NL8902002A - Hooibouwmachine. - Google Patents

Hooibouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8902002A
NL8902002A NL8902002A NL8902002A NL8902002A NL 8902002 A NL8902002 A NL 8902002A NL 8902002 A NL8902002 A NL 8902002A NL 8902002 A NL8902002 A NL 8902002A NL 8902002 A NL8902002 A NL 8902002A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hay
wheel
rake
wheels
frame
Prior art date
Application number
NL8902002A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8902002A priority Critical patent/NL8902002A/nl
Publication of NL8902002A publication Critical patent/NL8902002A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/02Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying bars or equivalent members which interconnect heads rotating about horizontal axes, e.g. of rotary-drum type

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

HOOIBOUWMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een hooibouw-machine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas.
De uitvinding heeft tot doel een energetisch en milieu-technisch gunstige uitvoering van een dergelijke hooi-bouwmachine te verschaffen. Daartoe is, overeenkomstig de uitvinding, het gestel voorzien van aankoppelmiddelen voor het aankoppelen van de machine aan een trekker, terwijl de harkorganen worden aangedreven door één of meer loopwielen. Hiervoor worden bij voorkeur luchtbandwielen gebruikt. De uitvinding heeft dan ook tevens betrekking op een hooibouw-machine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas, welke is gekenmerkt door één of meer luchtbandwielen voor het aandrijven van de harkorganen.
Verder kan, overeenkomstig de uitvinding, de hooi-bouwmachine zijn voorzien van een, bij voorkeur ten opzichte van het gestel in hoogte verstelbare, rolboomhark, welke kan zijn opgebouwd uit een rolboom met relatief korte tanden en aldus één enkele rolboomconstructie omvat. Overeenkomstig de uitvinding kan de hooibouwmachine ook twee aan elkaar gekoppelde, aandrijfbare rolboomconstructies omvatten, die scharnierend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. De uitvinding heeft dan ook tevens betrekking op een hooibouwmachine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas, met het kenmerk, dat deze twee aan elkaar gekoppelde, aandrijfbare rolboomconstructies omvat, die scharnierend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat de hooibouwmachine een rolboom, waarbij ten minste één loopwiel vóór een wiel van de rolboom is aangebracht en ten minste één loopwiel achter een wiel van de rolboom. De uitvinding heeft dan ook verder nog betrekking op een hooibouwmachine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas, met het kenmerk, dat deze een rolboom omvat, waarbij ten minste één loopwiel vóór een wiel van de rolboom is aangebracht en ten minste één loopwiel achter een wiel van de rolboom.
De hooibouwmachine kan verder, overeenkomstig de uitvinding, aan de voorzijde en/of de achterzijde zijn voorzien van aankoppelmiddelen, zodat de machine aan de voorzijde of aan de achterzijde van een trekker kan worden gekoppeld.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarbij:
Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm toont van de hooibouwmachine overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2 een zijaanzicht van de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm toont;
Figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm toont van de hooibouwmachine overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 4 een zijaanzicht van de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm toont;
Figuur 5 een achteraanzicht van de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm toont, terwijl de
Figuren 6 en 7 tanden laten zien, en de wijze waarop deze aan de rolboom zijn bevestigd.
De in de fig. 1 en 2 afgeheelde hooibouwmachine is opgebouwd uit een gestel 1 en harkorganen 2 voor het zijwaarts verplaatsen van gewas. Het gestel 1 is voorzien van aankoppelelementen 3, 4 en 5 voor het aankoppelen van de machine aan de driepuntshefinrichting 6 aan de voorzijde van een trekker 7. De aankoppelelementen 3, 4 en 5 zijn hiertoe verbonden met een bok 8, welke een omgekeerd U-vormig verloop heeft en welke met de aankoppelpunten 9, 10 en 11 is verbonden met de topstang 12, respectievelijk de onderste draagarmen 13 en 14 van de driepuntshefinrichting 6. De harkorganen 2 worden aangedreven door een tweetal loopwielen 15 en 16, waarvoor bij voorkeur luchtbandwielen worden gebruikt. De harkorganen 2 maken deel uit van een rolboomhark 17.
De rolboomhark 17 omvat een rolboom 18, opgebouwd uit een tweetal wielen 19 en 20, die onderling zijn verbonden door een viertal draagbalken 21, waaraan relatief korte tanden 22 zijn vastgezet. Deze draagbalken met de daarop vastgezette tanden vormen de eigenlijke harkorganen 2. De wielen 19 en 20 zijn onderling parallel aangebracht, het wiel 19 schuin vóór het wiel 20. De wielen 19 en 20 zijn onderling synchroon draaibaar en wel elk rond een in de rijrichting lopende as. Door het draaien van de rolboom kan het gewas in zijdelingse richting worden verplaatst.
De loopwielen 15 en 16 zijn elk gelegerd in een huis 23; dit huis is met behulp van steunen 24 en 25 en een door strips 26 en 27 gevormde parallelconstructie verbonden met een steun 28, die weer vast is bevestigd aan het gestel 1. De door de parallelconstructie bepaalde onderlinge positie van het huis 23 met de steunen 24 en 25 ten opzichte van de steun 28 kan worden ingesteld met behulp van een van een schroefdraad voorziene krukas 29, welke enerzijds zwenkbaar in het punt 30 is bevestigd aan de steun 28 en anderzijds draaibaar is in een van een inwendige schroefdraad voorzien element 31 dat zwenkbaar is aangebracht tussen de strips 26 in het punt 32. Met behulp van de krukassen 29 wordt een hoogte-instelling verkregen van het gestel 1 met de daarmede vast verbonden steunen 28. In deze steunen zijn de draai-ingsassen van de wielen 19 en 20 van de rolboom 18 gelegerd. Met behulp van de krukassen 29 kan derhalve een hoogte-instelling van de rolboorfl 18 worden verkregen. De draai-beweging van elk van de loopwielen wordt met behulp van in het huis 23 aanwezige conische tandwielen 33 en 34 en een tweetal universele koppelingen 35 en 36 overgebracht op de draaiingsassen van de wielen 19 en 20. Aldus wordt een wiel-aangedreven rolboomhark verkregen. Om problemen bij het maken van bochten te voorkomen, in welk geval namelijk de loopwielen met verschillende snelheden ronddraaien, is in de legering van de loopwielen een slip- of klauwkoppeling opgenomen.
De in de fig. 3, 4 en 5 afgebeelde uitvoeringsvorm van de hooibouwmachine overeenkomstig de uitvinding is geschikt om zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de trekker 7 te worden gekoppeld. In de figuren is de hooibouwmachine aan de achterzijde aangekoppeld afgebeeld.
Behalve van de aankoppelelementen 3, 4 en 5 is het gestel 1 daartoe voorts voorzien van aankoppelelementen 37, 38 en 39. Deze aankoppelelementen zijn verbonden met een bok 40, welke een omgekeerd U-vormig verloop heeft en welke met de aan-koppelpunten 41, 42 en 43 is verbonden met de topstang 44, respectievelijk de onderste draagarmen 45 en 46 van de driepunt shef inrichting 47 aan de achterzijde van de trekker 7. Ook hier worden de harkorganen 2 aangedreven door een tweetal loopwielen 15 en 16, waarvoor bij voorkeur luchtbandwielen worden gebruikt. De harkorganen 2 maken voorts ook hier deel uit van een rolboomhark 48.
De rolboomhark 48 omvat hier twee aan elkaar gekoppelde rolboomconstructies 49 en 50, waarvan elk is opgebouwd uit een tweetal wielen 51, 52, respectievelijk 53, 54, die onderling zijn verbonden door een viertal draagbalken 55, waaraan weer de relatief korte tanden 22 zijn vastgezet. Deze draagbalken met de daarop vastgezette tanden vormen de eigenlijke harkorganen 2. De wielen 51 - 54 zijn onderling parallel aangebracht, het wiel 51 schuin vóór het wiel 52, het wiel 53 vlak en volledig achter het wiel 52 en schuin vóór het wiel 54. De wielen 51 en 52, evenals de wielen 53 en 54 zijn onderling synchroon draaibaar, en wel elk rond een in de rijrichting lopende as. Door het draaien van de beide rolbomen kan het gewas ‘in zijdelingse richting worden verplaatst.
De loopwielen 15 en 16 zijn elk weer gelegerd in een huis 23. Dit huis is hier met behulp van steunbalken 56 en 57 vast verbonden met het gestel 1. In de steunbalken 56 zijn de draaiingsassen van de wielen 51 en 54 gelegerd. De draaibeweging van elk van de loopwielen 15, 16 wordt met behulp van in het huis 23 aanwezige conische tandwielen 33 en 34, eventueel via een universele koppeling, overgebracht op de draaiingsassen van de wielen 51 en 54, waardoor ook in deze uitvoeringsvorm een wielaangedreven rolboomhark wordt verkregen.
De beide rolboomconstructies 49 en 50 zijn scharnierend ten opzichte van elkaar met elkaar verbonden. Hiertoe zijn nabij het midden onder het gestel 1 twee platen 58 en 59 aangebracht, welke met elkaar zijn verbonden door twee assen 60 en 61. Rond de as 61 is een tuimelaar 62 zwenkbaar aangebracht. Deze tuimelaar 62 is aan het ene uiteinde door een veer 63 verbonden met de as 60, terwijl aan het andere uiteinde twee, onafhankelijk van elkaar rond een as 64 zwenkbare en zich naar onderen uitstrekkende lippen 65 en 66 zijn aangebracht. Aan het onderuiteinde zijn deze lippen verbonden met een naaf 67, respectievelijk 68, waarbij de naaf 67 draaibaar is rond de draaiingsas van het wiel 52 en de naaf 68 draaibaar is rond de draaiingsas van het wiel 53. Door deze constructie zijn de wielen 52 en 53 tegen de werking van de veer 63 in in hoogte beweegbaar, waardoor deze dubbele rolboomconstructie een betere aanpassing geeft aan bodem-oneffenheden.
In de fig. 6 en 7 zijn de tanden 22 en de wijze waarop deze aan de draagbalken 21 en 55 zin bevestigd, afge-beeld. De tanden 22 zijn paarsgewijs op de in hooibouw-machines gebruikelijke manier, zoals uit de fig. 6 en 7 blijkt, gevormd en met een bout 69 vastgezet op een uitstekende rand 70 van de draagbalken 21 en 55. De oriëntatie van de tandenparen is zodanig dat bij een bepaalde voort-bewegingssnelheid van de trekker met de rolboomhark een gewasverplaatsing in de gewenste zijdelingse richting wordt verkregen; deze oriëntatie van de tandenparen is daarbij uiteraard mede afhankelijk van de scheefstand van de rolboomhark voor of achter de trekker.

Claims (12)

1. Hooibouwmachine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas, met het kenmerk, dat het gestel is voorzien van aankoppelmiddelen voor het aankoppelen van de machine aan een trekker, terwijl de harkorganen worden aangedreven door één of meer loopwielen.
2. Hooibouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is voorzien van één of meer luchtbandwielen voor het aandrijven van de harkorganen.
3. Hooibouwmachine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas, met het kenmerk, dat deze is voorzien van één of meer luchtbandwielen voor het aandrijven van de harkorganen.
4. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een rolboomhark omvat.
5. Hooibouwmachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze een rolboom met relatief korte tanden omvat.
6. Hooibouwmachine volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de rolboomhark ten opzichte van het gestel in hoogte verstelbaar is.
7. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze twee aan elkaar gekoppelde, aandrijfbare rolboomconstriicties omvat, die scharnierend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
8. Hooibouwmachine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas, met het kenmerk, dat deze twee aan elkaar gekoppelde, aandrijfbare rolboom-constructies omvat, die scharnierend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
9. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een rolboom omvat, waarbij ten minste één loopwiel vóór een wiel van de rolboom is aangebracht en ten minste één loopwiel achter een wiel van de rolboom.
10. Hooibouwmachine met een gestel en harkorganen voor het zijwaarts verplaatsen van gewas, met het kenmerk, dat deze een rolboom omvat, waarbij ten minste één loopwiel vóór een wiel van de rolboom is aangebracht, en ten minste één loopwiel achter een wiel van de rolboom.
11. Hooibouwmachine volgens een'der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aankoppelmiddelen aan de voorzijde van de machine zijn aangebracht.
12. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aankoppelmiddelen aan de achterzijde van de machine zijn aangebracht.
NL8902002A 1989-08-04 1989-08-04 Hooibouwmachine. NL8902002A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902002A NL8902002A (nl) 1989-08-04 1989-08-04 Hooibouwmachine.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902002A NL8902002A (nl) 1989-08-04 1989-08-04 Hooibouwmachine.
NL8902002 1989-08-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902002A true NL8902002A (nl) 1991-03-01

Family

ID=19855140

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902002A NL8902002A (nl) 1989-08-04 1989-08-04 Hooibouwmachine.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8902002A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2327289A1 (en) * 2009-11-06 2011-06-01 Oy El-Ho Ab Mounted swather
ITMI20100782A1 (it) * 2010-05-04 2011-11-05 Repossi Macchine Agricole S R L Ranghinatore a pettine doppio ad andana laterale

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2327289A1 (en) * 2009-11-06 2011-06-01 Oy El-Ho Ab Mounted swather
ITMI20100782A1 (it) * 2010-05-04 2011-11-05 Repossi Macchine Agricole S R L Ranghinatore a pettine doppio ad andana laterale
EP2384615A1 (en) * 2010-05-04 2011-11-09 Repossi Macchine Agricole S.r.l. Double comb side delivery rake for side windrows

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4947631A (en) Bi-fold hay rake system
US4753063A (en) Hay raking implement
US20040200203A1 (en) Windrow merging apparatus
EP0463323B1 (de) Zweikreiselschwader
US4373590A (en) Tilling apparatus
NL8601486A (nl) Hooibouwmachine.
NL9400133A (nl) Schudmachine.
NL193893C (nl) Hooibouwmachine.
JPS63109711A (ja) 回転式干し草製造機
JP2001352822A (ja) 支持アームに関節結合された少なくとも1つのくま手車輪を有する干草取入れ機
NL8400715A (nl) Landbouwmachine.
NL8902002A (nl) Hooibouwmachine.
NL1009139C2 (nl) Verscheidene cirkelorganen omvattende grote zwader.
US6354382B1 (en) Positionable work implement
HU216532B (hu) Mezőgazdasági munkagép, különösen szénaforgató
NL1007596C1 (nl) Opklapbare inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas.
NL1017549C2 (nl) Hooiverzamelinrichting
HU216095B (hu) Pörgettyűs rendrakó gép
NL7907081A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL194025C (nl) Inrichting voor het verzamelen van hooi.
EP0508200A1 (de) Kreiselheuer
NL1006116C1 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van zich op de grond bevindend gewas.
NL1006397C2 (nl) Werkwijze, alsmede een inrichting voor het verstellen van een landbouwmachine, zoals een hooibouwmachine.
CZ363496A3 (en) Rotary-type windrower
JP2001503996A (ja) 折り畳み式農業機械並びに該機械を作業位置から輸送位置に折り畳む方法

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed