NL9000559A - Teeltsysteem en een teeltelement daarvoor. - Google Patents

Description

Teeltsvsteem en een teeltelement daarvoor

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een teeltsysteem en een teeltelement daarvoor. Dit teeltsysteem is in het algemeen bestemd voor het aanbrengen op of boven een ondergrond, zoals een te camoufleren object, een dak, een gevel, een talud en dergelijke. Het teeltsysteem is dan bedoeld voor afdekking, verfraaiing, afdichting, verkoeling, isolatie en/of eliminatie van directe lichtinstraling, terwijl tevens een gelijkmatige begroeiing wordt verschaft. Het teeltsysteem is verder geschikt voor het bijvoorbeeld in een kas uitleggen van grote aantallen groeimatten volgens een bepaald patroon.

Dit doel wordt overeenkomstig bereikt met een teeltsysteem volgens de uitvinding, dat omvat tenminste één teeltelement, omvattende een doek met tenminste twee op afstand van elkaar gelegen, met bevestigingsmiddelen op het doek bevestigde groeimatten, waarbij het teeltelement over de ondergrond heen is aangebracht.

Een dergelijk teeltsysteem volgens de uitvinding is gemakkelijk op of over een ondergrond aan te brengen, terwijl de onderling gescheiden groeimatten wederzijds hun waterhuishouding niet of nauwelijks beïnvloeden. Aldus wordt verdorring door capillair leegzuigen door lager gelegen matten, of door minder vochtige matten vermeden. Bovendien kunnen de teeltelementen zijn voorzien van een voorgekweekte begroeiing, waardoor direct bij aanbrenging een begroeiing wordt verschaft.

Bij voorkeur worden de groeimatten in rijen van onderling gescheiden groeimatten op het doek bevestigd. In deze rijen kunnen de groeimatten met hun korte en/of lange zijden aan elkaar grenzen, één en ander afhankelijk van het te leggen patroon. Bij voorkeur zijn de groeimatten op regelmatige afstand van elkaar gelegen. Deze afstand kan in de praktijk variëren tussen 0,5 en bijvoorbeeld 10 cm, wezenlijk is slechts dat tussen de onderlinge groeimatten geen capillair contact bestaat.

Indien de ondergrond capillaire werking vertoont, dan wel een doorsijpelen van water niet toelaatbaar is, verdient het voorkeur dat het doek waterondoorlatend is. In andere gevallen kan het doek waterdoorlatend zijn.

De bevestigingsmiddelen waarmee de groeimatten worden bevestigd op het doek kunnen allerhande gebruikelijke bevestigingsmiddelen zijn. Bijvoorbeeld kunnen de groeimatten worden bevestigd door middel van stikken, lijmen, plakken, of door het aanbrengen van een geperforeerd doek, waardoorheen een begroeiing zich kan ontwikkelen. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm bestaan de bevestigingsmiddelen uit banden die over de groeimatten zijn aangebracht en tussen of onder de groeimatten aan het doek bevestigd zijn. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de bevestigingsmiddelen vervaardigd uit hetzelfde materiaal als waaruit het doek is vervaardigd.

Afhankelijk van de toepassingsvorm kan het teeltsysteem of de teeltmat zijn voorzien van middelen voor het toevoegen van groeimedium, water eventueel voorzien van voeding, aan de groeimatten. In geval van een hellend opgesteld doek kan bijvoorbeeld slechts worden volstaan met het toevoegen van groeimedium aan de hoogst gelegen groeimat, van waaruit water weg kan stromen naar lager gelegen groeimatten. Verder is het mogelijk om water toe te voegen via een sproeier, dan wel via bekende druppeleenheden.

Indien bij voorkeur het teeltsysteem is voorzien van een doekstrook, die aan tenminste één zijde van het doek zijdelings zicht uitstrekt naast de groeimatten, kunnen een aantal teeltelementen met overlappende doeken worden aangebracht, waardoor een gesloten, zeer groot doekoppervlak ontstaat.

Genoemde en andere kenmerken zullen hierna worden verduidelijkt aan de hand van een aantal niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden van het teeltsysteem met teeltelementen volgens de uitvinding.

Figuur 1 is een perspectivisch aanzicht van een teelt-element volgens de uitvinding; figuur 2 is een bovenaanzicht van een teeltsysteem dat is samengesteld uit teeltelementen uit figuur 1; figuur 3 is een doorsnede door een hellende ondergrond, waarover teeltelementen uit figuur 1 zijn aangebracht; figuur 4 is een doorsnede van een teeltsysteem met andere teeltelementen, waarmee een object is gecamoufleerd; en figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van een teeltsysteem volgens de uitvinding dat in een kas is uitgelegd en bestemd is voor de substraatteelt van planten.

Figuur 1 toont een teeltelement 1 volgens de uitvinding. Het teeltelement 1 omvat een waterdoorlatend doek 2 waarop een aantal groeimatten zijn bevestigd met bevestigingsmiddelen 7, die in dit geval bestaan uit twee onderling evenwijdige banden, die onder insluiting van de groeimatten 3-6 zijn gestikt op het waterdoorlatende doek.

Als waterdoorlatend doek wordt meestal een weefsel gebruikt. Dit weefsel kan bestaan uit een kunststof, zoals polyetheen, polyetheentereftalaat, polyvinylchloride, een natuurprodukt, zoals kokos of jute. In geval van een waterafstotend doek kunnen deze weefsels worden voorzien van een waterafstotende kunststoflaag. De dikte van het doek wordt bepaald door zijn toepassing en varieert in de praktijk tussen ongeveer 0,5 en 20 mm. Bij voorkeur bestaan de banden 8 uit hetzelfde materiaal als het waterdoorlatende doek.

De groeimatten 3-6 bestaan in dit geval uit coherente blokken groeisubstraat. Dit groeisubstraat kan bestaan uit organisch, synthetisch en/of anorganisch materiaal. Te denken valt aan minerale wol, zoals steenwol en glaswol, geschuimde kunststoffen, grondsoorten en humeus materiaal, en eventueel praktische mengsels daarvan. Ook kan een niet-coherente massa groeisubstraat van dezelfde materialen worden gebruikt.

In geval van de groeimatten 3-6 is hun onderlinge afstand a bijvoorbeeld 2 cm.

Het doek 2 is voorzien van twee korte langsstroken 9 en 10, en van twee lange langsstroken 11 en 12.

Zoals getoond in figuur 2 omvat het teeltsysteem 13 volgens de uitvinding een aantal teeltelementen 1 uit figuur 1, waarbij de langsstroken 9 en 10; 11 en 12 onderling over lappend zijn aangebracht en eventueel onderling verbonden zijn, waardoor een groot gesloten onderdoek bestaat, waarop de groeimatten zijn bevestigd.

Een toepassing van het teeltsysteem volgens figuur 2 is getoond in figuur 3. Het teeltsysteem 13 is aangebracht op een hellende ondergrond 14, die geen capillair gedrag vertoont, en derhalve kan het doek 2 bestaan uit een waterdoor-latend doek. Het doek 2 is het profiel van de ondergrond 14 volgend daarop aangebracht, terwijl de korte langsstroken 9 en 10 overlappen. Door middel van een toevoerleiding 15 wordt water toegevoerd aan de hoogst gelegen groeimat, en onder invloed van de zwaartekracht vloeit het water af over de hellende doeken 2 naar de lager gelegen groeimatten. Aldus wordt een teeltsysteem verschaft met een daarop florerende begroeiing 16. Deze begroeiing 16 kan bestaan uit allerhande kruiden, onkruiden, grassen, die vooraf in de groeimatten kunnen zijn geteeld en/of gezaaid.

Figuur 4 toont een ander teeltsysteem 40 volgens de uitvinding voor het camoufleren van een object 17 met een begroeiing 18. Het in de ondergrond 42 gefundeerde object 17 is bedekt met een teeltelement 19 volgens de uitvinding. Het teeltelement 19 bestaat uit een waterondoorlatend doek 20 waarop ruggen 21 groeimedium, in dit geval een granulaat van minerale wol, zijn bevestigd met een geperforeerd doek 22 dat tussen de ruggen 21 aan het waterondoorlatende doek vast is gelast. Door het geperforeerde doek 22 heen groeit de begroeiing 18.

Vanaf de zijkant 41 van het object rust het doek 20 op een rooster van draden 23 die zijn gespannen tussen een pen 24 die is bevestigd op het object 17, en een pen 25 die is bevestigd in de ondergrond 42.

Aan de andere zijde 24 van het object 17 hangt het doek 20 vrij af en volgt vervolgens opnieuw het profiel van de ondergrond 42.

Met behulp van een op het object opgestelde sproeier 26 wordt met behulp van waterstralen 27 de begroeiing 18 regelmatig van water voorzien.

Tenslotte toont figuur 5 een teeltsysteem 28 volgens de uitvinding, waarbij in kunststof zakken 29 ingehulde groei- teeltelementen 32 en 33 van dit teeltsysteem 28 overlappen elkaar met de langsstroken 43 respectievelijk 44 die naar believen vast met elkaar kunnen zijn verbonden. Aldus ontstaat een teeltsysteem 28 met rijen groeimatten 30 met bijvoorbeeld twee zakopeningen 34. Op deze zakopeningen worden groeiblokken 35 geplaatst, via welke planten 36 tot in de groeimatten uitgroeien. Door middel van een toevoerleiding 37 en druppelaars 38 wordt voedingsmedium, water met voedingsstoffen, aan de groeiblokken 35 toegevoegd. Aldus is een teeltsysteem 28 verschaft, dat snel in een gewenst patroon op een groot oppervlak in een kas kan worden uitgelegd.

Claims (11)

1. Teeltelement, omvattende een doek en tenminste twee op afstand van elkaar met bevestigingsmiddelen op het doek bevestigde groeimatten.

2. Teeltelement volgens conclusie 1, waarin tenminste één rij langwerpige groeimatten op het doek is bevestigd.

3. Teeltelement volgens conclusie 2, waarin de groeimatten op een regelmatige afstand van elkaar zijn gelegen.

4. Teeltelement volgens conclusie 1-3, waarin een doekstrook van het doek zijdelings naast de groeimatten zich uitstrekt.

5. Teeltelement volgens conclusie 1-4, waarin het doek waterondoorlatend is.

6. Teeltelement volgens conclusie 1-4, waarin het doek waterdoorlatend is.

7. Teeltelement volgens conclusie 1-6, waarin de bevestigingsmiddelen banden omvatten.

8. Teeltelement volgens conclusie 7, waarin de bevestigingsmiddelen uit doekmateriaal zijn vervaardigd.

9. Teeltelement volgens conclusie 1-8, omvattende middelen voor het toevoegen van groeimedium aan de groeimatten .

10. Teeltsysteem omvattende tenminste één teeltelement volgens conclusie 1-9, die over een ondergrond heen is aangebracht .

11. Teeltsysteem volgens conclusie 10, waarin twee teeltelementen via tenminste één doekstrook onderling verbonden zijn.