NL8901484A - Sportveld met natuurlijk gras en kunstgras, en een werkwijze voor het aanleggen daarvan. - Google Patents

Description

SPORTVELD MET NATUURLIJK GRAS EN KUNSTGRAS, EN EEN WERKWIJZE VOOR HET AANLEGGEN DAARVAN.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sportveld, waarvan de toplaag slechts ten dele bestaat uit kunstgras, en ten dele bestaat uit natuurlijk gras. Dit sportveld is geschikt voor allerlei veldsporten, zoals voetbal, hockey, tennis, e.d.

Het gebruik van sportvelden met een toplaag van kunstgras neemt hand over hand toe, vanwege het geringere onderhoud en de intensievere bespeling ten opzichte van een sportveld met een natuurlijke grasmat.

Een nadeel van het gebruik van kunstgras is, dat de wrijvingsweerstand bij wrijvend contact van de huid met het kunstgras, bijvoorbeeld bij een sliding of ongewenst vallen, zo hoog is dat dit contact als hinderlijk wordt ervaren en verwondingen en blessures kan veroorzaken. Gepoogd is om de wrijvingsweerstand te verlagen door de vezelstructuur van het kunstgras te veranderen (gekroesde vezels) of door op de vezels een glijmiddel aan te brengen.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel de bovengenoemde nadelen van een kunstgrasveld zoveel mogelijk te vermijden, waarbij de voordelen van het kunstgrasveld behouden blijven, en verder de eigenschappen van het sportveld volgens de uitvinding nauwer aansluiten bij die van een sportveld met een grasmat.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat het sportveld omvat een fundering die een kunstgrasmat draagt, en die is doorworteld met wortels van door de kunstgrasmat heen tredende grasplanten. Het sportveld volgens de uitvinding bestaat dus uit een grasmat van kunstgras en natuurlijk gras, waarbij het natuurlijke gras bij voorkeur iets langer is door het instellen van een specifieke maai-hoogte, waardoor het natuurlijke gras ten dele over het kunstgras ligt, waarbij echter het kunstgras het natuurlijke gras stevigheid en bescherming biedt. Dit houdt in, dat ten opzichte van uitsluitend een kunstgrasmat de fundering veelal een eenvoudiger opbouw bezit en een lagere investering vereist. Tevens is het wederom mogelijk geworden om met een gebruikelijke kalkbelijning te volstaan.

De overeenkomstig de uitvinding te gebruiken kunstgrasmat is over zijn oppervlak voorzien van openingen, waardoor de grasplanten vanuit de fundering opgroeien.

Een dergelijke kunstgrasmat is op eenvoudige wijze te vervaardigen indien de kunstgrasmat is voorzien van een tuftdoek cq. stramien en de openingen zijn gevormd door in het tuftdoek cq. stramien ontbrekende kettingdraden en/of inslagdraden, dan wel worden ingeponst. Door de nu in het tuftdoek aanwezige openingen zal ter plaatse van deze openingen geen latexlaag gevormd kunnen worden aan de onderzijde van de kunstgrasmat, zodat in het gebruikelijke vervaard igingsproces van de kunstgrasmat geen of nauwelijks aanpassingen moeten geschieden. Teneinde te vermijden dat door het weglaten van kettingdraden en/of inslagdraden het tuftdoek en uiteindelijk de mat qua sterkte verminderen ter plaatse van de openingen, verdient het voorkeur dat aan de opening grenzende kettingdraden en/of inslagdraden een grotere diameter bezitten dan andere tuftdoekdraden. Een optimale kunstgrasmat volgens de uitvinding is voor 30-60% van zijn oppervlak voorzien van openingen voor grasplanten.

Aan de fundering van het sportveld worden specifieke eisen gesteld, omdat de fundering enerzijds aan de kunstgrasmat stabiliteit moet verschaffen, en anderzijds aan de grasplantjes een biologisch groeizaam milieu. Gebleken is echter dat als gevolg van het doorwortelen van de fundering met grasplanten, in zijn eenvoudigste uitvoeringsvorm de fundering een eigen stabiliteit kan bezitten die geringer is dan die voor een fundering waarop uitsluitend kunstgras wordt aangelegd. Bij voorkeur omvat de fundering een mengsel van zand en deeltjesvormig materiaal met haakweerstand, welk mengsel 2-8 gew.% humeus materiaal bevat. Het deeltjesvormige, hakende materiaal vormt een skelet dat over de hoogte van de fundering de stabiliteit verschaft, waarbij het zand en het humeuze materiaal de holle ruimten vult, en aldaar een milieu vormt voor de grasplantwortels. Een optimaal fun-deringsmengsel omvat zand en deeltjesvormig materiaal in een gewichtshoeveelheid van 60-30 tot 40-70. Als deeltjesvormig materiaal kunnen worden gebruikt lava en steagran.

Voor specifieke toepassingen, zoals voetbal, kan het wenselijk zijn om aan het sportveld een groter dempend vermogen te verschaffen. Daartoe kan aan het mengsel dempend, deeltjesvormig materiaal zijn toegevoegd in een hoeveelheid van 15-60 gew.%. Bij voorkeur bestaat dit dempende materiaal uit rubberdeeltjes, zoals rubbervezels en rubberklompjes.

In een bijzondere uitvoeringsvorm bestaat het zand uit schrale teelaarde met een humusgehalte van 2-8 gew.%.

Voor het laten ontstaan van de grasplanten dient op één of andere wijze graszaad tot ontkieming te worden gebracht. Volgens een eerste uitvoeringsvorm kan de fundering worden ingezaaid met graszaad dat slechts ter plaatse van de openingen in de grasmat tot ontkieming en uiteindelijke groei komt. Een andere uitvoeringsvorm omvat het inzaaien van de kunstgrasmat, waarbij slechts de grasplantjes in de onmiddellijke nabijheid van de openingen in de grasmat daar doorheen kunnen groeien en dringen tot in de fundering. Tenslotte is het mogelijk dat grasplantjes door de ruglaag van de kunstgrasmat heen hun weg kunnen zoeken naar de fundering op plaatsen waar in principe geen openingen aanwezig zijn.

Indien de fundering op zich niet kan worden ingezaaid met graszaad, verdient het voorkeur om het graszaad op te nemen in een bij voorkeur biologisch afbreekbare kiemlaag, bijvoorbeeld een laag celstof.

Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op werkwijzen voor het aanleggen van het hiervoor beschreven sportveld. In een eerste uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen voor het: i) aanbrengen van de fundering op een ondergrond; ii) aanbrengen van een graszaad bevattende laag op de fundering; iii) over de graszaadlaag uitleggen van de kunstgrasmat; iv) laten kiemen van het graszaad; v) inzanden van de kunstgrasmat; en vi) maaien van de grasplanten tot een lengte die groter is dan de lengte van de kunstgrasvezels;

In een tweede uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen voor het: i) aanbrengen van de fundering op een onderlaag; ii) op de fundering uitleggen van de kunstgrasmat; iii) inzaaien van de kunstgrasmat met graszaad; iv) tenminste ten dele inzanden van de kunstgrasmat; en v) maaien van de grasplanten tot een lengte die groter is dan de lengte van de kunstgrasvezels.

Opmerkelijk is dat de grasmat bij voorkeur ingezand wordt met zand dat 1-2% humeus materiaal bevat.

De fundering kan in de eenvoudigste uitvoeringsvorm slechts bestaan uit zand met daaraan voor 2-8 gew.% toegevoegd humeus materiaal. Eventueel kan schrale teelaarde worden gebruikt, dat bestaat uit zand met 2-8% humeus materiaal. Indien de stabiliteit verder verhoogd moet worden, verdient het voorkeur dat de fundering naast zand deeltjesvormig materiaal bevat dat haakweerstand bezit. Deze materialen zijn bekend, en omvatten steagran met een deeltjesdiameter van 0-8 mm, en lava 03 met een deeltjesdiameter van 0-3 mm.

Afhankelijk van de te spelen sport en het gebruikte zand, is de verhouding zand tot materiaal met haakweerstand 60-30 tot 40-70 op gewichtsbasis.

Voor een verbeterde stabiliteit kan het wenselijk zijn om aan het zand of aan het mengsel van zand en materiaal met haakweerstand dempend, d.w.z. verend materiaal toe te voegen. Dit materiaal kan een synthetisch elastomeer materiaal (polyurethaan kunststoffen) zijn, ofwel rubber in de vorm van rubbervezels of -deeltjes. Materialen die voor dit doel bekend zijn, zijn bijvoorbeeld beschreven in de Europese octrooiaanvragen 204.381 en 260.769.

Op gebruikelijke wijzen wordt de fundering op de gewenste dichtheid en aanvangsstabiliteit gebracht.

Naar keuze kan in de fundering graszaad gezaaid worden, of een graszaad bevattende laag aangebracht, bijvoorbeeld een kiembedlaag van celstof waarin het graszaad is opgenomen. Dit materiaal is biologisch afbreekbaar en verdwijnt na enige tijd onder achterlating van humeus materiaal. Volgens een andere uitvoeringsvorm kan gezaaid worden in de kunstgrasmat, waarna de gekiemde grasplanten met hun wortels een weg zoeken naar de fundering.

De kunstgrasmat die wordt gebruikt overeenkomstig de uitvinding dient een relatief open karakter te bezitten, hetgeen betekent dat 30 to 60% van het kunstgrasmatoppervlak moet zijn voorzien van gaten met een gatdiameter in de orde van grootte van ongeveer 1-3 mm. Deze gaten kunnen achteraf aangebracht worden, maar een elegante wijze van produktie ontstaat, indien in het tuftdoek reeds de gaten of openingen zijn vrijgelaten. Dit kan door het verweven van onderlinge ketting- of inslagdraden geschieden, dan wel door het weglaten van ketting- en/of inslagdraden. Ter hoogte van deze openingen kunnen aan het tuftdoek geen kunstgrasvezels aangebracht worden. Bovendien zal bij het aanbrengen van de latex onderlaag de latex ter hoogte van de openingen geen film vormen en de gaten openlaten. Aldus kan de kunstgrasmat volgens de uitvinding vervaardigd worden met bestaande apparatuur. Opgemerkt wordt dat een conventionele kunstgrasmat reeds een goed waterdoorlatend vermogen bezit, zodat geen additionele maatregelen vereist zijn voor het voldoende toevoegen van water aan de grasplanten.

Indien de kunstgrasmat wordt aangebracht op een fundering die reeds is voorzien van een laag graszaad, verdient het voorkeur om de kunstgrasmat niet of ten dele in te zanden, en tot de gewenste hoogte in te zanden nadat het graszaad is gekiemd en de grassprieten tot boven de kunstgrasmat zijn uitgegroeid. Verder heeft het voordeel om in te zanden met zand met een diameter van 0-310 ym, dat 1-2% humeus materiaal bevat. Dit draagt bij tot een goede groei van de grasplanten.

Na het kiemen van de grasplanten dient tijdens onderhoud het natuurlijke gras gemaaid te worden tot een lengte die iets langer is dan de lengte van de vezels van de kunstgrasmat. in het algemeen hebben de kunstgrasvezels een lengte van 15-35 mm. Dit houdt in dat bij gestrekte kunstgrasvezels met een lengte van 15-25 mm, of bij gekroesde kunstgrasvezels met een lengte van 15-35 mm, het gras gemaaid moet worden op een graslengte van 30-35 mm.

In tegenstelling tot de gebruikelijke kunstgrasvelden dient het sportveld volgens de uitvinding regelmatig bij droogte beregend te worden en van voedingsstoffen voorzien.

Een additioneel voordeel is dat in principe voor de belijning van het sportveld gebruik gemaakt kan worden van kalklijnen die hechten aan de natuurlijke grassprieten. Een belijning met behulp van ingelegde belijningsbanen blijft mogelijk, welke ingelegde banen eventueel doorgroeid kunnen worden met grasplanten.

Claims (19)

1. Sportveld, omvattende een fundering die een kunstgrasmat draagt, en die is doorworteld met wortels van door de kunstgrasmat heen tredende grasplanten.

2. Sportveld volgens conclusie 1, waarin in de kunstgrasmat openingen voor de grasplanten aanwezig zijn.

3. Sportveld volgens conclusie 2, waarin de kunstgrasmat is voorzien van een tuftdoek en de openingen zijn gevormd door in het tuftdoek ontbrekende kettingdraden en/of inslagdraden.

4. Sportveld volgens conclusie 3, waarin aan de ope-ning grenzende kettingdraden en/of inslagdraden een grotere diameter bezitten dan andere tuftdoekdraden.

5. Sportveld volgens conclusie 1-4, waarin 30-60% van het oppervlak van de kunstgrasmat bestaat uit openingen voor de grasplanten.

6. Sportveld volgens conclusie 1-5, waarin het kunstgras bestaat uit gestrekte en/of gekroesde vezels met een vezellengte van 15-35 mm.

7. Sportveld volgens conclusie 1-6, waarin de fundering omvat zand met een humusgehalte van 2-8 gew.%.

8. Sportveld volgens conclusie 7, waarin de fundering omvat een mengsel van zand en deeltjesvormig materiaal met haakweerstand, welk mengsel 2-8 gew.% humeus materiaal bevat.

9. Sportveld volgens conclusie 8, waarin het funde-ringsmengsel zand en deeltjesvormig materiaal bevat in een gewichtsverhouding van 60-30 tot 40-70.

10. Sportveld volgens conclusie 9, waarin het deeltjesvormig materiaal omvat lava en steagran.

11. Sportveld volgens conclusie 8-10, waarin aan het mengsel dempend, deeltjesvormig materiaal is toegevoegd in een hoeveelheid van 15-60 gew.%.

12. Sportveld volgens conclusie 11, waarin het dempende materiaal bestaat uit rubberdeeltjes.

13. Sportveld volgens conclusie 9-12, waarin het zand bestaat uit schrale teelaarde met een humusgehalte van 2-8 gew.%.

14. Sportveld volgens conclusie 1-13, waarin tussen de künstgrasmat en de fundering een kiembedlaag voor graszaad is aangebracht.

15. Werkwijze voor het aanleggen van een sportveld volgens conclusie 1-13, omvattende de stappen voor het: i) aanbrengen van de fundering op een ondergrond; ii) aanbrengen van een graszaad bevattende laag op de fundering; iii) over de graszaadlaag uitleggen van de kunstgrasmat; iv) laten kiemen van het graszaad; v) inzanden van de kunstgrasmat; en vi) maaien van de grasplanten tot een lengte die groter is dan de lengte van de kunstgrasvezels;

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarin in stap ii) graszaad op de fundering wordt uitgezaaid in een hoeveelheid van 100-600 kg per hectare.

17. Werkwijze volgens conclusie 15, waarin in stap ii) op de fundering een graszaad bevattende kiemlaag wordt uitgelegd .

18. Werkwijze voor het aanleggen van een sportveld volgens conclusie 1-14, omvattende de stappen voor het: i) aanbrengen van de fundering op een onderlaag; ii) op de fundering uitleggen van de kunstgrasmat; iii) inzaaien van de kunstgrasmat met graszaad; iv) tenminste ten dele inzanden van de kunstgrasmat; en v) maaien van de grasplanten tot een lengte die groter is dan de lengte van de kunstgrasvezels.

19. Werkwijze volgens conclusie 15-18, waarin de kunstgrasmat wordt ingezand met zand dat 1-2% humeus materiaal bevat.