NL9000501A - Vaartuig. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Vaartuig

De uitvinding heeft betrekking op een vaartuig voorzien van een naast of onder het vaartuig afhangend kokervormig orgaan, bestemd om door het kokervormig orgaan materiaal op een onder water gelegen bodem te storten.

Een dergelijk vaartuig is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8102244. Zoals in deze aanvraag uiteengezet wordt een dergelijk vaartuig ingezet om bijvoorbeeld stenen te storten ter bescherming van de bodem en/of van op de bodem gelegde voorwerpen zoals pijpleidingen of dergelijke. Dit vaartuig wordt met succes gebruikt met toepassing van een kokervormig orgaan opgebouwd uit stalen netten.

Er is echter ook veel vraag naar het op grotere diepte storten van zand of dergelijk fijn korrelig materiaal, bijvoorbeeld voor het isolerend afdekken van pijpleidingen. Bij gebruikmaking van de nu gebruikelijke uitvoering waarbij het kokervormige orgaan uit stalen netten is opgebouwd blijkt echter teveel van dit materiaal door de mazen van het net te ontwijken en dus niet op de beoogde plaats terecht te komen.

Met de uitvinding wordt dan ook beoogd een vaartuig van bovengenoemde soort te verkrijgen met behulp waarvan ook fijnkorrelig materiaal op effectieve wijze op de gewenste plaats op een onder water liggend bodemoppervlak resp. over op dit bodemoppervlak liggende voorwerpen kan worden gestort.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het kokervormige orgaan is opgebouwd uit een aantal boven elkaar opgestelde, aan hun boven- en onderzijde open mantels, welke in neerwaartse richting enigzins taps toelopen, waarbij het boveneinde van een mantel het ondereinde van een daar boven gelegen mantel overlapt onder de vorming van een spleet tussen deze beide manteleinden.

Het zal duidelijk zijn, dat het fijnkorrelige materiaal niet door de een gesloten oppervlak bezittende mantels kan ontwijken, terwijl daarbij door de taps naar beneden toelopende vormgeving van de mantels en het aanwezig zijn van de spleten tussen de elkaar overlappende einden van de mantels een effectieve neerwaartse stroming van water en zich daarin bevindend stortmateriaal zal optreden, hetgeen ook bij het storten van fijn materiaal zoals zand een verhoudingsgewijs grote produktiecapaciteit, dat wil zeggen het storten van een verhoudingsgewijs groot aantal tonnen stortmateriaal per tijdseenheid, zal opleveren.

Uiteraard is de constructie volgens de uitvinding niet alleen geschikt voor het storten van fijn korrelig materiaal als zand, maar ook voor het storten van steen of dergelijke. Indien daarbij de mantels uit materiaal zijn vervaardigd met een laag soortelijk gewicht, bijvoorbeeld vergelijkbaar met het soortelijk gewicht van water, kan een kokervormig orgaan van aanzienlijke lengte worden toegepast, zonder dat daarbij ongewenst grote krachten op het kokervormig orgaan ondersteunende delen worden uitgeoefend, zodat de inrichting volgens de uitvinding ook is geschikt voor het storten op grotere dieptes.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsmogelijkheid van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch een deel van een vaartuig met een daardoor ondersteund kokervormig orgaan in de gebruiksstand.

Figuur 2 toont een met fig. 1 overeenkomende weergave met het kokervormige orgaan in samengetrokken stand.

Figuur 3 toont op grotere schaal enkele deel van het kokervormige orgaan uitmakende mantels.

In figuur 1 is schematisch een vaartuig 1 weergegeven. Dit vaartuig is voorzien van een langs of door de romp van het vaartuig verlopende schacht 2. Ter hoogte van deze schacht zijn lieren 3 opgesteld met behulp waarvan onder gebruikmaking van kabels 4 een blok 5 is opgehangen. Dit blok 5, dat het ondereinde van de hieronder nog nader te beschrijven stortkoker vormt, is voorzien van schematisch aangeduide aandrijfmotoren 6 met behulp waarvan het blok 5 en daarmede het ondereinde van de stortkoker in haaks op elkaar en dwars op de lengteas van de stortkoker verlopende richtingen kan worden verplaatst.

De eigenlijke stortkoker is opgebouwd uit een aantal boven elkaar opgestelde mantels 7. Zoals schematisch in fig. 3 is weergegeven zijn de mantels 7 nabij hun boveneinden met koppelorganen 8 scharnierend gekoppeld aan zich omhoog uitstrekkende kabels 9. Zoals verder uit de figuren blijkt zijn de aan hun onder- en boveneinde open mantels 7 enigzins naar beneden toe taps toelopend. Daarbij is de verbinding tussen de mantels 7 en de kabels 9 zodanig, dat in de gebruikstand het boveneinde van een mantel 7 het ondereinde van een daarboven gelegen mantel 7 omgeeft onder het vormen van een tussen de desbetreffende uiteinden van de mantels gelegen spleet 10.

Zoals verder uit fig. 1 en 2 blijkt is het onderste einde van de onderste mantel 7 gelegen in het boveneinde van een in het blok 5 aangebrachte doortocht 11.

Voor het storten van stortmateriaal, zoals bijvoorbeeld zand of gesteente kan zich in het ruim van het vaartuig 1 bevindend stortmateriaal met behulp van een transportband 12 in het boveneinde van de stortkoker worden gestort zodat dit stortmateriaal door de door de mantels 7 gevormde stortkoker naar beneden valt.Hierbij zal een neerwaartse stroming in de stortkoker optreden en door de spleten 10 tussen de boven elkaar gelegen mantels van de stortkokers water in het inwendige van de stortkoker kunnen worden aangezogen, een en ander zoals met pijlen in de figuren is aangeduid. Dientengevolge zal ook bij fijn stortmateriaal zoals bijvoorbeeld zand, toch een verhoudingsgewijs grote hoeveelheid stortmateriaal per tijdseenheid door de stortkoker naar beneden kunnen bewegen.

De de mantels vormende stortkoker 7 kan met behulp van de kabels 9 zijn opgehangen aan de lieren 3 of aan verdere op het vaartuig aangebrachte lieren met behulp waarvan de stortkoker kan worden opgeheven. Daarbij kunnen de tapsverlopende mantels 7 in elkaar worden geschoven, zoals schematisch aangeduid in fig. 2, zodat buiten bedrijf de de stortkoker vormende mantels slechts verhoudingsgewijs weinig ruimte in beslag zullen nemen.Daarbij kunnen eventueel de in elkaar geschoven mantels groepsgewijs worden afgenomen en op het vaartuig worden opgeborgen terwijl bij het uitbrengen van de stortkoker het aanbrengen van de opvolgende mantels boven elkaar weer groepsgewijs kan plaatsvinden.

Bij voorkeur zijn de mantels 7 uit een materiaal vervaardigd met een soortelijk gewicht althans nagenoeg overeenkomend met het soortelijk gewicht van water. Bij gebruikmaking van dergelijke mantels zullen geen ongewenst hoge krachten op de de mantels ondersteunende kabels en dergelijk worden uitgeoefend, zodat een uit mantels 7 opgebouwd kokervormig orgaan van grote lengte kan worden toegepast (dus storten op grote diepte), zonder dat ongewenst grote krachten op de kabels 9 en de kabels 9 met het vaartuig een verbindende onderdelen worden uitgeoefend.

Claims (5)

1. Vaartuig voorzien van een onder of naast het vaartuig afhangend kokervormig orgaan bestemd om door het kokervormig orgaan materiaal op de onder water gelegen bodem te storten, met het kenmerk, dat het kokervormige orgaan is opgebouwd uit een aantal boven elkaar opgestelde, aan hun boven- en onderzijden open mantels, welke in een neerwaartse richting enigzins taps toelopen, waarbij het boveneinde van een mantel het ondereinde van een daarboven gelegen mantel overlapt onder vorming van een open spleet tussen deze beide mantel einden.

2. Vaartuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mantels zijn vervaardigd uit een materiaal met een soortelijk gewicht, althans nagenoeg gelijk aan het soortelijk gewicht van water.

3. Vaartuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de mantels nabij hun boveneinden zijn gekoppeld aan de mantels onderling verbindende flexibele organen, zoals kettingen of kabels.

4. Vaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderste deel van het kokervormig orgaan is gekoppeld met een op het vaartuig aangebrachte hijsinrichting.

5. Vaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderste deel van het kokervormige orgaan is voorzien van aandrijfmiddelen voor het dwars op de lengterichting van het kokervormige orgaan verplaatsen van dit onderste deel.2