NL9000150A - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager. Download PDF

Info

Publication number
NL9000150A
NL9000150A NL9000150A NL9000150A NL9000150A NL 9000150 A NL9000150 A NL 9000150A NL 9000150 A NL9000150 A NL 9000150A NL 9000150 A NL9000150 A NL 9000150A NL 9000150 A NL9000150 A NL 9000150A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
radiation
areas
writing power
optical properties
Prior art date
Application number
NL9000150A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL9000150A priority Critical patent/NL9000150A/nl
Priority to US07/612,742 priority patent/US5255007A/en
Priority to EP90203395A priority patent/EP0438828B1/en
Priority to DE69019720T priority patent/DE69019720T2/de
Priority to ES90203395T priority patent/ES2073516T3/es
Priority to KR1019910000680A priority patent/KR100188378B1/ko
Priority to SU914894156A priority patent/RU2060563C1/ru
Priority to SK112-91A priority patent/SK280675B6/sk
Priority to CS1991112A priority patent/CZ287232B6/cs
Priority to CN91100339A priority patent/CN1023844C/zh
Priority to JP3020303A priority patent/JP2908887B2/ja
Publication of NL9000150A publication Critical patent/NL9000150A/nl
Priority to HK171696A priority patent/HK171696A/xx

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/24Record carriers characterised by shape, structure or physical properties, or by the selection of the material
    • G11B7/26Apparatus or processes specially adapted for the manufacture of record carriers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/24Record carriers characterised by shape, structure or physical properties, or by the selection of the material
    • G11B7/2407Tracks or pits; Shape, structure or physical properties thereof
    • G11B7/24085Pits
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/36Monitoring, i.e. supervising the progress of recording or reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/004Recording, reproducing or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • G11B7/0045Recording

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon vangebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor hetvormen van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen inregistratiedrager voorzien van een registratielaag, bij welke werkwijzede registratielaag plaatselijk wordt verwarmd met stralingspulsen meteen voldoende hoog schrijfvermogen om de verandering in optischeeigenschappen te doen plaatsvinden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichtingvoor het aanbrengen van gebiedjes met veranderde optische eigenschappenin een registratiedrager met een registratielaag, welke inrichting isvoorzien van middelen voor het aftasten van de laag met behulp van eenschrijfstralingsbundel, van middelen voor het moduleren van vermogen vande stralingsbundel ter verkrijging van stralingspulsen met eenschrijfvermogen dat voldoende hoog is om de verandering in optischeeigenschappen te doen plaatsvinden, en van middelen voor het instellenvan het schrijfvermogen, van detectiemiddelen welke staan opgesteld voorhet detecteren van de mate waarin een eigenschap, die de veranderdeoptische eigenschappen aangeeft, voorkomt in de straling die afkomstigvan het afgetaste gedeelte van de registratiedrager.
Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn onder anderebekend uit öS 4.225.873. Aldaar wordt een optische informatie-optekeninrichting beschreven voor het optekenen van informatie in devorm van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappenin een stralingsgevoelige laag van een optische registratiedrager. Tenbehoeve van de verificatie van het aangebrachte patroon wordt ditpatroon tijdens het aanbrengen van de gebiedjes uitgelezen met behulpvan een additionele verficatiebundel. Op basis van het uitgelezenpatroon wordt het schrijfvermogen continue aangepast overeenkomstig eenvoorafbepaalde criterium ten einde de afmetingen van de aangebrachtegebiedjes in grote mate onafhankelijk te maken van wisselendeoptekenomstandigheden, zoals bijvoorbeeld vervuiling van het oppervlakvan de registratiedrager, of verandering van de vorm van de aftastvlekdie door de schrijfstralingsbundel op de stralingsgevoelige laag wordt veroorzaakt. Het aftasten van de stralingsgevoelige laag met deadditionele verificatie is vanwege de technisch moeilijkerealiseerbaarheid en de daarmee gepaard gaande hoge kosten, eenbezwaar. Dit geldt vooral voor optekeninrichtingen welke bestemd zijnvoor de consumentenmarkt, omdat daarbij het kostenaspect extra zwaarweegt.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van eenwerkwijze en inrichting volgens de openingsparagrafen, waarmee opeenvoudige wijze een continue aanpassing van het schrijfvermogen kanworden verkregen. Voor wat betreft de werkwijze wordt volgens deuitvinding dit doel bereikt doordat een maat voor de snelheid waarmee degebiedjes worden gevormd bepaald wordt, waarbij het schrijfvermogenwordt aangepast in afhankelijkheid van de bepaalde maat. Voor watbetreft de inrichting wordt dit doel bereikt doordat de inrichting isvoorzien van meetmiddelen voor het uit het meetsignaal afleiden van eenvormingsnelheidsignaal dat indicatief is voor de snelheid waarmee devorming van de gebiedjes plaatsvindt, en van middelen voor het aanpassenvan het schrijfvermogen in afhankelijkheid van hetvormingsnelheidsignaal.
De uitvinding berust mede op het inzicht dat afmetingenvan de aangebrachte registratiegebiedjes sterk zijn gecorreleerd met desnelheid waarmee deze gebiedjes worden gevormd. Door aanpassing van hetschrijfvermogen in afhankelijkheid van de snelheid van vorming van degebiedjes kan de invloed van de wijzigende optekenomstandigheden op deafmeting van de gebiedjes worden verminderd .
Een maat voor snelheid van vorming van de gebiedjes kanbijzonder eenvoudig worden verkregen bij een uitvoeringsvorm van dewerkwijze gekenmerkt doordat tijdens de vorming van de gebiedjes eenstralingseigenschap van de door de registratiedrager gereflekteerde ofdoorgelaten, en van de stralingsbundel afkomstige, straling wordtgedetecteerd, die indicatief is voor de veranderde optischeeigenschappen, waarbij op basis van de mate waarin destralingseigenschap voorkomt de maat voor de snelheid van de vormingwordt afgeleid.
Een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze wordtgekenmerkt doordat de maat voor de snelheid wordt verkregen doorbepaling van de mate waarin de genoemde stralingseigenschap in de straling voorkomt op tijdstippen die op voorafbepaalde tijdafstanden nade begintijdstippen van de stralingspulsen zijn gelegen, en waarbij opbasis van deze bepaling het verschil tussen de genoemde bepaalde mate ende mate waarvan eigenschap in de momentane stralings voorkomt, wordtgeïntegreerd in meetijdintervallen van constante lengte die opvoorafbepaalde tijdafstanden na de begintijdstippen van destralingspulsen zijn gelegen.
Een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze wordtgekenmerkt doordat de maat voor de snelheid wordt genormeerd door delingdoor de mate waarin de stralingseigenschap voorkomt bij een bestralingvan een gedeelte van de laag waarin nog geen verandering van de optischeeigenschappen heeft plaatsgevonden.
Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat eventuelevariaties van de optische eigenschappen van de nog "onbeschreven" laaggeen verstorende invloed hebben op de bepaling van hetvormingsnelheidsignaal. Een bijzondere nauwkeurige aanpassing van deinstelling van het schrijfvermogen wordt verkregen bij eenuitvoeringsvorm van de werwkijze welke is gekenmerkt doordat tijdenseen ijkprocedure gebiedjes worden aangebacht met stralingspulsen vanverschillend schrijfvermogen en waarbij volgens een voorafbepaaldcriterium aangebrachte gebiedjes met een optimale vorm wordengeselecteerd en waarbij de genoemde maat voor de snelheid van vormingwelke is verkregen bij aanbrenging van gebiedjes met de optimale vorm,wordt gebruikt als referentiewaarde, waarbij bij de vorming van ve.rderegebiedjes het schrijfvermogen wordt aangepast in afhankelijkheid van hetverschil tussen de referentiewaarde en de maat voor de snelheid van devorming die tijdens de vorming van de verdere gebiedjes wordtafgeleid. Bij deze werkwijze wordt de aanpassing van de schrijfvermogenverkregen op basis van een referentiesignaalwaarde die optimaal is voorde gebruikte laag.
