NL8900921A - Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad. Download PDF

Info

Publication number
NL8900921A
NL8900921A NL8900921A NL8900921A NL8900921A NL 8900921 A NL8900921 A NL 8900921A NL 8900921 A NL8900921 A NL 8900921A NL 8900921 A NL8900921 A NL 8900921A NL 8900921 A NL8900921 A NL 8900921A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
loop
transport roller
image carrier
image
Prior art date
Application number
NL8900921A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Oce Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Nederland Bv filed Critical Oce Nederland Bv
Priority to NL8900921A priority Critical patent/NL8900921A/nl
Priority to KR1019900003535A priority patent/KR0144855B1/ko
Priority to US07/507,654 priority patent/US5021836A/en
Priority to EP90200885A priority patent/EP0392632B1/en
Priority to JP2096164A priority patent/JP2915959B2/ja
Priority to DE90200885T priority patent/DE69002989T2/de
Publication of NL8900921A publication Critical patent/NL8900921A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G15/00Apparatus for electrographic processes using a charge pattern
    • G03G15/14Apparatus for electrographic processes using a charge pattern for transferring a pattern to a second base
    • G03G15/18Apparatus for electrographic processes using a charge pattern for transferring a pattern to a second base of a charge pattern
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G15/00Apparatus for electrographic processes using a charge pattern
    • G03G15/22Apparatus for electrographic processes using a charge pattern involving the combination of more than one step according to groups G03G13/02 - G03G13/20
    • G03G15/23Apparatus for electrographic processes using a charge pattern involving the combination of more than one step according to groups G03G13/02 - G03G13/20 specially adapted for copying both sides of an original or for copying on both sides of a recording or image-receiving material
    • G03G15/231Arrangements for copying on both sides of a recording or image-receiving material
    • G03G15/232Arrangements for copying on both sides of a recording or image-receiving material using a single reusable electrographic recording member

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Electrostatic Charge, Transfer And Separation In Electrography (AREA)
  • Delivering By Means Of Belts And Rollers (AREA)
  • Paper Feeding For Electrophotography (AREA)
  • Control Or Security For Electrophotography (AREA)
  • Counters In Electrophotography And Two-Sided Copying (AREA)
  • Registering Or Overturning Sheets (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het overdragen van twee, zich achter elkaar op een bewegende beelddrager bevindende beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad, waarbij de beide beelden gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig met een ontvangstblad door een beeldoverdrachtszone worden getransporteerd voor het overdragen van de beelden op verschillende zijden van dit ontvangstblad.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.
Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn bekend uit het tijdschrift Research Disclosure van November 1984, nr. 24708.
Daarbij wordt het voorlopende beeld van de twee zich op een door een transportrol voortbewogen fotogeleidende band bevindende beelden in een beeldoverdrachtszone overgedragen op een met de fotogeleidende band in rollend contact gebrachte eerste beeldoverdrachtsrol en wordt vervolgens dat beeld overgedragen op een met de eerste beeldoverdrachtsrol in rollend contact gebrachte tweede beeldoverdrachtsrol. Daarna wordt de eerste beeldoverdrachtsrol wegbewogen en wordt de tweede beeldoverdrachtsrol in de beeldoverdrachtszone in rollend contact gebracht met de fotogeleidende band en wordt vervolgens een ontvangstblad door de beeldoverdrachtszone gevoerd voor het overdragen van het voorlopende beeld vanaf de tweede beeldoverdrachtsrol op een zijde van het ontvangstblad en het gelijktijdig daarmee overdragen van het nalopende beeld van de twee op de fotogeleidende band aangebrachte beelden van de fotogeleidende band rechtstreeks op de andere zijde van het ontvangstblad.
Het beeld op de ene zijde van het ontvangstblad heeft aldus twee beeldoverdrachtsstappen méér ondergaan dan het beeld op de andere zijde van het ontvangstblad. Aangezien elke beeldoverdrachtsstap met kwaliteitsverlies van het beeld gepaard gaat, ontstaat aldus kwaliteitsverschil tussen de op de verschillende zijden van het ontvangstblad overgedragen beelden.
Verder kleeft aan de bekende inrichting het bezwaar dat vanwege immer optredende onvolledige beeldoverdracht, naast de fotogeleidende band ook de twee beeldoverdrachtsrollen telkens schoongemaakt moeten worden om overdracht van een geestbeeld op een volgend ontvangstblad te voorkomen.
De uitvinding stelt zich tot doel een werkwijze en een inrichting te verschaffen die deze bezwaren niet vertonen.
Dit doel wordt bij een werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat een eerste gedeelte van de beelddrager vóór de plaats waarop de voorlopende rand van een van de beelden zich bevindt en een tweede gedeelte van de beelddrager na de plaats waarop de achterlopende rand van het andere beeld zich bevindt, onder of na vorming van een lus in de beelddrager, naar elkaar toe worden gebracht voor het vormen van de beeldoverdrachtszone en doordat tijdens de vorming van de beeldo-verdrachtszone de transport™chting van een van de twee beelddrager-gedeelten wordt omgekeerd.
Hierdoor wordt bereikt dat twee beelden rechtstreeks van de beelddrager worden overgedragen op verschillende zijden van een ontvangstblad, waarbij- tevens wordt bereikt dat twee beelden die in dezelfde oriëntatie achter elkaar op de beelddrager zijn aangebracht, ook in dezelfde oriëntatie op verschillende zijden van het ontvangstblad komen.
Het gestelde doel wordt bij een inrichting die een bandvormige beelddrager en aan de niet-beelddragende zijde daarvan ten minste een eerste en een tweede transportrol en aandrijfmiddelen voor het bewegen van de beelddrager omvat, volgens de uitvinding bereikt, doordat de eerste transportrol is gemonteerd op eerste verplaatsingsmiddelen waarmee deze rol in twee standen kan worden gebracht, een eerste stand waarin de rol zich op enige afstand van de tweede transportrol bevindt en een tweede stand waarin de rol met tussenliggende delen van de beelddrager tegen de tweede transportrol gedrukt wordt (en aldus een overdrachtszone gevormd wordt) en doordat een lusvormend orgaan en tweede verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van het lusvormend orgaan aanwezig zijn voor het vormen van een lus en/of het veranderen van de grootte van de lus aan het gedeelte van de beelddrager tussen de eerste en tweede transportrol.
Hierdoor wordt bereikt dat twee zich achter elkaar op de bandvormige beelddrager bevindende beelden gelijktijdig in dezelfde oriëntatie worden overgedragen op verschillende zijden van een ontvangstblad dat zich, in de tweede stand van de transportrollen, met gelijke snelheid als het eerste gedeelte en het tweede gedeelte van de beelddrager door de beeldoverdrachtszone beweegt.
Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen worden uiteengezet in de hierna volgende beschrijving van twee uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding aan de hand van bijgaande figuren, waarvan:
Fig. 1 een schematische doorsnede is van een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, weergegeven in de eerste stand,
Fig. 2 en Fig. 3 de inrichting volgens Fig. 1 in de tweede stand, maar in verschillende stadia, weergeven.
Fig. 4 een schematische doorsnede is van een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, weergegeven in de eerste stand, en
Fig. 5 en Fig. 6 de inrichting volgens Fig. 4 in de tweede stand, maar in verschillende stadia, weergeven.
De in Fig. 1 weergegeven inrichting omvat een eindloze band 1 waarop poederbeelden op regelmatige afstanden achter elkaar kunnen worden aangebracht door overdracht van op een fotogeleidende band 2 gevormde poederbeelden. Twee van dergelijke overgedragen poederbeelden zijn met verwijzingscijfers 3 en 4 aangeduid. De vorming van poederbeelden op de fotogeleidende band 2 en de overdracht daarvan op de eindloze band 1 kan gebeuren op een wijze die in het Amerikaanse octrooi schrift 4 068 937 is uiteengezet.
De eindloze band 1 is om een met constante snelheid aandrijfbare, op een vaste plaats opgestelde transportrol 5 geslagen en verder om een eveneens op een vaste plaats opgestelde vrijdraaibare transportrol 6, om een nabij transportrol 6 opgestelde transportrol 7 en om een vrijdraaibare spanrol 8.
In de door rollen 5,6,7 en 8 omsloten ruimte is een vrijdraaibare schijvenrol 10 opgesteld, waarvan de schijven alleen in contact zijn met randzones van de beelddragende zijde van de eindloze band 1. De eindloze band 1 vormt aldus een lus die loopt vanaf de transportrol 7 via de schijvenrol 10 naar transportrol 6, zoals weergegeven in Fig. 1. Schijvenrol 10 is aan de uiteinden gelagerd in een eerste juk 11 dat in rechtgelei dingen 12 heen en weer bewogen kan worden. Elke rechtge- leiding 12 strekt zich uit in een richting die parallel is aan de bewegingsrichting van part la van de eindloze band 1 tussen rollen 5 en 6. Spanrol 8 is aan de uiteinden gelagerd in een tweede juk 13 dat heen en weer bewogen kan worden in rechtgeleidingen 14 die zich uitstrekken in het middelloodvlak van bandpart la. Een trekveer 15 die aangrijpt op het tweede juk 13 tracht de eindloze band 1 in de in Fig. 1 weergegeven stand te houden.
Aan het eerste juk 11 is een uiteinde van een snaar 16 vastge-raaakt. Snaar 16 is aan het uiteinde van de rechtgeleidingen 12 om een leirol 17 geslagen en loopt vandaar naar een haspel 18. Het andere uiteinde van de snaar 16 is bevestigd aan deze haspel 18. Met behulp van niet weergegeven aandrijfmiddelen kan de haspel 18 worden aangedreven voor het opwikkelen van de snaar 16 daarop. Daarbij beweegt het eerste juk 11 met de daarin gelagerde schijvenrol 10 langs de rechtgeleidingen 12 in de richting van de transportrol 5, waarbij de in de eindloze band 1 gevormde lus groter wordt, en beweegt het tweede juk 13 met de daarin gelagerde spanrol 8, tegen de werking van veer 15 in, langs rechtgeleidingen 14 in de richting van de rechtgeleidingen 12 onder verkorting van het bandpart lb, dat zich tussen transportrol 5 en spanrol 8 uitstrekt, en van bandpart lc, dat zich tussen spanrol 8 en transportrol 7 uitstrekt. Veer 15 houdt de continu voortbewegende eindloze band 1 daarbij steeds gespannen.
Binnen de door de lus in de eindloze band 1 omsloten ruimte zijn, nabij de transportrol 1 en 6 en 7, twee stangen 20 en 21 opgesteld, op korte afstand van elkaar. Aan elke stang is een uiteinde van een draad 22, respectievelijk 23, vastgemaakt. Aan het eerste juk 11 zijn twee draadhaspels 24 en 25 draaibaar bevestigd. Het andere uiteinde van de draad 22, respectievelijk 23, is bevestigd aan de draadhaspel 24, respectievelijk 25. De draadhaspels 24 en 25 staan onder veerwerking voor het strak houden van de draden 22 en 23 tussen de stangen 20 en 21 en de draadhaspels 24 en 25, welke draden een geleiding vormen voor een daartussen ingevoerd ontvangstblad 26.
Een bladinvoergeleiding 27 die is voorzien van een tuitvormig uiteinde 28 is draaibaar bevestigd om een as 29 en kan een stand innemen waarin de tuit 28 tussen de transportrollen 6 en 7 door tot in de ruimte tussen de stangen 20 en 21 steekt en een stand waarin de invoerge-1 eiding geheel buiten de door de lus in de eindloze band omsloten ruimte is, zoals weergegeven in Fig. 2.
Het eerste juk 11 is voorzien van twee, een klem vormende, bladveren 30 die de voorlopende rand van een via de bladinvoergeleiding 27 en het tuitvormige uiteinde 28 daarvan ingevoerd ontvangstblad 26 bij het eerste juk 11 vasthouden.
De uiteinden van transportrol 7 zijn gelagerd in om een as 32 draaibare armen 33, welke armen 33 een in Fig. 1 weergegeven eerste stand kunnen innemen waarin de transportrol 7 op enige afstand van transportrol 6 staat en een tweede stand waarin transportrol 7 in drukkontact is met transportrol 6 voor het vormen van een beeldo-verdrachtszone daartussen.
De werking van de in Fig. 1 weergegeven inrichting zal nu worden toegelicht aan de hand van de figuren 1 t/m 3, die de inrichting in opeenvolgende werkstadia weergeven.
Daarbij wordt uitgegaan van het in Fig. 1 weergegeven stadium, waarin beelden 3 en 4, die op verschillende zijden van een ontvangstblad moeten komen, zich op de aangegeven plaatsen op de eindloze band 1 bevinden. In dit stadium wordt een ontvangstblad 26 via de bladinvoergeleiding 27 en het tuitvormig uiteinde 28 daarvan, tot tussen de door afrol bare draden 22 en 23 gevormde geleiding ingevoerd, totdat de voorlopende rand van het ontvangstblad 26 door bladveren 30 wordt vastgeklemd. Daarna wordt de aandrijving van snaarhaspel 18 ingeschakeld, waardoor de snaar 16 het eerste juk 11 in de richting van rol 5 trekt. Daarbij bewegen de schijvenrol 10 en de spanrol 8 naar de in Fig. 2 weergegeven stand.
Aangezien de eindloze band 1 door de aangedreven transportrol 5 constant met dezelfde snelheid voortbeweegt, bevinden de beelden 3 en 4 in het in Fig. 2 bereikte stadium zich op de bandparten die zich uitstrekken tussen schijvenrol 10 en transportrol 6, respectievelijk tussen transportrol 7 en schijvenrol 10 en bevindt het ontvangstblad 26 zich tussen afgerolde draden 22 en 23 die zich op hun beurt tussen de beide beelden bevinden.
De draadgeleiding 22,23 verhindert, evenals de invoergeleiding 27, dat een ontvangstblad voortijdig in contact komt met de eindloze beelddra-gende band 1.
Nadat de bladinvoergeleiding 27, na het door bladveren 30 vastklemmen van het ontvangstblad, in de in Fig. 2 weergegeven stand is gezwenkt, in welke stand ze niet meer tussen transportrollen 6 en 7 steekt, wordt arm 33 verdraaid, om transportrol 7 naar transportrol 6 te bewe- gen voor het vormen van een beeldoverdrachtszone daartussen.
Daarna wordt snaarhaspel 18 ontkoppeld van zijn aandrijving, en trekt veer 15 de eindloze band 1 naar de in Fig. 1 weergegeven uitgangsstand terug. Tijdens deze beweging neemt transportrol 7 door wrijvingscon-tact met transportrol 6 via de daartussen liggende bandparten, een draairichting aan die tegengesteld is aan zijn oorspronkelijke draairichting, welke oorspronkelijke draairichting dezelfde was als de draairichting van de transportrol 6 en de met constante snelheid aangedreven transportrol 5. Het ontvangstblad wordt daarbij door de door transportrollen 6 en 7 gevormde beeldoverdrachtszone gevoerd, waarbij de beelden 3 en 4 vanaf de eindloze band 1 gelijktijdig worden overgedragen op verschillende zijden van het ontvangstblad 26 en het ontvangstblad wordt uitgevoerd, zoals weergegeven in Fig. 3.
Bij de hiervoor beschreven inrichting blijft het randgedeelte van het ontvangstblad 26 dat zich bij het bereiken van een lus van minimale omvang tussen de beeldoverdrachtskneep en de vastgeklemde bladrand bevindt, onbedrukt. Bedrukking van dat gedeelte kan worden verkregen wanneer een drukveer tussen het eerste juk 11 en een blad-veren 30 dragend gedeelte wordt aangebracht, alsmede een nabij stangen 20,21 opgestelde aanslag, waarbij het de bladveren dragend gedeelte kort voordat het juk 11 de eerste stand bereikt tegen de aanslag stuit, waarna het ontvangstblad 26, te samen met de beelddrager 1, in zijn geheel door de gevormde beeldoverdrachtskneep beweegt, onder indrukking van de drukveer.
In de in Fig. 4 weergegeven inrichting loopt de eindloze band 40, die dezelfde kan zijn als de band 1 in de hiervoor beschreven inrichting, achtereenvolgens om een met constante snelheid aandrijf-bare transportrol 41, om vrijdraaibare transportrollen 42 en 43 en om een spanrol 44. Spanrol 44 is, evenals spanrol 8 in de hiervoor beschreven inrichting, opgenomen in een rechtgeleiding 45 en wordt door een veer 46 in de in Fig. 4 weergegeven uitgangsstand gehouden.
Een geleiderol 48 is gelagerd in een juk 49 dat is opgenomen in een rechtgeleiding 50 die zich uitstrekt van transportrol 41 tot voorbij transportrollen 42 en 43. In de uitgangsstand bevindt de geleiderol 48 zich op een plaats die aan de van de transportrol 41 afgekeerde zijde van de transportrol!en 42 en 43 ligt.
De uiteinden van transportrol 43 zijn gelagerd in om een as 54 draaibare armen 55, welke armen 55 een in Fiq. 4 weerqeqeven eerste stand kunnen innemen waarin de transportrol 43 op zodanige afstand van de transportrol 42 staat dat de geleiderol 48 daartussendoor kan bewegen, onder vorming van een lus in de eindloze band 40, en een tweede stand waarin de transportrol 43 in drukkontakt is met de transportrol 42 voor het vormen van een beeldoverdrachtszone tussen de ingesloten delen van de eindloze band 40.
Aan het juk 49 is een snaar 51 bevestigd die via de rechtgeleiding 50 naar een haspel 52 loopt waar de snaar kan worden opgewikkeld voor het in de richting van transportrol 41 bewegen van geleiderol 48.
De werking van de in Fig. 4 weergegeven inrichting zal nu worden toegelicht aan de hand van de Fign. 4 t/m 6, die de inrichting in opeenvolgende werkstadia weergeven. Daarbij wordt uitgegaan van het in Fig. 4 weergegeven stadium waarin beelden 56 en 57 zich op de aangegeven plaatsen op de eindloze band 40 bevinden.
In dit stadium wordt de aandrijving van de snaarhaspel 52 ingeschakeld, waarbij snaar 51 het juk 49 met de geleiderol 48 in de richting van rol 41 trekt, tegen de werking van veer 46 in, totdat de geleiderol 48 en de spanrol 44 de in Fig. 6 weergegeven stand innemen. Bij de verplaatsing van de geleiderol 48 vanuit de in Fig. 4 weergegeven stand blijft de rol in contact met een gebied van de eindloze band 40 dat tussen de beelddelen 56 en 57 in ligt. Nadat geleiderol 48 de transportrollen 42 en 43 is gepasseerd, wordt arm 55 verdraaid, om transportrol 43 naar transportrol 42 te bewegen voor het vormen van een beeldoverdrachtszone daartussen. Direct daarna wordt een ontvangstblad 58 in de tussen de geplooide eindloze band 40 gevormde beeldoverdrachtszone gevoerd en worden de beelden 56 en 57 gelijktijdig overgedragen op verschillende zijden van het ontvangstblad 58, zoals weergegeven in Fig. 5.
Bij het bereiken van het in Fig. 6 weergegeven stadium, waarbij de beeldoverdracht voltooid is, wordt arm 55 teruggedraaid om de transportrollen 42 en 43 weer van elkaar vrij te zetten, waarna de snaarhaspel 52 ontkoppeld wordt en veer 46 de eindloze band 40 en een veer 59 de geleiderol 48 naar de in Fig. 4 weergegeven uitgangsstand terugtrekt, waarbij tevens het op het onderste part van het lusvormig banddeel liggende ontvangstblad 58 wordt uitgevoerd.
Bij de in Fign. 4-6 weergegeven uitvoeringsvorm kan de lusvormende rol over de gehele breedte met de eindloze band in contact komen zonder op deze band aanwezige beelden te verstoren. Dit biedt het voordeel dat voor de eindloze beeldoverdrachtsband ook een band van slap materiaal, bijvoorbeeld een siliconenrubberband, kan worden gebruikt. Een ander voordeel is dat de beelden worden overgedragen tijdens het vormen van de lus in de band, waardoor de kans dat het ontvangstblad voortijdig met de beelden in contact komt, afwezig is, hetgeen een bladgeleiding binnen de lus overbodig maakt. De in Fign. 4-6 weergegeven uitvoeringsvorm is echter alleen geschikt voor gevallen waarin het ontvangstblad na het gelijktijdig overdragen van beelden daarop, gemakkelijk loskomt van de band en dus niet daarop hecht.
Bij de in Fign. 1-3 weergegeven uitvoeringsvorm is de kans op dit hechten veel kleiner omdat daarbij de beelden overgedragen worden als het ontvangstblad de lus verlaat. In die situatie divergeren de bewegingsrichtingen van de bandparten na de beeldoverdrachtszone sterk. Het voordeel van de in Fign. 1-3 weergegeven uitvoeringsvorm, de gemakkelijke scheiding van ontvangstblad en eindloze band na de beeldoverdrachtszone, en het voordeel van de in Fign. 4-6 weergegeven uitvoeringsvorm, het gebruik van een slappe eindloze band waarin een doorlopende geleiderol een lus vormt, kunnen beide worden gerealiseerd in een uitvoeringsvorm die een modificatie van de in Fign. 1-3 weergegeven inrichting vormt.
In deze modificatie zijn zowel bij het bandpart tussen transportrollen 5 en 7 als bij het bandpart tussen transportrollen 6 en 5 spanrollen aanwezig, die in een uitgangspositie die verder correspondeert met de in Fig. 1 weergegeven uitgangspositie, beide bandparten in een V-vorm houden. Vanuit deze uitgangspositie brengt een met geleiderol 48 uit Fig. 4 overeenkomende geleiderol de lus aan, waarbij deze geleiderol in contact blijft met een gedeelte van de eindloze band dat tussen twee beelden ligt en wordt gelijktijdig daarmee een ontvangstblad in de lus gevoerd op een wijze die is beschreven aan de hand van Fign. 1-3. Vervolgens wordt de lus weer weggetrokken door de spanrollen, waarbij de beelden gelijktijdig worden overgedragen op verschillende zijden van dat ontvangstblad, welk ontvangstblad daarna gemakkelijk loskomt van de eindloze band.
Bij de beschreven uitvoeringsvorm waarbij een ontvangstblad eerst binnen de lus gebracht wordt en daarna voorzien van beelden, is het ook mogelijk om het ontvangstblad, nadat de lus gevormd is, vanaf een zijkant van de eindloze band in de lus te brengen.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het overdragen van twee, zich achter elkaar op een bewegende beelddrager bevindende beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad, waarbij de beide beelden gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig met een ontvangstblad door een beeldoverdrachtszone worden getransporteerd voor het overdragen van de beelden op verschillende zijden van dit ontvangstblad, met het kenmerk, dat een eerste gedeelte van de beelddrager (1;40) vóór de plaats waarop de voorlopende rand van een van de beelden (3;57) zich bevindt en een tweede gedeelte van de beelddrager (1;40) na de plaats waarop de achterlopende rand van het andere beeld (4;56) zich bevindt, onder of na vorming van een lus in de beelddrager (1;40), naar elkaar toe worden gebracht voor het vormen van de beeldoverdrachtszone en dat tijdens de vorming van de beeldoverdrachtszone de transportrichting van een van de twee beelddrager-gedeelten wordt omgekeerd.
2. Inrichting voor het uitvoeren aan de werkwijze volgens conclusie 1, welke inrichting een bandvormige beelddrager en aan de niet-beelddragende zijde daarvan ten minste een eerste en een tweede transportrol en aandrijfmiddelen voor het bewegen van de beeldrager omvat, met het kenmerk, dat de eerste transportrol (7;43) is gemonteerd op eerste verplaatsingsmiddelen (32,33;54,55) waarmee deze rol (7;43) in twee standen kan worden gebracht, een eerste stand waarin de rol (7;43) zich op enige afstand van de tweede transportrol (6;42) bevindt en een tweede stand waarin de rol (7;43) met tussenliggende delen van de beelddrager (1;40) tegen de tweede transportrol (6;42) gedrukt wordt (en aldus een overdrachtszone gevormd wordt) en dat een lusvormend orgaan (10;48) en tweede verplaatsingsmiddelen (16,I7S18;51,52) voor het verplaatsen van het lusvormend orgaan (10;48) aanwezig zijn voor het vormen van een lus en/of het veranderen van de grootte van de lus aan het gedeelte van de beelddrager (1;40) tussen de eerste (7 ;43) en de tweede transportrol (6;42).
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de bandvormige beelddrager een eindloze band (1;40) is, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een spanrol (8;44) die in drukkontakt is met de niet-beelddragende zijde van de eindloze band (1;40) voor het strak houden van deze band (1;40) en derde verplaatsingsmiddelen (13,I5;46) voor het verplaatsen van de spanrol (8;44) synchroon met de verplaatsing van het lusvormende orgaan (10;48).
4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de bandvormige beelddrager een eindloze band {1;40) is, met het kenmerk, dat aan beide van elkaar afgewende zijden van de eerste transportrol (6) en de tweede transportrol (7) een spanrol aanwezig is die in drukkontakt is met de niet-beelddragende zijde van de eindloze band (1;40) voor het strak houden van deze band (1;4Q) en dat derde verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van de spanrollen synchroon met de verplaatsing van het lusvormende orgaan (48) aanwezig zijn.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste transportrol (43) zich in de tweede stand bevindt tijdens de verplaatsing van de tweede verplaatsingsmiddelen (51,52) van een eerste stand waarin geen lus gevormd is naar een tweede stand waarin de lus een maximale omvang heeft.
6. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de eerste transportrol (6) zich in de tweede stand bevindt tijdens de verplaatsing van de tweede verplaatsingsmiddelen (16,17,18) van een tweede stand waarin de lus een maximale omvang heeft naar een derde stand waarin de lus een minimale omvang heeft.
7. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen voor het bewegen van de beelddrager de eerste transportrol en de tweede transportrol in dezelfde richting laten roteren als de eerste transportrol zich in de eerste stand bevindt en de eerste transportrol en de tweede transportrol in tegengestelde richtingen laten roteren als de eerste transportrol zich in de tweede stand bevindt.
8. Inrichting volgens een der conclusies 2 tot en met 7, met het kenmerk, dat de lusvormende middelen een geleiderol (10;48) omvatten.
NL8900921A 1989-04-13 1989-04-13 Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad. NL8900921A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900921A NL8900921A (nl) 1989-04-13 1989-04-13 Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad.
KR1019900003535A KR0144855B1 (ko) 1989-04-13 1990-03-16 복사기용 수상시이트 양면에 대한 두 영상의 전달방법과 장치
US07/507,654 US5021836A (en) 1989-04-13 1990-04-10 Method and device for transferring two images to different sides of a receiving sheet
EP90200885A EP0392632B1 (en) 1989-04-13 1990-04-11 Method of and device for transferring two images to different sides of a receiving sheet
JP2096164A JP2915959B2 (ja) 1989-04-13 1990-04-11 2つの画像を受けシートの異なる面に転写する方法及び該方法を実施するための装置
DE90200885T DE69002989T2 (de) 1989-04-13 1990-04-11 Verfahren und Vorrichtung zum Übertragen von zwei Bildern auf beide Seiten eines Empfangsblattes.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900921A NL8900921A (nl) 1989-04-13 1989-04-13 Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad.
NL8900921 1989-04-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900921A true NL8900921A (nl) 1990-11-01

Family

ID=19854467

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900921A NL8900921A (nl) 1989-04-13 1989-04-13 Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5021836A (nl)
EP (1) EP0392632B1 (nl)
JP (1) JP2915959B2 (nl)
KR (1) KR0144855B1 (nl)
DE (1) DE69002989T2 (nl)
NL (1) NL8900921A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4129277A1 (de) * 1991-09-03 1993-03-04 Siemens Nixdorf Inf Syst Elektrofotografisches simultan-doppeldrucksystem
DE69432851T2 (de) * 1993-12-09 2004-05-19 Nec Corp. Verfahren und Gerät zum Erzeugen von Bildern auf beiden Seiten eines Aufzeichnungspapiers ohne dieses Papier zu wenden

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3519344A (en) * 1967-02-27 1970-07-07 Xerox Corp Image projection
DE1914959B2 (de) * 1968-03-26 1970-08-13 Eastman Kodak Co., Rochester, N.Y. (V.St.A.) Elektrophotogrphisches Kopiergerät zur Herstellung von Kopien auf beiden Seiten eines Blattes
JPS56147157A (en) * 1980-04-17 1981-11-14 Konishiroku Photo Ind Co Ltd Copying apparatus
JPS57138669A (en) * 1981-02-20 1982-08-27 Ricoh Co Ltd Transfer device
JPS6295568A (ja) * 1985-10-23 1987-05-02 Fujitsu Ltd 転写定着装置
FR2589104A1 (fr) * 1985-10-28 1987-04-30 Telephonie Ind Commerciale Imprimante electrostatique indirecte recto-verso

Also Published As

Publication number Publication date
JP2915959B2 (ja) 1999-07-05
US5021836A (en) 1991-06-04
EP0392632A1 (en) 1990-10-17
KR0144855B1 (ko) 1998-08-17
EP0392632B1 (en) 1993-09-01
KR900016825A (ko) 1990-11-14
DE69002989T2 (de) 1994-02-24
DE69002989D1 (de) 1993-10-07
JPH02293873A (ja) 1990-12-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPH0333621B2 (nl)
NL8800787A (nl) Automatische pakketvastmaakmachine.
SU1326192A3 (ru) Способ съема с рулона плоских изделий и устройство дл его осуществлени
FR2442786A1 (fr) Dispositif pour rabouter les extremites de bandes, notamment de materiaux utilises dans l'industrie des cigarettes
NL8900921A (nl) Werkwijze en inrichting voor het overdragen van twee beelden op verschillende zijden van een ontvangstblad.
JP2923523B2 (ja) ペーパーウエブの切離し装置
US3633840A (en) Winding sheet material with threading device
NL9301483A (nl) Vouwinrichting voor het zigzagvouwen van een vel.
NL8005571A (nl) Wikkelmachine.
NL8702939A (nl) Bandspaninrichting.
NL8503559A (nl) Beeldvormend apparaat.
US6282868B1 (en) Method and device for strapping or wrapping objects
JP2745390B2 (ja) 表面処理金属ストリップ用の巻取装置とその巻取方法
US5544840A (en) Continuous film take-up apparatus
FR2545254A1 (fr) Appareil a bande magnetique
US3929298A (en) Endless tape transporting device
US4718618A (en) Method for feeding film
US3991955A (en) Automatic film threading device
JPH08160482A (ja) フィルム撮像装置
JP2890243B2 (ja) 物品の胴巻き包装方法およびその装置
EP0011889B1 (en) Apparatus for coiling a moving web
JPH0361260A (ja) デカール機構及び前記デカール機構を用いた記録装置
JPH08197134A (ja) 表面処理金属ストリップ用の巻取装置とその巻取方法
JP2000118863A (ja) 直線状繊維束の形成方法及び形成装置
US3580450A (en) Gripping means for binding materials

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed