NL8902936A - Thermische behandelingsinrichting. - Google Patents
Thermische behandelingsinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8902936A NL8902936A NL8902936A NL8902936A NL8902936A NL 8902936 A NL8902936 A NL 8902936A NL 8902936 A NL8902936 A NL 8902936A NL 8902936 A NL8902936 A NL 8902936A NL 8902936 A NL8902936 A NL 8902936A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- heat exchange
- operating fluid
- pressure
- exchange chamber
- valve
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G05—CONTROLLING; REGULATING
- G05D—SYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
- G05D23/00—Control of temperature
- G05D23/19—Control of temperature characterised by the use of electric means
- G05D23/1919—Control of temperature characterised by the use of electric means characterised by the type of controller
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28F—DETAILS OF HEAT-EXCHANGE AND HEAT-TRANSFER APPARATUS, OF GENERAL APPLICATION
- F28F27/00—Control arrangements or safety devices specially adapted for heat-exchange or heat-transfer apparatus
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Automation & Control Theory (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physical Or Chemical Processes And Apparatus (AREA)
- General Preparation And Processing Of Foods (AREA)
- Food Preservation Except Freezing, Refrigeration, And Drying (AREA)
- Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)
Description
Thermische behandelingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een thermische behandelingsinrichting voor het veilig en doeltreffend thermisch behandelen van een produkt, dat bij een relatief lage temperatuur, zelfs minder dan 100° C met stoom met gereduceerde druk en/of water als warmtemedium moet worden behandeld.
Op het terrein van de chemische industrie en de voedselindustrie worden materialen dikwijls bij betrekkelijk lage temperaturen, lager dan bijvoorbeeld 100° C behandeld om een veilige werking en goede kwaliteit van het produkt te verkrijgen. Voor een dergelijke thermische behandeling wordt gebruik gemaakt van een inrichting, zoals deze bijvoorbeeld is beschreven in het Japanse octrooischrift nr. 60-64108, waarbij als warmtemedium stoom met gereduceerde druk wordt toegepast. Bij deze inrichting wordt stoom vanuit een stoombron via een drukreduktieventiel aan een warmte-uitwisselkamer gevoerd, welke is voorzien van een uitlaat, die met een conventionele vacuümpomp is verbonden via een condenspot, die is overbrugd voor het tot stand brengen van een stoomsnelheidsregeling van de fluïdum-baan. De conventionele vacuümpomp wordt evenwel steeds zodanig bedreven, dat de bovenste vacuümdruk daarvan optreedt, zodat de stoom op een excessieve wijze door de pomp wordt aangezogen en in de warmte-uitwisselkamer een ongewenst sterke mate van vacuüm ontstaat. Teneinde dergelijke moeilijkheden te vermijden, kan de stoomsnelheid van de bovengenoemde shunt worden vergroot om de druk in de warmte-uitwisselkamer te onderhouden. Als een gevolg daarvan wordt evenwel een hoeveelheid stoom via de shunt afgevoerd, hetgeen niet slechts leidt tot een excessief verlies aan stoom, doch tot een niet stabiele druk in de warmte-uitwisselkamer.
Derhalve beoogt de uitvinding te voorzien in een verbeterde thermische behandelingsinrichting die met stoom met gereduceerde druk werkt, maar bij welke inrichting in de warmte-uitwisselkamer een konstante stoomdruk heerst en welke inrichting een hoog thermisch rendement bezit.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een geschikte thermische behandelingsinrichting, die naar gelang de omstandigheden dit vereisen, afwisselend verwarmings- en koelhandelingen kan uitvoeren.
Volgens de uitvinding wordt voorzien in een thermische behandelingsinrichting, die met stoom met gereduceerde druk werkt, welke inrichting is voorzien van een warmte-uitwisselkamer met een inlaat, die via een drukreduktieventiel met een stoombron is verbonden, een voorinrichting, die met de uitlaat van de warmte-uitwisselkamer is verbonden en organen om de temperatuur van het fluïdum, dat het straal-mondstuk van de invoerinrichting passeert te regelen en het mogelijk te maken, dat de zuigdruk van de afvoerinrich-ting op een willekeurige wijze wordt ingesteld door de fluïdum temperatuur te regelen.
Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat de thermische behandelingsinrichting, die met stoom met gereduceerde druk werkt, een pomp om het fluïdum aan de afvoer-inrichting toe te voeren, een reservoir voor het toevoeren van het fluïdum aan de pomp en het opnemen van het fluïdum, dat uit de defuservan de af voer inrichting wordt afgevoerd en organen om de uitlaat van de pomp op een selectieve wijze met de inlaat van de warmte-uitwisselkamer te verbinden en tegelijkertijd de verbinding tussen de stoombron en de warmte-uitwisselkamer te verbreken om een koel-werking met hetzelfde fluïdum mogelijk te maken.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont:
Fig. 1 een schema van een configuratie van een eerste uitvoeringsvorm van de thermische behandelingsinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2 een blokschema van een variant van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1;
Fig. 3 een doorsnede van een groot gedeelte van een waterkast, die bij de variant volgens figuur 2 wordt gebruikt;
Fig. 4 een schema, gedeeltelijk in blokschemavorm, van een configuratie van de tweede uitvoeringsvorm van de thermische behai.delingsinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 5 een schematische doorsnede van de constructie van het drukreduktieventiel, dat bij de inrichting volgens de uitvinding wordt gebruikt; en
Fig. 6 een doorsnede van een deel van de constructie van de warmte-uitwisselkamer, die bij de uitvoeringsvorm volgens Figuur 4 wordt toegepast.
In de tekening zijn aan overeenkomstige constructieve componenten, welke niet afzonderlijk zullen worden beschreven, dezelfde verwijzingen gegeven.
Zoals uit Figuur 1 blijkt, passeert stoom, welke door een geschikte (niet weergegeven) stoomgenerator wordt geleverd, een drukreduktieventiel 1 en treedt een warmte-uitwisselkamer 2 binnen, welke later zal worden beschreven. De warmte-uitwisselkamer 2 is verbonden met een afvoerstel-sel 3. Het afvoerstelsel 3 omvat een afvoerinrichting 4 met een zuigkamer, welke met de warmte-uitwisselkamer 2 is verbonden, een opzamelreservoir 5 voor het bedrijfs-fluidum (bijv. water) voor de afvoerinrichting, en een conventionele centrifugaalpomp 6 om het fluïdum in het reservoir aan het mondstuk van de afvoerinrichting 4 toe te voeren en het fluïdum via de defuser daarvan naar het reservoir 5 terug te voeren. Het reservoir 5 is voorzien van een water-toevoerpijp 8 met een elektrisch aangedreven ventiel 7 en een ventielbesturingseenheid 9 om het ventiel 7 aan te drijven, welke besturingseenheid reageert op een temperatuur-signaal van een temperatuur-aftastinrichting 10, die in het pijpstelsel tussen het reservoir 5 en de pomp 6 is opgenomen. Tussen de pomp 6 en de afvoerinrichting 4 bevindt zich nog een elektrisch aangedreven ventiel 11, dat met de buitenlucht is verbonden, en een ventielbesturings-eenheid 12 om dit ventiel aan te drijven, welke eenheid bestemd is om te reageren op een detectiesignaal uit een niveaudetector 13, welke zich in het reservoir 5 bevindt.
Tijdens het bedrijf wordt het water in het reservoir 5 geforceerd door de pomp 6 aan de afvoerinrichting 4 toegevoerd en keert het water weer naar het reservoir 5 terug om een circulatie te herhalen. Daarna treedt in de afvoerinrichting 4 een verzadigingsdruk op, welke overeenkomt met de huidige watertemperatuur, en daardoor wordt de druk in de warmte-uitwisselaar 2 gereduceerd. De temperatuur van het water wordt steeds gecontroleerd door de temperatuur-aftastinrichting 10 en indien deze temperatuur een voorafbepaalde waarde overschrijdt, wordt het elektrisch aangedreven ventiel 7 door de ventielbesturingseenheid 9 geopend om koelwater uit de toevoerpijp 8 bij te vullen teneinde de temperatuur van het water te reduceren. Derhalve wordt de druk in de warmte-uitwisselkamer 2 automatisch op een voorafbepaalde waarde gehouden door het op een geschikte wijze vooraf instellen van de bedieningstemperatuur van de ventielbesturingseenheid 9. Wanneer het waterniveau in het reservoir 5 door het aanvullen met water stijgt, wordt het niveau konstant gekontroleerd door de niveaudetector 13 en, indien het niveau een voorafbepaalde bovengrens overschrijdt, wordt het elektrisch bestuurde ventiel 11 door de ventielbesturingseenheid 12 geopend om het overschot aan water naar buiten af te voeren. Het ventiel 11 wordt gesloten wanneer het niveau een voorafbepaalde ondergrens bereikt. Derhalve wordt de stoomdruk in de warmte-uitwisselkamer 2 bij de inrichting volgens de uitvinding op een voorafbepaalde gereduceerde waarde gehouden en treedt nooit een excessief vacuüm op, zoals dit het geval is bij de bekende inrichtingen.
Zoals boven is beschreven, is het te verwachten, dat de druk in de warmte- uitwisselkamer 2 de verzadigingsdamp-druk van het bedrijfsfluïdum wordt en de temperatuur van de stoom, die over het drukreduktieventiel 1 wordt gevoerd, de verzadigingsdruk wordt, welke overeenkomt met deze druk. Stoom met hoge druk heeft evenwel in het algemeen de neiging om oververhitte stoom te worden wanneer de druk daarvan door een drukreduktieventiel wordt gereduceerd en de temperatuur in de warmte-uitwisselkamer 2 kan hoger worden dan de verwachte temperatuur. Teneinde een dergelijke oververhitting te elimineren bevindt zich, als aangegeven in Figuur 2, een waterkastkamer 14 tussen het drukreduktieventiel 1 en de warmte-uitwisselkamer 2, waarbij de onderzijde van de kamer 14 via een condenspot 15 met de zuigkamer van de afvoerinrichting 4 is verbonden en de inlaatzijde van het elektrisch aangedreven ventiel 11 via een ventiel 16 is verbonden met een temperatuur-verlagingsinrichting 17, die aan de zijwand van de kamer 14 is bevestigd. Zoals aangegeven in Figuur 3 omvat de temperatuur-verlagingsinrichting 17 een hol kopgedeelte 18, dat in de zijwand van de kamer 14 is geschroefd, en een daarmede gekoppelde pijpverbinding 19, waarbij het kopgedeelte 18 is voorzien van een doorgaande opening 20, die in de kamer 14 uitkomt aan het bovenste en achterste gedeelte, dat met de inwendige pijpkoppeling 19 via een zijopening 21 en een scherm 22 is verbonden.
Met een dergelijke constructie wordt compensaat, dat door de condenspot 15 uit de kamer 14 is opgezameld, door de afvoerinrichting 3 aangezogen en wanneer het ventiel 16 wordt geopend wordt het water bij de verzadigingstemperatuur daarvan geforceerd door de pomp 6 naar de temperatuur-verla-gingsinrichting 17 gevoerd en vanuit de doorgaande opening 20 in de kamer 14 gesproeid. Derhalve wordt de temperatuur van de oververhitte stoom gereduceerd en wordt het gesproeide water verzadigde waterdamp. De dampdruk in de warmte-uitwisselkamer 2 kan konstant op een verzadigde dampdruk worden gehouden door het ventiel 16 te besturen voor het instellen van de hoeveelheid gesproeid water.
Wanneer thans wordt verwezen naar Figuur 4, blijkt, dat het afvoerstelsel bij deze uitvoeringsvorm tevens is voorzien van een afvoerinrichting 4, een reservoir 5, pomp 6, toevoerventiel 7, toevoerpijp 8 en een afvoerven-tiel 11, waarbij het reservoir 5 is voorzien van een tem-peratuur-aftastinrichting 10 en een niveaudetector 13, zoals het geval is bij de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1.
Bij deze uitvoeringsvorm echter bevindt zich voor het druk-reduktieventiel 1 een elektrisch aangedreven ventiel 23 en is de uitlaatzijde van de pomp 6 via een elektrisch aangedreven ventiel 24 met de uitlaatzijde van het drukreduk-tieventiel 1, namelijk de inlaat van de warmte-uitwisselka-mer 2 verbonden. Motoren of elektro-magneten 25 en 26 voor het aandrijven van de ventielen 23 en 24 zijn verbonden met een centrale besturingsinrichting 27 om de ventielen 23 en 24 op een onderling tegengestelde wijze om het besturen daarvan te openen en te sluiten. Motoren of elektromagneten 28 en 29 voor het aandrijven van de ventiel 7 en 11 zijn eveneens met de centrale besturingsinrichting 27 verbonden en dienen om dezelfde werking uit te voeren als bij de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1, op basis van de signalen uit de temperatuur-aftastinrichting 10 en de niveaudetector 13. Zoals is aangegeven, bezit de warmte-uitwisselkamer 2 bij deze uitvoeringsvorm een U-vormige ver-tikale doorsnede en is deze in kontakt met een cylindrische reactiekamer 30, welke is voorzien van een materiaal-inlaat 31, een produktuitlaat 32 en een verroerinrichting 33. Tussen de uitlaat van de warmte-uitwisselkamer 2 en de afvoerinrichting 4 is een condensor 34 aanwezig en het koelwater voor de condensor 34 wordt vanuit de toevoerpijp 8 via een elektrisch aangedreven ventiel 35 toegevoerd en naar buiten afgevoerd. Een aandrijfmotor of elektro-magneet 36 voor dit ventiel is tevens met de centrale besturingsinrichting 27 verbonden.
Wanneer het ventiel 24 wordt gesloten en het ventiel 23 wordt geopend treedt bij deze inrichting stoom uit een (niet weergegeven) stoombron de warmte-uitwisselkamer 2 binnen via het drukreduktieventiel 1 en wordt de stoom na de reaktiemaker 30 te hebben verhit, welke kamer in kontakt staat met de warmte-uitwisselkamer 2, en waardoor een gewenste reaktie wordt veroorzaakt,· zoals bij de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1, wordt de condensor 34 gecondenseerd en door de afvoerinrichting 4 aangezogen om het reservoir 5 binnen te treden, waardoor de temperatuur van het water daarin wordt verhoogd. Bij condensor 34 behoeft evenwel een dergelijke verwarmingshandeling niet te worden gebruikt zoals bij de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1.
Indien het ventiel 23 daarna wordt gesloten en het ventiel 24 wordt geopend, wordt de stoomtoevoer aan de warmte-uitwisselkamer 2 beëindigd en wordt tegelijkertijd het warme water in het reservoir 5 geforceerd door de pomp 6 aan de warmte-uitwisselkamer 2 toegevoerd. Dit water en de resterende stoom worden door de afvoerinrichting 4 aangezogen om terug te keren naar het reservoir 5. Tegelijkertijd wordt het toevoerventiel 7 geopend om het reservoir 5 met water aan te vullen teneinde de temperatuur van het water van het reservoir 5 geleidelijk te verlagen. Terwijl het water, dat aan de warmte-uitwisselkamer 2 wordt toegevoerd, wordt verdampt door de warmte van de reaktiekamer 30 om de reaktiekamer 30 door de verdampingswarmte daarvan af te koelen, wordt een deel van de damp, die op dit moment ontstaat, door de condensor 34 gecondenseerd en door de afvoerinrichting 4 aangezogen. Derhalve dient de condensor 34 voor het limineren van de overbelasting bij de zuigwerking van de afvoerinrichting 4. Indien zoals bij de bekende inrichtingen koud water aan de warmte-uitwisselkamer 2 wordt toegevoerd, wordt de resterende stoom daarin snel gecondenseerd, waardoor een plotselinge verandering van de druk een zogenaamd hamereffekt optreedt, dat kan leiden tot trillingen en een vernieling van de inrichting. Bij de inrichting volgens de uitvinding echter treedt geen snelle condensatie van de resterende stoom op en derhalve wordt geen hamereffekt veroorzaakt, aangezien de temperatuur van het water in het reservoir 5 juist na de ver- warmingshandeling in hoofdzaak hoog is. De temperatuur van de warmte-uitwisselkamer 2 wordt geleidelijk lager bij reduktie van de temperatuur van het water in het reservoir 5. Indien deze temperatuur van het water op een geschikte wijze vooraf in de besturingsinrichting 27 wordt ingesteld, wordt de negatieve druk van de afvoerinrichting 4 dienovereenkomstig bestuurd en wordt daardoor de koelsnelheid zodanig bestuurd, dat een gewenste koelbehandeling mogelijk wordt gemaakt.
Wanneer de verwarmingshandeling na de koelhandeling wordt hervat, wordt het toevoerventiel 7 eerst gesloten. Daarna circuleert het water in het reservoir 5 via de pomp 6, het ventiel 24, de warmte-uitwisselkamer 2, de condensor 34 en de afvoerinrichting 4 en absorbeert dit water warmte uit de reaktiekamer 30 waardoor de temperatuur van het water geleidelijk stijgt. Wanneer een geschikte temperatuur wordt bereikt wordt het ventiel 26 gesloten en het ventiel 23 tegelijkertijd geopend om de stoom te introduceren. Op deze wijze kan de verwarmingshandeling worden hervat zonder dat het hamereffekt optreedt, dat een gevolg is van een plotselinge verandering van de temperatuur.
De bovenbeschreven instelling van de temperatuur van het water en de besturing van de ventielen kan vooraf als een voorafbepaald programma in de besturingsinrichting 27 worden opgeslagen, waardoor een volledige automatisering van de verwarmings- en koelhandelingen mogelijk wordt gemaakt.
Terwijl de thermische behandelingsinrichting volgens de uitvinding bijzonder geschikt is, wanneer deze wordt toegepast in het geval van normale verwarmingstemperatuur onder 100°C, zoals bij verschillende reaktiekamers en voed-seldistilleer-, condenseer- en steriliseerinrichtingen, is de constructie van het drukreduktieventiel 1, dat in dit geval wordt gebruikt, is schematisch weergegeven in Figuur 5. Zoals aangegeven, bezit het drukreduktieventiel 1 een stoominlaat 37 en een stoomuitlaat 38 waartussen zich een hoofdventiel 39 bevindt. Het hoofdventiel 39 is via een verbindingsstaaf 40 gekoppeld met een drukresponsief-membraam 41 en wordt door een veer 42 naar het membraam 41 getrokken om de stoombaan af te sluiten in tegenstelling met het conventionele drukreduktieventiel. De onderste holte van het membraam 41 is via een opening 43 met de uitlaat-zijde verbonden voor het verschaffen van de secundaire druk. Wanneer derhalve de secundaire druk, d.w.z. de druk van de warmte-uitwisselkamer 2 enigszins afneemt, wordt het membraam 41 tegen de veer 42 in naar beneden getrokken om het hoofdventiel 39 te openen teneinde de stoom aan de warmte-uitwisselkamer 2 toe te voeren. Wanneer de secundaire druk wordt hersteld, wordt het membraam 41 naar boven getrokken om het hoofdventiel 39 te sluiten. De spanning van de veer 42 kan door een spanningsregelaar 44 worden ingesteld. De spanningsregelaar 44 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een instelmotor en in responsie op een signaal uit de besturingsinrichting 27 werken, zoals aangegeven in Figuur 4. Wanneer de bovengenoemde verwarmingstempera-tuur boven 100°C ligt, wordt een drukreduktieventiel met conventionele constructie gebruikt aangezien de secundaire verzadigde- dampdruk boven de atmosferische druk komt te liggen. In dit geval wordt het hoofdventiel 39 door de veer 42 naar beneden gedrukt en gaat normaal open, terwijl het ventiel wordt gesloten wanneer de secundaire druk boven voorafbepaalde waarde stijgt.
De warmte-uitwisselkamer 2 bij de uitvoeringsvorm volgens Figuur 4 heeft het bezwaar, dat wanneer het koelwater daarin vanuit het ventiel 24 wordt toegevoerd via de baan, welke gemeenschappelijk is voor de stoom na de bovenbeschreven verwarmingshandeling, een groot gedeelte daarvan op een onvoldoende wijze kontakt maakt met het oppervlak van de reaktiekamer 30 en door de afvoerinrichting 4 wordt aangezogen voor verdamping, hetgeen leidt tot een laag koelrendement. Figuur 6 toont een verbeterde constructie voor het opheffen van dit bezwaar. Zoals aangegeven, is de reaktiekamer 30 omgeven door de warmte-uitwisselkamer 2 met een-buitenwand 45. De warmte-uitwisselkamer 2 is voorzien van een ringvormige deksel 46, die door bouten 48 met een ringvormige rubberplaat 47, die zich tussen genoemde onderdelen bevindt, is gekoppeld. De binnendiameter van de rubberplaat 47 is iets kleiner dan de buitendiameter van de reaktiekamer 30 en derhalve wordt het binnenste om-trekgedeelte daarvan langs de buitenwand van de reaktiekamer 30 naar beneden omgebogen, zoals is aangegeven. Wanneer het koelwater vanuit het ventiel 24 in de holte boven de rubberplaat 47 wordt toegevoerd, zoals schematisch is aangegeven door een pijl 49, vervormt dit water de rubberplaat 47 door de druk van het water en stroomt naar beneden via de spleet tussen de buitenwand van de reaktiekamer 30 en de rubberplaat 47 langs de buitenwand en wordt tenslotte aangezogen en afgevoerd via de onderste uitlaat 50. Derhalve wordt het toegevoerde koelwater op een doeltreffende wijze verdampt door de warmte van de reaktiekamer 30 en kan de reaktiekamer 30 op een doeltreffende wijze door de resulterende verdampingswarmte worden gekoeld. In het geval van deze constructie wordt de verwarmingsstoom vanuit het druk-reduktieventiel 1 via een ander pijpstelsel, dat gescheiden is van het koelwaterstelsel, toegevoerd aan de onderzijde van de rubberplaat 47, zoals schematisch is aangegeven door een pijl 51. De rubberplaat 47 kan uit een geschikt veerkrachtig materiaal, dat verschilt van rubber, worden vervaardigd.
Zoals boven is beschreven, voorziet de uitvinding in een thermische behandelingsinrichting, die met stoom met gereduceerde druk werkt, welke inrichting in sterke mate stabiel is en een hoog thermisch rendement heeft. De bovengenoemde uitvoeringsvormen dienen slechts ter illustratie en zijn niet beperkend voor de uitvinding. Het is duidelijk, dat daarin verschillende modificaties mogelijk zijn.
Zo kan bijvoorbeeld ofschoon bij de bovenbeschreven uitvoeringsvormen U-vormige doorsnede van de warmte-uitwisselkamer 2 de reactiemaker 30 omgeeft, de opbouw en de vorm van de warmte-uitwisselkamer 2 vrij worden gekozen en dan, indien nodig, het te behandelen materiaal direkt in de warmte-uitwisselkamer 2 worden gevoerd. Ofschoon in Figuur 4 alle ventielen zijn weergegeven als automatisch bestuurde ventielen, blijft het ook mogelijk êên of meer daarvan met de hand te besturen. Indien het drukreduktieventiel 1 volgens Figuur 4 bestemd is om een volledige afsluiting daarvan mogelijk te maken, kan het voorafgaande ventiel 23 vervallen. Bovendien kunnen overeenkomstig het gebruik en de bedrijfsomstandigheden van de inrichting sommige van die componenten, welke verschillen van het drukreduktieventiel, de warmte-uitwisselkamer en de afvoerinrichting, optioneel worden weggelaten.
Claims (9)
1. Met stoom met gereduceerde druk werkende thermische behandelingsinrichting voorzien van een drukreiuktieventiel met een inlaat, welke is verbonden met een stoombron, en een uitlaat, een warmte-uitwisselkamer met een inlaat, welke is verbonden met de uitlaat van het drukreduktie-ventiel, en een drukreduktie-inrichting, welke met de uitlaat van de warmte-uitwisselkamer is verbonden met het kenmerk, dat de drukreduktie-inrichting bestaat uit een afvoerinrichting met een aanzuigkamer, die met de uitlaat van de warmte-uitwisselkamer is verbonden, waarbij de inrichting verder is voorzien van organen om bedrijfsfluïdum aan de afvoerinrichting toe te voeren, en organen om de temperatuur van het bedrijfsfluïdum te regelen, waardoor regeling van de aanzuigdruk van de afvoerinrichting mogelijk wordt gemaakt door deze temperatuur te regelen.
2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van organen om het bedrijfsfluïdum aan de inlaat van de warmte-uitwisselkamer toe te voeren en organen om de toevoer van de stoom en het bedrijfsfluïdum uit de warmte-uitwisselkamer om te schakelen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de bedrijfsfluïdum toevoerorganen zijn voorzien van een fluïdum opzamelreservoir, pomporganen om het bedrijfsfluïdum in het opzamelreservoir geforceerd aan een straal-mondstuk van de afvoerinrichting toe te voeren, organen om het bedrijfsfluïdum uit de afvoerinrichting naar het opzamelreservoir terug te voeren en organen om het opzamelreservoir aan te vullen met bedrijfsfluïdum met een relatief lage temperatuur.
4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de organen voor het regelen van de temperatuur van het bedrijfsfluïdum zijn voorzien van een temperatuur aftast-inrichting om de temperatuur van het bedrijfsfluïdum af te tasten teneinde een aftastsignaal te leveren, en organen, die in responsie op dit aftastsignaal de mate van aanvulling door de aanvulorganen regelen.
5. Inrichting volgens conclusie 3 ,met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van organen voor het detecteren van het niveau van het fluïdum opzamelreservoir teneinde een detectiesignaal te verschaffen, en organen, die in responsie op dit detectiesignaal het bedrijfsfluïdum naar buiten afvoeren.
6. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van oververhitte-damp-verzadigingsorganen, welke zich bevinden tussen het druk-reduktieventiel en de warmte-uitwisselkamer, welke organen zijn voorzien van een afgesloten holte en organen om het bedrijfsfluïdum in deze holte te sproeien.
7. Inrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5 met het kenmerk, dat het drukreduktieventiel is voorzien van een hoofdventiel, dat normaliter in de sluitrichting wordt gedrukt, en drukresponsieve organen om responsie op een reduktie van de druk aan de uitlaatzijde het hoofdventiel te openen.
8. Inrichting volgens conclusie 2, 3, 4, 5 of 7 met het kenmerk, dat een condensor in het pijpstelsel tussen de warmte-uitwisselkamer en de afvoerinrichting aanwezig is.
9. Inrichting volgens conclusie 2, 3, 4, 5, 7 of 8 met het kenmerk, dat de warmte-uitwisselkamer een U-vormige doorsnede heeft en een cilindrische reaktiekamer omgeeft, waarbij een binnenste holte door een ringvormige scheidings-plaat is gesplitst in een bovenste holte met een betrekkelijk klein volume en onderste holte met een betrekkelijk groot volume, welke scheidingsplaat bestaat uit een veerkrachtig materiaal met een binnendiameter, welke kleiner is dan de buitendiameter van de reaktiekamer, waarbij het binnenste omtreksgedeelte van de scheidingsplaat langs de buitenwand van de reaktiekamer is omgebogen, en de bovenste holte is voorzien van een inlaat voor het bedrijfsfluïdum en de onderste holte is voorzien van een inlaat voor de stoom en een uitlaat voor zowel de stoom als het fluïdum.
Applications Claiming Priority (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
AU44679/89A AU601118B1 (en) | 1989-11-14 | 1989-11-14 | Reduced pressure steam heat treating device |
AU4467989 | 1989-11-14 | ||
CA2003181 | 1989-11-20 | ||
CA002003181A CA2003181C (en) | 1989-11-14 | 1989-11-20 | Reduced pressure steam heat treating device |
SE8903923A SE500877C2 (sv) | 1989-11-14 | 1989-11-22 | Anordning för värmebehandling med ånga av reducerat tryck |
SE8903923 | 1989-11-22 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8902936A true NL8902936A (nl) | 1991-06-17 |
NL192970B NL192970B (nl) | 1998-03-02 |
NL192970C NL192970C (nl) | 1998-07-03 |
Family
ID=27154268
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8902936A NL192970C (nl) | 1989-11-14 | 1989-11-28 | Warmtebehandelingsinrichting voor voedsel en dergelijke. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5007582A (nl) |
AU (1) | AU601118B1 (nl) |
CA (1) | CA2003181C (nl) |
CH (1) | CH680612A5 (nl) |
DE (1) | DE3938341C1 (nl) |
FR (1) | FR2654817B1 (nl) |
NL (1) | NL192970C (nl) |
SE (1) | SE500877C2 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AU635457B2 (en) * | 1991-04-15 | 1993-03-18 | Tlv Co., Ltd. | Reduced pressure heat treating device |
DE4421273C2 (de) * | 1994-06-21 | 1996-05-23 | Siemens Ag | Kondensgefäß zur Dampfdruckmessung, Verwendung des Kondensgefäßes für eine Füllstandsmessung und eine Dampfdurchsatzmessung sowie Verfahren zum Betrieb eines Kondensgefäßes |
DE102014012621A1 (de) * | 2014-08-22 | 2016-04-21 | Samson Aktiengesellschaft | Basisstellgerät zur Einstellung einer Wärmetransferfluidströmung einer Heiz- oder Kühlanlage |
KR20240124980A (ko) * | 2021-12-17 | 2024-08-19 | 에밥코 인코포레이티드 | 공랭식 응축기 및 냉각기 단열 예냉 시스템용 비-전기기계식, 펌프리스 액체 재순환 시스템 |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE641580C (de) * | 1935-04-21 | 1937-02-05 | Kosmos Heizungsarmaturen & Met | Temperaturregeler |
US2525581A (en) * | 1947-07-08 | 1950-10-10 | Ingersoll Rand Co | Apparatus for treating food material |
BE665247A (nl) * | 1964-06-12 | 1965-10-01 | ||
JPS58160599A (ja) * | 1982-03-17 | 1983-09-24 | Takuo Mochizuki | 減圧装置 |
JPS6064108A (ja) * | 1983-09-16 | 1985-04-12 | 中央化工機株式会社 | 減圧スチ−ム加熱装置 |
JPS61195640A (ja) * | 1985-02-26 | 1986-08-29 | Nitsukuu Kogyo Kk | 魚類の真空乾燥方法 |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3022795A1 (de) * | 1980-06-19 | 1982-01-14 | W. Bälz & Sohn GmbH & Co, 7100 Heilbronn | Verfahren und vorrichtung zur geregelten waermeuebergabe aus einem primaeren dampfnetz an einen waermeverbraucher |
JPS5728811A (en) * | 1980-07-29 | 1982-02-16 | Toshiba Corp | Power generating device for fluctuating load absorption |
SU1270485A1 (ru) * | 1983-12-06 | 1986-11-15 | Всесоюзный Научно-Исследовательский И Проектно-Конструкторский Институт Атомного Энергетического Машиностроения | Котел |
JPH0664108A (ja) * | 1992-08-25 | 1994-03-08 | Toppan Printing Co Ltd | 塩化ビニルタイル材 |
-
1989
- 1989-11-14 AU AU44679/89A patent/AU601118B1/en not_active Expired
- 1989-11-17 DE DE3938341A patent/DE3938341C1/de not_active Expired - Lifetime
- 1989-11-20 FR FR898915187A patent/FR2654817B1/fr not_active Expired - Lifetime
- 1989-11-20 CA CA002003181A patent/CA2003181C/en not_active Expired - Lifetime
- 1989-11-21 CH CH4178/89A patent/CH680612A5/de not_active IP Right Cessation
- 1989-11-22 SE SE8903923A patent/SE500877C2/sv unknown
- 1989-11-22 US US07/439,944 patent/US5007582A/en not_active Expired - Lifetime
- 1989-11-28 NL NL8902936A patent/NL192970C/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE641580C (de) * | 1935-04-21 | 1937-02-05 | Kosmos Heizungsarmaturen & Met | Temperaturregeler |
US2525581A (en) * | 1947-07-08 | 1950-10-10 | Ingersoll Rand Co | Apparatus for treating food material |
BE665247A (nl) * | 1964-06-12 | 1965-10-01 | ||
JPS58160599A (ja) * | 1982-03-17 | 1983-09-24 | Takuo Mochizuki | 減圧装置 |
JPS6064108A (ja) * | 1983-09-16 | 1985-04-12 | 中央化工機株式会社 | 減圧スチ−ム加熱装置 |
JPS61195640A (ja) * | 1985-02-26 | 1986-08-29 | Nitsukuu Kogyo Kk | 魚類の真空乾燥方法 |
Non-Patent Citations (2)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN, vol. 11, nr. 18 (C-398), 17 januari 1987; & JP-A-61 195 640 (NITSUKUU KOGYO K.K.) 26-02-1985 * |
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN, vol. 7, nr. 287 (M-264)[1432], 21 december 1983; & JP-A-58 160 599 (TAKUO MOCHIZUKI) 24-09-1983 * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CH680612A5 (nl) | 1992-09-30 |
AU601118B1 (en) | 1990-08-30 |
US5007582A (en) | 1991-04-16 |
SE8903923D0 (sv) | 1989-11-22 |
FR2654817B1 (fr) | 1992-02-28 |
CA2003181A1 (en) | 1991-05-20 |
DE3938341C1 (nl) | 1991-07-04 |
FR2654817A1 (fr) | 1991-05-24 |
SE8903923L (sv) | 1991-05-23 |
NL192970B (nl) | 1998-03-02 |
NL192970C (nl) | 1998-07-03 |
SE500877C2 (sv) | 1994-09-26 |
CA2003181C (en) | 1995-11-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4089750A (en) | Water distiller with cone shaped condenser | |
JP2844295B2 (ja) | 真空濃縮装置 | |
JP2844296B2 (ja) | 真空濃縮装置 | |
NL8902936A (nl) | Thermische behandelingsinrichting. | |
JP4260996B2 (ja) | 気化冷却装置 | |
KR930002182B1 (ko) | 감압증기열처리장치 | |
KR840006614A (ko) | 분사식 결정화방법 및 장치 | |
JPH0581297B2 (nl) | ||
JP2665835B2 (ja) | 加熱冷却装置 | |
GB2237970A (en) | Recduced pressure steam heat treating device | |
DK172565B1 (da) | Varmebehandlingsindretning til anvendelse af damp med reduceret tryk | |
JP2684288B2 (ja) | 減圧冷却装置 | |
JP3362302B2 (ja) | 薬液の供給装置 | |
CN1025639C (zh) | 减压蒸汽热处理装置 | |
FI102404B (fi) | Alennetulla painehöyryllä toimiva lämpökäsittelylaite | |
JP3455315B2 (ja) | 蒸気加熱装置 | |
JPH06198101A (ja) | 蒸発濃縮装置 | |
JPH11230655A (ja) | 気化冷却装置 | |
SE445256B (sv) | Frysanleggning med en vetskeavskiljare parallellkopplad till ett vridbart forangningsrum | |
JP2001082844A (ja) | 気化冷却装置 | |
JP2729415B2 (ja) | 減圧気化冷却装置 | |
JP2684271B2 (ja) | 減圧気化冷却装置 | |
JP2745269B2 (ja) | 高温気化冷却装置 | |
JP3507966B2 (ja) | 蒸気加熱装置 | |
NO173163B (no) | Varmebehandlingsinnretning for damp med et redusert trykk |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1C | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20091128 |