De werkwijze volgens de uitvinding biedt verder nog demogelijkheid om in het geval de optekenomstandigheden zodanig sterk zijngewijzigd dat betrouwbare aanbrenging van de gebiedjes niet meer kanworden gegarandeerd, dit vastgesteld kan worden op basis van hetingestelde schrijfvermogen. Een uitvoeringsvorm van de werkwijze waarbijvan deze eigenschap voordelig gebruik wordt gemaakt wordt gekenmerktdoordat de aanbrenging van gebiedjes wordt onderbroken als het aangepaste schrijfvermogen langer dan een voorafbepaald tijdsintervalgroter of gelijk is dan een bepaalde grenswaarde.
De uitvinding zal nader worden toegelicht onderverwijzing naar de figuren 1 tot en met 8, waarin figuur 1 een gebruikelijke verdeling toont van hetvermogen over de aftastvlek die bij aftasting van van een laag met eenstralingsbundel wordt verkregen, figuur 2 het verloop toont van het vermogen van de dooreen laag gereflekteerde vermogen tijdens de vorming van een gebied roetverminderde reflektiviteit, figuur 3 en 7 uitvoeringsvormen van de inrichting volgensde uitvinding tonen, figuur 4a en 4b ter illustratie het stralingsvermogen eneen uit de gereflekteerde straling afgeleid meetsignaal tonen zoalsdeze voorkomen bij inrichtingen van figuur 3 en 7, figuur 4c een voorbeeld van een patroon van gebiedjes metveranderde optiche eigenschappen toont, figuur 5 en 6 schakelingen tonen voor toepassing in deinrichtingen van figuren 3 en 7, en figuur 8 een stroomdiagram toont van een programma datdoor een microcomputer in de inrichting van figuur 7 uitgevoerd.
Bij een gebruikelijke werkwijze voor het aanbrengen vangebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een laag wordt dezelaag afgetast met een stralingsbundel met pulserende vermogen. Daarbijwordt bij elke stralingspuls met een voldoende hoog schrijfvermogen eengebied van de laag tot een zodanig hoge temperatuur verwarmd, dat diteen optische detekteerbare verandering ontstaat, zoals bijvoorbeeld eenreflectieverandering, structuurverandering of verandering vanpolarisatierichting van magnetisatie. In het vervolg zullen de gebiedjesmet veranderende optische eigenschappen kortweg effect genoemd worden.Een voor aanbrenging van de effecten geschikte registratiedrager kanbijvoorbeeld bestaan uit substraat met een kleurstoflaag, welke bijverwarming een permanente structuurverandering ondergaat. Eenvoor aanbrenging van de effecten geschikte laag kan ook bestaan uit eenmateriaal dat bij verwarming een struktuurverandering van kristallijnnaar amorf of omgekeerd ondergaat, of uit een magneto-optische materiaalwaarbij een verandering van magnetisatierichting wordt bewerkstelligd in de verwarmde gedeelten van de laag. Het vormingsproces van de effectenblijkt vooral afhankelijk te zijn van de verdeling van hetstralingsvermogen over de aftastvlek die door de stralingsbundel op delaag wordt veroorzaakt. In figuur 1 is ter illustratie hetstralingsvermogen I per oppervlakte eenheid weergegeven als functie vande afstand x tot het centrum xo van de aftastvlek. De vermogensverdelingin de aftastvlek is sterk afhankelijk van de optekenomstandigheden,zoals bijvoorbeeld de hoek waaronder de stralingsbundel de laag treft.Ook verandering in het optisch stelsel voor het richten van destralingsbundel op de laag kan invloed hebben op de vermogensverdelingbinnen de aftastvlek. Dergelijke variaties in de vermogensverdeling,welke tijdens de aanbrenging van de effecten onvermijdelijk zijn, hebbengrote invloed op de afmetingen van de aangebrachteeffecten. In het geval dat de stralingsbundel via een transparantsubstraat op de laag wordt gericht, heeft vervuiling van het substraatoppervlak, bijvoorbeeld als gevolg van vingerafdrukken, ook een groteinvloed op de vermogensverdeling binnen de aftastvlek en daarmee dus opde afmetingen van de effecten.
Het is gebleken dat de nadelige invloed van veranderingenin de vermogensverdeling in sterke mate verminderd kan worden door hetschrijfvermogen van de stralingspuls aan te passen, zodanig dat desnelheid waarmee de effecten worden gevormd in hoofdzaak konstantgehouden wordt. Een maat voor de bepaling van deze snelheid kan tijdensde vorming van de effecten worden afgeleid uit de invloed van dezeeffecten op de door de laag gereflecteerde straling. Indien bijvoorbeeldvoor de laag een materiaal wordt gebruikt waarvan de structuur onderinvloed van de verwarming met de stralingsbundel wordt veranderd, kan desnelheid van de vorming van het gebied afgeleid worden uit deverandering van de hoeveelheid door de laag gereflekteerde straling.
Bij toepassing van magneto-optische materialen kan dit door detectie vande polarisatierichtingverandering in de gereflecteerde stralingsbundel.Ter illustratie is in figuur 2, voor een laag bestaand uit een materiaalwaarbij de structuur veranderd wordt bij bestraling, het door delaag gereflecteerde stralingsvermogen P1 aangegeven als functie van detijd in het geval dat de laag met een stralingspuls van constantvermogen ter lengte van T wordt bestraald. Aan het begin van destralingspuls (t=0) heeft nog geen vorming van een effect met verminderde reflectiviteit. plaatsgevonden, en zal het gereflecteerdestralingsvermogen hoog zijn. Als gevolg van de door de bestralingveroorzaakte verwarming zal een zich uitbreidend effect onstaan waardoorhet gereflecteerde vermogen P zal afnemen met een snelheid diegerelateerd is aan de snelheid van de effectvorming. Een maat voor desnelheid waarmee de effectvorming plaatsvindt zou bijvoorbeeld hetverschil ΔΡ kunnen zijn tussen het gereflecteerde vermogen Pio aan hetbegin van de stralingspuls van het gereflecteerde stralingsvermogen Pi1op een tijdstip t1 dat een voorafbepaald tijdsinterval ΔΤ ten opzichtevan het begin van de stralingspuls is verschoven. Een ander bijzondergeschikte maat σ' voor de snelheid waarmee het registratiegebiedjewordt gevormd is in de onderstaande formule aangegeven.
Figure NL9000150AD00071
waarin t.2 een tijdstip is dat een vast tijdsinterval na het begin van destralingspuls is gelegen; waarin ΔΤ2 een tijdsinterval met constante lengte is, dat geheel binnenhet tijdsinterval is gelegen waarin de stralingspuls wordt opgewekt.
In figuur 2 is voor het geval dat t.2 samenvalt met hetbegin van de stralingspuls en de lengte van ΔΤ2 gelijk is aan depulsduur T de grootte van de maat a' aangegeven door het gearceerdeoppervlak 1.
Het zij opgemerkt dat de reflectiviteit van de laagwaarin nog geen effecten (verderop aangeduid als onbeschreven laag) zijnaangebracht op zich reflectievariaties kan vertonen. Deze variatieshebben een fout in de bepaling van de maat σ' voor de snelheid vaneffectvorming tot gevolg. De invloed hiervan kan worden geelimineerddoor een maat voor de reflectiviteit van de onbeschreven laag te bepalenen de bepaalde maat er' door deling met deze maat te normeren. De maatvoor de reflectiviteit van de onbeschreven laag kan bepaald worden doorkort voor de stralingspuls het vermogen van de stralingsbundel op eenbepaald laag niveau in te stellen waarbij geen reflectieverandering vande laag plaatsvindt, en daarbij als maat voor de reflectiviteit van deonbeschreven laag het gereflecteerde stralingsvermogen te bepalen.
In figuur 3 is een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding weergegeven waarbij het schrijfvermogen inafhankelijkheid van een vormingsnelheidsignaal, dat indicatief is voorde snelheid van de effectvorming, wordt ingesteld. Met verwijzingscijfer2 word een schrijfvormige registratiedrager weergegeven welke isvoorzien van een laag 3, welke bij verwarming tot boven een bepaaldeschrijftemperatuur een optisch detecteerbare verandering ondergaat. Eendergelijke registratiedrager kan bijvoorbeeld bestaan uit eentransparant substraat 4, waarop de laag 3 is aangebracht. Deregistratiedrager wordt met een gebruikelijke aandrijfsysteem 5 inrotatie gebracht om een as 6. Tegenover de roterende registratiedrager 2is een optische schrijfkop 7 van gebruikelijke soort opgesteld voor hetrichten van een stralingsbundel 8 op de laag 3. Een dergelijkeschrijfkop 8 kan daartoe voorzien zijn van een stralingsbron,bijvoorbeeld in de vorm van een laser 9, voor het opwekken van destralingsbundel 7, en een focusseerobjectief 10 voor het focusseren vande stralingsbundel 7 op de laag 3. Een stuurschakeling 13 stuurt hetvermogen van de door de laser 9 opgewekte stralingsbundel 7overeenkomstig een tweewaardig informatiesignaal Vin tussen eenschrijfvermogen Ps dat evenredig is met een instelsignaal waarde Ih eneen laag vermogen Pl dat evenredig is met een instelsignaal II waarde(zie figuur 4a). Het schr.i.jfvermogen Ps is voldoende hoog om het door debundel 7 afgetastte gedeelte van de laag 3 plaatselijk tot boven deschrijftemperatuur te verwarmen. Het vermogen Pl .is onvoldoende om delaag 3 tot boven de schrijftemperatuur te verwarmen.
Figuur 4a toont ter illustratie het verloop van hetstralingsvermogen P van de stralingsbunel 7. Zoals uit deze figuurblijkt is het intensiteitsverloop pulsvormig waarbij intervallen waarinstralingspulsen met een constant schrijfvermogen Ps worden opgewektworden afgewisseld met intervallen, waarin het stralingsvermogen van destralinggsbundel ingesteld is op het lage vermogen Pl.
Als gevolg van een dergelijk verloop van het vermogen Pwordt in de laag 3 een patroon van effecten 41 met veranderde optischeeigenschappen aangebracht (zie figuur 4c). Daar de in de laag 3aangebrachte verandering optische eigenschappen betreft vertoont in dedoor de laag 3 gereflecteerde stralingsbundel een eigenschap dieindicatief voor de verandering van de optische eigenschap. Bij lagenwaarbij de verandering van optische eigenschappen bestaat uit een reflectiviteitssverandering of een structuurverandering is het vermogenvan de gereflecteerde bundel indicatief voor de aangebrachte veranderingoptische eigenschappen. In het geval dat de laag 3 een magneto-optischelaag is waarin door de stralingspulsen plaatselijk verandering van demagnetisatierichting wordt bewerkstelligd, wordt deze verandering in degereflecteerde bundel aangegeven door veranderende polarisatierichtingenvan de gereflecteerde straling. Ten behoeve van de detectie van deeigenschap van de gereflecteerde bundel, die de verandering van optischeeigenschappen aangeeft, is de schrijfkop 8 voorzien van eenbundelscheidend element, bijvoorbeeld een halfdoorlatende spiegel 10,voor het naar een geschikt detectorstelsel 11 leiden van degereflecteerde stralingsbundel. Het detektorstelsel 11 geeft een signaalVm af dat de mate aangeeft waarin de te detecteren eigenschap in degereflecteerde bundel aanwezig is. Ter illustratie is in figuur 4b hetverloop van het signaal Vm aangegeven als functie van de tijd t. In eeninstelschakeling 12 wordt uit het signaal Vm een maat voor de snelheidvan de vorming van het effect afgeleid en wordt door aanpassing van hetschrijfvermogen P zodanig ingesteld dat de afgeleide maat voor desnelheid van effectvorming in hoofdzaak constant blijft
In figuur 5 is een geschikt meetschakeling 50 weergegevenvoor het bepalen van een maat α voor de snelheid van gebiedsvormingvolgens de volgende relatie
Figure NL9000150AD00091
waarin Vm(o) de waarde van het meetsignaal Vm aangeeft aan het begin vaneen van de stralingspulsen;
Vm(t) de momentane waarde van het meetsignaal tijdens de stralingspulsenaangeeft,
Vml de waarde van het meetsignaal tussen de stralingspulsen aangeeft, enwaarin T een integratieinterval aangeeft dat direct aansluit op hetbegin van de stralingspulsen.
In figuur 4 zijn de groottes van de gearceerdeoppervlakken indicatief voor de waarde van a.
Ter bepaling van de waarden Vm(o) en Vml is demeetschakeling 50 voorzien van respectievelijk een eerstebemonsteringsschakeling 51 en tweede bemonsterjngsschakeling 52, waaraan het meetsignaal Vm wordt toegevoerd. Een besturingsschakelmg 53 leidtop een gebruikelijke wijze uit het signaal Vin stuursignalen af voor debemonsteringsschakeling 51 en 52, zodanig dat de bemonsteringsschakeling51 telkens de waarde van het meetsignaal aan het begin van destralingsimpulsen bemonstert en deze waarde vasthoudt tot het volgendebemonsteringsstijdstip en dat de bemonsteringsschakeling 52 telkenstussen twee stralingspulsen, bijvoorbeeld op een vast tijdstip na heteinde van een stralingspuls, de waarde van Vm bemonstert en vasthoudttot de volgende bemonstering.
De uitgang van bemonsteringsschakeling 51 is gekoppeldmet een stuuringang van een stroombron 54 die aan een condensator 55 eenstroom levert. De stroombron 54 is er een van een soort waarbij desterkte van de geleverde stroom evenredig is met de signaalwaarde op destuuringang. Het meetsignaal Vm wordt verder toegevoerd aan een tweedestroombron 56, die aan de condensator 55 een stroom onttrekt waarvan desterkte evenredig is met het meetsignaal Vm. Een ingang van een derdebemonsteringsschakeling 57 is aangesloten op de condensator 55. Debemonsteringsschakeling 57 wordt door de besturingsschakeling 53 zodanigbestuurd dat op het tijdstip dat over een .interval T ten opzichte vanhet begintijdstip van de stralingspuls is verschoven, de spanning overde condensator 55 wordt bemonsterd en wordt vastgehouden tot de volgendebemonstering. In het tijdsinterval tussen de door bemonsteringsschakeling 57 uitgevoerde bemonstering en het begin van envolgende stralingspuls wordt de condensator 55 kortgesloten door eenstuurschakeling 53 gestuurde schakelaar 58. Op deze wijze is aan deuitgang van de bemonsteringsschakeling 57 dus steeds de integraal vanhet verschil tussen het meetsignaal Vm(o) van de uitgang vanbemonsteringsschakeling 51 en de momentane waarde van het meetsignaal Vmbeschikbaar. Deze integraal is een maat voor de snelheid waarmee deeffecten worden gevormd. Het signaal aan de uitgang vanbemonsteringsschakeling 57 kan direct gebruikt worden als maat voor desnelheid van effectvorming. Echter om variaties in het signaal Vm diehet gevolg zijn van variaties in optische eigenschappen van de laag 3,welke geen relatie hebben met de snelheid van de effectvorming, teverminderen verdient het de voorkeur om de bepaalde integraalwaarde aande uitgang van de bemonsteringsschakeling 57 te normeren door dezeintegraalwaarde te delen door het uitgangssignaal van bemonsteringsschakeling 52. Hiertoe is de schakeling 50 voorzien van eendeelschakeling 59. Het genormeerde signaal aan de uitgang van dedeelschakeling 59 zal voortaan aangeduid worden als het genormeerdevorm.ingsnelheidsignaal a(t).
Het zij opgemerkt dat het voor de bepaling voor hetvormingsnelheidsignaal a(t) niet noodzakelijk is dat hetintegratie-interval direct aansluit op het begin van de stralingpulsen.Het integratieinterval kan ook een vaste tijd ten opzichte van het beginzijn verschoven. Echter omdat de veranderingen van het signaal Vm directna het begin van de stralingspulse het grootst zijn, verdient eenintegratie-interval dat direct aansluit op het begin van destralingspuls wel de voorkeur.
Verder zij het opgemerkt dat het voor de bepaling van eensignaal dat indicatief is voor de snelheid van effectvorming het nietnoodzakelijk is dat het meetsignaal Vm geïntegreerd wordt. Het is inprincipe ook mogelijk om op andere wijze de snelheid te bepalen waarmeede verandering van het meetsignaal, en daarna dus de snelheid vaneffectvorming, plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld door bepaling van hetverschil in het meetsignaal tussen twee voorafbepaalde tijdstippen nahet begin van een stralingspuls. Verder wordt opgemerkt dat de lengtevan de stralingspuls geen invloed heeft op de snelheid van effectvormingin het begin van de stralingspuls, zodat vergelijkbare maten voor desnelheid van effectvorming worden verkregen voor stralingspulsen metverschillende lengte zoals deze gebruikelijk voorkomen bij de optekeningvan informatiesignalen.
In het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld is vooreen zogeheten "zwartschrijvende" laag, waarbij als gevolg van een effectde hoeveelheid gereflecteerde straling vermindert. De uitvinding isechter evengoed toepasbaar voor een "witschrijvende" laag, waarbij dehoeveelheid gereflecteerde straling toeneemt als gevolg van een effect.
Figuur 6 toont een schakeling 60 voor het aanpassen vanhet schrijfvermogen van de stralingsbundel 7 in afhankelijkheid van hetvormingsnelheidsignaal a(t). In deze figuur zijn elementen dieovereenkomen met elementen in hiervoor beschreven figuren met dezelfdeverwijzingscijfers aangegeven. In schakeling 60 wordt in eenverschiltrap 61 het verschil bepaald tussen het vormingsnelheidsignaala(t) en een referentiesignaal aO. Het bepaalde verschil wordt aan een gebruikelijke regelschakeling, bijvoorbeeld een die een integratietrap 62 omvat, toegevoerd. De integratietrap 62 is van een soort die eenuitgangssignaal afgeeft waarvan de signaalwaarde een t.ijdsintegraal isvan het aan de integratietrap 62 toegevoerd signaal. Het uitgangssignaalAi van de integratietrap wordt eventueel via een signaalbegrenzingstrap 63 aan een opteltrap 64 toegevoerd. Aan de opteltrap 64 wordt echter eensignaal met signaalwaarde Iho toegevoerd, dat indicatief is voor eennominale instelwaarde van het schrijfvermogen Ps van de stralingsbundel7. De opteltrap 64 geeft aan een uitgang het signaal met deintegraalwaarde Ih af voor het instellen van het gewenste schrijfvermogen Ps. De werking van de schakeling 60 is als volgt. Dedoor de .i.nstelsignaalwaarde Iho aangegeven nominale waarde van hetschrijfvermogen R is zodanig gekozen dat onder optimaleschrijfomstandigheden de afmetingen van de daarbij verkregen effectenoptimaal is. Het referentiesignaal ao geeft de daarbij behorendesnelheid van effectvorming aan. Indien nu de optekenomstandighedenwijzigen worden er bij het nominale schrijfvermogen geen effecten metoptimale afmetingen gevormd. Hierdoor zal er een afwijking tussen hetreferentiesignaal ao en het vormingsnelheidsignaal a(t) ontstaan. Ditheeft weer een verandering van het uitgangssignaal Al van deintegratietrap 62 en daarmee een aanpassing van het schrijfvermogen Ps,tot gevolg. Aldus wordt het schrijfvermogen steeds zodanig aangepast dathet verschil tussen het vormingsnelheidsignaal a(t) en hetreferentiesignaal aO minimaal blijft. Daar de afmetingen van degebiedjes sterk gecorreleerd zijn met de snelheid van de effectvormingzullen als gevolg van de aanpassingen de afmetingen van de gebieden inhoofdzaak optimaal blijven bij wijzigende optekenomstandigheden.
Zoals in het hiervoorgaand reeds is vermeld, kan hetuitgangssignaal van de integratietrap 62 via begrenzingstrap 63 aan deoptelschakeling worden toegevoerd. De signaalbegrenzingstrap 63 is vaneen gebruikelijke soort die het doorgevoerde signaal begrenst tot eenbepaalde grenswaarde indien het aangeboden signaal deze grenswaardeoverschrijdt. Toepassing van de signaalbegrenzingsschakeling 63 isvooral voordelig in het geval dat de optekenomstandigheden zo drastischkunnen wijzigen dat compensatie door aanpassing van het schrijfvermogenPs niet meer mogelijk is. In dat geval wordt door toepassing van designaalbegrenzingstrap 63 voorkomen dat het ingestelde schrijfvermogen
Ps zo groot wordt dat schade kan ontstaan aan de laser 9 of aan deregistratiedrager 2. Een langdurige overschrijding van de grenswaardedoor het .ingangssignaal geeft bovendien aan dat de optekenomstandighedenzo drastisch gewijzigd zijn dat de aanbrenging van gebiedjes niet meerals betrouwbaar te beschouwen .is. Het verdient dan ook de voorkeur om indat geval de aanbrenging van gebiedjes wordt onderbroken. Dit kanbijvoorbeeld door een bewakingssignaal van de signaalbegrenzingstrap 63,dat aangeeft dat het ingangssignaal langer dan een voorafbepaalde tijdde grenswaarde overschrijdt, tezamen met het informatiesignaal V.i toe tevoeren aan een poortschakeling, bijvoorbeeld een EN-poort 65, welke dedoorvoer van het informaties.ignaal Vi al dan niet onderbreekt inafhankelijkheid van het bewakingssignaal.
Het zij opgemerkt dat de plaats van designaalbegrenzingstrap 63 .in figuur 6 niet beperkt is tot de weergegevenplaats, maar deze kan even goed tussen de opteltrap 64 en de trap 63worden aangebracht. Voor wat betreft de opwekking van hetbewakingssignaal dat detekteert of het gewenste ingesteldeschrijfvermogen langer dan een voorafbepaalde tijdsinterval groter ofgelijk aan een bepaalde grenswaarde is, zal het voor de vakman duidelijkzijn dat dit een dergelijke detectie op tal van verschillende wijzen kanworden gerealiseerd. Het referentiesignaal ao en de instelsignaalwaardeIho die het nominale schrijfvermogen aangeven, kunnen vast ingesteldewaardes zijn. Indien echter zeer hoge eisen aan de nauwkeurighed van deinstelling van het schrijfvermogen worden gesteld, verdient het devoorkeur om ten minste de referentiewaarde ao te bepalen tijdens eenafzonderlijke ijkprocedure die voorafgaat aan de eigenlijke aanbrengingvan het patroon van effecten. Tijdens een dergelijke ijkprocedure wordteen testpatroon van effecten aangebracht voor verschillende instellingenvan het schrijfvermogen, en daarbij wordt op basis van de aldusaangebrachte testpatronen het vormingsnelheidsignaal α dat behoort bijhet patroon met optimale afmetingen gekozen als referentiesignaal aO.Inrichtingen voor het bepalen van de patronen van effecten met optimaleafmetingen zijn onder andere beschreven in NL-A 8901591 en NL-A 8901345voor respectievelijk optische en magnetische aanbrenging van een patroonvan effecten met veranderde optische eigenschappen. De beide aanvragenNL-A 8901591 en NI.-A 8901345 worden hierbij door verwijzing geacht tezijn opgenomen in de beschrijving. Tijdens de ijkprocedure, welke in de hiervoorgaande octrooischnften is beschreven wordt eentestinformatiepatroon op adresseerbare plaats in een spoor op deregistratiedrager opgetekend bij verschillende schrijfvermogens Ps.Vervolgens worden deze testinformatiepatronen uitgelezen en wordt aan dehand van de uitgelezen informatie testinformatiepatronen met de optimaleschrijfintensiteit geselecteerd, en wordt het referentiesignaal aoingesteld op de bij dit bepaalde testinformatiepatroon behorendevormingsnelheidsignaal a. Een uitvoeringsvorm van een optekeninrichting,waarbij de instelsignaalwaarde Iho en het referentiesignaal ao wordtbepaald, tijdens een ijkprocedure, wordt getoond in figuur 7. Degetoonde optekeninrichting omvat aandrijfmiddelen, in de vorm van eenmotor 100 en draaitafel 101 voor het om een as 102 doen roteren van eenstralingsgevoelige registratiedrager 4', welk van een soort is waarop,door middel van een spoormodulatie van een servospoor, adresinformatieis opgetekend. Een dergelijke registratiedrager 4' is in detailbeschreven in de Nederlandse octrooiaanvragen NL-A 8800151, NL-A 8900766en NL-A 89001145 (PHN 12.398, PHN 12.887, PHN 12.925) welke aanvragenhierbij door verwijzing worden geacht te zijn opgenomen. De in dezeoctrooiaanvrage beschreven registratiedrager is voorzien van eenzogeheten wobbelend servospoor waarbij de frequentie van de wobbel isgemoduleerd overeenkomstig een plaatsinformatiesignaal dat adrescodesATIP omvat. Tegenover de roterende registratiedraer 4' staat eenoptische lees/schri.jfkop 105 van een gebruikelijke soort opgesteld,welke door middel van een positioneringsinrichting, bijvoorbeeld in devorm een motor 103 en een spindel 104, in radiële richting tenopzichte van de registratiedrager 4' kon worden verplaatst. Delees/schrijfkop 105 kan naar keuze zowel voor het aanbrengen vaninformatiepatronen als voor het uitlezen van informatiepatronen gebruiktworden. Daartoe is de leesschrijfkop 105 voorzien van halfgeleiderlaservoor het opwekken van een stralingbundel 107a met stralingsvermogen datinstelbaar is door middel van een sttiurschakelding 107. Destralingsbundel 107 wordt op bekende wijze gericht op het servospoor vande registratiedrager 4'. De stralingsbundel 107a wordt daarbijgedeeltelijk gereflekteerd door de registratiedrager 4', waarbij degereflekteerde bundel overeenkomstig de spoorwobbel, en bij aanwezigheidvan een informatiepatroon, tevens overeenkomstig het informatiepatroongemoduleerd wordt. De gereflekteerde bundel wordt naar een stralingsgevoelige detektor 108a geleid, welke een leessignaal VI"opwekt dat overeenkomt met de bundelmodulatie. Het signaal VI" omvateen door de spoorwobbel veroorzaakte component met een frequentie diebij nominale aftastsnelheid ongeveer 22 kHz bedraagt. Met behulp van eenmotorstuurschakeling 108 voor het sturen van de motor 100 wordt desnelheid van de motor zodanig geregeld dat de frequentie van de door despoorwobbel veroorzaakte component in het leessignaal VI" in hoofdzaakgelijk van 22 kHz wordt gehouden. Het leessignaal VI" wordt tevenstoegevoerd aan een detektieschakeling 109, die uit de door despoorwobbel veroorzaakte component in het leessignaal VI" adrescodesATIP afleidt en toevoert aan een besturingseenheid, welke bijvoorbeeldeen microcomputer 110 omvat. Verder wordt het leessignaal VI" aan eenversterkerschakeling 111 met een hoogdoorlaatkarakteristiek voor hetelimineren van de door de spoorwobbel veroorzaakte signaalcomponenten inhet leessignaal VI" toegevoerd. Het aldus van zijn laagfrequentecomponenten ontdane leessignaal VI' wordt toegevoerd aan deanalyseschakeling 65, van een type dat bijvoorbeeld in de hiervoorgenoemde aanvrage NI.-A 8901591 in detail is beschreven uitvoeringsvorm.Een analysesignaal Va aan de uitgang van de analyseschakeling 65 geeftaan in welke mate het patroon afwijkt van het optimale patroon wordteveneens aan de microcomputer 110 toegevoerd. De optekeninrichting isverder voorzien van een gebruikelijke CIRC-kodeerschakeling 112, waaraanvia een door de microcomputer 110 gestuurde schakelaar 115 het optekenen signaal Vi kan worden toegevoerd. De CIRC-kodeerschakeling 112is in serie geschakeld is met een gebruikte EFM-roodulator 113. Deuitgang van de EFM-modulator 113 is aangesloten op de stuurschakeling107. De stuurschakeling 107 is van een bestuurbare soort, welke tenbehoeve van het ontvangen van stuursignalen gekoppeld is met demicrocomputer 110. Afhankelijk van de door de microcomputer 110ontvangen stuursignalen regelt de stuurschakeling 107 de intensiteit vande opgewekte stralingsbundel 107a op een constante laag vermogen PI, ofregelt de stuurschakeling 107 het vermogen van de stralingsbundelovereenkomstig het van de EFM-modulator 113 ontvangen EFM-gemoduleerdesignaal tussen het lage vermogen PI en het schrijfvermogen Ps. Bovendienkan de hoogte van het schrijfvermogen Ps door microcomputer 110ingesteld worden. Ten behoeve van de opwekking van eentestinformatiepatroon is de in figuur 9 getoonde optekeninrichting voorzien van een signaalgenerator 114, welke bijvoorbeeld eenwillekeurig digitaal signaal opwekt of welke een signaal opwekt datovereenkomt met een de analoge signaalwaarde nul (digitale stilte). Detestinformatiepatronen worden bij voorkeur op adresseerbare plaatsen inhet servospoor wordt registratiedrager 4' aangebracht. Indien deindeling van de registratiedrager 4' overeenkomstig de in reeds genoemdeNederlandse octrooiaanvrage NL-A 8900766 is, waarbij het servospoor isonderverdeeld in achtereenvolgend een gebied (PMA) voor het optekenenvan een tijdelijke inhoudstabel (Temporary TOC), een gebied (Lead InArea) voor het opslaan van de definitieve inhoudstabel (TOC) en eenprogramma gebied (Program Area), dan wordt bij voorkeur voor hetoptekenen van de testinformatiepatronen een gebied (PCA) gebruikt datvoorafgaat aan het gebied (PMA) voor het optekenen van de tijdelijkeinhoudstabel.
De microcomputer 110 is voorzien van een geschiktbesturingsprogramma voor het bewerkstelligen van de uitvoering van deprocedure voor het bepalen van de nominale waarde Iho en hetreferentiesignaal ao. Het stroomdiagram van een mogelijkeuitvoeringsvorm van dit programma is bij wijze van voorbeeld weergegevenin figuur 8. In stap S2 wordt het adres bepaald van het voor deoptekening van het testinformatiepatroon te gebruiken spoorgedeelte. Instap S2 wordt onder besturing van de microcomputer 110 het spoorgedeeltemet het genoemde adres opgezocht. Zodra dit gebied is bereikt wordt instap S3 het schrijfvermogen Ps op een aanvangswaarde Po ingesteld. Dewaarde van Po voor de betreffende registratiedrager wordt bij voorkeurvan te voren opgetekend op registratiedrager op een wijze zoals isbeschreven in de reeks genoemde octrooiaanvrage NI.-A-8901145 (PHN12.925). Deze waarde kan dan voorafgaand aan de instelcyclus uitgelezenworden. Bovendien wordt onder besturing van de microcomputer 110 doormiddel van de bestuurbare schakelaar 115 de signaalgenerator 114aangesloten op de CIRC-kodeerschakeling 112, zodat een door hetuitgangssignaal van de signaalgenerator bepaald EFM-gemoduleerdtestsignaal door de EFM-modulator 113 wordt opgewekt. Tenslotte wordt instap S4 met behulp van het stuursignaal L/S de stuurschakeling 107zodanig ingesteld dat het vermogen van de stralingsbundel 107aovereenkomstig het EFM-gemoduleerde signaal Vefm aan de uitgang van deEFM-modulator 113 wordt geschakeld tussen de ingestelde waarde van het schrijfvermogen Ps en het vermogen PI, hetgeen resulteert in deoptekening van een met een EFM-signaal overeenkomendtestinformatiepatroon. Bovendien wordt tijdens stap S4 het bijbehorendevormingsnelheidsignaal a(t) bepaald door de meetschakeling 50, met debij het ingestelde vermogen Ps behorende uitleesignaal Ih opgeslagen inde microcomputer 110. Tijdens stap S5 wordt het door dedetektieschakeling 109 gedekteerde adrescode ATIP uitgelezen door decomputer 110. In stap S6 wordt getest of deze adrescode ten opzichte vande overige uitlezing is veranderd. Zo nee, dan wordt stap S6 opnieuwuitgevoerd Zo ja, dan wordt tijdens uitvoering van stap S7 getest of deuitgelezen absolute tijd code het einde van het spoorgedeelte aangeeftdat voor optekening van de testpatronen is bestemd. Zo nee, dan wordtstap S8 uitgevoerd waarin het schrijfvermogen Ps met een kleine stap ASwordt verhoogd door aanpassing van de intelsignaalwaarde ih, waarnavervolgens het programma met stap S5 wordt vervolgd. Indien tijdens deuitvoering van stap S7 is gebleken dat het einde van het voor optekeningbestemde spoorgedeelte is bereikt dan wordt stap S9 uitgevoerd, waarindoor middel van het stuursignaal L/S de stuurschakeling 107 zodanigwordt ingesteld, dat het vermogen van de stralingsbundel 107 constantgehouden wordt op het lage vermogensniveau PI. In stap S10 wordt hetbegin van het met het testpatroon beschreven spoorgedeelte weeropgezocht en uitgelezen. In stap S11 wordt het analysesignaal Va gelezendoor de microcomputer 110. In stap S13 word getest of de waarde van hetanalysesignaal Va overeenkomt met de optimale schrijfvermogen Ps. Zonee, dan wordt verder gegaan met stap S11. Zo ja, dan wordt, de door dedetectieschakeling 109 gedetecteerde adrescode uitgelezen in stap S13.Vervolgens wordt in stap S14 de instellingsignaalwaarde Ih en hetvormingsnelheidsignaal a(t) dat tezamen met dit adres is opgeslagen inde microcomputer weer uitgelezen en wordt het referentiesignaal a(t) ende instellingssignaalwaarde Iho overeenkomstig deze uitgelezeninformatie ingesteld. Vervolgens kan bij de aanbrenging van het met hetsignaal Vi overeenkomende patroon van gebiedjes het schrijfvermogen weeraangepast worden op basis van het verschil tussen de aldus bepaaldereferentiesignaal ao en het momentane vormingsnelheidssignaal a(t) aande uitgang van meetschakeling 50. Daartoe is de microcomputer geladenmet een geschikt programma dat door aanpassing van deinstellingsignaalwaarde Ih het schrijfvermogen Ps steeds zo aanpast dat het verschil tussen het vormingsnelheidssignaal a(t) en hetreferent.iesignaal ao minimaal blijkt.
Het zij opgemerkt dat de hiervoor beschrevenuitvoeringsvorm van de ijkprocedure de methode van bepaling van hetpatroon met optimale afwijkingen slechts één van de vele mogelijkemethodes is. Voor andere methodes voor de bepaling van dit patroon wordtverwezen naar de eerder genoemde octrooiaanvragen NL-A 8901591 en NI.-A8901345. Van belang is slechts dat daarbij het bijbehorendevormingsnelheidssignaal et wordt gebruikt als het referentiesignaal aO.

Claims (12)

1. Werkwijze voor het vormen van gebiedjes met veranderdeoptische eigenschappen in een registratiedrager voorzien van eenregistratielaag, bij welke werkwijze de registratielaag plaatselijkwordt verwarmd met stralingspulsen met een voldoende hoogschrijfvermogen om de verandering in optische eigenschappen te doenplaatsvinden, met het kenmerk, dat een maat voor de snelheid waarmee degebiedjes worden gevormd bepaald wordt, waarbij het schrijfvermogenwordt aangepast in afhankelijkheid van de bepaalde maat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dattijdens de vorming van de gebiedjes een stralingseigenschap van de doorde registratiedrager gereflekteerde of doorgelaten, en van destralingsbundel afkomstige, straling wordt gedetecteerd, die indicatiefis voor de veranderde optische eigenschappen, waarbij op basis van demate waarin de stralingseigenschap voorkomt de maat voor de snelheid vande vorming wordt afgeleid.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de maat voor de snelheid wordt verkregen door bepaling van de mate waarinde genoemde stralingseigenschap in de straling voorkomt op tijdstippendie op voorafbepaalde tijdafstanden na de begintijdstippen van destralingspulsen zijn gelegen, en waarbij op basis van deze bepaling hetverschil tussen de genoemde bepaalde mate en de mate waarvan eigenschapin de momentane stralings voorkomt, wordt geïntegreerd inmeetijdintervallen van constante lengte die op voorafbepaaldetijdafstanden na de begintijdstippen van de stralingspulsen zijngelegen.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, dat de maat voor desnelheid wordt genormeerd door deling door de mate waarin destralingseigenschap voorkomt bij een bestraling van een gedeelte van delaag waarin nog geen verandering van de optische eigenschappen heeftplaatsgevonden.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies,waarbij tijdens een ijkprocedure gebiedjes worden aangebacht met stralingspulsen van verschillend schrijfvermogen en waarbij volgens eenvoorafbepaald criterium aangebrachte gebiedjes met een optimale vormworden geselecteerd en waarbij de genoemde maat voor de snelheid vanvorming welke is verkregen bij aanbrenging van gebiedjes met de optimalevorm, wordt gebruikt als referentiewaarde, waarbij bij de vorming vanverdere gebiedjes het schrijfvermogen wordt aangepast in afhankelijkheidvan het verschil tussen de referentiewaarde en de maat voor de snelheidvan de vorming die tijdens de vorming van de verdere gebiedjes wordtafgeleid.
6. Werkwijze volgens één der voorgande conclusies, met het kenmerk, dat de aanbrenging van gebiedjes wordt onderbroken als het.aangepaste schrijfvermogen langer dan een voorafbepaald tijdsintervalgroter of gelijk is dan een bepaalde grenswaarde.
7. Inrichting voor het aanbrengen van gebiedjes metveranderde optische eigenschappen in een registratiedrager met eenregistratielaag, welke inrichting is voorzien van middelen voor hetaftasten van de laag met behulp van een schrijfstralingsbundel, vanmiddelen voor het moduleren van vermogen van de stralingsbundel terverkrijging van stralingspulsen met een schrijfvermogen dat voldoendehoog is om de verandering in optische eigenschappen te doenplaatsvinden, en van middelen voor het instellen van hetschrijfvermogen, van detectiemiddelen welke staan opgesteld voor hetdetecteren van de mate waarin een eigenschap, di.e de veranderde optischeeigenschappen aangeeft, voorkomt in de straling die afkomstig van het afgetaste gedeelte van de registratiedrager, met het kenmerk, dat deinrichting is voorzien van meetmiddelen voor het uit het meetsignaalafleiden van een vormingsnelheidsignaal dat indicatief is voor desnelheid waarmee de vorming van de gebiedjes plaatsvindt, en vanmiddelen voor het aanpassen van het schrijfvermogen in afhankelijkheidvan het vormingsnelheidsignaal.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat demeetmiddelen ter bepaling van het vormingsnelheidssignaal zijn voorzienvan bemonsteringsmiddelen voor het bemonsteren van het meetsignaal opbemonsteringstijdstippen die op voorafbepaalde tijdstippen ten opzichtevan de begintijdstippen van de stralingspulsen zijn gelegen, vanintegratiemiddelen voor het gedurende meetintervallen van voorafbepaaldelengte, integreren van het verschil tussen de momentane waarde en de bemonsterde waarde van het meetsignaal, welke meetintervallen zijngelegen op voorafbepaalde posities ten opzichte van de begintijdstippenvan de stralingpulsen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat demeetmiddelen ter verkrijging van een normeringswaarde zijn voorzien vantweede bemonsteringsmiddelen voor het bemonsteren van het meetsignaal optweede bemonsteringstijdstippen die tussen de tijdsintervallen zijngelegen waarin de stralingpulsen worden opgewekt, van middelen voor hetdoor deling met de door de tweede bemonsteringsmiddelen bepaaldbemonsteringswaarde normeren van het vormingsnelheidsignaal.
10. Inrichting volgens conclusie 7, 8 en 9, met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van bewakingsmiddelen voor het opwekkenvan een bewakingssignaal als het ingestelde schrijfvermogen langer daneen voorafbepaalde tijdsinterval gelijk of hoger is dan een bepaaldegrenswaarde.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat deinrichting is voorzien van middelen voor het, in reactie op hetbewakingssignaal, onderbreken van de aanbrenging van het patroon vangebiedjes.
12. Inrichting volgens één der conclusies 7, 8, 9, 10 of11, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien vanbesturingsmiddelen voor tijdens een ijkinterval bewerkstelligen van hetaanbrengen van gebiedjes met behulp van stralingpulsen van verschillendeschrijfvermogens, van middelen voor het selecteren van gebiedjes metoptimale afmetingen volgens een bepaald criterium, waarbij debesturingsmiddelen verder zijn ingericht voor het ten behoeve van debepaling van een referentiesignaal bewerkstelligen van een bepaling vanhet vormingsnelheidsignaal tijdens de aanbrenging van de geselecteerdegebiedjes met optimale afmetingen, en waarbij de aanpasmiddelen zijningericht voor het in een periode volgend op het ijkinterval aanpassenvan het schrijfvermogen in afhankelijkheid van het verschil tussen hetreferentiesignaal en het momentane vormingsnelheidsignaal.
NL9000150A 1990-01-22 1990-01-22 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager. NL9000150A (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000150A NL9000150A (nl) 1990-01-22 1990-01-22 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager.
US07/612,742 US5255007A (en) 1990-01-22 1990-11-13 Method and apparatus for recording a pattern of areas of modified optical properties on an optical record carrier
EP90203395A EP0438828B1 (en) 1990-01-22 1990-12-18 Method of and device for providing a record carrier with a pattern of areas having modified optical properties
DE69019720T DE69019720T2 (de) 1990-01-22 1990-12-18 Verfahren und Anordnung zum Anbringen eines Musters von Gebieten mit geänderten optischen Eigenschaften in einem Aufzeichnungsträger.
ES90203395T ES2073516T3 (es) 1990-01-22 1990-12-18 Metodo y dispositivo para crear un soporte de registro con una pauta de zonas que tienen propiedades opticas modificadas.
KR1019910000680A KR100188378B1 (ko) 1990-01-22 1991-01-17 기록 캐리어 제공방법 및 그 디바이스
SU914894156A RU2060563C1 (ru) 1990-01-22 1991-01-18 Способ записи данных на оптический носитель информации со слоем записи и устройство для его осуществления
SK112-91A SK280675B6 (sk) 1990-01-22 1991-01-18 Spôsob a zariadenie na poskytovanie nosiča záznamu
CS1991112A CZ287232B6 (cs) 1990-01-22 1991-01-18 Způsob a zařízení pro opatřování nosiče záznamu kombinací plošek majících změněné optické vlastnosti
CN91100339A CN1023844C (zh) 1990-01-22 1991-01-19 使记录载体具有改变了光学性质的区域图案的方法和设备
JP3020303A JP2908887B2 (ja) 1990-01-22 1991-01-22 記録担体形成方法及び装置
HK171696A HK171696A (en) 1990-01-22 1996-09-12 Method of and device for providing a record carrier with a pattern of areas having modified optical properties

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9000150 1990-01-22
NL9000150A NL9000150A (nl) 1990-01-22 1990-01-22 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9000150A true NL9000150A (nl) 1991-08-16

Family

ID=19856460

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9000150A NL9000150A (nl) 1990-01-22 1990-01-22 Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US5255007A (nl)
EP (1) EP0438828B1 (nl)
JP (1) JP2908887B2 (nl)
KR (1) KR100188378B1 (nl)
CN (1) CN1023844C (nl)
CZ (1) CZ287232B6 (nl)
DE (1) DE69019720T2 (nl)
ES (1) ES2073516T3 (nl)
HK (1) HK171696A (nl)
NL (1) NL9000150A (nl)
RU (1) RU2060563C1 (nl)
SK (1) SK280675B6 (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5513167A (en) * 1989-12-20 1996-04-30 Sony Corporation Optical recording apparatus
US5504732A (en) * 1990-08-15 1996-04-02 Del Mar Avionics Null inflection detection and pulse expand latch in an optical recording system
US5475666A (en) * 1992-03-04 1995-12-12 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Optically modulated overwritable recording device
US5854653A (en) * 1994-10-17 1998-12-29 Xerox Corporation Motion quality enhancement with white noise
BE1009677A3 (nl) * 1995-09-29 1997-06-03 Philips Electronics Nv Informatiedrager en inrichting voor het beschrijven van een informatiedrager.
US5825724A (en) * 1995-11-07 1998-10-20 Nikon Corporation Magneto-optical recording method using laser beam intensity setting based on playback signal
CN1294588C (zh) * 1996-07-24 2007-01-10 皇家菲利浦电子有限公司 光盘录取装置
JP3795652B2 (ja) * 1997-12-19 2006-07-12 株式会社リコー 光ディスク駆動装置のレーザパワー制御装置
JP4272279B2 (ja) * 1998-09-28 2009-06-03 パナソニック株式会社 光学的情報記録装置、光学的情報記録媒体および光学的情報記録方法
EP1206772B1 (en) * 2000-05-09 2009-03-25 Koninklijke Philips Electronics N.V. Method and device for recording an information signal on an information layer of a recording medium
JP2002032922A (ja) * 2000-05-12 2002-01-31 Sony Corp 光ディスク及び光ディスク装置
US6728178B2 (en) * 2000-10-27 2004-04-27 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Semiconductor laser control method and semiconductor laser control device
EP1344212B1 (en) 2000-12-14 2008-08-13 ECD Systems, Inc. Method for determining authenticity of an optical recording medium and optical recording medium
US7562396B2 (en) 2001-08-21 2009-07-14 Ecd Systems, Inc. Systems and methods for media authentication
US7643393B2 (en) 2001-12-12 2010-01-05 Ecd Systems, Inc. Systems and methods for optical media modification
US7716485B2 (en) 2002-02-01 2010-05-11 Sca Ipla Holdings Inc. Systems and methods for media authentication
JP2004063053A (ja) * 2002-07-31 2004-02-26 Sony Corp 記録及び/又は再生装置及び装置管理方法
US7385891B2 (en) * 2004-03-03 2008-06-10 Samsung Electronics Co., Ltd. Method, a medium, and an apparatus to record/reproduce data on/from a portion of the medium through which a test beam is passed while determining an optimum power
KR100677114B1 (ko) * 2004-04-27 2007-02-02 삼성전자주식회사 정보 저장 매체, 이 정보 저장 매체의 데이터 기록/재생방법 및 장치
US20080137504A1 (en) * 2004-10-19 2008-06-12 Koninklijke Philips Electronics, N.V. Method Of Writing Data On A Master Substrate For Optical Recording
TW201321789A (zh) * 2011-11-16 2013-06-01 Ind Tech Res Inst 成像系統與掃描方法

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU513376B2 (en) * 1978-11-13 1980-11-27 Discovision Associates Writing with stabilization circuit and method for writing with stabilization feedback
AU513008B2 (en) * 1978-11-13 1980-11-06 Discovision Associates Monitoring apparatus and method for monitoring
EP0083452B1 (en) * 1982-01-06 1987-04-01 Hitachi, Ltd. Control circuit for controlling light source in optical disc device
US4488277A (en) * 1982-02-10 1984-12-11 North American Philips Corporation Control system for an optical data recording apparatus
US4562567A (en) * 1982-11-12 1985-12-31 North American Philips Corporation Apparatus for controlling the write beam in an optical data recording system
FR2546325B1 (fr) * 1983-05-20 1988-07-08 Thomson Csf Procede et dispositif de calibration de la puissance optique appliquee a un disque optique pour l'enregistrement de donnees
JPS6066341A (ja) * 1983-09-20 1985-04-16 Olympus Optical Co Ltd 情報記録再生装置
US4747091A (en) * 1985-07-25 1988-05-24 Olympus Optical Co., Ltd. Semiconductor laser drive device
US4680594A (en) * 1986-04-02 1987-07-14 Optotech, Inc. Single beam direct read during write and write protect system for use in an optical data storage system
US4998237A (en) * 1987-04-28 1991-03-05 Yamaha Corporation Optical disc recording device having improved accuracy of pit formation
US5126994A (en) * 1988-11-29 1992-06-30 Sony Corporation Method and apparatus for controlling and detecting recording laser beam
US5050156A (en) * 1989-10-25 1991-09-17 Eastman Kodak Company Method and apparatus for calibrating the writing power applied to an optical media

Also Published As

Publication number Publication date
KR910014890A (ko) 1991-08-31
CS11291A3 (en) 1991-08-13
JP2908887B2 (ja) 1999-06-21
CZ287232B6 (cs) 2000-10-11
EP0438828A1 (en) 1991-07-31
SK280675B6 (sk) 2000-06-12
DE69019720T2 (de) 1996-02-08
HK171696A (en) 1996-09-20
KR100188378B1 (ko) 1999-06-01
US5255007A (en) 1993-10-19
RU2060563C1 (ru) 1996-05-20
CN1053702A (zh) 1991-08-07
JPH04214231A (ja) 1992-08-05
CN1023844C (zh) 1994-02-16
ES2073516T3 (es) 1995-08-16
EP0438828B1 (en) 1995-05-24
DE69019720D1 (de) 1995-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9000150A (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager.
US5226027A (en) Recording method and device which provides an optimum setting of a record-carrier-dependent recording parameter
JPS61177642A (ja) 光学的情報記録再生装置
NL9000327A (nl) Informatieoptekeninrichting.
KR20070057197A (ko) 식별 가능 라벨의 기록 시스템
NL8901345A (nl) Werkwijze en inrichting voor het optekenen van signalen op een registratiedrager, alsmede een meetwerkwijze en meetinrichting voor toepassing in de optekenwerkwijze en optekeninrichting, alsmede een registratiedrager.
US6222815B1 (en) Optical disk recording method and device
KR100245544B1 (ko) 방사 감응층을 갖는 기록 매체 상에 정보를 기록하기 위한 장치
US5440534A (en) Method and apparatus for maintaining a recording light beam in an on-track position on a recording medium
US20030156515A1 (en) Methods of determining the optimal erase and write power, and recording apparatus with devices for said methods
JP2995334B2 (ja) 記録装置
US7576765B2 (en) Methods and apparatus for detecting and optimizing laser mark quality on recording media
JP3916675B2 (ja) 光学的記録方法及び該方法を使用する装置
JP4419200B2 (ja) 種々の構造を有する光記録媒体への書き込み及び/又は読み出し装置
KR20040073595A (ko) 기록매체와, 이 기록매체를 주사하는 장치 및 방법
JP2000508812A (ja) 情報の記録・再生方法及びデバイス
KR20070120164A (ko) 광 디스크의 반사도 측정
US20020031068A1 (en) Method and apparatus for writing optical recording media
WO2005008641A2 (en) Continuous calibration for optimum power control
NL1012688C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf.
JP4234759B2 (ja) 情報記録再生装置、情報記録再生方法及びフォーカス位置調整プログラム
JP2000516377A (ja) 光学記録媒体に書き込む方法および装置
JP2008084506A (ja) 光ディスク装置および光ディスク記録方法
JPH01196548A (ja) スタンパ検査装置
JP2000155941A (ja) 記録装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed