NL8902253A - Werkwijze en inrichting voor het transport van mengsels van grond en water. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het transport van mengsels van grond en water. Download PDF

Info

Publication number
NL8902253A
NL8902253A NL8902253A NL8902253A NL8902253A NL 8902253 A NL8902253 A NL 8902253A NL 8902253 A NL8902253 A NL 8902253A NL 8902253 A NL8902253 A NL 8902253A NL 8902253 A NL8902253 A NL 8902253A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sludge
pump
compressed air
transport
tank
Prior art date
Application number
NL8902253A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Toa Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Toa Corp filed Critical Toa Corp
Publication of NL8902253A publication Critical patent/NL8902253A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/92Digging elements, e.g. suction heads
    • E02F3/9212Mechanical digging means, e.g. suction wheels, i.e. wheel with a suction inlet attached behind the wheel
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/88Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with arrangements acting by a sucking or forcing effect, e.g. suction dredgers
    • E02F3/90Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps
    • E02F3/902Component parts, e.g. arrangement or adaptation of pumps for modifying the concentration of the dredged material, e.g. relief valves preventing the clogging of the suction pipe
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F7/00Equipment for conveying or separating excavated material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F7/00Equipment for conveying or separating excavated material
    • E02F7/02Conveying equipment mounted on a dredger
    • E02F7/023Conveying equipment mounted on a dredger mounted on a floating dredger

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het transport van mengsels van grond en water.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het transport van grond en water, meer in het bijzonder van slib of dergelijk zich op de bodem van een watermassa bevindend materiaal, in hoge concentratie en in een continue stroom naar een voorafbepaalde stortplaats.
In de laatste jaren is het verplaatsen van grond uit de bodem naast een damwand, een haven of een rivier naar een bepaalde stortplaats steeds meer in zwang gekomen. Voor het opbaggeren en het met effect transporteren van de op de bodem van een watermassa aanwezige grond naar een stortplaats is het nodig, dat het gehalte aan water in het grond- water-mengsel zoveel mogelijk wordt gereduceerd, het mengsel in een continue stroom wordt getransporteerd naar die plaats en de hoge concentratie aan grond wordt gehandhaafd.
Men heeft reeds verscheidene werkwij zen voor het opbaggeren en het transporteren van grond uit de bodem van watermassa's voorgesteld, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de Amerikaanse octrooischriften 2,346,180 en 3,842,521.
Volgens al deze werkwijzen wordt de op de bodem van watermassa's aanwezige grond onmiddellijk opgezogen of eerst voor het vergroten van zijn fluïditeit omgeroerd en dan opgezogen door een zuigbuis en daarna voortgestuwd voor zijn verder transport.
Het probleem, dat men in gevallen, waarin mengsels van grond en water moeten worden opgezogen, ontmoet, zal hieronder nader worden beschreven. In het geval, dat het mengsel vrijwel de vloeibaarheid heeft van water, kan de vaste stof in het mengsel even goed door een pomp worden aangezogen en verder worden getransporteerd als zuiver water. Maar is de vloeibaarheid betrekkelijk gering, dan kunnen de grond of de vaste stoffen en het water nauwelijks een homogeen mengsel vormen en zal er in het mengsel een afzonderlijk waterkanaal worden gevormd, waardoor er verhoudingsgewijs aanmerkelijk meer water dan grond of andere vaste stof zal worden getransporteerd en het transport van grond en vaste stoffen dus zeer gering zal zijn.
Op baggergebied is het dus van belang te weten, hoe in de op te baggeren mengsels het watergehalte kan worden beperkt en hoe het opgebaggerde mengsel in een continue stroom kan worden getransporteerd. De uitvinder van de onderhavige uitvinding heeft reeds eerder een inrichting ontwikkeld, met behulp waarvan slib van grote dichtheid, dus met een hoge concentratie aan vaste stof wordt opgebaggerd en niet een zo klein mogelijke hoeveelheid water kan worden getransporteerd (zie de Japanse octrooiaanvrage Kokai, openbaar gemaakt onder nummer 63-134721).
Deze inrichting is uitgevoerd, zoals in fig. 11 van de bij de onderhavige aanvrage behorende tekening is weergegeven, en hij bevat een ringvormige snijkop 2 (of emmerwiel), die draaibaar om een slibtank 1 is aangebracht.
In de hartlijn van de snijkop 2 strekt zich een as 3 uit, die door legers 4 draaibaar ten opzichte van de slibtank 1 wordt gedragen en door een aandrijfinrichting 7 over een snaar of ketting 6 en een aan het ene einde van die as aangebrachte snaar- of kettingwiel 5 kan worden aangedreven. De snijkop 2 is voorzien van emmers of bakken, die op afstand van elkaar en radiaal naar buiten stekend aan een cilindrisch lichaam 2a daarvan zijn bevestigd. Elke emmer of bak is aan zijn naar het lichaam 2a gekeerde zijde open en komt in bedrijf met een opening 10 aan de bovenzijde van de slibtank 1 in register, zodat het door de emmer of bak 8 van de bodem onder de watermassa opgebaggerde slib in de slibtank 1 wordt gestort.
De zich in de hartlijn van de slibtank 1 uitstrek-kende as 3 is voorzien van roerbladen 11 voor het omroeren en het fluïdiseren van het door de opening 10 heen in de tank gestorte slib M. Boven de bovenste helft van de slibtank l is een kap 12 aangebracht, die aan zijn bovenzijde van een opening 13 voor het toevoeren van lucht en aan zijn randen van luchtuitlaatopeningen is voorzien, welke in figuur 2 door 13a zijn aangeduid.
De slibtank 1 is voorts nabij zijn bodem uitgerust met een verbindingsbuis 14, waar het slib doorheen gevoerd wordt naar een schoepenrad 15 voor het onder druk brengen van het slib, dat daarna in een pneumatische pomp 16 wordt geleid.
Deze pneumatische pomp 16 is voorzien van een afsluiter 19 voor het sluiten van een uitlaatopening 18 van een kamer 17, waarin zich dat schoepenrad 15 bevindt, van een slibpijp 21, die een terugslagklep 22 bevat, alsmede van een buis 20 voor de aanvoer van perslucht.
De pneumatische pomp 16 is normaliter in drievoud uitgevoerd en is met zijn delen afwisselend werkzaam voor het aanvoeren en verder transporteren van het slib. Tijdens het slibtransport wordt eerst de in één van de pneumatische pompen 16 achtergebleven perslucht afgevoerd door de persluchttoevoerbuis 20 en wordt het slib M pas daarna uit de slibtank l door het schoepenrad 15 onder druk gezet en in de pneumatische pomp 16 gebracht. Vervolgens wordt de afsluiter 19 gesloten en wordt door de toevoerbuis 20 perslucht in de pomp 16 geleid, waardoor het slib door de slibafvoerpijp 21 heen gedreven wordt. Deze opeenvolging van stappen wordt afwisselend door de drie pneumatische pompen uitgevoerd.
Aangezien de slibafvoerpijp 21 voorzien is van de terugslagklep 22, zal de daarin aanwezige perslucht niet naar de pneumatische pomp 16 kunnen terugstromen, als de perslucht uit die pomp 16 wordt afgevoerd.
De wijze van slibtransport door middel van die pneumatische pomp geeft echter de volgende problemen: 1) Voor het verpompen van het slib met behulp van de pneumatische pomp moet lucht onder hoge druk in het inwendige van de pomp worden gebracht om het slib pneumatisch te kunnen voorstuwen. Wordt echter de pomp met slib gevuld, dan moet echter eerst de luchtdruk door het uitlaten van lucht uit de pomp omlaag gebracht worden, wat met veel lawaai gepaard gaat.
2) Voor het verpompen van het slib door middel van de pneumatische pomp moeten verscheidene handelingen worden uitgevoerd en eisen vervuld worden. Zo moet het slib in de pomp gebracht worden, moet daarna het slib door middel van perslucht onder druk gebracht worden en zijn een aantal afzonderlijke pompen nodig, die om beurten werkzaam zijn, wat betekent, dat de toevoer van slib naar en de afvoer daarvan uit elke pomp intermitterend plaats heeft. Ook het slibtrans-port naar de stortplaats is intermitterend, waardoor het nuttige effect van de inrichting gering is. Bovendien maken de vele pompen met toebehoren de installatie omvangrijk.
De onderhavige uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende wijze van transport van grond-water mengsels, in het bijzonder opgebaggerd slib, te ondervangen en in de eerste plaats een werkwijze voor slibtransport en een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze te verschaffen, waardoor het slibtransport zonder het gebruikelijke hevige lawaai van dat transport plaats heeft.
Een tweede doel van de uitvinding is het transport van slib in een continue stroom, wat het nuttige effect van de werkwijze en inrichting voor het uitvoeren daarvan sterk vergroot.
Een derde deel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het met groot rendement transporteren van slib, waarin vreemde lichamen of obstakels zoals stenen, voorwerpen van rubber en kunststof en andere van de soort opgebaggerd slib afhankelijke verontreinigingen, worden verwijderd, voordat het slib verder wordt getransporteerd.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt het opgebaggerde slib vermengd en gefluïdiseerd door middel van een roerinrichting of een zeef, waarna het gefluïdiseerde slib door een schoepenrad onder druk wordt gebracht en naar een slibafvoergedeelte van het apparaat wordt gevoerd. In dit slibafvoergedeelte wordt achter een terugslagklep in een slibafvoerpijp perslucht in de richting van het slibtransport in het slib geperst en daarmede vermengd, waardoor het slib door die pijp heen wordt gestuwd.
Het slib kan óf goed vermengd met perslucht óf in door holten met perslucht gescheiden discrete massa's in een continue stroom door de slibafvoerpijp heen worden getransporteerd, zodanig, dat het aan het uitlaateinde van die pijp zonder noemenswaardig lawaai in een continue stroom wordt afgeleverd.
Daar volgens de uitvinding het slibtransport in een continue stroom plaats heeft, werkt de inrichting met veel hoger rendement dan dat van de inrichting, waarin pneumatische pompen voor dat transport worden toegepast en ten gevolge daarvan het transport intermitterend is.
Korte beschrijving van de tekeningen, waarvan fig. 1 een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van een baggerinrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; fig. 2 een doorsnede over de lijn II-II in fig. 1 is; fig. 3 een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van een baggerinrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding weergeeft; fig. 4 een doorsnede over de lijn IV-IV in fig. 3 is; fig. 5 een zijaanzicht van een slib transporterende inrichting volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding is; fig. 5(a) een bovenaanzicht van het bodemgedeelte van een scheider van obstakels van de inrichting volgens fig. 5 laat zien; fig. 6 een doorsnede over de lijn VI-VI in fig. 5 is; fig. 7 een doorsnede over de lijn VII-VII in fig. 5 is; fig. 8 een zijaanzicht van een slibtransporteur volgens een vierde uitvoeringsvorm toont; fig. 9 een bovenaanzicht daarvan is;.
fig. 10 een schematische tekening is, die aangeeft, hoe de slibtransporteur volgens de vierde uitvoeringsvorm wordt gebruikt en fig. 11 laat schematisch een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht zien van een bekende baggerinrichting, die uitgerust is met pneumatische pompen.
Beschrijving van de uitvoeringsvormen, waaraan de voorkeur wordt gegeven:
Fig. 1 is een gedeeltelijk doorgesneden schematisch zijaanzicht van een zeer compacte baggerinrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding en fig. 2 toont een doorsnede over de lijn II-II in fig. 1.
Deze eerste uitvoeringsvorm omvat een technische verbetering van de reeds eerder door aanvraagster voorgestelde inrichting volgens fig. 11, waarvan het baggermechanisme vrijwel geheel overeenkomt met dat van de inrichting volgens de uitvinding.
De baggerinrichting omvat een ruigvormige snijkop 2, die draaibaar om een slibtank 1 is aangebracht. De bovenste helft van de slibtank 1 is bedekt door een kap 12, waarin door een in het bovenste deel van de kap 12 aangebrachte luchttoevoeropening 13 lucht onder druk in de kap 12 geperst kan worden en waaruit het te veel aan lucht door een nabij de onderrand van de kap 12 aanwezige uitlaatopening 13a en een daaraan aansluitende boven de waterspiegel uitstekende uitlaatpijp 13b afgevoerd kan worden, zodanig dat tijdens het baggeren in de kap een luchtkussen in stand wordt gehouden, dat voorkomt, dat tijdens het baggeren water onder de kap 12 terechtkomst.
De slibtank 1 is nabij zijn bodem van een trans-portbuis 14a met een schroeftransporteur 25 voorzien en aan het einde van de transportbuis 14a bevindt zich een kamer 26 voor het afscheiden van obstakels. De bodem van de schei-dingskamer kan worden geopend door een deksel 27. De schroeftransporteur 25 heeft in het zich in de scheidingskamer 26 uitstrekkende deel een schroef met kleinere diameter dan die van het overige deel van zijn schroef. De scheidingskamer 26 is boven de transportschroef voorzien van een scheider 28, die bestaat uit een aantal rollen met schroefvormige ribben of groeven, alsmede van het schoepenrad 29 voor het opwekken van druk.
Het schoepenrad 29 is de waaier van een centrifu-gaalpomp met slakkenhuis voor het transport van slib en wordt aangedreven door een motor 30. Bevestigd aan de uitlaatope-ning 32 van het slakkenhuis 31, waarin zich het schoepenrad 29 bevindt, is een slibbuis 35 met een terugslagklep 33, welke buis op zijn beurt aan een slibafvoerpijp 21 is aangesloten.
In deze uitvoeringsvorm is de slibbuis 35 voorzien van een bochtstuk 36 en een straalmondstuk, dat onder een hoek ten opzichte van het bochtstuk 36 is gericht en dient voor de toevoer van lucht onder druk. Een manometer 38 is aangesloten aan de slibafvoerpijp 21 voor het meten van de druk in die pijp.
voor het gebruik van de aldus uitgevoerde baggerin-richting wordt deze in het slib M op de bodem van een watermassa neergelaten, zoals fig. 2 laat zien. Lucht onder druk wordt dan in de kap 12 geperst, waardoor het water W boven de bovenste helft van de snijkop 2 wordt weggeperst, en de snijkop wordt daarna aangedreven door een motor 7. De bodem met slib M wordt door aan de omtrek van de snijkop 2 aangebrachte emmers of bakken 8 uitgegraven en het opgeschepte slib wordt door een in de bovenwand van de tank 1 aanwezige opening 10 in de tank gestort, als de snijkop 2 wordt rondgedraaid.
In de slibtank 1 is een draaibare roerschoep 11 aangebracht, door middel waarvan het slib M wordt gefluïdi-seerd, waarna het door de in het onderste deel van de tank aangebrachte schroeftransporteur 25 naar het einde 25a met kleinere diameter daarvan wordt gevoerd en dus in de schei-dingskamer 26 terecht komt. Het slib M wordt dan zo behandeld, dat het, terwijl het tussen de snel draaiende schei-dingsrollen 28 door wordt gevoerd, van obstakels, zoals touw, rubber, film, weefsel, stenen en ander materiaal, dat het verpompen belemmert, wordt bevrijd. Deze obstakels verzamelen zich op de bodem van de scheidingskamer 26.
Als de schroeftransporteur 25a verstopt geraakt door obstakels (of vreemde stukken materiaal), zoals touw of film, neemt het door de motor 39 te leveren koppel toe en vraagt de motor dus meer stroom. Is de verstopping groter dan toegestaan, dan wordt de baggerinrichting even stilgezet om verwijdering van de obstakels mogelijk te maken.
Het aldus van de obstakels bevrijde slib M wordt door het schoepenrad 29 van de centrifugaalpomp in de buis 35 geperst en het reeds geroerde en gefluïdiseerde slib wordt in die buis 35 vermengd met lucht A onder druk, die door het straalstuk 37 naar binnen wordt geperst. Het slib wordt daarna door de druk van het schoepenrad 29 en die van de perslucht A door de pijp 21 heen afgevoerd naar de plaats, waar het moet worden gestort.
De aan de pijp 21 aangesloten manometer 38 heeft aangetoond, dat de druk in die pijp pulseert. De pijp 21 is ten dele van vensters voorzien, waardoorheen men heeft kunnen constateren, dat het slib de pijp 21 periodiek verstopt en dat de slibproppen met tussenpozen door de perslucht worden voortgedreven.
Is de pijp 21 cilindervormig, dan vormt zulk een slibprop een soort zuiger, die door de perslucht wordt voortgedreven. Het slib in de vorm van een zuiger of soortgelijke vorm blijkt door de gezamenlijke druk van de pomp 29 en de perslucht gemakkelijk getransporteerd te worden.
In het geval echter, dat het transport om een of andere reden wordt bemoeilijkt of zelfs tot stilstand wordt gebracht, loopt de druk in de buis 35 zo hoog op, dat de terugslagklep 33 wordt dichtgedrukt, zodat het slib niet kan terugstromen.
Pig. 3 en 4 laten een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding zien.
Deze uitvoeringsvorm komt, wat het graaftoestel voor het uitgraven van het op de bodem van het water aanwezige slib betreft, overeen met dat van de inrichting volgens de bovenbeschreven eerste uitvoeringsvorm.
Deze tweede uitvoeringsvorm verschilt echter van die volgens fig. 1 en 2 hierin, dat de schelder 28 niet zoals in de eerste uitvoeringsvorm samengesteld is uit een aantal rollen voor het verwijderen van obstakels, zoals gruis, welke rollen zich tussen het afvoereinde van de trans-portschroef 25 en het schoepenrad 29 van de pomp bevinden, maar uit een scheidingsinrichting 28a van andere soort.
Deze scheidingsinrichting 28a zeeft de obstakels of vreemde deeltjes, zoals gruis of stenen, uit het op twee schroeftransporteurs 25b vallende slib M, zodat alleen fijn slib, grond of zand op die transporteurs 25b terechtkomt. De scheidingsinrichting 28a is uitgevoerd als een schudzeef of hellende schudgoot.
De scheidingsinrichting is uitgevoerd als een goot met een zeefbodem 40, die alleen fijn slib doorlaat, welke goot verend wordt gedragen door veren 41 en door een oscil-lator 43, die door een hydraulische motor 42 wordt aangedreven, heen en weer wordt geschud. Het fijne slib van grond en/of zand valt door de zeef 40 heen op de schroeftranspor-teur 25b. De obstakels zoals gruis of stenen, vallen in de richting van de pijl X van de hellende zeef 40 af in de ver-zamelruimte 45, die door een schot 44 is gescheiden van de overige ruimten en zich rechts in fig. 3 bevindt. Hebben de obstakels zich in die ruimte verzameld, dan wordt de scheidingsinrichting even stil gezet, zodat zij kunnen worden verwijderd door een het openen van een aan een zijde van de verzamelruimte 45 scharnierend om eert as 47 aangebracht deksel 46.
Het apparaat volgens deze uitvoeringsvorm werkt dus nagenoeg op dezelfde wijze als de eerste uitvoeringsvorm met dienverstande, dat de scheidingsinrichting 28a iets anders is uitgevoerd en ook de plaats, waar de obstakels worden afge-voerd, verschilt. Daar in deze tweede uitvoeringsvorm de scheidingsinrichting van een schudzeef 40 is voorzien, die een schuddende werking op het aangevoerde slib heeft, kan het in de eerste uitvoeringsvorm toegepaste roerorgaan 11 achterwege blijven.
Figuur 5, 5a, 6 en 7 tonen een derde uitvoeringsvorm, die in zijn geheel wordt gedragen door een schematisch aangeduid vaartuig 50, en bestemd is voor het transport van door een niet-weergegeven trekschop of grijper opgebaggerd slib M in de richting volgens de pijl M door de afvoerpijp 21 heen naar een bepaalde stortplaats.
In het bovenste deel van een trechtervormige bak voor het opvangen van het slib M bevindt zich een schudzeef 52 voor het scheiden van obstakels H, zoals draad, touw, gezonken hout en stenen, uit het slib M. Aan het einde van de schudzeef 52 is de opvangbek 51 voorzien van een opening 53 voor het afvoeren van de obstakels. De schudzeef 52 is onder zijn ene einde voorzien van een schuine wand 54 voor het leiden van het slib naar de ruimte onder de trechtervormige opvangbak. Door 55 is in fig. 5 een hydraulische motor voor het aandrijven van de schudgoot aangeduid.
Figuur 5 en 6 laten zien, dat onder de opvangbak 5 een roertoestel 57 is aangebracht, dat gedraaid wordt door een hydraulische motor 56, en dat zich onder dit roertoestel 57 twee schroeftransporteurs 58 bevinden, die door een hydraulische motor 59 worden aangedreven voor het transport van het slib M in de richting van de pijl T.
Boven het einde van de schroeftransporteurs 58 is een tweede inrichting 28 voor het scheiden van obstakels H uit het slib M aangebracht, die uit een aantal rollen 28b met schroefribben 28c of -groeven is samengesteld, zoals in fig.
7 is aangegeven. Deze rollen 28b worden met hoge snelheid aangedreven door een hydraulische motor 61, zodat door de spleten tussen de rollen heen alleen fijn slib M naar de pomp 29 wordt gevoerd. De betrekkelijk kleine deeltjes H, zoals gruis, die door de schudzeef 52 heen zijn gevallen worden door de ribben 28c buiten het bereik van de zuigopening van het schoepenrad 29 getransporteerd en vallen daarna naar beneden. Het verzamelde gruis H wordt afgevoerd door het openen van een schuif 63, die door een stuurcilinder 62 wordt geopend en gesloten. Boven de scheidingsinrichting 28b bevindt zich het schoepenrad 29, dat door de motor 30 wordt aangedreven.
Achter de uitlaatopeninq 32 van het huis 31 van het schoepenrad 29 is via een terugslagklep een slibbuis 35b aangesloten, die op zijn beurt met de slibafvoerpijp 21 is verbonden. In deze pijp 21 is het straalmondstuk 37 voor het in de pijp persen van lucht onder druk A in de richting van het slibtransport volgens de pijl M gestoken.
De inrichting volgens de derde uitvoeringsvorm van de hierboven beschreven constructie werkt als volgt:
Als het slib M, dat door de baggerinrichting is opgebaggerd, in de uit figuur 5-7 blijkende vergaarbak 51 wordt gestort, worden de betrekkelijk grote obstakels H door de schudzeef 52 tegengehouden. De obstakels vallen door de ope-ning 53 uit de vergaarbak waarna zij worden verwijderd.
Een deel van het fijnere slib M wordt ook naar de opening 3 gevoerd (zie pijl M) langs de helling van de schudzeef 52 maar valt dan op de schuine wand 54, zodat het binnen de vergaarbak 51 naar beneden valt.
Alle slib M, dat binnen de vergaarbak blijft, wordt geroerd en gefluïdiseerd door het roerorgaan 57 en wordt door de schroeftransporteur 58 tot onder het schoepenrad 29 gebracht. De betrekkelijk kleine deeltjes H in het getransporteerde slib M, die niet door de schudzeef 52 konden worden afgescheiden, worden vóór het schoepenrad 29 door de schei-dingsinrichting 28 met zijn met hoge snelheid draaiende rollen 28b uit het slib afgevoerd.
Het door de schroeftransporteur 58 in de schei-dingskamer 26a gevoerde slib wordt door de pomp 29 aangezogen en vervolgens via de uitlaatopening daarvan en de terugslagklep 33 in het deel 35b van de slibafvoerpijp 21 geperst. In dit deel 35b van die pijp wordt het slib door de uit het straalmondstuk 37 stromende perslucht A verder getransporteerd. in de slibafvoerpijp 21 worden het slib en de lucht intermitterend en in gescheiden hoeveelheden verder gevoerd.
Figuur 8,9 en 10 laten een vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zien, voor het gelijkmatig en betrouwbaar verder leiden van grond in de vorm van een grond-luchtmengsel met behulp van een centrifugaalpomp. Deze inrichting werkt als tussenstation in het geval, waarin het het gebaggerde slib in de vorm van een slib-luchtmengsel getransporteerd moet worden. De lucht uit het getransporteerde mengsel van slib en lucht wordt van het slib gescheiden en naar buiten afgevoerd, zodat alleen nog slib door de pomp aangezogen en weggeperst wordt. Als het slib door de slibaf-voerpijp wordt vervoerd, is het met perslucht vermengd, zodat het zich in de vorm van een mengsel laat transporteren.
Door de inrichting volgens deze vierde uitvoeringsvorm wordt het slib M door een grijper 70 opgebaggerd en in een trechter 72, die op een drijvende bak 71 is geplaatst, gestort, van waaruit het over een grote afstand door een slibpomp 73 en een luchtcompressor 74 vanaf het door de in punt-punt-streeplijn aangeduide rechthoek 75 omgeven bagger-vaartuig en over een zich ten dele over het water uitstrekkende leiding 77 naar een op te spuiten gebied 78 wordt getransporteerd. (fig. 10)
De druk, opgewekt door het pompsysteem, zoals de slibpomp 73 en de luchtcompressor 74, neemt gedurende het transport over de lange afstand ten gevolge van de door het slib geboden weerstand af, zodat hij niet in staat is, voldoende slib te transporteren. Daarom is halverwege in de slibafvoerpijp een door de rechthoek 79 omgeven tussenstation voor het verdere transport van het mengsel aangebracht. In het tussenstation 79 wordt eerst de lucht uit het daaraan toegevoerde slib-luchtmengsel verwijderd en wordt daarna perslucht Ap, geleverd door de luchtcompressor 80, opnieuw met het slib vermengd, zodanig, dat er weer voldoende druk is om het slib door de leiding 82 naar het op te spuiten gebied te voeren.
Het tussenstation 79 van de onderhavige uitvoeringsvorm is voor dat doel voorzien van een drukbeperkende tank die uit een onderste kamer 83 en een bovenste kamer 84 bestaat (zie fig. 8 en 9). Een buis 85 levert het opgebaggerde slib M, dat vermengd met lucht door de leiding 77 is aangevoerd, af in het bovenste deel van de onderste kamer 83 en is met zijn einde naar de wand van die kamer 83 gericht, zodat het slib M tegen die wand wordt gespoten, uit fig. 9 blijkt, dat er twee toevoerbuizen 85 zijn, maar het zal duidelijk zijn, dat het tussenstation ook van één buis 85 of van meer dan twee toevoerbuizen 85 kan zijn voorzien. Voorts kunnen de twee kamers 83 en 84 tot één kamer zijn samengevoegd. De uitvoering met twee kamers vergemakkelijkt echter het instellen, het herstellen en het schoonmaken van het inwendige mechanisme, wanneer dit nodig is.
De bovenste kamer 84 is in zijn bovenste deel van een open afvoerpijp 86 voorzien. De onderste kamer 83 bevat in zijn hartlijn een op zijn bodem staande centrifugaalpomp 87, aan de perszijde waarvan een afvoerpijp 89 voor het verdere transport van het slib over een terugslagklep 88 is aangesloten. Een straalmondstuk 90 is voor het inspuiten van perslucht Ap in de transportrichting van het verder te voeren slib M in de afvoerpijp 89 gestoken. Dit straalmondstuk 90 spuit door een luchtcompressor 80 geleverde perslucht in het slib M, zodat dit vermengd met lucht door de afvoerpijp 82 volgens fig. 10 getransporteerd kan worden. De pomp 87 wordt aangedreven door een motor 93, die wordt gevoed door een dynamo. Signalen van niveaumeters 94, die op twee verschillende hoogten in de onderste kamer 83 zijn aangebracht, worden geleid naar een stuureenheid 95.
Als het slib M met lucht uit de buis 85 in het tussenstation 79 wordt gespoten, wervelt het in de door de pijl M in de fig. 9 aangeduide richting langs de wand van de onderste kamer 83 naar beneden, omdat het uitlaateinde 85a van de buis 85 naar de wand van die kamer is gericht. Tegelijkertijd wordt de met het slib M vermengde lucht van het slib gescheiden en stijgt die lucht in de richting van de pijl A tot in de bovenste kamer 84, uit het bovenste gedeelte waarvan die lucht door de afvoerbuis 86 naar buiten wordt afgevoerd .
Alleen het in de onderste kamer achterblijvende slib wordt door de pomp 87 aangezogen en weggeperst, onmiddellijk waarna het slib opnieuw met perslucht Ap uit het straalmondstuk 90 wordt vermengd en als slib-luchtmengsel verder getransporteerd wordt.
In deze uitvoeringsvorm dienen de twee niveaumeters 94 voor het aangeven, dat de onderste kamer 83 een bepaalde hoeveelheid slib M bevat. Zodra het onderste niveau is bereikt, wordt voor het afvoeren van slib de pomp 87 door de motor 93 aangedreven. Komt daardoor het niveau van het slib onder het door de onderste niveaumeter bepaalde niveau, dan wordt de pomp 87 stilgezet. De besturing van de pomp geschiedt door de stuureenheid 95.
Volgens de uitvinding kunnen de volgende resultaten worden behaald: 1. Het opgebaggerde slib wordt, nadat het is geroerd en gefluïdiseerd, door het schoepenrad van de pomp onder druk gebracht, terwijl perslucht voor het verdere transport van het slib door een straalmondstuk heen in de richting van het slibtransport in de via een terugslagklep aan de perszijde van de pomp aangesloten slibafvoerpijp in die afvoerpijp wordt geperst, waardoor continu veel slib kan worden getransporteerd.
Dit slibtransport is continu en niet intermitterend in bepaalde hoeveelheden, die aan verschillende tanks worden afgeleverd en daarin door middel van door pneumatische pompen geleverde samengedrukte lucht onder druk worden gezet. Bovendien worden het slib en de perslucht als mengsel getransporteerd en wordt de lucht aan het einde van de slibafvoerpijp geleidelijk aan uit het mengsel afgevoerd, zodat het uitlaat-geluid, in tegenstelling tot dat van de bekende inrichtingen slechts gering is.
2. Het als mengsel getransporteerde slib wordt gevoerd in een in de opvangtank aanwezige kamer voor het reduceren van de druk, zodat het van de transportlucht wordt bevrijd en dus weer zuivere slib is. Alleen dit slib zonder lucht laat zich zonder moeilijkheden door een zich in het tussenstation bevindende pomp aanzuigen en daarna weer vermengd met lucht, verder transporteren. Dit vergemakkelijkt het slibtransport over een lange afstand.
3. Daar de perslucht achter de terugslagklep in het door de pomp aangezogen en onder druk verder getranspor- teerde slib wordt gespoten, kan die lucht niet naar de pomp terugstromen, zodat het slib continu voortgedreven wordt.
Daar bovendien het slib en de perslucht met elkaar vermengd worden, kan de weerstand in de transportpijp worden gereduceerd, zodat het benodigde pompvermogen kleiner kan zijn.
Geraakt voorts de slibafvoerpijp verstopt, dan kan men de verstopping op eenvoudige wijze opheffen door de pomp stil te zetten, zodat alleen nog perslucht aan die pijp wordt toegevoerd. Dit vergemakkelijkt aanzienlijk het te bestemder plaatse brengen van het slib.
4. Aangezien het slib aan de pomp wordt toegevoerd, nadat daaruit alle storende obstakels zijn verwijderd, kan worden voorkomen, dat de pomp en de slibafvoerpijp door zulke obstakels verstopt geraken.

Claims (7)

1. Werkwijze voor het transporteren van slib, gekenmerkt door het roeren en fluïdiseren van opgebaggerd slib, het door middel van een pomp onder druk zetten en het via een terugslagklep in een slibruimte drukken van het gefluïdi-seerde slib en door het toevoeren van perslucht in die slibruimte in de transportrichting van het slib, waardoor het slib pneumatisch door een aan die ruimte aangesloten slibaf-voerpijp heen gevoerd wordt.
2. Werkwijze voor het transporteren van slib, gekenmerkt door het roeren en fluïdiseren van opgebaggerd slib, het uit het gefluïdiseerde slib afscheiden van daarin aanwezige vaste obstakels, het door middel van een pomp onder druk zetten en het via een terugslagklep in een slibruimte drukken van het van obstakels bevrijde slib en door het toevoeren van perslucht in die slibruimte in de transportrichting van het slib, waardoor het slib pneumatisch door een aan die ruimte aangesloten slibafvoerpijp heen gevoerd wordt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door de toepassing van een baggerinrichting, voorzien van een kap, die de bovenste helft van een draaibaar om een cilindrische slibtank aangebrachte snijkop in de vorm van een wiel met aan de omtrek van een cilindrisch lichaam aangebrachte emmers of bakken omgeeft, het toevoeren van perslucht in die kap en het door een luchtmassa heen brengen van opgebaggerd slib in die slibtank, het roeren en fluïdiseren van dat slib, het door middel van een pomp onder druk zetten en het via een terugslagklep in een verdere slibruimte drukken van het onder druk gebrachte slib en door het toevoeren van perslucht in die slibruimte in de transportrichting van het slib, waardoor het slib in de vorm van een slib-luchtmengsel verder getransporteerd wordt.
4. Werkwijze voor het transporteren van slib, gekenmerkt door het toevoeren van een door een slibafvoerpijp aangevoerd mengsel van slib en perslucht aan een ruimte, waarin de overdruk van die perslucht door het afvoeren van lucht uit dat mengsel wordt opgeheven, het door een pomp aanzuigen en wegdrukken van slib alleen en door het opnieuw toevoeren van perslucht aan het onder druk gebrachte slib, nadat dit door een terugslagklep is geperst, waardoor het slib weer in een met perslucht vermengde toestand verder getransporteerd wordt.
5. Inrichting voor het transporteren van slib, gekenmerkt door een tank met een daarin aangebrachte pomp, een slibtoevoerpijp, waarvan het uitlaateinde voor het toevoeren aan die tank van een slib-luchtmengsel in die tank uitkomt, een aan het bovenste deel van die tank aangesloten afvoerbuis, een via een terugslagklep aan de perszijde van die pomp aangesloten slibafvoerpijp en door een straalmondstuk voor het toevoeren van perslucht aan die slibafvoerpijp in de transportrichting van het slib.
6. Compacte baggerinrichting gekenmerkt door een wielvormige snijkop met een cilindrisch lichaam, waarin zich-verdeeld over de omtrek daarvan openingen bevinden, waaraan emmers of bakken met een open zijde aansluiten, een in de snijkop aanwezige cilindrische slibtank, die aan zijn bovenzijde is voorzien van een opening, waar door die emmers of bakken opgebaggerd slib doorheen worden gestort, een zich over een bovenste deel van de omtrek van de snijkop heen uitstrekkende kap met een opening voor het toevoeren van perslucht onder de kap, een transporteur voor het transport van slib van het bodemgedeelte van die tank naar een plaats buiten de tank, een centrifugaalpomp voor het onder druk brengen van het door die transporteur aangevoerde slib, een via een terugslagklep aan de drukzijde van die pomp aangesloten slibafvoerpijp alsmede door een straalmondstuk voor het toevoeren van perslucht aan die slibafvoerpijp onder een bepaalde hoek met de transportrichting van het slib.
7. Inrichting voor het transport van slib, geken- merkt door middelen voor het roeren en transporteren van slib van het onderste deel van een slibvergaarbak naar een centrifugaalpomp, een aan de drukzijde van die pomp aangesloten straalmondstuk voor het toevoeren van perslucht in de transportrichting van het slib alsmede door tussen die trechter en die pomp aangebrachte middelen voor het verwijderen van obstakels uit het slib.
NL8902253A 1988-09-21 1989-09-08 Werkwijze en inrichting voor het transport van mengsels van grond en water. NL8902253A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP63234841A JP2564177B2 (ja) 1988-09-21 1988-09-21 高濃度浚渫装置
JP23484188 1988-09-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902253A true NL8902253A (nl) 1990-04-17

Family

ID=16977206

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902253A NL8902253A (nl) 1988-09-21 1989-09-08 Werkwijze en inrichting voor het transport van mengsels van grond en water.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5020858A (nl)
JP (1) JP2564177B2 (nl)
IT (1) IT1231213B (nl)
NL (1) NL8902253A (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6464430B1 (en) * 1999-10-27 2002-10-15 Tom L. Maleck Soil decontamination apparatus and method
AU2000239019A1 (en) * 2000-03-20 2001-10-03 Caterpillar Inc. Ejector mechanism for an excavating wheel used in a dredging operation and associated method
US6289613B1 (en) 2000-03-20 2001-09-18 Caterpillar Inc. Ejector mechanism for an excavating wheel used in a dredging operation and associated method
US6330941B1 (en) * 2000-05-25 2001-12-18 Habasit Ag Radius conveyor belt
AU2002329495A1 (en) * 2002-10-02 2004-04-23 Vasilios Stenos Machinery for ejection of soil
US20050207272A1 (en) * 2004-03-18 2005-09-22 National-Oilwell, L.P. Mud tank with pressurized compartment
US7093382B1 (en) * 2004-09-17 2006-08-22 Srs Crisafulli, Inc. Power diversion system for a hydraulic dredge
US7509759B2 (en) * 2005-01-26 2009-03-31 General Construction Company System and method of dewatering dredge spoils using sloping drain barge
US7635218B1 (en) 2007-04-19 2009-12-22 Vortex Systems (International) Ci Method for dust-free low pressure mixing
US7401973B1 (en) * 2007-04-19 2008-07-22 Vortex Ventures, Inc. Dust-free low pressure mixing system
US7726870B1 (en) 2007-04-19 2010-06-01 Vortex Systems (International) Ci Method for mixing fluids with an eductor
US7618182B1 (en) * 2007-04-19 2009-11-17 Vortex Systems (International) LI Dust-free low pressure mixing system with jet ring adapter
US7926502B1 (en) 2009-06-18 2011-04-19 Vortex Systems (International) Ci Jet ring assembly and method for cleaning eductors
WO2013042148A1 (en) * 2011-09-22 2013-03-28 Ing. Sarti Giuseppe & C. - Impresa Costruzioni - S.P.A Method for the requalification, construction and restoration of submerged and/or partially submerged beds of lagoons, shores and the like
US9114367B1 (en) 2012-01-09 2015-08-25 Alfa Laval Vortex, Inc. Apparatus for mixing fluids
JP6475561B2 (ja) * 2015-05-02 2019-02-27 株式会社冨士機 土砂等の落下物回収装置
US10722919B2 (en) * 2015-08-20 2020-07-28 VHS IP Pty Ltd Spoil treatment plant
US9925564B2 (en) 2015-09-22 2018-03-27 Fluidized Rock Systems, Inc. Fluidized aggregate separation system
CN110344462A (zh) * 2019-07-18 2019-10-18 韶关市欧姆机电设备有限公司 一种防堵塞的吸泥泵
CN110593341B (zh) * 2019-08-30 2021-07-16 昆明理工大学 一种河道底泥冲挖装置及其冲挖方法
EP4158112A1 (en) 2020-05-25 2023-04-05 Wing Marine LLC Material handling systems and methods
CN113818510A (zh) * 2021-09-03 2021-12-21 南京艾依曼环保科技有限公司 一种城市河道污泥自动清洗设备及清洗方法

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR36253E (fr) * 1928-12-19 1930-04-30 Perfectionnements aux caissons
US3896566A (en) * 1973-02-21 1975-07-29 Ihc Holland Nv Submarine digging wheel which discharges material in an air chamber
JPS63134721A (ja) * 1986-11-25 1988-06-07 Toa Harbor Works Co Ltd 高濃度浚渫装置

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2346180A (en) * 1943-05-08 1944-04-11 David L Neuman Means for increasing dredge output
US3842521A (en) * 1973-03-07 1974-10-22 G Faldi Submersible dredging pump and shovel arrangement with suspension and towing means therefor
US3953077A (en) * 1975-05-14 1976-04-27 Valery Anatolievich Kulyabko Vacuum-and-pressure pneumatic conveying installation for pulverized materials
US4319782A (en) * 1980-06-06 1982-03-16 Deepsea Ventures, Inc. Means for controlling feed of particulate material into airlift pipe

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR36253E (fr) * 1928-12-19 1930-04-30 Perfectionnements aux caissons
US3896566A (en) * 1973-02-21 1975-07-29 Ihc Holland Nv Submarine digging wheel which discharges material in an air chamber
JPS63134721A (ja) * 1986-11-25 1988-06-07 Toa Harbor Works Co Ltd 高濃度浚渫装置

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 012, no. 384 (M - 753) 13 October 1988 (1988-10-13) *

Also Published As

Publication number Publication date
IT8921588A0 (it) 1989-08-31
JPH0285426A (ja) 1990-03-26
IT1231213B (it) 1991-11-23
US5020858A (en) 1991-06-04
JP2564177B2 (ja) 1996-12-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8902253A (nl) Werkwijze en inrichting voor het transport van mengsels van grond en water.
US11905677B2 (en) Airlocks for conveying material, hydro excavation vacuum apparatus having airlocks, and methods for hydro excavating a site
CA1285961C (en) Vortex counter flow dreding/pumping system
NL8202534A (nl) Emmerwiel voor een baggermolen.
US5042178A (en) Apparatus and process for solid dredge material disposal
US4319782A (en) Means for controlling feed of particulate material into airlift pipe
JPH0663261B2 (ja) 土砂の圧送方法およびその装置
CN208105352U (zh) 具有行进步桩组件的船只
JP2684524B2 (ja) 浮沈分離機
JP2690320B2 (ja) 浚渫汚泥の固液分離方法及び浚渫液性汚泥の脱水方法並びに浚渫汚泥の処理方法
CN112049175B (zh) 一种多功能桥梁施工用平台式清淤装置
US675514A (en) Gold-saving apparatus.
US6378704B1 (en) Water separation system, method and apparatus for construction debris
JPS6393360A (ja) 不純物除去装置
JPH0411720B2 (nl)
JP2001020262A (ja) ダム堆積土砂洗浄システム
JPH0523613A (ja) 分級機
JPS592228Y2 (ja) シ−ルド掘進機
JPH0642011A (ja) 泥土圧送船
JPH06193093A (ja) ヘドロ圧送装置
JP2727424B2 (ja) 洗浄分級装置
NL8801344A (nl) Werkwijze en inrichting voor het baggeren van specie in hoge dichtheid.
JPS61275590A (ja) 泥土圧送装置
JPH0577814B2 (nl)
JPH0642010A (ja) 泥土圧送船

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed