NL8902677A - Lichtreklamesysteem met deflector. - Google Patents

Description

Janse Lichtreclame B.V.

Eindhoven

Lichtreclames^steem met deflector.

De uitvinding heeft betrekking op een reclameverlichtingssysteem, omvattende een lichtbak met een lichtbron, welke lichtbak tenminste êên lichtdoorlatende wand bezit, waaraan een zichtbaar te maken afbeelding te bevestigen is.

Dergelijke reclameverlichtingssystemen bevinden zich bijvoorbeeld aan gebouwen of langs autowegen, waarbij telkens in het algemeen opvallende reclame-uitingen in de vorm van een tekst en/of een afbeelding door een goede plaatsing en verlichting ervan goed waarneembaar zullen zijn.

Het nadeel van een dergelijk bekend verlichtingssysteem is, dat naast de eventuele reclame-uiting, ook de plaats van de lichtbron in de lichtbak van het systeem goed te herkennen is, en de lichtdoorlatende wand met de afbeelding niet met een op elke plaats nagenoeg gelijke licht-intensiteit belicht wordt, waardoor de aandacht van de waarnemer wordt afgeleid naar voor reclamedoeleinden niet relevante aspecten van het waargenome.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een (reclame)verlichtingssysteem, waarin met eenvoudige te nemen maatregelen een meer uniforme verdeling van de te verdelen hoeveelheid licht over het oppervlak van de lichtdoorlatende wand met de eventuele afbeelding wordt bereikt, zonder dat de dikte van het systeem hierdoor toeneemt of het totale gewicht van het systeem significant toeneemt.

Daartoe bezit het in de aanhef genoemde reclameverlichtingssysteem het kenmerk overeenkomstig de uitvinding, dat het reclameverlichtingssysteem tussen de lichtbron en de lichtdoorlatende wand aangebrachte deflectiemiddelen omvat.

Het voordeel van het toepassen van deflectiemiddelen in het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding ie, dat hiermede wordt voorkomen dat rechtstreeks van de lichtbron afkomstige lichtstralen, het oog van de waarnemer bereiken· Door het waarnemen van deze directe lichtstralen te voorkomen, wordt bereikt dat van de lichtbron afkomstige lichtstralen, eerst na êên of meer malen in de lichtbak te zijn gereflecteerd op het oog van de waarnemer vallen, waardoor een meer uniforme licht-intensiteits- verdeling over de lichtdoorlatende wand is verkregen en met name die delen van de lichtdoorlatende wand, die zich op een relatief grotere afstand van de lichtbron bevinden beter worden verlicht, terwijl de lichtintensiteit van een zich nabij de lichtbron bèvindend gedeelte van de lichtdoorlatende wand juist wordt afgezwakt.

Van voordeel is tevens, dat de aandacht van de waarnemer nu meer op de reclame-uiting als zodanig zal zijn gericht, daar hij minder dan voorheen wordt afgeleid door in het oog springende lichtconcentratie-verschillen op de lichtdoorlatende wand, op basis waarvan de plaats van de lichtbron in de lichtbak op voor reclamedoeleinden storende wijze waarneembaar was.

Een uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat de deflectiemiddelen zijn uitgevoerd met een drager, waaraan taps toelopende vinnen zijn bevestigd voor het tenminste gedeeltelijk door de drager met de vinnen aan het oog onttrekken van de lichtbron.

Bij deze uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding, is in de praktijk gebleken dat deze een gewenste zeer geleidelijke en nagenoeg niet waarneembare lichtconcentratie variatie op de lichtdoorlatende wand, in het bijzonder nabij de lichtbron teweeg brengt.

Een tweede uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk dat de taps toelopende vinnen eindigen in een punt.

Het voordeel van deze tweede uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding is, dat deze een nagenoeg optimaal zijnde geleidelijke lichtovergang nabij de lichtbron op de lichtdoorlatende wand te zien geeft.

Een derde uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat de vinnen in een richting die tegengesteld is aan de richting van de lichtbron gebogen zijn.

Het voordeel van deze uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding is dat door de gebogen vinnen de verstrooiing van het van de lichtbron afkomstige licht wordt verbeterd, waardoor bovendien een meer uniforme lichtverdeling ontstaat.

Een vierde uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat de drager een breedte a heeft en elke vin een basis b en een hoogte h heeft, en dat de parameters a, b en h zodanig gekozen zijn, dat bij gegeven afmetingen van de lichtbron een zo uniform mogelijke verdeling van de intensiteit van het licht over de lichtdoorlatende wand wordt bereikt.

Het voordeel van deze uitvoering van het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding is, dat voor het verkrijgen van een optimale lichtverdeling de van essentieel belang zijnde parameters a, b en h in de praktijk empirisch zullen worden bepaald. Door keuze van deze parameters is in een gegeven geval tevens het aantal vinnen per lengte-eenheid, dat voor een optimale lichtverdeling noodzakelijk is, bepaald.

Een vijfde mogelijke uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat de lichtbron een puntbron bevat en de deflectiemiddelen met de op de drager bevestigde vinnen stervormig is uitgevoerd.

Deze uitvoering van het reclameverlichtings-, systeem overeenkomstig de uitvinding is, in de praktijk van voordeel gebleken, ingeval voor de puntbron een gloeilamp wordt gekozen.

Een zesde mogelijke uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat de lichtbron een lijnbron bevat en de deflectiemiddelen zijn uitgevoerd met een als langsdrager uitgevoerde drager, waarbij de vinnen op de langsdrager zijn bevestigd.

Deze uitvoering van het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding, is in de praktijk van voordeel gebleken, ingeval voor de lijnbron een TL-buis wordt gekozen.

Een zevende mogelijke uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat het reclamesysteem een in de lichtbak opgenomen gebogen reflecterende binnenwand bezit en de lichtdoorlatende wand zodanig is uitgevoerd, dat deze een gedeelte van het erop vallende licht van de lichtbron doorlaat en het resterende gedeelte reflecteert naar de reflecterende binnenwand.

Het voordeel van deze zevende uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding is, dat het aantal inwendige reflecties in de lichtbak zal toenemen, en doordat de achterwand gebogen is zal met name het aantal interne reflecties op een relatief grote afstand van de lichtbron in de lichtbak, dat wil zeggen aan de rand van de lichtbak, toenemen, hetgeen de uniforme verlichting in het reclameverlichtingssysteem nog verder verbetert.

Een achtste mogelijke uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem, bezit overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat aan de rand van de lichtbak ter plaatse waar de zijkant van de lichtdoorlatende wand en het uiteinde van de gebogen reflecterende binnenwand elkaar naderen, een opening is gelaten.

Het voordeel van deze uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem overeenkomstig de uitvinding is, dat hiermede de mogelijkheid is ontstaan om de lichtbak te koppelen met verdere lichtbakken tot een lichtreclamesysteem dat een vergrote oppervlakte beslaat, waarbij met name langs de randen van de individule gekoppelde lichtbakken een, tengevolge van de aanwezige opening tussen naburige lichtbakken, goede en uniforme lichtverdeling is gewaarborgd.

De uitvinding en hare verdere voordelen zullen nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin soortgelijke elementen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een mogelijke uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede van een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem volgens de uitvinding; figuur 3 een vergrote weergave in dwarsdoorsnede van de in de figuren 1 en 2 weergegeven deflectiemiddelen; figuur 4 een vooraanzicht van de deflectiemiddelen, zoals weergegeven in figuur 3, voor toepassing in het reclameverlichtingssysteem volgens de figuren T of 2; en figuur 5 een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van de deflectiemiddelen voor toepassing in de reclameverlichtingssystemen volgens de figuren 1 of 2.

In de figuren 1 en 2 zijn mogelijke uitvoeringsvormen van een reclameverlichtingssysteem 1 weergegegeven. Het reclameverlichtingssysteem 1 omvat een lichtbak 2, die is voorzien van tenminste een lichtdoorlatende wand 3, eventueel een achterwand 4 en zijwanden 5. De in de figuren 1 en 2 getoonde dwarsdoorsneden van het reclameverlichtingssysteem 1, bezitten een of meerdere lichtbronnen 6.' De lichtbron 6 kan een of meerdere puntbronnen, bijvoorbeeld in de vorm van een gloeilamp bevatten, of kan een lijnbron, bijvoorbeeld in de vorm van een of meer TL-buizen omvatten. In het algemeen zal aan de binnenzijde van de lichtdoorlatende wand een zichtbaar te maken afbeelding zijn bevestigd, bijvoorbeeld met behulp van lijm. De in figuur 2 weergegeven dwarsdoorsnede van de mogelijke uitvoeringsvorm van het reclameverlichtingssysteem 2, bezit twee lichtdoorlatende wanden 3, waaraan, indien gewenst, twee verschillende zichtbaar te maken afbeeldingen kunnen worden bevestigd. Tussen de lichtbron 6 en de lichtdoorlatende wand 3 zijn deflectiemiddelen 7 aangebracht. Met de deflectiemiddelen 7 wordt voorkomen, dat rechtstreeks van de lichtbron 6 afkomstige lichtstralen, direct de lichtdoorlatende wand bereiken.

In figuur 3 is een vergrote dwarsdoorsnede van een mogelijke uitvoeringsvorm van de deflectiemiddelen 7 weergegeven. Figuur 4 toont het vooraanzicht van de in figuur 3 weergegeven deflectiemiddelen 7. De deflectiemiddelen 7 bezitten vinnen 8, die zijn aangebracht op een drager 9. De in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm bezit een drager 9, die als langsdrager is uitgevoerd. In dat geval zal de lichtbron een TL-buis zijn. Aan deze figuur is ook te ontnemen dat de vinnen 8 enigszins gebogen zijn in de richting van de wand 3. De vinnen 8 zullen in het algemeen, taps toelopen, bijvoorbeeld in de vorm van een punt 10.

In de in figuur 5 weergegeven uitvoeringsvorm van de deflectiemiddelen 7 is de drager 9 schijfvormig en zijn de deflectiemiddelen 7 stervormig uitgevoerd met vinnen 8, die zullen uitlopen in een punt 10. Deze uitvoering is bij uitstek geschikt om te worden toegepast samen met een puntbron in de vorm een gloeilamp.

De functie van de deflectiemiddelen 7, laat zich het beste toelichten aan de hand van de figuren 1 en 2, waarin de lichtbak 2 van het reclameverlichtingssysteem 1 een of meerdere reflecterende binnenwanden 11 bevat. Deze binnenwand 11 is gebogen en kan uit één geheel bestaan, zoals in figuur 1 is weergegeven of kan uit twee afzonderlijke delen zijn samengesteld, zoals in de uitvoeringsvorm van figuur 2 is weergegeven. Het voordeel van laatstgenoemde uitvoeringsvorm is, dat in beginsel met één lichtbron 6 kan worden volstaan om de afbeeldingen aan de lichtdoorlatende wanden 3 te belichten.

Het licht dat uit de lichtbron 6 treedt zal of eerst op de reflecterende binnenwand 11 vallen, of nagenoeg geheel op de reflecterende middelen 7 vallen en vervolgens van hieruit gereflecteerd worden naar de reflecterende binnenwand 11. Nadat een lichtstraal op de binnenwand 11 is gereflecteerd valt deze op de lichtdoorlatende wand 3. De lichtdoorlatende wand 3 is zodanig uitgevoerd, dat deze een gedeelte van het erop vallende licht van de lichtbron doorlaat en het resulterende gedeelte terug reflecteert naar de reflecterende binnenwand 11. Op een dergelijke wijze treden meervoudige reflecties tussen de lichtdoorlatende wand 3 en de reflecterende wand 11 op, die deze lichtstralen naar de rand 12 van de lichtbak 2 geleiden, zodat ook deze randen 12 goed worden belicht. De randen 12 zijn door middel' van dikkere lijnen in de figuren 1 en 2 weergegeven. De meervoudige interne reflecties bevorderen de uniformiteit van de verlichtings-intensiteit over de lichtdoorlatende wand 3.

De gebogen reflecterende binnenwand 11, zal locaal, daar waar deze de lichtbron 6 het meest nabij komt van een uitstulping 15 zijn voorzien, welke het erop vallende licht in de lichtbak 2 verstrooit.

In de uitvoeringsvormen van de figuren 4 en 5 zijn enige van belang zijnde parameters weergegeven, het zijn: de breedte a van de drager 9, de basis b van de vin 8 en de hoogte h van de vin 8 . Door het op passende wijze kiezen van de onderlinge verhouding van deze parameters, wordt een optimale lichtverdeling en lichtspreiding van het door de lichtbron 6 afgegeven licht over de lichtdoorlatende wand 3 bereikt. Voor de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm geldt bijvoorbeeld in een praktisch geval a= 3mm, b= 4mm en. h= 13,5mm. De mate van buiging van de vinnen 8, is bijvoorbeeld zodanig, dat geldt: c= 5mm (zie figuur 3), Indien bijvoorbeeld om praktische redenen gewenst, kan de afmeting a van de drager 9 tweemaal de materiaaldikte bedragen. In dat overigens niet in een figuur opgenomen geval wordt de drager 9 gevormd door twee omgezette- einden van de vinnen 8, die op eenvoudige wijze, bijvoorbeeld door middel van puntlassen, tegen elkaar kunnen worden aangebracht.

Aan de rand 12 van de lichtbak 2 is ter plaatse tussen de lichtdoorlatende wand 3 en de reflecterende binnenwand 11 een opening 13 gelaten. Via deze openingen 13 heeft het licht uit de lichtbak 2 de gelegenheid om naar naburige lichtbakken 14 te gaan. Anderzijds heeft het licht van een niet weergegeven lichtbron in de naburige lichtbak 14 de gelegenheid om via de opening 13 naar de lichtbak 2 te worden gestraald. Her gevolg hiervan is dat in het bijzonder ter plaatse van de randen 12 van de individuele lichtbakken 2 en 14 een goede en uniforme lichtopbrengst en lichtverdeling is gewaarborgd.

Claims (10)

1. Reclameverlichtingssysteem, omvattende een lichtbak met een lichtbron, welke lichtbak tenminste een lichtdoorlatende wand bezit, waaraan een zichtbaar te maken afbeelding te bevestigen is, met het kenmerk dat het systeem tussen de lichtbron en de lichtdoorlatende wand aangebrachte deflectiemiddelen omvat.

2. Reclameverlichtingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de deflectiemiddelen zijn uitgevoerd met een drager, waaraan taps toelopende vinnen zijn bevestigd voor het tenminste gedeeltelijk door de drager met de vinnen aan het oog onttrekken van de lichtbron.

3. Reclameverlichtingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de taps toelopende vinnen eindigen in een punt.

4. Reclameverlichtingssyteem volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de vinnen in een richting die tegengesteld is aan de richting van de lichtbron gebogen zijn.

5. Reclameverlichtingssysteem volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk dat de drager een breedte a heeft en elke vin een basis b en een hoogte h heeft, en dat de parameters a, b en h zodanig gekozen zijn, dat bij gegeven-afmetingen van de lichtbron een zo uniform mogelijke verdeling van de intensiteit van het licht over de lichtdoorlatende wand wordt bereikt.

6. Reclameverlichtingssysteem volgens een van de conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk dat de lichtbron een puntbron bevat en de deflectiemiddelen met de op de drager bevestigde vinnen stervormig is uitgevoerd.

7. Reclameverlichtingssysteem volgens een van de conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk dat de lichtbron een lijnbron bevat en de deflectiemiddelen zijn uitgevoerd met een als langsdrager uitgevoerde drager, waarbij de vinnen op de langsdrager zijn bevestigd.

8. Reclameverlichtingssysteem volgens een van de conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk dat het lichtreclamesysteem een in de lichtbak opgenomen gebogen reflecterende binnenwand bezit en de lichtdoorlatende wand zodanig is uitgevoerd, dat deze een gedeelte van het erop vallende licht van de lichtbron doorlaat en het resterende gedeelte reflecteert naar de reflecterende binnenwand.

9. Reclameverlichtingssysteem volgens conclusie 8# met het kenmerk dat de gebogen reflecterende binnenwand op de plaats waar deze de lichtbron het meest nabij komt van een uitstulping is voorzien, die wijst in de richting van de lichtbron.

10. Reclameverlichtingssysteem volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat aan de rand van de lichtbak ter plaatse waar de zijkant van de lichtdoorlatende wand en het uiteinde van de gebogen reflecterende binnenwand elkaar naderen, een opening is gelaten. Eindhoven, 27 oktober 1989