NL8901561A - Samenstel van een fiets en een wagen, en de samenstellende delen daarvan. - Google Patents

Description

Samenstel van een fiets en een wagen, en de samenstellende delen daarvan vanaf ongeveer 1982 is een als trekwagentje met wielen uitgevoerde boodschappentas in de handel verkrijgbaar. Met een dergelijke constructie kan men een te dragen last, in het bijzonder boodschappen, zonder overmatige spierkracht gemakkelijk transporteren. Het transport van een dergelijk wagentje, als dat eenmaal gevuld is met boodschappen, op een fiets geeft een zodanig ongebalanceerde belasting, dat het fietsen met een dergelijk wagentje zeer gevaarlijk is. Daarom dient de gebruiker lopend zijn boodschappen te halen en thuis te brengen.

In verband daarmee zijn al kleine aanhangers of aanhangwagens op de markt verschenen, die met een fiets getrokken kunnen worden. Deze oplossing is niet goed gebleken. De combinatie van de aanhanger en de fiets vertoont in verband met de gewenste zijdelingse stabiliteit een ontoelaatbaar grote breedte, en bovendien heeft met veel ruimte nodig om bochten te nemen, waarbij dan bovendien niet voorkomen kan worden dat de wielen van de aanhangwagen buiten het spoor van de fiets komen te liggen.

Brievenbestellers maken veel gebruik van fietsen met aan de bagagedrager gekoppelde fietstassen. Bij het bereiken van de wijk, waar de post besteld moet worden, selecteren zij de post, stallen de fiets voor enige tijd en bestellen de post lopend. Alleen in het geval, waarin de brievenbesteller op een redelijke, d.w.z. beloopbare afstand van het distributie-postkantoor de post moet bezorgen kan hij gebruik maken van een wagentje.

Voor het oplossen van bovengenoemde problemen verschaft de uitvinding een samenstel van een tweewielig transportmiddel, in het bijzonder een fiets, en een van wielen voorziene wagen, die losneembaar met het transportmiddel koppelbaar is.

Een dergelijk samenstel leent zich bovendien uitstekend om niet alleen boodschappen, post en dergelijke te transporteren, maar kan ook zodanig zijn uitgevoerd, dat de wagen een kinderzitje draagt. In dit geval kan in een bepaalde uitvoering ook een combinatie van tassen en een kinderzitje worden gebruikt.

Bij voorkeur vertoont het samenstel volgens de uitvinding het kenmerk dat de wagen door middel van een aan het transportmiddel aanwezige bagagedrager met het transportmiddel koppelbaar is.

Ten einde een zeer gemakkelijke stabiele positionering te verzekeren verdient die uitvoering de voorkeur, waarin aan de voorzijde van de bagagedrager een verdieping aanwezig is, waarin een voorste deel van de wagen kan rusten.

Om voor de hand liggende redenen voorziet men bij voorkeur het samenstel van vergrendelmiddelen voor het door middel van een slot vergrendelen van de wagen aan het transportmiddel.

In dit verband is zeer praktisch die uitvoering, waarin de wagen een zwenkbare handgreep vertoont, die in een uitgeklapte, eerste stabiele stand kan worden gebruikt om de wagen met de hand te trekken of de duwen, en die in een ingeklapte, tweede stand kan worden gebruikt als eerste deel van de vergrendelmiddelen, door samenwerking met een aan het transportmiddel aanwezige tweede deel daarvan, zoals een beugel met gaten voor doorlating van de haak van een hangslot.

Bijvoorbeeld kan de zwenkbare handgreep zijn uitgevoerd als beugel en bij gebruik van aan de wagen aangebrachte tassen tevens dienst doen voor het blokkeren van de omhooggerichte verplaatsing van de deksels van deze tassen.

Bij voorkeur vertoont het samenstel het kenmerk dat het voorste deel van de wagen is voorzien van rolmiddelen om over de bagagedrager te rollen.

Deze variant is bijvoorbeeld zeer handig in het geval, waarin de wielen van de wagen en de rolmiddelen een zodanige onderlinge positie bezitten, dat bij het verwijderen van de wagen van het transportmiddel of het aanbrengen daaraan, tegelijkertijd de rolmiddelen op de bagagedrager kunnen steunen en de wielen op de grond rusten. Men kan in dat geval met relatief geringe kracht de koppeling van de wagen aan het transportmiddel en de ontkoppeling daarvan realiseren.

In een bepaalde uitvoering kan de hoogte van de wielen instelbaar zijn.

Ten einde balansproblemen zoveel mogelijk te voorkomen, vertoont die uitvoering de voorkeur waarvan de wagen een symmetrische opbouw vertoont.

In een reeds kort beschreven uitvoering draagt de wagen ten minste één tas. Als alternatief of ook in combinatie kan de wagen een kinderzitje omvatten.

Een variant vertoont het kenmerk, dat de of elke tas een voldoende stijfheid en sterkte bezit, en dat ter plaatse het buizenframe onderbroken is.

Een lichte en niettemin zeer stijve constructie is verzekerd met een uitvoering, waarvan de wagen een buizenframe omvat.

Bij voorkeur voert men het samenstel zodanig uit dat de wielen van de wagen ten minste een voorafbepaalde afstand tot de grond hebben.

De uitvinding richt zich verder op een transportmiddel op het bijzonder een fiets, als deel van een samenstel volgens de uitvinding, en daartoe gekenmerkt door één der bijzonderheden volgens de conclusies.

Verder richt de uitvinding zich op een wagen, kennelijk bestemd en ingericht om te dienen als deel van een samenstel volgens één der conclusies.

Nu zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening. In de tekening tonen: de figuren 1-5 een samenstel volgens de uitvinding in verschillende fasen van combinatie;

Fig. 6 een met fig. 5 overeenkomend aanzicht van een variant;

Fig. 7 een buizenframe van een wagen met wielen in perspectivisch aanzicht;

Fig. 8 een met fig. 7 corresponderend aanzicht van een wagen met twee tassen;

Fig. 9 een achteraanzicht van een samenstel;

Fig. 10 een perspectivisch aanzicht van de wagen volgens fig. 8 als deel van een gebruiksklaar samenstel met een rijwiel;

Fig. 11 een met fig. 8 corresponderend aanzicht van een wagen met vier in plaats van twee wielen;

Fig. 12 een variant van de wagen volgens fig. ll, waarin in plaats van twee hoge zijtassen gebruik is gemaakt van twee relatief lage zijtassen, in combinatie met een kinderzitje;

Fig. 13 een perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk weggebroken van een alternatief;

Fig. 14 het detail XIV van fig. 13;

Fig. 15 een variant, waarin de stijve tassen ten dele de dragende functie van het buizenframe vervullen;

Fig. 16 het detail XVI van fig. 15; en

Fig. 17 het detail XVII van fig. 15.

Fig. 1-5 tonen, op welke wijze een samenstel 1 volgens de uitvinding door een gebruiker kan worden gemaakt. Het samenstel l omvat een fiets 2 en een aan de bagagedrager 3 daarvan aan te brengen, respectievelijk aangebrachte wagen 4.

De wagen 4 omvat zoals aan de hand van fig. 7 en 8 duidelijk zal zijn, twee tassen 5, 6 die door middel van vleugelmoeren 7 zijn bevestigd aan bevestigingsstrips 8 met sleufgaten 9, welke bevestigingsstrips bevestigd zijn aan een frame 13. De tassen 5, 6 dragen elk een deksel 10, 11.

De wagen 4 draagt een scharnierbare, als beugel uitgevoerde handgreep 12, die op de bijvoorbeeld in fig. 1 getoonde wijze kan dienen om de wagen 4 te trekken of te duwen, en zoals in onder andere fig. 5 duidelijk te zien is, dienst kan doen om in de gebruiksklare toestand van het samenstel 1 de wagen tegen diefstal beveiligd aan de fiets 2 te bevestigen en tevens de deksels 10, 11 in gesloten toestand te vergrendelen.

Pig. 1 toont de situatie, waarin een gebruiker de wagen 4 wenst te koppelen met de fiets 2. De voorzijde aan de bovenkant van de wagen 4 draagt een rol 14, die zoals fig. 1 duidelijk toont, een zodanige afstand tot de wielen 18 van de wagen 4 bezit, dat op de getoonde wijze de rol 14 gemakkelijk vanuit de in fig. 1 getoonde situatie naar de in fig. 2 getoonde situatie kan worden gebracht, waarin de rol zich rollend kan voortbewegen tot op de bagagedrager 3.

Fig. 3 toont de fase, waarin de wielen 18 door de gebruiker van de grond zijn opgelicht en de rol 14 door het hanteren van de handgreep 12 naar voren wordt geduwd en vervolgens overeenkomstig fig. 3 kan komen te rusten in een verdieping 15. In de in fig. 4 getoonde toestand kan vervolgens de beugel 12 naar voren worden geklapt om tot samenwerking te worden gebracht met een beugel 16, die voorzien is van gaten, waardoorheen de haak van een hangslot 17 kan worden gestoken. Hierdoor wordt bereikt, dat de wagen 4 slechts met grote inspanning door een kwaadwillige van de fiets 2 kan worden verwijderd. Bovendien blokkeert de handgreep 12 de deksels 10, 11, zodat de inhoud van de wagen 4 tegen diefstal beschermd is. Zoals de figuren 7 en 8 duidelijk tonen, draagt de wagen 4 twee wielen 18.

Zoals met een pijl 30 is aangeduid vertonen de wielen 18 een zodanig hoogte ten opzichte van de grond 31, dat ze in bochten niet eerder dan de pedalen 32 de grond kunnen raken.

Fig. 6 toont een variant met een wagen 20, met twee extra wielen 19. Fig. 11 toont deze wagen 20 meer in detail.

Fig. 7 toont het frame 13 van de wagen 4.

Fig. 8 toont de combinatie van het frame 13 met de tassen 5, 6 in de toestand, waarin de gebruiker de wagen afzonderlijk kan trekken of duwen. Duidelijk is, dat de handgreep 12 met scharnieren 33 aan het frame 13 is gekoppeld. Borgelementen 34 fixeren de beugel 12 losneembaar in de getoonde positie.

Fig. 9 toont in achteraanzicht de wijze, waarop de wagen 4 wordt gedragen door de bagagedrager 3.

Fig. 10 toont de achterzijde van het samenstel l in perspectivisch aanzicht nog eens in detail. In deze situatie is de beugel 12 voorwaarts neergeklapt en is door een hangslot 17 onverbrekelijk verbonden met de beugel 16, die aan de fiets 2 gekoppeld is.

Fig. 11 is hiervoor reeds besproken.

Fig. 12 toont een variant, waarin gebruik wordt gemaakt van twee minder hoge tassen 22 en 23, zodat aan de bovenzijde nog ruimte beschikbaar is voor de benen van een kind. Het frame 13 draagt daartoe, behalve de tassen 22 en 23, een kinderzitje 21.

Fig. 13 toont een wagen 35, omvattende een frame 24 met wielen 37, dat de tassen 5, 6 draagt.

Een handgreep 38 dient voor het besturen van een rem 39, die met één van de wielen 37 samenwerkt.

Fig. 14 toont de scharnierverbinding tussen de beugelvormige handgreep 25 van de wagen 35, en het frame 24. Zoals uit fig. 14 blijkt, is de handgreep 25 aan beide zijden door middel van een pen 26 vergrendelbaar op te nemen in een verdieping 27 in een borgplaat 28, die van het frame 24 deel uitmaakt. Tussen de borgplaat 28 en de handgreep 25 is een trekveer 29 aangebracht die dient voor het in vergrendelde toestand houden van de handgreep 25, d.w.z. in de toestand waarin de pen 26 door de veer 29 in de verdieping 27 wordt gehouden. Om de voor vergrendeling en ontgrendeling vereiste schuifbeweging mogelijk te maken is de handgreep 25 scharnierbaar in een sleufgat 36.

Fig. 15 toont een alternatieve wagen 40. In afwijking van de hiervoor beschreven uitvoeringen omvat de wagen 40 twee zijtassen 41, 42, die een zodanige sterkte en stijfheid bezitten, dat ze, zonder plaatselijke versterking door een frame de mechanische verbinding zeker stellen onder framedelen 43, die wielen 44 dragen, en een met 45 aangeduid bovenframe. Dit bovenframe omvat twee dwarsstangen 46 aan de achterzijde, twee dwarsstangen 47 aan de voorzijde en een langsframedeel 48.

Fig. 16 toont de scharnierverbinding tussen de beugelvormige handgreep 49 en de tassen 41, 42. De dwarsstangen 46 dragen via draagblokken 50 de tassen 41, 42, en aan hun einden wangen 51 met schuin oploopvlak 52. De wangen 51 dragen scharnierpennen 53, die op hun beurt via wangen 54 de handgreep 49 dragen. Rond de scharnierpennen 53 zijn drukveren 55 aangebracht, die de wangen 54 tegen de wangen 51 dringen. De wangen 54 omvatten verder borgnokken 56, die in de uitgeklapte toestand van de handgreep 49 borgend kunnen samenwerken met borggaten 57 in de wangen 51. Om de beugel 49 in de in fig. 15 getoonde toestand te brengen dient de gebruiker de beugel 49 nabij de scharnierverbindingen naar binnen te drukken, waardoor de nok 56 vrijkomt uit het gat 57, waarna hij de beugel 49 naar voren kan klappen.

Fig. 17 tenslotte toont het detail XVII van fig. 15. Duidelijk is, dat de tassen 41 opneemhulzen 58 omvatten, waarin delen van de onderframedelen 43 in zijn opgenomen.

Claims (16)

1. Samenstel van een tweewielig transportmiddel, in het bijzonder een fiets, en een van wielen voorziene wagen, die losneembaar met het transportmiddel koppelbaar is.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wagen door middel van een aan het transportmiddel aanwezige bagagedrager met het transportmiddel koppelbaar is.

3. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan de voorzijde van de bagagedrager een verdieping aanwezig is, waarin een voorste deel van de wagen kan rusten.

4. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door vergrendelmiddelen voor het door middel van een slot vergrendelen van de wagen aan het transportmiddel.

5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de wagen een zwenkbare handgreep vertoont, die in een uitgeklapte, eerste stabiele stand kan worden gebruikt om de wagen met de hand te trekken of de duwen, en die in een ingeklapte, tweede stand kan worden gebruikt als eerste deel van de vergrendelmiddelen, door samenwerking met een aan het transportmiddel aanwezige tweede deel daarvan, zoals een beugel met gaten voor doorlating van de haak van een hangslot.

6. Samenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het voorste deel van de wagen is voorzien van rolmiddelen om over de bagagedrager te rollen.

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de wielen van de wagen en de rolmiddelen een zodanige onderlinge positie bezitten, dat bij het verwijderen van de wagen van het transportmiddel of het aanbrengen daaraan, tegelijkertijd de rolmiddelen op de bagagedrager kunnen steunen en de wielen op de grond rusten.

8. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte van de wielen instelbaar is.

9. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagen een symmetrische opbouw vertoont.

10. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagen ten minste één tas omvat.

11. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagen een kinderzitje omvat.

12. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wagen een buizenframe omvat.

13. Samenstel volgens conclusies 10 en 12, met het kenmerk, dat de of elke tas een voldoende stijfheid en sterkte bezit, en dat ter plaatse het buizenframe onderbroken is.

14. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wielen van de wagen ten minste een voorafbepaalde afstand tot de grond hebben.

15. Tweewielig transportmiddel, in het bijzonder een fiets, kennelijk ingericht als deel van een samenstel volgens één der voorgaande conclusies.

16. Wagen, kennelijk bestemd als deel van een samenstel volgens één der conclusies 1-14.