NL8901404A - Inrichting voor het openen en sluiten van de deur van bewegende voertuigen, zoals passagiersvoertuigen. - Google Patents
Inrichting voor het openen en sluiten van de deur van bewegende voertuigen, zoals passagiersvoertuigen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8901404A NL8901404A NL8901404A NL8901404A NL8901404A NL 8901404 A NL8901404 A NL 8901404A NL 8901404 A NL8901404 A NL 8901404A NL 8901404 A NL8901404 A NL 8901404A NL 8901404 A NL8901404 A NL 8901404A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- guide
- door
- lever
- path
- auxiliary lever
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60J—WINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
- B60J5/00—Doors
- B60J5/04—Doors arranged at the vehicle sides
- B60J5/0497—Doors arranged at the vehicle sides for load transporting vehicles or public transport, e.g. lorries, trucks, buses
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)
- Support Devices For Sliding Doors (AREA)
- Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
Description
Inrichting voor het openen en sluiten van de deur van bewegende voertuigen, zoals passagiersvoertuigen.
Beschrijving
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het openen en sluiten van de deur van bewegende voertuigen zoals een passagiersvoertuig, welke inrichting omvat een verticale scharnieras, waarbij ten minste een scharnierarm stijf bevestigd is aan de scharnieras aan een einde en scharnierbaar bevestigd is aan de deur aan het andere einde, een zwaaihefboom, die stijf bevestigd is aan de scharnieras en aan-drijfmiddelen die zodanig verbonden zijn dat de zwaaihefboom wordt bediend voor het openen en sluiten van de deur door het scharnier van de scharnieras.
Bij bewegende voertuigen, zoals autobussen en dergelijke voertuigen, worden dikwijls deuren gebruikt, waarbij een verticale scharnieras verbonden is met de deur door middel van scharnierarmen om de deur te openen. Voor het openen van de deur, zijn aandrijfmiddelen aanwezig, in het algemeen een met drukmedium werkende cilinder met een zuiger verbonden met de scharnierarm door middel van een afzonderlijke zwaaihefboom. Ten einde ervoor te zorgen dat een voldoend vrij oppervlak beschikbaar is voor het openen van de deur, zijn de zwaaihefboom en de aandrijfmiddelen zodanig gemonteerd, dat wanneer de deur gesloten is, de zwaaihefboom vrijwel recht weg gericht is vanaf de aandrijfmiddelen. Bij deze oplossing bestaat het probleem, dat bij een situatie waar de deur zo dicht mogelijk gesloten zou moeten zijn, de zwaaikracht uitgeoefend op de zwaaihefboom door de aandrijfmiddelen zeer klein is, in welk geval, wanneer het passagiersvoertuig zich in beweging bevindt, de onderatmosferische druk geleverd door de stroom van lucht gemakkelijk de deur op een kier kan zetten en lucht evenals stof of ander vuil daarin meegesleept het passagiersvoertuig kan openen. Dikwijls veroorzaakt dit ook een geruis of fluitend geluid en daardoor onplezierige omstandigheden voor de bestuurder en de eventuele passagiers. Verder, wanneer de deur zwaait, wordt daarop de grootst mogelijke kracht uitgeoefend, welke, indien de kracht van de deur zodanig is geproportioneerd dat deze voldoende is voor het afdichten van de deur, een gevaar wat betreft de veiligheid zal doen ontstaan daar de kracht van de zwaaiende deur in dat geval veel te groot is.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel een inrichting te verschaffen voor het openen en sluiten van een deur, waarmee de deur met voldoende kracht kan worden gesloten en anderzijds gedurende het zwaaien van de deur de kracht voldoende laag wordt gehouden om een maximale veiligheid te verschaffen, zodat bovengenoemde nadelen worden vermeden.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de inrichting omvat een hulphefboom, welke gemonteerd is op de zwaai hefboom op een afstand van de scharnieras door middel van een verbinding die gescharnierd wordt om een verticale as en welke een geleidemiddel bevat geplaatst op een afstand van de verbinding en een gemonteerde geleiding om het geleide middel te richten ten einde langs een vooraf bepaalde baan te bewegen, en dat het aandrijfmiddel zodanig is verbonden dat het de hulphefboom bedient, zodat het geleide middel langs deze baan beweegt, waarbij wanneer de deur wordt geopend de hulphefboom draait in een richting dwars op de baan van het geleide middel en het geleide middel dat tegen de geleiding steunt de zwaai hefboom aandrukt door middel van de hulphefboom weg van de geleiding, waarbij tegelijkertijd de scharnieras wordt gescharnierd, en wanneer de deur wordt geopend de hulphefboom in de omgekeerde richting wordt gekeerd en het geleidemiddel dat steunt tegen de geleiding de zwaaihefboom door middel van de hulphefboom in de richting van de baan trekt.
Het essentiële idee van de uitvinding is dat voor het openen en sluiten van de deur om de kracht vanaf het aandrijfmiddel over te brengen op de zwaaihefboom een hulphefboom wordt gebruikt, welke hulphefboom scharnierbaar gelagerd is aan de zwaai hefboom en een einde heeft gericht door middel van een geleide middel en een geleiding om een vooraf bepaalde baan af te leggen, zodat wanneer het geleide middel langs zijn baan beweegt bestuurd door de geleiding, de verbinding tussen de hulphefboom en de zwaai hefboom die de beweging van het einde van de hulphefboom met de verbinding in de richting van de baan van het geleide middel beperkt, de hulphefboom wordt gedraaid, afhankelijk van de bewegingsrichting van het geleide middel, hetzij dwars op de bewegingsrichting of in de bewegingsrichting. In dat geval, wanneer de deur wordt gesloten draait de hulphefboom tussen de geleiding en de zwaai-hefboom dwars op beide, en wanneer de kracht vanaf het aandrijfmiddel de hulphefboom beweegt, steunt het geleidemiddel tegen de geleiding en drukt de zwaaihefboom via de hulphefboom weg van de baan, aangezien tegelijkertijd de afstand van de verbinding tot de baan van het geleidemiddel toeneemt. Op overeenkomstige wijze, wanneer de deur wordt geopend, steunt het geleidemiddel tegen de geleiding en trekt de zwaaihefboom naar zijn baan, aangezien de afstand van de verbinding tot de baan wordt verminderd.
Het voordeel van de uitvinding is dat op deze wijze in de afdicht-fase van de deur een voldoende kracht waarmee de deur dicht is gesloten altijd wordt overgebracht op de zwaaihefboom en overeenkomstig wanneer de deur wordt verzwaaid de zwaaihefboom wordt bediend door een geschikte kracht die voldoende is om de deur te verzwaaien maar uit veilig-heidsoogpunt over een kleine afstand. Op dezelfde wijze, wanneer de deur wordt gezwaaid, is in hoofdzaak gedurende de gehele zwaaibeweging behalve gedurende de afdichtfase de momentarm van het aandrijfmiddel op de scharnieras vrijwel constant, waardoor gedurende het gehele verzwaaien het moment dat de deur verzwaait in hoofdzaak hetzelfde is en de hoge krachtpiek volgens de stand der techniek niet optreedt.
De uitvinding zou nu meer worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin: figuur 1 toont een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de deur is gesloten, en figuur 2 toont een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de deur is geopend.
Figuur 1 toont een carrosserie 1 van een bewegend voertuig, zoals een passagiersvoertuig, gezien vanaf de bovenzijde. De carrosserie omvat een deur 2 verbonden door middel van een scharnierverbinding 3 met een scharnierarm 4. De scharnierarm 4 is enerzijds stijf verbonden met de scharnieras 5 waarom de scharnierarm 4 en daardoor de deur 2 kan worden verdraaid. Een steunstang 7 is verder bevestigd aan de deur 2 door middel van een verbinding 6, waarbij een einde van de steunstang bevestigd is aan de carrosserie 1 van het voertuig door middel van een verbinding 8. De randen van de deur 2 hebben afdichtingen 9a en 9b en de randen van de doorgang in de carrosserie 1 hebben overeenkomstige afdichtingen 10a en 10b, waarmede de deur is afgedicht, wanneer deze is gesloten.
Verder is een zwaaihefboom 11 stijf bevestigd aan de scharnieras 5, met welke zwaaihefboom 11 een hulphefboom 13 is bevestigd op een afstand van de scharnieras 5 om verticaal te kunnen scharnieren om de hartlijn door middel van een verbinding 12, met welke hulphefboom een geleidemiddel 15 is bevestigd op een afstand van de verbinding 12 door middel van een verbinding 14 om scharnierbaar te zijn om een verticale hartlijn, en met welke hulphefboom de zuigerstang 17 van een cilinder-16 is verbonden, die dient als het aandrijfmiddel. De cilinder 16 is aan een einde daarvan verbonden met de carrosserie 1 door middel van een verbinding 18. Om het geleide middel 15 te doen bewegen langs de gewenste baan, Is een geleiding 19 aanwezig, in dit geval gevormd door een langwerpige rand geplaatst om een geleide rol die dient als het geleide middel 15, in welke rand het geleide middel kan bewegen in de 1angsrichting daarvan.
In de in figuur 1 getoonde situatie is de deur 2 gesloten, waarbij de zuiger van de cilinder 16 in de figuur naar rechts is verschoven en de zuigerstang 17 op overeenkomstige wijze zo ver mogelijk uit de cilinder 16 steekt. In dit geval is de hulphefboom 13 in dwarsrichting verdraaid, dat wil zeggen over meer dan 45°, bij voorkeur ongeveer loodrecht ten opzichte van de baan van het geleide middel 15 bepaald door de geleiding 19, waarbij de beweging van het geleide middel 15 langs zijn baan ervoor zorgt dat de hulphefboom 13 scharniert om de verbinding 12, waarbij tegelijkertijd de verbinding 12 wordt verplaatst in de richting van de baan van het geleide middel 15 of weg daarvan, afhankelijk van de bewegingsrichting. Tegelijkertijd doet de verplaatsing van de verbinding 12 de zwaai hefboom 11 scharnieren om de schar-nieras 5, waardoor op overeenkomstige wijze de scharnierarm of armen 4 bewegen, waarbij de deur wordt verplaatst in de richting dwars op het oppervlak van de carrosserie 1.
In figuur 2 is de inrichting volgens de uitvinding weergegeven met de deur open, waarbij de zuiger van de cilinder 16 in de figuur naar links is geschoven en de zuigerstang 17 zo ver mogelijk binnen de cilinder 16 is geschoven. In dit geval is het geleide middel 15 in de geleiding 19 aan een einde van zijn baan, waarbij de hulphefboom 13 is gedraaid om vrijwel de richting van de baan van de geleide middelen 15 te hebben en de zwaai hefboom 11 is weer gedraaid naar een vrijwel loodrecht op de baan liggende stand. Overeenkomstig zijn de scharnierarm of armen 4 gescharnierd over een gelijke hoek en hebben de deur naar buiten ten opzichte van de carrosserie 1 verplaatst. Wanneer de verbindingen 6 en 8 van de steunstang 7 evenals de verbinding 3 van de schar-nierarmen 4 en de scharnieras 5 een parallellogram vormen, is de deur naar buiten gezwaaid met in hoofdzaak dezelfde richting gedurende de hele zwaaibeweging.
Wanneer de deur wordt geopend vanaf de stand getoond in figuur 1, wordt het einde van de hulphefboom 13 dat is gekeerd naar het geleide middel en daardoor het geleide middel naar links in figuur getrokken door de zuiger van de cilinder door middel van de zuigerstang 17, waardoor het geleide middel langs de baan beweegt die wordt bepaald door de geleiding 19 zonder in hoofdzaak transversaal ten opzichte van zijn baan te verplaatsen. Daarbij scharniert de hulphefboom 13 om de verbin dingen 14 en 12 en het geleide middel 15, dat wordt verhinderd te bewegen in de dwarsrichting, dwingt de verbinding 12 dichter naar de baan van het geleide middel 15 te bewegen, waarbij tegelijkertijd de zwaai-hefboom 11 scharniert om de scharnieras 5, waardoor op overeenkomstige wijze de scharniearmen 4 verdraaien in dezelfde richting en de deur 2 buitenwaarts uit de carrosserie 1 drukken. In de in figuur 1 getoonde fase, wordt een grote kracht uitgeoefend op de zwaaihefboom 11, aangezien het geleide middel 15 steunt tegen de geleiding 19, en het scharnieren van de hulphefboom 13 dat een gevolg is van de beweging van de geleiding 19, zet zich om in een kracht met de richting van de 'hul-phef-boom 13 en werkt vrijwel loodrecht in op de zwaai hefboom 11 waardoor het moment om de hartlijn 5 verkregen door middel van deze kracht maximaal is.
Wanneer de openingsbeweging nog doorgaat, beweegt het geleide middel 15 weg vanaf de stand getoond in figuur 1 dichter naar de stand getoond in figuur 2, waarbij zowel de hulphefboom 13 als de zwaaihefboom-11 in dezelfde richting verdraaien, zodat de trekkracht van de zuiger van de cilinder 16 in toenemende mate begint te werken in de langsrich-ting van de hulphefboom 13, maar op overeenkomstige wijze wordt de zwaaihefboom 11 dwars op de baan van het geleide middel 15 gedraaid. Daarbij werkt de kracht van de cilinder 16 op de scharnieras 15 gedurende vrijwel de gehele zwaaibeweging van de deur 2 met in hoofdzaak constant moment, en dus wanneer de deur 2 wordt geopend en gesloten wordt de kracht die inwerkt op de deur 2 in hoofdzaak op hetzelfde veilige niveau gehouden.
Wanneer de deur 2 op overeenkomstige wijze wordt gesloten vanaf de stand getoond in figuur 2, wordt de zuiger van de cilinder 16 naar rechts verplaatst vanaf de stand getoond in figuur 2, waarbij de zui-gerstang 17 het einde van de hulphefboom 13 dat gericht is naar het geleide middel, naar rechts in de figuur drukt en de zwaaihefboom 11 op overeenkomstige wijze in dezelfde richting duwt, waarbij de scharnieras 5 en daardoor de deur 2 op de scharnierarmen 4 in dezelfde richting wordt verdraaid. In deze fase werkt de kracht van de cilinder 16 weer op de scharnieras met in hoofdzaak dezelfde kracht vrijwel gedurende de gehele zwaaibeweging, en het sluiten van de deur wordt tot stand gebracht met een veilige maar nog betrouwbare kracht. Daar de hulphefboom 13 en het geleide middel 15 in de figuur naar rechts bewegen scharniert de zwaaihefboom 11 zodanig dat de verbinding 12 tussen de hulphefboom 13 en de zwaaihefboom 11 verder weg beweegt van de baan van het geleide middel 15. Daardoor draait de hulphefboom 13 op overeenkom stige wijze om de verbindingen 14 en 12 en eventueel dwars op zowel de baan als de zwaaihefboom 11. In de eindfase van het sluiten duwt de zuigerstang 17 het geleide middel 15 langs zijn baan, waardoor wanneer de afdichtingen 9a, 10a en 9b, 10b op overeenkomstige wijze de afdichting van de deur beginnen, de afdichting effectief tot stand wordt gebracht aangezien de kracht van de cilinder 16 het geleide middel 15 binnen de geleiding 19 kan verplaatsen, waardoor deze als een wig wordt geklemd tussen de geleidingsoppervlakken van de geleiding 19 en de zwaaihefboom 11, waardoor met een kleine kracht van de cilinder 16 een grote op de hefboom 11 inwerkende kracht wordt geproduceerd en daardoor een hoog moment om de scharnieras 5 voor het dicht sluiten van de deur.
Een belangrijk voordeel van de uitvinding is dat wanneer de baan juist is geproportioneerd, de positie van het geleide middel 15, wanneer de deur gesloten is, zodanig bepaald kan worden dat het geleide middel of de geleidingsrol de geleiding aanraakt in een zodanig punt dat het steunpunt van het geleide middel ten opzichte van de geleiding in een richting die het steunpunt van de baan aanraakt, in hoofdzaak zo ver ligt van de scharnieras als de as van de verbinding tussen de hulp-as en de zwaaias in dezelfde richting. Dit betekent dat de lijn tussen het steunpunt en de hartlijn van de verbinding 12 bij benadering loodrecht kan zijn op de baan maar bij voorkeur over 10 tot 15° wordt gezwaaid vanaf de loodlijn in de openingsrichting. Dan zal de onderatmos-ferische druk die inwerkt op de deur of een andere kracht die de deur tracht te openen, de hulphefboom via de zwaaihefboom 11 vrijwel loodrecht op de geleiding 19 duwen, waardoor een vrijwel verwaarloosbare kracht voldoende is om de deur gesloten te houden. Na het verwijderen van zelfs deze kleine kracht is het toch nog mogelijk de deur met de hand te openen, wat de veiligheid zal doen toenemen.
Hierboven is een uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond, waarbij een hydraulische cilinder of een andere door drukmedium bediende cilinder wordt gebruikt als drijfmiddel en waarbij de baan van het geleide middel 15 is weergegeven als recht. Echter ieder geschikt drijfmiddel waarmee het geleide middel verbonden met de hulphefboom 13, welke geleide middel in plaats van een rol ieder ander geschikt middel kan zijn, bewogen kan worden langs een vooraf bepaalde baan kan worden gebruikt als aandrijfmiddel. De baan behoeft niet noodzakelijkerwijze recht te zijn, maar de geleiding 16 kan zodanig gevormd zijn dat zij verschillende vormen kan hebben, zolang de beweging van het geleide middel 15 duidelijk wordt bepaald. Dan is de richting van de baan van het geleide middel de hoofdlijn daarvan of een lijn die het pad van de baan zo nauwkeurig mogelijk aangeeft. Het drijfmiddel kan zodanig zijn aangesloten dat de hulphefboom hetzij direct of bijvoorbeeld via een geleide middel wordt bediend. Op dezelfde wijze kan het aandrijfmiddel de hulphefboom ter plaatse van het geleide middel of aan iedere zijde daarvan bedienen. Het geleide middel kan ook bijvoorbeeld een tandwiel zijn, dat geroteerd wordt door een geschikte motor of dergelijke, waarbij de geleiding natuurlijk een overeenkomstige vertanding heeft. De geleiding kan behalve een rand die het geleide middel volgens de figuren omgeeft, ook ieder andere geleiding zijn, die een geschikte gelei-dingsgroef vormt of, wanneer een andere soort geleidemiddel wordt gebruikt, een geleiding die steun geeft in beide richtingen ten opzichte van de baan.
Claims (8)
1. Inrichting voor het openen en sluiten van de deur bij bewegende voertuigen, zoals een passagiersvoertuig, welk inrichting omvat een verticale scharnieras, waarbij ten minste een scharnierarm stijf verbonden is met de scharnieras aan een einde en scharnierbaar bevestigd is aan de deur aan het andere einde, waarbij een zwaaihefboom stijf verbonden is met de scharnieras en aandrijfmiddelen zijn aangebracht om de zwaaihefboom te bedienen voor het openen en sluiten van de deur door het scharnieren van de scharnieras, met het kenmerk, dat de inrichting omvat een hulphefboom (13) welke is gemonteerd op de zwaaihefboom (11) op een afstand van de scharniéras (5) door middel van een verbinding die scharnierbaar is om een verticale hartlijn en welke een geleide middel (15) heeft, dat geplaatst is op een afstand van de verbinding (12) en een geleiding (19) gemonteerd om het geleide middel (15) te richten ten einde te bewegen langs een vooraf bepaalde baan, en dat het aandrijfmiddel (16) verbonden is om de hulphefboom (13) te bedienen zodat het geleide middel (15) langs de baan beweegt, waarbij wanneer de deur (2) wordt gesloten de hulphefboom (13) draait in een richting dwars op de baan van het geleide middel (15) en het geleide middel (15) dat steunt tegen de geleiding (16) de zwaai hefboom (11) aandrukt door middel van de hulphefboom (13) weg van de geleiding (19), tegelijkertijd de scharnieras (15) doet verdraaien en wanneer de deur (2) wordt geopend de hulphefboom (13) wordt gedraaid in de tegengestelde richting en het geleide middel (15) dat steunt tegen de geleiding (19) de zwaaihefboom (11) door middel van de hulphefboom (13) naar de genoemde baan trekt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleide middel (15) gemonteerd is op de hulphefboom (13) op een afstand van de eerste verbinding (12) zodanig dat wanneer de deur (2) is gesloten de zwaaihefboom (11) in hoofdzaak de richting heeft van de baan van het geleide middel (15) en wanneer de deur is geopend de zwaaihefboom (11) in hoofdzaak loodrecht staat op de genoemde baan.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de baan van het geleide middel (15) zodanig is geproportioneerd dat wanneer de deur (12) is gesloten het steunpunt van het geleide middel (15) ten opzichte van de geleiding (19) in een richting tangentiaal aan het steunpunt van de baan, in hoofdzaak even ver van de scharnieras (5) ligt als de hartlijn van. de verbinding (12) tussen de hulpas (13) en de zwaai as (11) in dezelfde richting.
4. Inrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geleide middel (15) een geleiderol of dergelijke is die roteerbaar is gemonteerd op de hulphefboom (13) en dat de geleiding (19) een groef heeft met een breedte die in hoofdzaak overeenkomt met de diameter van de geleiderol waarin de geleiderol beweegt.
5. Inrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel (16) een drukmediumcilinder is en dat de zuigerstang (17) daarvan verbonden is met de hulphefboom (13) met het einde daarvan dat gericht is naar het geleide middel (15) om gescharnierd te worden om een verticale as.
6. Inrichting volgens conclusie 4 en 5, met het kenmerk, dat de zuigerstang (17) scharnierbaar is verbonden in hoofdzaak coaxiaal met de geleiderol.
7. Inrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zuigerstang (17) is ingericht om te bewegen in hoofdzaak in de richting van de baan van het geleide middel (15).
8. Inrichting volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleiding (19) zodanig is opgesteld dat het geleide middel (15) langs een in hoofdzaak rechte baan wordt gericht.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FI882856A FI79979C (fi) | 1988-06-15 | 1988-06-15 | Anordning foer oeppning och staengning av en doerr i roerliga fordon, saosom en bil. |
FI882856 | 1988-06-15 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8901404A true NL8901404A (nl) | 1990-01-02 |
NL193689B NL193689B (nl) | 2000-03-01 |
NL193689C NL193689C (nl) | 2000-07-04 |
Family
ID=8526649
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8901404A NL193689C (nl) | 1988-06-15 | 1989-06-02 | Inrichting voor het openen en sluiten van de deur van bewegende voertuigen, zoals passagiersvoertuigen. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1003725A3 (nl) |
DK (1) | DK174061B1 (nl) |
FI (1) | FI79979C (nl) |
NL (1) | NL193689C (nl) |
NO (1) | NO172174C (nl) |
SE (1) | SE468636B (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITTO20010758A1 (it) * | 2001-07-31 | 2003-01-31 | Oclap Srl | Porta roto-traslante per veicoli a motore. |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2309313A1 (de) * | 1973-02-24 | 1974-09-12 | Kloeckner Humboldt Deutz Ag | Schwingfluegel zum verschliessen von wandoeffnungen an fahrzeugen |
ZA815668B (en) * | 1980-09-04 | 1982-08-25 | Westinghouse Brake & Signal | Swinging plug door |
FI69274C (fi) * | 1983-04-28 | 1986-01-10 | Tammerneon Oy | Skjutdoerr foer fordon |
DE3411073A1 (de) * | 1984-03-26 | 1985-09-26 | Bode & Co Geb | Ausschwenkbare schiebetuer fuer ein fahrzeug, insbesondere pkw, bei der der tuerfluegel mit hilfe eines am wagenkasten gelagerten schwenkarmes aus der tueroeffnung herausgebracht wird |
-
1988
- 1988-06-15 FI FI882856A patent/FI79979C/fi active IP Right Grant
-
1989
- 1989-05-26 NO NO892139A patent/NO172174C/no not_active IP Right Cessation
- 1989-05-29 DK DK198902606A patent/DK174061B1/da not_active IP Right Cessation
- 1989-06-02 NL NL8901404A patent/NL193689C/nl not_active IP Right Cessation
- 1989-06-14 BE BE8900641A patent/BE1003725A3/fr not_active IP Right Cessation
- 1989-06-14 SE SE8902149A patent/SE468636B/sv not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FI79979B (fi) | 1989-12-29 |
SE468636B (sv) | 1993-02-22 |
FI882856A0 (fi) | 1988-06-15 |
NO892139D0 (no) | 1989-05-26 |
DK260689D0 (da) | 1989-05-29 |
NO172174B (no) | 1993-03-08 |
FI79979C (fi) | 1990-04-10 |
DK260689A (da) | 1989-12-16 |
NO172174C (no) | 1993-06-16 |
NO892139L (no) | 1989-12-18 |
SE8902149L (sv) | 1989-12-16 |
BE1003725A3 (fr) | 1992-06-02 |
NL193689C (nl) | 2000-07-04 |
DK174061B1 (da) | 2002-05-13 |
SE8902149D0 (sv) | 1989-06-14 |
NL193689B (nl) | 2000-03-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4903435A (en) | Device for motorized opening and closing of pivotable body panels of motor vehicles | |
KR20050010708A (ko) | 2개의 문짝을 가진 접이 플랩 또는 접이문용 리프팅장치 | |
US2612651A (en) | Deck lid hinge | |
US3944277A (en) | Sidewardly movable vehicle seat with enclosure | |
FI110929B (fi) | Pohjapurkulaite | |
NL8901404A (nl) | Inrichting voor het openen en sluiten van de deur van bewegende voertuigen, zoals passagiersvoertuigen. | |
US4545149A (en) | Device for securing the locked position of a motor-vehicle door | |
US2993730A (en) | Two-door automobiles with folding doors | |
US4134231A (en) | Modulated output force door operator | |
BE1012555A3 (nl) | Stopinrichting voor een transportkar. | |
US4371208A (en) | Gate panel operator for side dumping vehicles | |
GB2563269A (en) | Motor vehicle apparatus and method | |
US5015030A (en) | Drive linkage for automobile sunroof | |
JP3814939B2 (ja) | 車両用ゲートの開閉支持装置 | |
GB2039578A (en) | Sliding doors | |
EP0237381B1 (fr) | Dispositif d'articulation d'un volet d'obturation basculant à deux degrés d'ouverture | |
SU187071A1 (ru) | Устройство для открывания и закрывания борга саморазгружающегося вагона | |
JPS6110908Y2 (nl) | ||
SU1174315A1 (ru) | Запорное устройство дл фиксации откидывающейс кабины на раме транспортного средства | |
JPS5948179B2 (ja) | ダンプカ−における後部煽戸自動開閉装置 | |
NL9100465A (nl) | Inrichting voor het afsluiten en openen van een laadhoofd. | |
JPS62120267A (ja) | 搬送台車の減速停止装置 | |
SU1588590A1 (ru) | Самосвальное транспортное средство | |
JPS6039291Y2 (ja) | リフト・ダンプ兼用運搬車のリフト・ダンプ切換装置 | |
SU897652A1 (ru) | Самоходный тележечный конвейер |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20090602 |