bekken 17 een trilbeweging op de boom 4 wordt overge-(j bracht, onder invloed waarvan de kersen losgetrild worden.
\ \ 8302598 * * -5-
De losgetrilde kersen 5 vallen op het uitgespreide opvangdoek 9 (waarvan de uitgespreide stand met onderbroken lijnen wordt weergegeven) of op een scherm 20 van de schermwagen 3, dat lossend op het uitgespreide opvangdoek 9 aansluit. Het scherm 5 20 en het uitgespreide opvangdoek schermen in hoofdzaak een bodem 21 onder de bodem 4 af. Nadat alle op het scherm 20 gevallen kersen 5 gelost zijn op het opvangdoek 9, wordt het opvangdoek opgerold rond een in langsrichting van de transportband aangebrachte, in jukken 22 draaibaar gelagerde 10 trommel 23. Tijdens het oprollen van het met vruchten beladen opvangdoek 9 worden de vruchten 5 meegenomen door op een met de vruchten 5 in contact komend vlak 25 van het opvangdoek 9 aangebrachte ribben 24 die zich in langsrichting van de trommel 23 uitstrekken. Daarnaast is een kant 26 van het opvang-15 doek 9 voorzien van een opstaande rand 27 die de geoogste vruchten 5 voortstuwt. Een aan de kant 26 van het opvangdoek 9 bevestigde balk 28 is aan zijn einde voorzien van rollen 29 die bij het oprollen van het opvangdoek over een baan 30 lopen en op deze baan, nadat het opvangdoek zijn opgerolde 20 stand heeft bereikt, worden geborgd met borgelementen 31. In de opgerolde toestand, zoals met doorlopende lijnen is aangegeven is fig.1 helt het opvangdoek 9 zodanig ten opzichte van de transportband 7 dat alle op het doek gevallen vruchten gelost worden op de transportband 7. De opstaande rand 27 van 25 het opvangdoek 9 en het scherm 20 van de schermlagen 3 zijn beide voorzien van een uitsparing 32 waarin tijdens het oogsten van de vruchten 5 de stam 19 van de boom 4 is opgenomen.
Met behulp van de transportband 7 worden de geoogste, 30 via het opvangdoek 9 op de transportband 7 geloste vruchten 12 in de richting van de pijl 33 naar de elevator 11 toe getransporteerd. Ter hoogte van een aansluiting 34 van het af-voereinde 10 van de transportband 7 en de elevator 11 is een schoningseenheid 35 opgesteld, waarmee afval 36 van de ge-35 oogste vruchten 12 kan worden afgescheiden. De schoningseenheid 35 omvat een ventilator 37 waarmee via een kanaal 38 lucht 39 in bovenwaartse richting door de in neerwaartse richting vanaf het afvoereinde 10 van de transportband 7 val- \ lende vruchten 12 wordt geleid.
8302598 ψ- % -6-
Zodoende wordt op een zeer efficiënte wijze het afval 36 in tegenstroming aan de vruchten 12 eruit verwijderd. Het afval 36 wordt via een diffusor 40 in zijdelingse richting van de oogstmachine 2 weggeblazen. De geschoonde vruchten 12 worden 5 via de elevator 11 opgevoerd en in een houder 13 gelost.
Het opvangdoek 9, de transporteenheid 8, de stamschudder 15, de schoningsinrichting 35 en de elevator 11 zijn op één wagen 6 opgesteld, waarbij overeenkomstig de uitvinding de transporteenheid 8 in hoofdzaak het chassis 41 van de wagen 6 10 vormt. De wagen 6 heeft twee via een cardanische koppeling daarmee verbonden, om een starre as 43 draaibare voorwielen 44, en twee met een achteras 45 verbonden achterwielen 46. Door de cardanische koppeling 42 verkrijgt men een onder alle terreinomstandigheden stabiele driepuntsondersteuning van de 15 wagen 6.
Een tegenover de trommel 23 gelegen rand 47 van de transporteenheid 8 is voorzien van een hellend opgestelde plaat 48, waarmee voorkomen wordt dat tijdens het lossen van de vruchten vanaf het opvangdoek deze over de transportband 7 20 heen over de rand 47 van de wagen 6 afvallen.
De transporteenheid 8 die in hoofdzaak het chassis 41 van de wagen 6 vormt, wordt meer in detail in fig.2 getoond, en heeft in hoofdzaak de vorm van een koker 49 die gevormd wordt door een goot 50 en een de goot 50 sluitende dekplaat 25 51. Rond de dekplaat 51 is de transportband 7 gelegd die voorts gespannen is tussen twee omkeerrollen 52. De dekplaat 51 is voorzien van zich in hoofdzaak in de transportrichting van de transportband 7 uitstrekkende, een lijncontact met de transportband 7 makende verstevigingsribben 53. Door dit 30 lijncontact ontstaat een zoveel mogelijk wrijvingloos contact tussen enerzijds de transportband 7 en anderzijds de dekplaat 51, waarbij tevens in de transportrichting van de transportband 7 zich geen obstakels voordoen, zodat voorkomen wordt dat de getransporteerde vruchten 12 "dansen" op de transport-35 band. De goot 50 van de transporteenheid 8 is voorzien van tussen de keerrollen 52 aangebrachte, als hoekprofielen 54 uitgevoerde verstevigingsstukken 53. Deze hoekprofielen 54
J
\ 8302598 -7- ψ *► ondersteunen het onderpart 55 van de transportband 7 waardoor een overmatig doorhangen van dit onderpart 55 wordt voorkomen en zodoende de hoogte h van de transporteenheid 8 beperkt kan blijven. Eén van de beide keerrollen 52 is verder voorzien 5 van een spaninrichting 56 voor het spannen van de transportband 7.
De figuren 3 en 4 tonen een scharend gestel 57. Het op-vangdoek 9 is enerzijds rond de trommel 23 heen opgenomen en is anderzijds met zijn kant 26 bevestigd aan de balk 28 van 10 het gestel 57. Dit gestel 57 schaart vanuit de in fig.3 getoonde toestand naar de in fig.4 getoonde toestand waarbij het opvangdoek 9 dat met streep-puntlijnen is aangegeven, is uitgespreid. Het gestel 57 omvat twee hoekstukken 58 die elk enerzijds verschuifbaar zijn over een met de transporteenheid 15 8 verbonden stang 59 en anderzijds draaibaar gelagerd zijn in het draaist 60. Twee steunbalken 61 verbinden elk het draaistuk 60 met de balk 28 en zijn daartoe draaibaar gelagerd in het draaistuk 60 en verschuifbaar aangebracht in een schuifgeleiding 62 van de balk 28. Tussen elk van de hoek-20 stukken 58 en de steunbalken 61 zijn gasveren 63 aangebracht, die werken in de richting van de uitgespreide stand van het opvangdoek 9 (de positie zoals getoond in fig.4). Na het loskoppelen van de borgelementen 31 beweegt het gestel 57 zich onder invloed van de gasveren 63 naar de uitgespreide stand 25 toe waarbij het opvangdoek 9 van de trommel 23 afwikkelt, en een aan het draaistuk 6Q bevestigd steunwiel 64 over een door een bodemsteun 65 gevormde baan 66 rolt, waardoor het gestel 57 via het steunwiel 64 en de bodemsteun 65 tijdens het rollen over de baan 66 en in de uitgespreide stand van het doek 30 9 afsteunt op de grond 21. Met behulp van gasveren 67 wordt automatisch na het van de baan 66 loskomen van het steunwiel 64, dat wil zeggen na het intrekken van het opvangdoek 9, de bodemsteun 65 van de grond 21 opgelicht, en behoeft de bodemsteun 65 niet door bedieningspersoneel opgelicht te wor-35 den maar kan men met de oogstmachine 2 met de bodemsteun 65 in zijn uitgezwenkte stand zoals getoond in fig.3 naar de ... volgende boom gereden worden.
Ü \ 8302598 \ i «. « -8-
De bodemsteun 65 is zwenkbaar om een as 68 tot in een in fig. 2 met onderbroken lijnen weergegeven positie.
Zoals getoond in fig.4 sluit de schermwagen 3 met zijn scherm 20 lossend op het opvangdoek 9 aan en wordt het scherm 5 20 onder invloed van gasveren 69 naar een gekantelde positie gedwongen terwijl een gekantelde positie kan worden geborgd met behulp van een enerzijds aan het scherm 20 en anderzijds aan een gestel 70 van de schermwagen 3 bevestigde ketting 71. Voor een maximale manoevreerbaarheid is de schermwagen 3 10 voorzien van zwenkwielen 72.
Meer in detail wordt de besturingseenheid van de oogst-machine 2 in fig.5 getoond. De oogstmachine 2 is voorzien van een stuurinrichting 73 omvattende een besturingseenheid 74, en van een motor 75 voor het aandrijven van de wagen 6, waar-15 bij de motor 74 geplaatst is op een tegen een zijkant 76 van de transporteenheid 8 bevestigd freem 77. Het freem 77 vormt voor een deel een brandstoftank 78 en een hydrauliektank 79 voor de aandrijfmiddelen 14. De besturingseenheid 74 is zodanig met de voorwielen 44 en de achterwielen 46 verbonden dat 20 deze tegelijkertijd en in tegengestelde zin aan elkaar draaibaar zijn, zoals aangegeven met respectievelijk de pijlen 80 en 81. Voorts is de besturingseenheid 74 voorzien van twee stuurstangen 82 en 83 die enerzijds verbonden zijn met de stuurinrichting 73 en anderzijds verbonden zijn met respec-25 tievelijk de voorwielen 44 en de achterwielen 46 en verder omvat de besturingseenheid 74 twee hydraulische systemen 84, 85 welke hydraulische systemen aangebracht zijn tussen respectievelijk de voorwielen 44 en achterwielen 46 enerzijds en het door de transporteenheid 8 gevormde chassis 41 ander-30 zijds. Met behulp van de stuurinrichting 53 kunnen de voorwielen 44 en achterwielen 46 gedraaid worden, waarbij deze draaiende beweging door onder invloed van de schuif 86 werkzame hydraulische systemen 84 respectievelijk 85 wordt ondersteund. Door de combinatie van de stuurstangen 82 en 83 met 35 respectievelijk de hydraulische systemen 84 en 85 ontstaat een besturingseenheid 74 die relatief goedkoop is, omdat een eventuele onderbekrachtiging of overbekrachtiging door deze ( J hydraulische systemen 84 en 85 wordt opgevangen door de star- re koppelingsstangen 82 en 83.
\ 8302598 -9- « w
Voor de aandrijving van de voorwielen 44 en de achterwielen 46 zijn deze via respectievelijk een axiaal verplaatsbare aandrijfas 87 en een starre aandrijfas 88 met de motor 75 verbonden.
5 Ten slotte vertoont fig.6 een wisselaar 89 voor de oogstmachine 2. Deze wisselaar 89 bevindt zich in één lijn met de transportband 6 en de elevator 11. De wisselaar 89 is zodanig uitgevoerd dat een laad- en lospositie 90 voor het laden van een lege houder 13 of het lossen van een volle hou-10 der 13, van achter de oogstmachine 2 bereikbaar is. De wisselaar 89 omvat een om een verticale aslijn 91 heen draaibare ringvormige schijf 92 waarop een plateau 93 is geplaatst. De schijf 92 is draaibaar over van rollen 94 voorziene spaken 95 waarbij de rollen 94 geborgd zijn met een borgstuk 96. De 15 wisselaar 89 is voorzien van een borginrichting 97 die tijdens het vullen van de houder 13 met vruchten 12 een rotatie rond de aslijn 91 voorkomt. De wisselaar 89 is geplaatst op een separate aanhanger 98 die via een trekstang 99 gekoppeld is met de wagen 6. De houder 13 is voorzien van een plastic 20 zak 100 waarin koud water 101 is opgenomen. Dit koude water 101 dient voor het opnemen van de geoogste vruchten 12 die in het water 101 blijven drijven zodat bij het vullen van de houder 13 de bovenste vruchten 12 de onderste niet tot moes drukken. Voorts dient het koude water voor het koelen van de 25 geoogste vruchten 12.
Het is overeenkomstig de uitvinding eveneens mogelijk dat met behulp van twee oogstmachines 2 aan bomen 4 hangende vruchten 5 worden geoogst door aan elke zijde van de boom 4 een oogstmachine 2 op te stellen. In dit geval kan afgezien 20 worden van de schermwagen 3.
Het is ook mogelijk om slechts van één enkele oogstmachine 2 gebruik te maken. In dit geval is het opvangdoek 9 gedeeld en wordt gebruik gemaakt van twee elk één opvangdoek dragende gestellen 57, waarmee de beide opvangdoeken 9 zo ver 35 voorbij de boom 4 worden uitgespreid, dat in hoofdzaak de bodem 21 onder de boom 4 is afgeschermd.
o T 8302598 \ _

Claims (19)

1. Oogstmachine (2) voor het oogsten van aan bomen (4) hangende vruchten (5), zoals kersen (5), omvattende: een op een wagen (6) opgestelde, een transportband (7) omvattende transporteenheid (8); een in langsrichting van de transport- 5 band (7) aangebracht, lossend daarop aansluitend opvangdoek (9)? een op een afvoereinde (10) van de transporteenheid (8) aansluitende elevator (11) die de geoogste vruchten (12) tot in een houder (13) kan voeren; en aandrijfmiddelen (14) voor het aandrijven van de transporteenheid (8) en de elevator 10 (11), met het kenmerk, dat de transporteenheid (8) in hoofd zaak een chassis (41) van de wagen (6) vormt.
2. Oogstmachine (2) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transporteenheid (8) in hoofdzaak de vorm heeft van een koker (49) die gevormd wordt door een goot (50)en een 15 de goot (50) sluitende dekplaat (51) waaromheen de transportband (7) is geleid.
3. Oogstmachine (2) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de dekplaat (51) is voorzien van ten minste één zich in hoofdzaak in de transportrichting (33) van de trans- 20 portband (7) uitstrekkende, een lijncontact met de transportband (7) makende verstevigingsrib (53).
4. Oogstmachine (2) volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de goot (50) is voorzien van ten minste één tussen keerrollen (52) van de transportband gelegen, dwars op de 25 transportrichting (33) van de transportband zich uitstrekkend verstevigingsstuk (54) dat een onderpart (55) van de transportband (7) ondersteunt.
5. Oogstmachine (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de oogstmachine (2) is voorzien 30 van een een stuurinrichting (71) omvattende besturingseenheid (74) en van een motor (75) voor het aandrijven van de wagen (6), welke motor (75) geplaatst is op een tegen een zijkant (76) van de transporteenheid (8) bevestigd freem (77). O 35 \ 8302598 • - * -11-
6. Oogstmachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het freem (77) ten minste ten dele bestaat uit een brandstoftank (78) voor de motor (75) en/of een hydrauliektank (79) voor de aandrijfmiddelen (14).
7. Oogstinrichting (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met de besturingseenheid (74) voor- en achterwielen (44 en 46) van de wagen (6) tegelijkertijd in tegengestelde zin draaibaar zijn.
8. Oogstmachine (2) volgens conclusie 6, met het ken-10 merk, dat de besturingseenheid (74) ten minste één stuurstang (82,83) omvat die enerzijds is verbonden met de stuurinrichting (73) en anderzijds is verbonden met respectievelijk de voor- en achterwielen (44 en 46), en verder twee de voor- respectievelijk achterwielen (44,46) met het chassis 15 (41) verbindende hydraulische systemen (84 en 85).
9. Oogstmachine (2) voor het oogsten van aan bomen (4) hangende vruchten (5), zoals kersen (5), omvattende; een op een wagen (6) opgestelde, een transportband (7) omvattende transporteenheid (8); een in langsrichting van de transport- 20 band (7) aangebracht, lossend daarop aansluitend opvangdoek (9); een op een afvoereinde (10) van de transporteenheid (8) aansluitende elevator (11) die de geoogste vruchten (12) tot in een houder (13) kan voeren; en aandrijfmiddelen (14) voor het aandrijven van de transporteenheid (8) en de elevator 25 (11), met het kenmerk, dat het opvangdoek (9) enerzijds is verbonden met een zich in langsrichting van de transportband (7) uitstrekkende trommel (23) waaromheen het opvangdoek kan worden opgenomen en anderzijds met een met de transporteenheid (8) verbonden gestel (57) dat bij het uitspreiden van 30 het opvangdoek (9) schaart.
10. Oogstmachine (2) volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het gestel (57) is voorzien van in de richting van een uitgespreide stand van het opvangdoek (9) werkende veren (63).
11. Oogstmachine (2) volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het gestel (57) is voorzien van ten minste een Dsteunwiel (64) dat bij het uitspreiden van het opvangdoek (9), tijdens het scharen van het gestel (57), over een door I 8302598 i * -12- een bodemstean (65) gevormde baan (66) rolt, en daarbij via het steunwiel (64) en de bodemsteun (65) afsteunt op de grond (21).
12. Oogstmachine (2) volgens conclusies 9-11, met het 5 kenmerk, dat een met het opvangdoek (9) verbonden balk (28) van het gestel (57) is voorzien van een opstaande rand (27).
13. Oogstmachine (2) volgens conclusies 9-12, met het kenmerk, dat een met de vruchten (12) in contact komend vlak 10 (25) van het opvangdoek (9) is voorzien van opstaande zich in langsrichting van de trommel (23) ribben (24).
14. Oogstmachine (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een afval (36) van de vruchten (12) scheidende schoningseenheid (35) ter hoogte van de aan- 15 sluiting (34) van het afvoereinde (10) van de transporteenheid (8) en de elevator (11) is opgesteld.
15. Oogstmachine (2) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de oogstmachine (2) is voorzien van een wisselaar (89) voor de houder (13), waarvan de laad- 20 en lospositie (90) is gelegen in het verlengde van de wagen (6).
16. Oogstmachine (2) volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de wisselaar (89) een op een om een verticale aslijn (91) heen draaibare schijf (92) geplaatst plateau (93) 25 omvat.
17. Oogstmachine (2) volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de wisselaar (89) op een separate, met de wagen (6) te koppelen aanhanger (89) is geplaatst.
18. Oogstmachine (2) volgens één van de voorgaande con- 30 clusies, met het kenmerk, dat de oogstmachine (2) is voorzien van een met een stam (19) van de bomen (4) te koppelen stam-schudder (15).
19. Oogstinrichting (1), omvattende een oogstmachine (2) volgens één van de conclusies 1-18 en een schermwagen (3) met 35 een in werkstand van de oogstinrichting (1) op het opvangdoek (9) lossend scherm (20),. waarbij het opvangdoek (9) en het scherm (20) in hoofdzaak de bodem (21) onder de boom af-schermen. Q 8302598
NL8302598A 1983-07-20 1983-07-20 Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor. NL8302598A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302598A NL8302598A (nl) 1983-07-20 1983-07-20 Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor.
DE8484201079T DE3475689D1 (en) 1983-07-20 1984-07-19 Harvester comprising a harvesting machine and a screen wagon
EP19840201079 EP0133334B1 (en) 1983-07-20 1984-07-19 Harvester comprising a harvesting machine and a screen wagon

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302598A NL8302598A (nl) 1983-07-20 1983-07-20 Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor.
NL8302598 1983-07-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302598A true NL8302598A (nl) 1985-02-18

Family

ID=19842188

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302598A NL8302598A (nl) 1983-07-20 1983-07-20 Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0133334B1 (nl)
DE (1) DE3475689D1 (nl)
NL (1) NL8302598A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2718322B1 (fr) * 1994-04-12 1996-07-19 Maurice Dreux Dispositif de secouage pour la récolte de fruits portés par des arbres ou arbustes, et ensemble-récepteur de fruits équipé d'un tel dispositif de secouage.
FR2731872B1 (fr) * 1995-03-24 1997-05-23 Dreux Maurice Materiel agricole pour la recolte de fruits portes par des arbres ou arbustes
ITSA20000002A1 (it) * 2000-01-14 2001-07-14 Antonio Mele "apparato per il distacco e la raccolta delle olive e di frutti pendenti in genere".
FR2905051B1 (fr) * 2006-08-22 2011-03-04 Sommier Soc Materiel de recolte des fruits portes par des arbres.
FR3013180B1 (fr) 2013-11-20 2016-01-01 Pellenc Sa Procede et dispositif de deploiement et de retrait d'une bache de collecte de petits fruits, et machines de recolte en faisant application.
CN106258221B (zh) * 2016-09-20 2018-11-09 农业部南京农业机械化研究所 一种无损果品收获振动拍打装置

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3548579A (en) * 1968-04-30 1970-12-22 Kelsey Hayes Co Low profile harvester
US3543495A (en) * 1969-01-31 1970-12-01 Harvey Harvesters Inc Harvesting mechanism
US3535864A (en) * 1969-02-04 1970-10-27 Agmac Inc Fruit catching frame

Also Published As

Publication number Publication date
DE3475689D1 (en) 1989-01-26
EP0133334A1 (en) 1985-02-20
EP0133334B1 (en) 1988-12-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4545187A (en) Apparatus for harvesting fruit or nuts
US7322177B2 (en) Machine for gathering ground strewn articles
US4199923A (en) Apparatus for cutting and collecting grass clippings
US3964244A (en) Tree shaker and fruit and nut harvester
US6109552A (en) Agricultural feed bag unloading apparatus
EP0275602B1 (en) Harvesting machine
US3772862A (en) Apparatus for removing tobacco leaves from rows of tobacco plants and for handling the removed leaves
JP2009268422A (ja) 飼料の成形梱包装置におけるこぼれ飼料の回収装置
JPH05176624A (ja) 果実収穫装置およびそれを使用した果実収穫方法
US3754388A (en) Hay stack forming apparatus
US5468187A (en) Peanut cleaner
NL8302598A (nl) Oogstinrichting met een oogstmachine daarvoor.
US6094847A (en) Beach cleaning apparatus and method
US5385117A (en) Poultry collection device
NL8000348A (nl) Werkwijze en inrichting voor het losmaken en gedoseerd afgeven van kuilvoer, uitgaande van een kuilvoerblok.
US3535864A (en) Fruit catching frame
US3145521A (en) Self-propelled fruit catching apparatus
US3981127A (en) Apparatus for gathering and containerizing citrus fruit and the like
US2594221A (en) Bale loader
US4221665A (en) Raisin harvesting apparatus
CA1256705A (en) Machine for harvesting fruit and the like from the ground
US3828534A (en) Article pickup machine
AU766994B2 (en) Beach cleaning apparatus and method
NL2017303B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het scheiden van plantaardige producten van bijmengsels
US3543495A (en) Harvesting mechanism

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed