NL1012688C2 - Werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf. Download PDF

Info

Publication number
NL1012688C2
NL1012688C2 NL1012688A NL1012688A NL1012688C2 NL 1012688 C2 NL1012688 C2 NL 1012688C2 NL 1012688 A NL1012688 A NL 1012688A NL 1012688 A NL1012688 A NL 1012688A NL 1012688 C2 NL1012688 C2 NL 1012688C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
level
reflection signal
light beam
recording
sampling
Prior art date
Application number
NL1012688A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1012688A1 (nl
Inventor
Takashi Nagano
Original Assignee
Yamaha Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Yamaha Corp filed Critical Yamaha Corp
Publication of NL1012688A1 publication Critical patent/NL1012688A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1012688C2 publication Critical patent/NL1012688C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/12Heads, e.g. forming of the optical beam spot or modulation of the optical beam
    • G11B7/125Optical beam sources therefor, e.g. laser control circuitry specially adapted for optical storage devices; Modulators, e.g. means for controlling the size or intensity of optical spots or optical traces
    • G11B7/126Circuits, methods or arrangements for laser control or stabilisation
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/004Recording, reproducing or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • G11B7/006Overwriting
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/004Recording, reproducing or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • G11B7/0055Erasing

Description

- 1 -
Werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op 5 werkwijzen en inrichtingen voor het opnemen op een optische schijf, zoals een CD-R, CD-RW, CD-WO, MD of DVD, door gebruik van lichtvermogen, en meer in het bijzonder op een techniek voor het onmiddellijk regelen van het lichtvermogen met verhoogde nauwkeurigheid.
10 Onder de verscheidene types van bekende eenmaal schrijven (write-once) en herschrijfbare (rewritable) optische schijven is er één met een opnemende laag van kleurstof of kleurend materiaal. In het bijzonder, bevatten kleurstoflaagtype optische schijven een substraat dat 15 bedekt is met een film van op kleurstof gebaseerd opnemend materiaal door gebruik van de "spin coat" werkwijze. Dus heeft elk van deze kleurstoflaagtype optische schijven de neiging om een niet uniforme coatingdikte over zijn straal te hebben, als gevolg waarvan zijn opnemende gevoeligheid 20 aanzienlijk kan verschillen tussen de binnenste en buitenste omtreksdelen. Verder zou een vingerafdruk, stof of ander vreemd materiaal, hechtende op het oppervlak van de optische schijf, soms ongewenste absorptie of verstrooiing van de opnemende laserlichtbundel veroorzaken, daardoor 25 bevredigend opnemen voorkomend.
In de Japanse octrooipublicatienummer HEI-5-282672, wordt een verbeterde optische schijfopneemwerkwijze voorgesteld ontworpen om het bovengenoemde nadeel te vermijden. In het bijzonder, wordt in de voorgestelde 3 0 werkwijze voor het opnemen op een optische schijf, een reflectie van de opnemende laserlichtbundel van de optische schijf constant bewaakt, en wordt het bestralende vermogen van de lichtbundel geregeld in overeenstemming met de 1012688 - 2 - bewaakte reflectieniveaus zodat gewenste putten op een geschikte manier gevormd worden in de optische schijf.
In de bekende opneemwerkwijze wordt echter een regeling uitsluitend gemaakt in reactie op het niveau van 5 gereflecteerd licht van putten die een deel zijn waarin een opname gemaakt dient te worden en, dientengevolge, is het vermogen van de lichtbundel niet stabiel in een gebiedsdeel dat een deel is waarin geen opname gemaakt dient te worden met resulterende instabiliteit in de spoorvolgingservo. 10 Verder, wordt in het geval van CD-RW, het vermogen van een lichtbundel die uitgezonden dient te worden ingesteld op een wisniveau en, in herschrijvende putten, wordt een bewerking voor het wissen van oude putten met het wisvermogen en het vormen van nieuwe putten met het schrijfvermogen 15 herhaald en, dientengevolge, treedt er onvoldoende wissen op hetgeen nauwkeurig schrijven voorkomt, tenzij het vermogen van de lichtbundel stabiel is in het deel waar geen opname gemaakt dient te worden.
Het is dientengevolge een doel van de uitvinding 2 0 om een werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf te verschaffen in staat tot het correct regelen van het vermogen van de lichtbundel gedurende het opnemen, daardoor een stabiel spoorvolgingsservo realiserend .
2 5 Het is een ander doel van de uitvinding een werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf te verschaffen in staat tot het correct regelen van het vermogen van de lichtbundel gedurende het opnemen om daardoor het optreden van onvoldoend wissen te voorkomen.
30 Voor het bereiken van de doelen van de uitvinding wordt er voorzien in een werkwijze voor het bestralen van een opnemende lichtbundel op een gebied van een optische schijf om daarin putten te vormen met lengtes liggende tussen 3Ts tot HTs (waarin T een lengte representeert van 35 een tijdseenheidsperiode in een longitudinale richting van een putspoor), waarbij de werkwijze de stappen bevat van: het bemonsteren en blokkeren van een niveau van een reflec- 1012688 - 3 - tiesignaal, representatief voor een reflectie van de opnemende lichtbundel van een putvormend deel en een niet putvormend deel van de optische schijf; het maken van een vergelijking tussen het niveau 5 van het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd door de stap van het bemonsteren en blokkeren en een voorafbepaald referentieniveau; en het regelen van het vermogen van de lichtbundel in het putvormende deel en het niet putvormende deel op basis 10 van een resultaat van de vergelijking.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een werkwijze voor het bestralen van een lichtbundel met een wisvermogen op een optische schijf om putten gevormd in een gebied te wissen en het bestralen van 15 een lichtbundel met een schrij fvermogen op het gebied om daarin putten te vormen met lengtes liggende tussen 3Ts tot HTs (waarin T een lengte representeert van een tijdseen-heidsperiode in een longitudinale richting van een put-spoor), waarbij de werkwijze de stappen bevat van: 2 0 het bemonsteren en blokkeren van een niveau van een reflectiesignaal, representatief voor de reflectie van de lichtbundel bestraald gedurende wissen en schrijven, van de optische schrijf bij een voorafbepaalde timing; het maken van een vergelijking tussen het niveau 25 van het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd door de stap van het bemonsteren en blokkeren en een voorafbepaald referentieniveau; en het regelen van het wisvermogen en het schrijf-vermogen van de lichtbundel op basis van een resultaat van 30 de vergelijking.
Tevens wordt er. voorzien in een opneemrichting voor een optische schijf bevattende: een optisch opneemsectie dat een opnemende lichtbundel straalt op een optische schijf om daarin putten te 35 vormen met lengtes liggende tussen 3Ts tot HTs (waarin T een lengte representeert van een tijdseenheidsperiode in een longitudinale richting van een putspoor) en tevens 1012688 - 4 - reflectie ontvangt van de opnemende lichtbundel van de optische schijf om daardoor een reflectiesignaal op te wekken; een eerste bemonster- en blokkeersectie die een 5 niveau van het reflectiesignaal bemonstert en blokkeert, opgewekt door de optische opneemsectie, gedurende een tijdsperiode in een voorafbepaald bereik na een begin van een stijgende rand van het reflectiesignaal; een tweede bemonster- en blokkeersectie die een 10 niveau van het reflectiesignaal bemonstert en blokkeert, opgewekt door de optische opneemsectie, gedurende een tijdsperiode binnen een voorafbepaald bereik na een begin van een dalende rand van het reflectiesignaal; een eerste vergelijkersectie die een vergelijking 15 maakt tussen het niveau van het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd door de eerste bemonster- en blokkeersectie en een eerste referentieniveau; een tweede vergelijkersectie die een vergelijking maakt tussen het niveau van het reflectiesignaal bemonsterd 20 en geblokkeerd door de tweede bemonster- en blokkeersectie en een tweede referentieniveau; en een lichtbundelvermogensregelsectie die het vermogen van de lichtbundel van de optische opneemsectie bestraald op het putvormende deel en het niet putvormende 25 deel van de optische schijf regelt in reactie op uitvoeren van de eerste en tweede vergelijkersecties.
Volgens de uitvinding wordt niet alleen de intensiteit van de gereflecteerde lichtbundel in het deel waar de opname gemaakt dient te worden, dat is het putvormende 30 deel, maar tevens de intensiteit van de lichtbundel in het deel waar geen opname gemaakt dient te worden, dat is niet putvormend deel, gelijktijdig bemonsterd en geblokkeerd bij een voorafbepaalde timing en wordt het vermogen in het putvormende deel en het niet putvormende deel geregeld tot 35 een optimum niveau in reactie op de bemonsterde en geblokkeerde waardes zodat een optimaal vermogen vastgelegd is in 1012688 - 5 - het niet putvormende deel alsmede wordt het spoorvolgings-vermogen daardoor gestabiliseerd.
Verder wordt volgens de uitvinding de intensiteit van de lichtbundel gedurende het wissen aanvullend op de 5 intensiteit van de lichtbundel gedurende schrijven bemonsterd en geblokkeerd om het schrijfvermogen en wisvermogen te regelen zodat het optreden van onvoldoend wissen voorkomen wordt en daardoor de kwaliteit van het schrijven verbeterd wordt.
10 Wanneer een lichtbundel met schrijfvermogen bestraald wordt op een kleurstoflaagtype optische schijf, vertoont het reflectiesignaal hoge niveaus bij het begin van de lichtbundelbestraling zoals getoond in figuur 3, daar nog geen put gevormd is op de optische schijf. Dan, 15 vermindert de reflectiviteit van de optische schijf geleidelijk wanneer de vorming van een put voortgaat, zodat het reflectiesignaal overeenkomstig lager in niveau wordt en vervolgens een stabiel niveau vertoont. Wanneer eenmaal verstoring optreedt in de verstrooiing of absorptie van de 2 0 lichtbundel als gevolg van een vingerafdruk, stof of een ander vreemd materiaal aanwezig op het opnemend oppervlak van de optische schijf, zou het niveau van het reflectie-signaal variëren. Teneinde onmiddellijk variaties in het reflectiesignaalniveau te detecteren voor efficiënte 25 regeling van het bestraalde lichtbundelvermogen, is het wenselijk om correct niveaus bij en rond het begin van een aanvankelijke stijgende fase van het reflectiesignaal te detecteren. Echter zou bij het begin van de stijgende fase van het reflectiesignaal het optreden van de verstoring 30 zeer weinig effect uitoefenen op het resulterende reflectiesignaalniveau; in het bijzonder is het zeer moeilijk om de verstoring op basis van gedetecteerde niveaus bij een linker schouderdeel van het piekgebied van het signaal te identificeren. Verder is, daar het reflectiesignaal snel 35 variërende niveaus bij en rond het piekgebied in de stijgende fase vertoont, een gecompliceerd circuit nodig voor het bemonsteren en blokkeren van de snel variërende sig- 1012688 - 6 - naalniveaus, en daarnaast is het soms onmogelijk om nauwkeurige signaalniveaus te verkrijgen als gevolg van het feit dat de signaalniveaus verzadigd worden door versterking met een HF-versterker alvorens correct geblokkeerd te 5 worden door het bemonster- en blokkeercircuit. De hoogni-veauperiode van het reflectiesignaal blijft aanwezig tot één eenheidstijdperiode (1T) verlopen is na het begin van de stijgende fase.
Dus kunnen bij het schrijven, door het bemonsteren 10 en blokkeren van het reflectiesignaal gedurende een vooraf-bepaalde tijdsperiode, bijvoorbeeld tussen punten van 1T en 3Ts na het begin van de stijgende rand van het ref lectiesignaal, niveaus van het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd worden net na aankomst van een dergelijk 15 tijdstip wanneer detectie van een storing eenvoudig gemaakt kan worden. Verder, is het in dit geval mogelijk, door het instellen van de bemonsteringstiming om te arriveren tussen de punten 1T en 3Ts na het begin van de stijgende rand van het reflectiesignaal om alleen stabiele niveaus van het 20 reflectiesignaal te bemonsteren zelfs wanneer een kortste put met een 3T lengte gevormd dient te worden, en wordt aldus nauwkeurige en onmiddellijke terugkoppelingsregeling bereikt met betrekking tot een opnemend signaal met puls-breedtes of -lengtes in het bereik van 3Ts tot HTs.
25 Een gemiddelde van de bemonsterde en geblokkeerde niveaus wordt gebruikt als het voorafbepaalde referentieni-veau voor vergelijking met elk bemonsterd en geblokkeerd niveau van het reflectiesignaal, en het lichtbundelvermogen wordt geregeld op basis van de vergelijking tussen het 30 bemonsterde en geblokkeerde niveau en het referentieniveau. Aldus kan het referentieniveau geschikt ingesteld worden in overeenstemming met een golfvorm van het reflectiesignaal die zou variëren in afhankelijkheid van de reflectiviteit van de optische schijf en geselecteerde opneemsnelheid 35 alsmede de radiale (binnenste of buitenste) positie van de lichtbundelvlek op de optische schijf. Deze rangschikking 1012688 - 7 - staat toe dat het opnemend vermogen geregeld wordt met zelfs hogere nauwkeurigheid.
Verder kan het reflectiesignaal tevens variëren in niveau afhankelijk van een geselecteerde opneemsnelheid, 5 materiaal, opneemgevoeligheid van de optische schijf. Aldus is het tevens wenselijk om de opwekkingstiming (tijdposi-tie) en lengte van de bemonsteringspulsen te veranderen in overeenstemming met het type optische schijf. Voor dit doel kan de inrichting voor het opnemen op een optische schijf 10 verder voorzien zijn van: een opslagsectie die daarin informatie opslaat indicatief voor de optimale bemonsteringspulsen overeenkomstig een groot aantal types optische schijven; een schijf identificerende sectie die een bepaald type optische schijf identificeert; en een bemonsterings-15 pulsgeneratorsectie, die uit de opslagsectie de informatie indicatief voor één van de optimale bemonsteringspulsen die overeenkomt met het type optische schijf geïdentificeerd door de schijf identificerende sectie uitleest en een bemonsteringspuls opwekt gebaseerd op de uitgelezen infor-20 matie.
Voor het beter begrip van het bovenstaande en andere maatregelen van de onderhavige uitvinding, zullen voorkeursuitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding hierna bij wijze van voorbeeld in meer detail beschreven worden 25 onder verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin: figuur 1 een blokdiagram is tonende een illustratieve hardwareorganisatie van een inrichting voor het opnemen op een optische schijf in overeenstemming met een uitvoering van de onderhavige uitvinding; 30 figuren 2A en 2B zijn golfvormdiagrammen illustra tief voor een leessignaal en een schrijfsignaal gebruikt in de inrichting; figuren 3A en 3B zijn golfvormdiagrammen illustratief voor een schrijfsignaal en een reflectiesignaal ge-35 bruikt in de inrichting; en 1012688 - 8 - figuren 4A, 4B en 4C zijn golfvormdiagrammen illustratief voor de relatie tussen het schrijfsignaal en een toestand van de putvorming in de inrichting.
Figuur 1 is een blokdiagram tonende een illustra-5 tieve hardwareorganisatie van een inrichting voor het opnemen op een optische schijf in overeenstemming met een uitvoering van de onderhavige uitvinding. De optische schijf 1 is bijvoorbeeld een CD-WO (write-once) optische schijf, die een transparant substraat van polycarbonaat 10 bevat met gebieden en groeven op 16 μιη intervallen daarop gevormd, en een kleurstoflaag zoals cyanine, ftalocyaninen en diazokleurstof. De optische schijf 1 wordt aangedreven door een spilmotor 2 om te roteren, bijvoorbeeld bij een constante lineaire snelheid. Optische opname 3 is geplaatst 15 in tegenovergelegen relatie met het opnemende oppervlak van de optische schijf 1 en wordt regelbaar aangestuurd door een voedingsmotor (niet weergegeven) om te bewegen langs de straal van de optische schijf 1.
De optische opname 3 bevat een ingebouwde laserdi-20 ode die een opnemende laserlichtbundel bestraalt op het opnemende oppervlak op het gebied van de optische schijf 1. Reflectie van de opnemende laserlichtbundel van de optische schijf 1 wordt ontvangen door de optische opname 3, die op zijn beurt een reflectiesignaal S2 uitvoert representatief 25 voor de reflectie van de lichtbundel. Het reflectiesignaal S2 wordt versterkt door een HF versterker 4 en vervolgens gevoed aan bemonster- en blokkeercircuits 5a en 5b. De bemonster- en blokkeercircuits 5a en 5b bemonsteren en blokkeren de hoge niveauperiode en de lage niveauperiode 3 0 van het ref lectiesignaal S2 van de optische opname 3 in reactie op elk van de bemonsterende pulsuitvoeren S3a en S3b van een bemonsteringspulsgeneratorcircuit 6. Elk van de signaalwaardes of -niveaus S4a en S4b zoals bemonsterd en geblokkeerd door de bemonster- en blokkeercircuits 5a en 5b 35 wordt doorgelaten naar één invoer van vergelijkerscircuits 7a en 7b. Uitvoeren S5a en S5b van laagdoorlaatf ilters (LPF) 8a en 8b, die functioneren om de bemonsterde en 1012688 - 9 - geblokkeerde signaalwaardes uit te middelen, worden geleverd aan de andere invoer van de vergelijkercircuits als een referentieniveau. Uitvoeren van de vergelijkercircuits 7a en 7b worden geleverd aan een automatische laservermo-5 genregeling circuit 11 (vaak afgekort als ALPC) door middel van versterkingsregelcircuits 9a en 9b en begrenzers 10a en 10b functionerende om een laservermogenafname te voorkomen. Op basis van de uitvoer van de vergelijkercircuits 7a en 7b, regelt het automatische laservermogen regelcircuit 11 10 (ALPC) het laservermogen voor het opnemen van gegevens in overeenstemming met een opnemend signaal SI dat opgewekt wordt door een opneemsectie 12.
In het weergegeven voorbeeld, worden opwekkingsti-ming (tijdpositie) , en breedte (lengte) van elk van de 15 bemonsteringspulsen S3a en S3b ingesteld op optimale waardes afhankelijk van het type of kenmerken van de optische schijf 1. Hiertoe bepaalt een schijfidentificerende sectie 13 verscheidene kenmerken van de schijf 1, zoals een opneemsnelheidversterking en materiaal van de schijf 1, 20 uit ID informatie vooraf opgenomen op de schijf 1. Op basis van de aldus bepaalde kenmerken van de schijf 1, leest de schijfidentificerende sectie 13 opwekkingstiming (tijdpositie) en lengte van de bemonsteringspulsen S3 uit een bemonsteringspulspositieinformatie ROM 15 en een bemonste-25 ringspulslengteinformatie ROM 14, en zendt vervolgens de uitgelezen informatie naar het bemonsteringspulsgenerator-circuit 6. De twee ROMs 14 en 15 bevatten tabellen van optimale posities en lengtes van de bemonsteringspuls die corresponderen met verscheidene mogelijke types optische 3 0 schijven en zijn voorafbepaald door experimenten. Op deze manier wordt aan het bemonsteringspulsgeneratorcircuit 6 toegestaan om bemonsteringspulsen S3a en S3b op te wekken geschikt voor het bepaalde type optische schijf 1.
Figuren 2A en 2B zijn golfvormen tonende het 35 reflectiesignaal S2 gedurende het lezen van de optische schijf 1.
1012688 - 10 -
Het reflectiesignaal S2 dat verkregen wordt door het lezen van een put gevormd op het gebied door de optische opname 3 is een blokgolf die het maximale vermogen van de reflectie heeft in het gebiedsdeel (niet putvormend 5 deel) en het minimale vermogen van de reflectie in het putvormende deel. In deze figuren, is het donkere deel representerende het centrale niveau in een diagram tonende de golfvorm van het reflectiesignaal S2, met zijn tijdas getoond in een gereduceerde schaal, reflectiesignalen van 10 korte putten zoals 3Ts of 4Ts of van het gebiedsdeel. Zoals getoond in figuur 2A, is in de optische schijf 1 waarin er geen fout is, het niveau van het ref lectiesignaal S2 constant. Indien er een fout in de optische schijf 1 is zoals getoond in figuur 2B, benaderen de reflectieverhou-15 dingen van zowel de putten als het landdeel de centrale waarde met het resultaat dat de golfvorm in zijn volledigheid een flessenhalsdeel vertoont en, dienovereenkomstig, wordt het moeilijk om de niveaus van zowel de putten als het landdeel te detecteren.
2 0 Figuren 3A en 3B zijn golf vormen tonende de relatie tussen het schrijfvermogen van de optische opname 3 en het reflectiesignaal S2 gedurende de schijfmodus van de optische schijf 1.
Een opneemsignaal SI is een signaal met pulslengte 2 5 van 3Ts tot HTs waarin T een eenheidsperiode represen teert. In reactie op dit signaal SI, wordt schrijfvermogen van de lichtbundel uitgezonden van de optische opname 3 op de optische schijf 1 op zodanige manier geregeld dat het vermogen eenmaal verhoogd wordt tot het maximumniveau voor 3 0 het scherp maken van de beginnende rand van een put die gevormd dient te worden en wordt vervolgens gereduceerd tot een stabiel opneemniveau. Het reflectiesignaal S2 dat verkregen wordt door ontvangen gereflecteerd licht met de optische opname 3 stijgt tot een piekwaarde op de positieve 3 5 zijde in reactie op het stijgen van het opnemende signaal SI en neemt daarna geleidelijk af naar een bepaald niveau en neemt tenslotte af tot een bodemniveau in reactie op het 1012688 - 11 - afnemen van het opneemsignaal SI. Wanneer een verstoring in verstrooiing of absorptie optreedt als gevolg van een vingerafdruk of stof afgezet op de optische schijf 1, wordt het niveau van het reflectiesignaal S2 in het putvormende 5 deel hoger zoals getoond in figuur 3A of lager dan een normaal niveau van het reflectiesignaal gedurende de stabiele periode. Het bodemniveau van het reflectiesignaal S2 verandert tevens in de positieve zijde of negatieve zijde afhankelijk van de verstoring.
10 Indien geen regeling van het schrijfvermogen gemaakt wordt, verandert het niveau van het reflectiesignaal in het deel waar er een fout is en verandert het bodemvermogen in het gebiedsdeel zoals getoond in figuur 3A en, wordt dientengevolge de spoorvolgingsservo instabiel. 15 Daarom worden in de inrichting volgens de uitvinding het schrijfvermogen Pw en het bodemvermogen Pb geregeld in het deel waar fouten bestaan zoals getoond in figuur 3B zodat een stabiel reflectiesignaal S2 verkregen kan worden en kan de spoorvolgingservo gestabiliseerd worden.
20 In deze uitvoering wordt voor bemonsteringsniveaus van het reflectiesignaal S2, een tijdsperiode tussen punten 1T en 3Ts na het begin van de stijgende rand van het reflectiesignaal S2 ingesteld in het bemonster- en blok-keercircuit 5a en een tijdsperiode tussen punten 1T en 3Ts 2 5 na het begin van de dalende rand van het reflectiesignaal S2 ingesteld in het bemonster- en blokkeercircuit 5b. Door het instellen van een dergelijke bemonsteringsperiode, kunnen de niveaus van het reflectiesignaal S2 gedetecteerd worden zodra het signaal S2 zijn stijgende fase voltooit en 30 een volgende fase bereikt waar aanwezigheid van een verstoring eenvoudig gedetecteerd kan worden, en kan tevens de signaalniveaudetectie nauwkeurig gemaakt worden zelfs gedurende de kortste, dat is 3T-lang, puls van de opneem-signaalpuls SI. Tevens kan in het gebiedsdeel bemonstering 35 plaatsvinden gedurende een stabiele bemonsteringsperiode en kan dit tevens geschieden voor een minimumgebied breedte 3Ts. Voor een in hoge mate gevoelige optische schijf 1012638 - 12 - vereisende minder laservermogen, vertoont de normale golfvorm van het reflectiesignaal S2 een lager algeheel niveau dan dat verkregen voor de normale optische schijf, en dienovereenkomstig verschillen de optimale bemonste-5 ringspositie en pulslengte van die van de normale optische schij f.
Verder varieert de absolute lengte van de een-heidstijdsperiode T wanneer de opneemsnelheid veranderd wordt, zodat de tijdlengte van de stijgende fase van het 10 reflectiesignaal tevens zou variëren ten opzichte van de totale opneemperiode; bijvoorbeeld zou de tijdlengte van de stijgende fase van het reflectiesignaal toenemen met betrekking tot de totale opneemtijd wanneer de opneemsnelheid verhoogd wordt.
15 In het licht hiervan, wordt de inrichting voor het opnemen op een optische schijf ontworpen om optimale bemonsteringspulsen op te wekken corresponderende met het specifieke type optische schijf dat gebruikt wordt. Met name wordt volgens de beschreven uitvoering, het bemonste-20 ren van het reflectiesignaal S2 in reactie op de bemonste-ringspuls uitgevoerd bij een tijdstip wanneer het reflec-tiesignaal S2 net zijn stijgende fase voltooid heeft of deze bijna voltooid heeft, teneinde geschikt aanpasbaar te zijn op hoge snelheidopname. In een dergelijk geval, heeft 2 5 het de voorkeur dat de lengte van de bemonsteringspuls zo klein als mogelijk is, stel 0,5T, daar de geminimaliseerde bemonsteringspulslengte kan leiden tot een verbeterde detectienauwkeurigheid en verwerkingssnelheid. Om dezelfde redenen, heeft het de voorkeur dat elke bemonsteringstiming 30 ingesteld wordt op een optimale waarde met een nauwkeurigheid van een paar nanoseconden.
Met de huidige stand der techniek, neigt een kleine vingerafdruk, kras of dergelijke aanwezig op een CD-WO opnemend medium er naar om een verstoring op te wekken 35 in de reflectie van de uitgezonden lichtbundel, en stof of een grote kras op een CD-WO optisch opnemend medium of een vingerafdruk, stof, kras aanwezig op een CD-RW (rewritable) 1012688 - 13 - opnemend medium neigt er naar om een verstoring op te wekken in de absorptie van de uitgezonden laserlichtbundel. Wanneer de niveaus van het gereflecteerde signaal bij een rechter schouderdeel van zijn piekgebied bemonsterd dienen 5 te worden, zouden er de volgende tendensen optreden: CD-WO : S4 < S4' ...(1) CD-RW : S4 > S4' ...(2) waar S4 een bemonsterd/geblokkeerd signaalniveau representeert in een normale toestand en S4' een bemon-10 sterd/geblokkeerd signaalniveau in een verstoorde toestand representeert.
Aldus bevatten de vergelijkercircuits 7a en 7b in de optische schijf opneeminrichting van figuur 1, twee differentiaalversterkers 71 en 72, die het bemonsterde/ge-15 blokkeerde signaalniveau vergelijken met het referentieni-veau gegeven door de laagdoorlaatfliters 8a en 8b in verschillende polariteiten. Aldus selecteren de vergelijkercircuits 7a en 7b, wanneer de schijf identificerende sectie 13 de optische schijf 1 als het CD-WO type identifi-2 0 ceert, de uitvoer van één van de dif f erentiaalversterkers 71 door middel van een schakelaar 73, maar wanneer de schijf identificerende sectie 13 de optische schijf 1 als het CD-RW type identificeert, selecteren de vergelijkercircuits 7a en 7b de uitvoer van de andere differentiaalver-25 sterker 72 door middel van de schakelaar 73.
Figuren 4A tot 4C tonen de relatie tussen het opneemsignaal SI, het schrijfvermogen Pw, het wisvermogen Pe en putten daardoor gevormd in een geval waar de inrichting voor het opnemen op een optische schijf volgens de 30 uitvinding toegepast wordt op een CD-RW.
In het weergegeven voorbeeld, wordt een schrijf-pulstrein die een trein van dichte pulsen met een periode T is gevormd in reactie op het opneemsignaal SI. Het middenniveau van de schrijfpulstrein is een wisniveau. Zoals 35 getoond in figuur 4B, wordt een voldoende wisvermogen, wanneer een fout op de optische schijf 1 aanwezig is, niet geleverd op het opnemend oppervlak en worden onvolledig 1012688 - 14 - gewiste putten achtergelaten met het resultaat dat het vormen van nieuwe putten onvolledig wordt. Door het aanpassen van het schrij fvermogen Pw en het wisvermogen Pe aan optimale niveaus zoals getoond in figuur 4C, kan optreden 5 van onvoldoend wissen voorkomen worden en kan een correcte opneemput gevormd worden.
In het bijzonder, blijft het niveau van het reflectiesignaal S2 overeenkomstig het opneemsignaal SI stabiel, wanneer er geen verstoring in de verstrooiing en 10 absorptie van de laserlichtbundel uitgezonden naar de optische schijf 1 is, zodat de waardes S4a en S4b zoals bemonsterd en geblokkeerd door de bemonster- en blokkeer-circuits 5a en 5b binnen de bemonsteringstijdsperiode tussen punten 1T en 3Ts blijven tevens in hoofdzaak con-15 stant. Hierdoor behouden de vergelijkingsresultaatsignaal-uitvoeren Sa en Sb van de vergelijkercircuits 7a en 7b een nagenoeg nulniveau, aangevende dat het opnemende oppervlak van de optische schijf 1 in een normale of verstoringsvrije toestand is.
20 Indien er een verstoring in de verstrooiing van de laserlichtbundel is als gevolg van bijvoorbeeld een vingerafdruk op de optische schijf l, dan variëren de bemonster-de/geblokkeerde waardes S4a en S4b aanzienlijk. Daar de referentieniveaus S5a en S5b, verkregen door het middelen 2 5 van de bemonsterde/geblokkeerde waardes S4a en S4b door de laagdoorlaatfliters 8a en 8b, in hoofdzaak hetzelfde niveau behouden in vergelijking met wanneer er geen verstoring is, neemt het niveau van de vergelijkingsresultaatsignalen S6a en S6b toe in reactie op de verstoorde verstrooiing van de 30 laserlichtbundel, hetgeen vervolgens teruggekoppeld wordt naar het automatische laservermogenregelcircuit 11 (ALPC) om daardoor op zodanige manier geregeld te worden dat de optische opname 3 zijn uitvoerlaservermogen vergroot.
De uitvoerniveaus van de vergelijkercircuits 7a en 35 7b variëren in afhankelijkheid van de hoeveelheid verstoring. Bijvoorbeeld voeren de vergelijkercircuits 7a en 7b een groter niveau uit wanneer een relatief zware vingeraf- 1012688 - 15 - druk aanwezig is op de optische schijf 1 dan wanneer een lichte vingerafdruk aanwezig is op de optische schijf 1. Dienovereenkomstig wordt het niveau van het opnemende laservermogen groter in het eerste genoemde geval dan in 5 het laatstgenoemde geval.
10U688

Claims (4)

1. Werkwijze voor het bestralen van een opnemende lichtbundel op een gebied van een optische schijf om daarin putten te vormen met lengtes liggende tussen 3Ts tot HTs 5 (waarin T een lengte representeert van een tijdseenheidspe-riode in een longitudinale richting van een putspoor) , waarbij de werkwijze de stappen bevat van: het bemonsteren en blokkeren van een niveau van een reflectiesignaal, representatief voor een reflectie van de opnemende licht-10 bundel van een putvormend deel en een niet putvormend deel van de optische schijf; het maken van een vergelijking tussen het niveau van het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd door de stap van het bemonsteren en blokkeren en een voorafbepaald 15 referentieniveau; en het regelen van het vermogen van de lichtbundel in het putvormende deel en het niet putvormende deel op basis van een resultaat van de vergelijking.
2. Werkwijze voor het bestralen van een lichtbun-2 0 del met een wisvermogen op een optische schijf om putten gevormd in een gebied te wissen en het bestralen van een lichtbundel met een schrijfvermogen op het gebied om daarin putten te vormen met lengtes liggende tussen 3Ts tot HTs (waarin T een lengte representeert van een tijdseenheidspe-25 riode in een longitudinale richting van een putspoor), waarbij de werkwijze de stappen bevat van: het bemonsteren en blokkeren van een niveau van een reflectiesignaal, representatief voor de reflectie van de lichtbundel bestraald gedurende wissen en schrijven, van 30 de optische schrijf bij een voorafbepaalde timing; het maken van een vergelijking tussen het niveau van het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd door de 1012.6 8 8 - 17 - stap van het bemonsteren en blokkeren en een voorafbepaald referentieniveau; en het regelen van het wisvermogen en het schrijf-vermogen van de lichtbundel op basis van een resultaat van 5 de vergelijking.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarin het voorafbepaalde referentieniveau gegeven wordt door het middelen van het bemonsterde en geblokkeerde niveau van het reflectiesignaal in een langere cyclus dan een cyclus 10 waarin het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd wordt.
4. Opneemrichting voor een optische schijf bevattende : een optisch opneemsectie dat een opnemende licht-15 bundel straalt op een optische schijf om daarin putten te vormen met lengtes liggende tussen 3Ts tot HTs (waarin T een lengte representeert van een tijdseenheidsperiode in een longitudinale richting van een putspoor) en tevens reflectie ontvangt van de opnemende lichtbundel van de 20 optische schijf om daardoor een reflectiesignaal op te wekken; een eerste bemonster- en blokkeersectie die een niveau van het reflectiesignaal bemonstert en blokkeert, opgewekt door de optische opneemsectie, gedurende een 25 tijdsperiode in een voorafbepaald bereik na een begin van een stijgende rand van het reflectiesignaal; een tweede bemonster- en blokkeersectie die een niveau van het reflectiesignaal bemonstert en blokkeert, opgewekt door de optische opneemsectie, gedurende een 30 tijdsperiode binnen een voorafbepaald bereik na een begin van een dalende rand van het reflectiesignaal; een eerste vergelijkersectie die een vergelijking maakt tussen het niveau van het reflectiesignaal bemonsterd en geblokkeerd door de eerste bemonster- en blokkeersectie 35 en een eerste referentieniveau; een tweede vergelijkersectie die een vergelijking maakt tussen het niveau van het reflectiesignaal bemonsterd 1012688 - 18 - en geblokkeerd door de tweede bemonster- en blokkeersectie en een tweede referentieniveau; en een lichtbundelvermogensregelsectie die het vermogen van de lichtbundel van de optische opneemsectie 5 bestraald op het putvormende deel en het niet putvormende deel van de optische schijf regelt in reactie op uitvoeren van de eerste en tweede vergelijkersecties. 1012688
NL1012688A 1998-07-30 1999-07-23 Werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf. NL1012688C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP21625698 1998-07-30
JP21625698A JP3846050B2 (ja) 1998-07-30 1998-07-30 光ディスク記録方法及び装置

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1012688A1 NL1012688A1 (nl) 2000-02-01
NL1012688C2 true NL1012688C2 (nl) 2001-07-24

Family

ID=16685717

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1012688A NL1012688C2 (nl) 1998-07-30 1999-07-23 Werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf.

Country Status (2)

Country Link
JP (1) JP3846050B2 (nl)
NL (1) NL1012688C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4107290B2 (ja) 2004-12-24 2008-06-25 ティアック株式会社 光ディスク装置

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09270128A (ja) * 1996-04-01 1997-10-14 Taiyo Yuden Co Ltd 光ディスクのランニングopc方法及び光ディスク記録再生装置

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09270128A (ja) * 1996-04-01 1997-10-14 Taiyo Yuden Co Ltd 光ディスクのランニングopc方法及び光ディスク記録再生装置

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 02 30 January 1998 (1998-01-30) *

Also Published As

Publication number Publication date
JP3846050B2 (ja) 2006-11-15
JP2000048359A (ja) 2000-02-18
NL1012688A1 (nl) 2000-02-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP3718082B2 (ja) 光ディスク記録装置
CN101814306B (zh) 光盘装置
JP3470584B2 (ja) 光ディスク記録方法及び装置
JP3815326B2 (ja) 試し書き方法、及びこれを用いた光ディスク装置
JPH09270128A (ja) 光ディスクのランニングopc方法及び光ディスク記録再生装置
JP3503513B2 (ja) 光ディスク記録方法及び装置
JP2004079128A (ja) 光ディスク記録装置
NL9000150A (nl) Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een patroon van gebiedjes met veranderde optische eigenschappen in een registratiedrager.
JP2001134943A (ja) 光ディスク記録装置のプッシュプル信号処理回路およびウォブル抽出回路ならびにプリピット検出回路
JP3734621B2 (ja) 光情報記録方法及びその装置
JP3292184B2 (ja) 光ディスク記録方法及び装置
NL1012688C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het opnemen op een optische schijf.
JP3233094B2 (ja) 光ディスク記録方法及び装置
KR20010052804A (ko) 광정보기록재생방법 및 장치
JP3938075B2 (ja) 光ディスク記録方法、及び光ディスク記録装置
US20020031068A1 (en) Method and apparatus for writing optical recording media
US7330415B2 (en) Optical record carrier recording method and recording apparatus
JP3578108B2 (ja) 光ディスク記録方法およびその装置
JP2001014676A (ja) 光学的記録再生装置
KR100271570B1 (ko) 광디스크 판별방법 및 그 장치
US20060209651A1 (en) Optical information recording apparatus, apparatus and method for setting write strategy, and computer program therefor
US20080253749A1 (en) Recording Apparatus and Method for Optimized Overwriting
WO1998050912A2 (en) Method and apparatus for writing optical recording media
JPH11232649A (ja) 光ディスク記録方法および光ディスク記録装置
JP2000090450A (ja) フォーカスバイアス設定装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20010319

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170801